Omgevingsprogramma Circulaire Stad 2025-2028

Geldend van 15-04-2025 t/m heden

1 Het doel, scope en focus

Steden nemen wereldwijd drie procent van het totale landoppervlak in. De mensen in de steden consumeren echter driekwart van alle grondstoffen en zijn verantwoordelijk voor 60 tot 80 procent van de uitstoot van alle broeikasgassen.1 In de huidige economie wordt veel verspild en verliezen materialen snel hun waarde. Dat komt door het zogenoemde ‘lineaire proces’ waarin grondstoffen worden gewonnen, worden omgezet tot producten en na gebruik als afval worden weggegooid. Het is tijd om over te stappen van lineair op ‘circulair’, door het gebruik van grondstoffen te verminderen en de materialen waar producten van zijn gemaakt vaker te hergebruiken.

Ook in Nieuwegein gebruiken we veel verschillende grondstoffen en materialen. Van materialen die nodig zijn voor de inrichting van de openbare ruimte, huishoudelijk afval is van inwoners tot grondstoffen die onze ondernemers nodig hebben voor hun producten en diensten. Daar willen we bewuster, slimmer en zuiniger mee omgaan: samen sluiten we de cirkel. In de de Omgevingsvisie Nieuwegein verstedelijkt en vergroent is de ambitie opgenomen dat Nieuwegein een circulaire en duurzaam gebouwde stad wordt.2

Om dat voor elkaar te krijgen maken we keuzes en gaan we aan de slag. Wat we gaan doen staat in dit Omgevingsprogramma Circulaire Stad 2025 – 2028. De gemeente Nieuwegein doet het niet alleen, maar bundelt de krachten met bewoners, bedrijven, medeoverheden en andere partners. Samen bereik je meer en ontstaat er positieve energie en verbondenheid. Kijk naar de Repair Cafés Nieuwegein, waar vrijwilligers al meer dan tien jaar huishoudelijke apparaten, fietsen en kleding van Nieuwegeiners repareren, zodat die niet weggegooid hoeven te worden. Ook zijn er verschillende kringloopwinkels waar mensen spullen naartoe brengen die zij niet meer nodig hebben en vrijwilligers actief zijn om nieuwe eigenaren blij te maken met deze spullen.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 1 Circulair Nieuwegein. Slimmer en zuiniger omgaan met grondstoffen.

 

1.1. Doel van het omgevingsprogramma

Nieuwegein wordt een circulaire stad en dus een toekomstbestendige stad. In een circulaire stad bestaat er geen afval meer. De vraag naar nieuwe fossiele grondstoffen neemt fors af door zoveel mogelijk te kiezen voor natuurlijke grondstoffen en hergebruikte materialen. Fossiele grondstoffen zijn materialen die op kunnen raken, zoals aardolie, metalen en mineralen. Natuurlijke grondstoffen zijn grondstoffen die door de natuur steeds opnieuw gemaakt kunnen worden, zoals hout, bamboe en vezelhennep.

De doelen in Nieuwegein zijn dezelfde als die van de rijksoverheid: in 2030 de helft minder nieuwe fossiele grondstoffen gebruiken, in 2050 volledig circulair zijn.3 Het uiteindelijke doel is een betere wereld en een beter Nieuwegein achter te laten voor onze kinderen en kleinkinderen. Het omgevingsprogramma zorgt ervoor dat we daar stap voor stap aan werken, aan de hand van concrete activiteiten, instrumenten en projecten. Die activiteiten en projecten zorgen voor inspiratie en zijn laagdrempelig, zodat steeds meer mensen en organisaties mee gaan doen. Daarmee worden doelen haalbaar en wordt de impact groter. Met de komst van dit omgevingsprogramma wordt ook invulling gegeven aan motie 38 van de Nieuwegeinse gemeenteraad: ‘Duurzaamheid kan niet zonder circulariteit’ (2023-38).4

De gemeente geeft het goede voorbeeld, door op korte termijn het eigen gebruik van nieuwe fossiele grondstoffen te verminderen. De bedoeling is dat inwoners, leveranciers, medeoverheden, projectontwikkelaars en andere partners in de stad hierdoor geïnspireerd raken om óók circulaire keuzes te maken.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 2 Transitie van grondstoffen. Verminderen van het (fossiel) grondstofgebruik.

 

1.2. In de geest van de Omgevingswet en de instrumenten

In dit omgevingsprogramma staat hoe de ambities en doelen uit de omgevingsvisie van de gemeente Nieuwegein worden uitgevoerd. Behalve projecten gaat het ook om financiële, communicatieve en juridische activiteiten. Een voorbeeld van een actie is het opstellen van een inkoopplan voor een zogenaamde ‘inkoopcategorie’. ‘Inkoop’ staat voor het verwerven van goederen, producten of diensten en dat kan betrekking hebben op de ‘openbare ruimte’ of het ‘vastgoedonderhoud’. Bij elke inkoopcategorie horen uitgangspunten en prestatie-eisen. Een eis kan bijvoorbeeld zijn: een minimaal percentage hergebruikt asfalt. Het stellen van die eis draagt bij aan het stimuleren van het gebruik van hergebruikte en natuurlijke materialen bij projecten in de openbare ruimte. Voor circulair en duurzaam bouwen worden nieuwe prestatie-eisen opgesteld. Hiervan wordt onderzocht of die ook juridisch kunnen worden vastgelegd in het omgevingsplan, zodat ontwikkelaars zich daar ook echt aan moeten houden.

 

1.3. Scope

Dit omgevingsprogramma gaat over de periode 2025-2028. De bedoeling is dat we in 2028 een eind op weg zijn richting het doel om in 2030 het gebruik van nieuwe fossiele grondstoffen te hebben gehalveerd. We kunnen in dit programma niet meteen alles doen en daarom brengen we focus aan. Daartoe kijken we naar de volgende aspecten:

  • Waar is de meeste milieu-impact en CO2-besparing te behalen? (zie 2.1.2. Grondstoffenanalyse).

  • Het uitvoeren van wettelijke taken en zorgplichten, bijvoorbeeld het inzamelen van huishoudelijk afval aan de hand van het Grondstoffeninzamelplan5.

  • Slim en logisch voortbouwen op lopende trajecten en programma’s, bijvoorbeeld het programma Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven & Inkopen6, het Omgevingsprogramma Duurzaam Bouwen Woningbouw7 en de gemeentelijke isolatieaanpak.

  • De beschikbare capaciteit en financiële middelen, ook in het licht van de herverdeling van de financiële middelen die gemeenten krijgen via het Gemeentefonds8. Tegelijkertijd doen we een beroep op externe financiering en ondersteuning. Zo krijgen we als gemeente de specifieke uitkering van Rijkswaterstaat voor circulaire projecten in de openbare ruimte (SPUK KCI9) en maken we gebruik van de tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid (CD OKE10) van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

 

In hoofdstuk 2 introduceren we – aan de hand van de eerder genoemde quickscan – zes thema’s waarmee we de komende jaren gaan werken aan een circulaire stad. Op basis daarvan bepalen we waar de belangrijkste focus van dit programma ligt. Aan de hand daarvan zijn in hoofdstuk 3 de activiteiten en projecten van dit omgevingsprogramma bepaald.

 

1.4. Totstandkomingsproces

In de startnotitie Naar een Omgevingsprogramma Circulaire Stad11 is uitgewerkt op welke wijze inwoners, ondernemers, partners, maatschappelijke organisaties en de gemeente zelf betrokken zijn bij de totstandkoming van dit omgevingsprogramma. Tijdens een interactieve werksessie zijn we in gesprek gegaan met inwoners die al werken aan circulariteit, zoals mensen die werken in kringloopwinkels, de inwonerorganisatie Samen Duurzaam Nieuwegein en vertegenwoordigers van de Repair Cafés Nieuwegein. Samen met wijkcoördinatoren en collega’s binnen de gemeente Nieuwegein van de afdelingen afval en duurzaamheid zijn de behoeftes en kansen voor samenwerking in kaart gebracht.

Voor partners als de Cirkelregio Utrecht, de provincie Utrecht, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is op drie momenten een werksessie georganiseerd. Tijdens die bijeenkomsten zijn ideeën gedeeld en is gereageerd op een concept van dit omgevingsprogramma. Zulke sessies zijn ook gehouden met medewerkers van de gemeente Nieuwegein.

afbeelding binnen de regeling
Inspiratiesessie met inwonersorganisaties, 11 april 2024

 

1.5. Looptijd van het omgevingsprogramma

Het omgevingsprogramma heeft een looptijd van vier jaar. De uitvoering vindt plaats tussen begin 2025 en eind 2028. Het kan zo zijn dat het omgevingsprogramma tussentijds moet worden bijgesteld, bijvoorbeeld als nieuwe Europese of nationale wetgeving wordt vastgesteld. Andere redenen om bij te stellen kunnen zijn dat doelstellingen niet gerealiseerd worden of als er onvoldoende wordt geanticipeerd op signalen uit de samenleving. Meer hierover in hoofdstuk 5.

2 Strategieën en thema’s: waarom dit omgevingsprogramma?

Werken aan een circulaire stad betekent: het grondstoffengebruik verminderen en zorgen dat ‘afval’ een betere bestemming krijgt. Waar we toch een beroep doen op grondstoffen gebruiken we steeds meer hergebruikte materialen en natuurlijke grondstoffen. Om dat te kunnen doen is kennis nodig over welke grondstoffen op dit moment Nieuwegein in komen en welke er weer uit gaan. Een beknopte ‘grondstofanalyse’ heeft inzicht gegeven in deze stromen en de impact ervan op het milieu. In dit hoofdstuk omschrijven we wat er moet gebeuren (de ‘opgave’) en introduceren we zes thema’s aan de hand waarvan wordt gewerkt aan een circulaire stad.

 

2.1. De opgave 

De overgang naar een circulaire economie is belangrijk voor Nieuwegein. Behalve dat er te veel verspilling is, ontstaan er ook steeds meer problemen op het gebied van natuur en milieu, zoals verminderde biodiversiteit en vervuiling van bodem, lucht en water. Vasthouden aan een ‘lineaire’ economie is niet alleen slecht voor het milieu, maar ook onhoudbaar: de grondstoffen raken op. Behalve dat een circulaire economie goed is voor de leefbaarheid en volksgezondheid, ontstaan er overigens ook kansen voor het creëren van nieuwe verdienmodellen en banen voor Nieuwegeiners.

afbeelding binnen de regeling
Oude kantoorpanden omgebouwd tot woningen

2.1.1. Mogelijke strategieën 

Om de doelen uit paragraaf 1.1. te bereiken, zijn verschillende strategieën mogelijk. Die kun je opdelen in verschillende niveaus die allemaal beginnen met de hoofdletter R. ‘R1’ betekent ‘afwijzen en heroverwegen’ en ‘R6’ (het laagste niveau) staat voor ‘terugwinnen’12. Een circulaire economie gaat verder dan recycling, omdat restafval in de eerste plaats voorkomen wordt. Pas als dat niet mogelijk is, wordt het hergebruikt en gerecycled (figuur 3). In 2021 kwam het Planbureau voor de Leefomgeving met vier strategieën waarin de ‘R-ladder’ versimpeld is opgenomen. Dit zijn ze, in volgorde van grootste bijdrage aan een circulaire samenleving:13

afbeelding binnen de regeling
Figuur 3 Vier strategieën voor een circulaire samenleving

1. Minder grondstoffen gebruiken (R1 Afwijzen en heroverwegen, R2 Verminderen) - Deze strategie komt neer op producten delen, efficiënter produceren en/of afzien van het gebruik van grondstoffen. Voorbeelden zijn: gereedschap delen met de buren, een weg opnieuw bestraten met dezelfde stenen en terugdringen van de hoeveelheid verpakkingsmateriaal.

2. De levensduur van producten verlengen (R3 Hergebruiken, R4 Repareren & Opknappen) - In deze variant worden producten langer en intensiever gebruikt, wat mogelijk wordt gemaakt door reparatie en hergebruik. Voorbeelden zijn: een kapotte laptop laten repareren in plaats van vervangen en speelgoed naar de kringloopwinkel brengen voor een tweede leven.

3. Materialen scheiden en opnieuw gebruiken (R5 Recyclen) In de R5-strategie zijn door recycling minder nieuwe grondstoffen nodig en is er minder restafval. Voorbeelden: blikjes inleveren bij de statiegeldautomaat zodat ze kunnen worden omgesmolten tot nieuwe blikjes, oud asfalt hergebruiken voor een nieuwe asfaltweg.

Grondstoffen vervangen. Door fossiele grondstoffen, zoals aardgas en metalen, te vervangen door hergebruikte of natuurlijke grondstoffen. Voorbeelden: plastic pennen vervangen door pennen van bamboe, isoleren met vezelhennep in plaats van piepschuim.

2.1.2. Grondstoffenanalyse 

Het is in Nieuwegein een komen en gaan van grondstoffen en materialen. Denk aan de materialen die nodig zijn voor de (regionale) infrastructuur en nieuwe woningen, het huishoudelijk afval dat inwoners produceren en consumptiegoederen die logistieke centra in en uit gaan. Om te weten over welke grondstoffen en materialen het gaat en in welke hoeveelheden, is door bureau Metabolic een beknopte grondstoffenanalyse uitgevoerd. In de Quickscan grondstofstromen zijn landelijke datamodellen aangevuld met lokale gegevens, zoals de gemeentelijke afvaldata. Het geheel geeft een eerste inzicht in de omvang van in Nieuwegein gebruikte grondstoffen en de impact daarvan op het milieu. Zo wordt ook duidelijk waar de meeste winst te behalen is om de doelstellingen te halen. Per ‘grondstofstroom’ zien we welke van de vier strategieën uit paragraaf 2.1.1. kans van slagen heeft en welke minder. Daarnaast worden in de quickscan voorbeeldprojecten gekozen en kansen genoemd die kunnen inspireren als in Nieuwegein activiteiten en projecten worden georganiseerd.

 

2.2. De thema’s 

Aan de hand van de inzichten van de Quickscan grondstofstromen (2.1.2.) en wat er al gedaan wordt, lichten we de zes thema’s toe waar we de komende jaren verder mee aan de slag gaan. De zes thema’s worden ook gekoppeld aan de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties die het meest van toepassing zijn.14 

De zes thema’s van dit omgevingsprogramma zijn:

afbeelding binnen de regeling

2.2.1. Aanbesteden en inkopen 

De gemeente koopt goederen in en neemt diensten af (volgens procedures die ‘aanbestedingen’ worden genoemd) voor een bedrag van ongeveer 60 miljoen euro per jaar. Van alle ‘fysieke inkopen’ van de gemeente (dus bijvoorbeeld niet: de inhuur van tijdelijk personeel) bestaat ongeveer 85 procent uit primaire ‘abiotische’ grondstoffen. Dat zijn mineralen, metalen en fossiele grondstoffen. Het gaat onder andere om materiaal voor speelvoorzieningen, de aanleg van wegen of bedrijfskleding en kantoormeubilair. Hier kan dus veel impact gemaakt worden en wil de gemeente een voorbeeldfunctie vervullen voor alle Nieuwegeiners. 

In het gemeentelijk inkoopbeleid15 staat dat waar mogelijk voor circulair en klimaatneutraal aanbesteden wordt gekozen. De gemeente Nieuwegein heeft het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven & Inkopen (MVOI) ondertekend, waarin het onderwerp circulariteit één van de zes maatschappelijke hoofddoelen is. 

In aanbestedingen en inkooptrajecten ligt de focus op het maken van zoveel mogelijk ‘circulaire impact’, zoals bij de aanleg van een weg of het bouwen of verbouwen van maatschappelijk vastgoed (gebouwen of terreinen met een publieke functie, bijvoorbeeld schoolpleinen of sportvelden). Een ‘prestatie-eis’ die bij verbouwen kan worden opgelegd, is dat materiaal dat vrijkomt bij de sloop wordt hergebruikt.

afbeelding binnen de regeling

2.2.2. Openbare ruimte 

De doelstelling in de provincie Utrecht en in Nieuwegein is dat in 2050 alle projecten in de openbare ruimte circulair worden uitgevoerd.16 Bij het renoveren van een weg wordt eerst gekeken of deze met dezelfde stenen kan worden bestraat. Alleen als dat niet kan wordt nieuwe verharding gemaakt en aangevoerd en die bestaat dan uit hergebruikte en/of natuurlijke materialen. Projecten in de openbare ruimte worden op zo’n manier aangelegd dat materialen en onderdelen per soort kunnen worden hergebruikt of gerecycled. Een voorbeeld van hoe we nu al meer circulair handelen bij bouwprojecten of projecten in de openbare ruimte is de ‘grondbank’. Gebruikte grond wordt naar één plek afgevoerd en van daaruit weer aangevoerd voor andere bouwprojecten in de stad of regio.

In de openbare ruimte van Nieuwegein worden de meeste nieuwe fossiele materialen gebruikt in de grond-, weg- en waterbouw (GWW). Bijvoorbeeld asfalt, betonelementen en ’gebakken materialen’ (stenen) voor stoepen, fietspaden, parkeervakken en wegen in de stad. Ophoogmateriaal wordt het meest gebruikt, maar door asfalt- en betonverhardingen her te gebruiken kunnen we de grootste positieve impact op het milieu maken. Nieuw asfalt en nieuwe betonverhardingen willen we voortaan zo min mogelijk toepassen.

Van hergebruikte grondstoffen bij het beheer en onderhoud van wegen (asfalt, bestrating, puin en grond) is vaak nog onduidelijk waar dit gebeurt en op wat voor manier, omdat dit per project door de aannemer wordt geregeld. In de nabije toekomst krijgen we daar als gemeente meer inzicht in en kunnen we ervoor zorgen dat gebruikte materialen op een zo hoogwaardig mogelijke manier worden hergebruikt. Bijvoorbeeld door bij aanbestedingen prestatie-eisen op het gebied van circulariteit op te leggen (zie 2.2.1.), maar ook door in het ontwerpproces keuzes te maken die leiden tot minder gebruik van nieuwe fossiele materialen. Dat kan dan weer door afspraken te maken over de breedte van een weg of over de hoeveelheid paaltjes, borden, hekwerken of andere materialen in de openbare ruimte.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 4 De hoeveelheid CO2-uitstoot per kilo betonverharding en ophoogmateriaal

Ook qua groenafval zijn er kansen voor het slimmer omgaan met grondstoffen. In 2022 werd een derde van het groenafval gecomposteerd en opnieuw gebruikt voor (onder andere) onderhoud van het groen in Nieuwegein en omstreken. Twee derde werd afgevoerd als biomassa om energie mee op te wekken. In de overeenkomsten met de groenaannemers is veel aandacht voor het zo hoogwaardig mogelijk hergebruiken van groen- en zwerfafval: van laten liggen tot het maken van compost voor in de plantvakken.

afbeelding binnen de regeling

2.2.3. Huishoudelijk afval 

Het doel is om de hoeveelheid huishoudelijk restafval in de stad te verminderen. In 2021 produceerde de gemiddelde Nieuwegeiner minder huishoudelijk afval (464 kilogram) dan het landelijk gemiddelde (504 kilogram), maar wel meer fijn restafval (222 kilogram) dan het landelijk gemiddelde (150 kilogram). Naast het verminderen van de hoeveelheid restafval, moet het afval scheiden beter.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 5 Verschillende stromen van huishoudelijk afval in Nieuwegein

In Nieuwegein wordt het huishoudelijk afval gescheiden ingezameld. Zo kan het beter worden hergebruikt of gerecycled: afval wordt grondstof. Vanuit het Grondstoffeninzamelplan is de afgelopen jaren gewerkt aan het verminderen van de hoeveelheid restafval.5 Dit gebeurde bijvoorbeeld door bewoners van hoogbouwwoningen in heel Nieuwegein in staat te stellen om papier, glas en restafval ondergronds in te zamelen. Plastic, metaal en drankverpakkingen (PMD) worden in Nieuwegein niet gescheiden ingezameld, dat gebeurt bij afvalverwerker AVR. Vanaf 2024 heeft iedereen in Nieuwegein, ook de bewoners van appartementen en flats, de mogelijkheid om GFT-afval gescheiden aan te bieden. Om dit te stimuleren zijn GFT-bakjes met ‘composteerbare’ zakken uitgedeeld. Recyclecoaches worden ingezet om inwoners te ondersteunen en te informeren over afvalscheiding. Het zelf wegbrengen van afval naar het recyclestation wordt gestimuleerd door aanhangwagens en elektrische bakfietsen gratis uit te lenen.

Vanaf 2030 wordt het verplicht om in een ‘circulair ambachtscentrum’ al het grof huishoudelijk afval dat binnenkomt te checken op mogelijkheden voor reparatie of hergebruik. Zo’n centrum wordt een combinatie van milieustraat, kringloopwinkel en reparatiewerkplaats. De levensduur van spullen en materialen wordt verlengd en onnodig weggooien wordt voorkomen. In de regio rond Nieuwegein vinden al tal van voorbereidingen plaats waar wij als gemeente bij aansluiten. In hoofdstuk 3 staat hoe we plannen maken voor de vestiging van een circulair ambachtscentrum in de regio Nieuwegein.

afbeelding binnen de regeling

2.2.4. Ondernemers en bedrijventerreinen

Nieuwegein bestaat voor een derde uit bedrijventerreinen. Ook daarbuiten zijn bedrijven, kantoren en winkels gevestigd, zoals in de winkelcentra bij City, op het Muntplein en in Galecop. Ondernemers in Nieuwegein kunnen grofweg op drie manieren een bijdrage leveren aan het slimmer en zuiniger omgaan met grondstoffen:

  • In het bedrijfsgebouw (bijvoorbeeld de fabriek of het kantoor).

  • Door de afvoer van het bedrijfsafval aan te passen. 

  • Via inkoop- en productieprocessen.

 

Hoewel de directe invloed van de gemeente op de productieprocessen van bedrijven beperkt is, kan het ondernemers en bedrijventerreinen wel aanmoedigen om circulaire keuzes te maken. De gemeente stimuleert ondernemers bijvoorbeeld om het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven & Inkopen (MVOI) te ondertekenen. Het programma Toekomstbestendige Bedrijventerreinen is gericht op ondernemers en bedrijven in de stad. Als onderdeel hiervan is in 2024 een ontwikkelgroep opgericht voor de bedrijventerreinen Plettenburg en De Wiers. Deze groep gaat zich onder andere richten op het verminderen van de afvalstroom, het gezamenlijk inzamelen van bedrijfsafval en het inzichtelijk maken van de verspilling van grondstoffen in productieprocessen.

In een later stadium wil de gemeente het slimmer en zuiniger omgaan met grondstoffen bij bedrijven met acties bevorderen, bijvoorbeeld door te onderzoeken of het restproduct van het ene bedrijf een grondstof voor een ander nabijgelegen bedrijf kan zijn. Een veel gebruikt voorbeeld is dat het gist van een bierbouwer dat als restproduct overblijft, kan worden aangeboden bij een nabijgelegen bakkersbedrijf. Bedrijven worden verder nog gestimuleerd om reparaties aan te bieden als onderdeel van de garanties op producten. Hierbij kan worden samengewerkt met de Repair Cafés Nieuwegein of het circulaire ambachtscentrum in de stad. De provincie Utrecht biedt ook ondersteuning aan voor bedrijven, bijvoorbeeld door aan de hand van een circulaire scan het huidige materiaalgebruik inzichtelijk te krijgen.17

afbeelding binnen de regeling

2.2.5. Bouwen en verbouwen

De bouwsector is verantwoordelijk voor de helft van het grondstoffengebruik en 11 procent van de CO2-uitstoot in Nederland. Materiaal dat wordt gebruikt in de bouw is bijna allemaal gemaakt van fossiele grondstoffen: beton, gips, bouwkeramiek en steen. Beton heeft de grootste CO2-impact en kost de meeste energie om te maken.

In Nieuwegein is circulair bouwen en slopen het uitgangspunt, bijvoorbeeld in City en Rijnhuizen (zie hoofdstuk 3.3.7.). Er zijn verschillende strategieën om meer circulair te bouwen en te slopen. Zo zijn in het verleden veel leegstaande kantoren omgebouwd naar woningen, worden vaker natuurlijke materialen gebruikt en is er meer ‘standaardisering’. Dat laatste slaat op het verbeteren van het logistieke proces en het beter plannen van het maken van onderdelen.

In het geval van nieuwbouw is de ambitie dat meer flexibel en ‘levensloopbestendig’ wordt gebouwd. Dat laatste betekent dat woningen of andere gebouwen kunnen worden aangepast als de omstandigheden van de bewoners door de jaren heen veranderen. Er wordt gekozen voor natuurlijke of hergebruikte bouwmaterialen met een kleinere CO2-impact (zoals hout). Een ‘materialenpaspoort’ maakt inzichtelijk welke materialen zich waar in het gebouw bevinden, zodat deze later gemakkelijker kunnen worden hergebruikt. Een goed voorbeeld van een gebouw met een materialenpaspoort is het nieuwe Milieu Educatie Centrum. Bijna 90 procent van de bouwmaterialen van dit gebouw zijn ‘losmaakbaar’ en kunnen later nog een keer gebruikt worden. Verder staat Nieuwegein voor een grootschalige verbouwing van de bestaande stad. We staan aan de vooravond van het aardgasvrij maken en verduurzamen van bestaande woningen en gebouwen. Bij het verduurzamen van bestaande gebouwen zijn er kansen om gebruik te maken van natuurlijke isolatiematerialen, zoals houtvezel, hennep, jute of cellulose. Hiervoor zoeken we aansluiting bij de Utrechtse Aanpak Biobased isoleren.18

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling
Circulair paviljoen Milieu Educatie Centrum in aanbouw

2.2.6. Bewustzijn en samen circulaire keuzes maken

Een circulaire stad worden we met elkaar: de gemeente Nieuwegein werkt samen met inwoners, ondernemers, scholen, woningcorporaties en nog vele andere partners en partijen in de stad. Om die samenwerking tot een succes te maken, is het vergroten van het bewustzijn over circulariteit in de stad een prioriteit.

In communicatiecampagnes informeert de gemeente alle genoemde partners over circulariteit en wat voor circulaire keuzes mensen kunnen maken. We sluiten aan op bestaande communicatiecampagnes en zoeken de samenwerking met circulaire initiatieven in de stad. Er is ook aandacht voor zuiniger omgaan met oude accu’s en zonnepanelen, waarvan het gebruik in de afgelopen periode flink is toegenomen.19

De gemeente inspireert anderen door berichten te plaatsen op social media, maar ook door een fietstocht te organiseren met collega’s, inwoners of ondernemers, waarbij duurzame projecten in de stad worden bekeken. Ook worden rondleidingen gegeven op het circulaire paviljoen van het nieuwe milieueducatiecentrum. Activiteiten in de stad die te maken hebben met de thema’s reparatie en hergebruik (georganiseerd door bijvoorbeeld het Natuurkwartier, de Repair Cafés Nieuwegein en kringloopwinkels) worden toegevoegd aan bestaande activiteitenkalenders; dit verbetert de zichtbaarheid. Er wordt ook gekeken naar de betaalbaarheid, bijvoorbeeld door subsidies voor biobased isoleren (natuurlijke materialen) aan te bieden of via de Stadspas korting te bieden op het repareren van kleding en schoenen. Het zijn allemaal manieren om mensen enthousiast te maken voor het onderwerp circulariteit. Dit sluit aan bij het Nationaal programma circulaire economie 2023-203020, waarin de ambitie staat om hergebruik, reparatie en renovatie voor iedereen toegankelijk te maken.

afbeelding binnen de regeling

3 De uitvoering: wat we gaan doen

In dit hoofdstuk staan de activiteiten en projecten die we de komende tijd gaan uitvoeren. In paragraaf 3.1. staat op welke manieren dit gebeurt, bijvoorbeeld zelfstandig of in samenwerking met andere partijen. In paragraaf 3.2. sommen we alle activiteiten en projecten op, met daaraan toegevoegd of ze verandering tot stand brengen op korte of langere termijn.

3.1. Inhoudelijke focus 

In het vorige hoofdstuk staat dat in Nieuwegein de meeste nieuwe fossiele grondstoffen met een grote milieu-impact worden gebruikt bij projecten in de openbare ruimte en bij bouwen en verbouwen. De meeste projecten in de openbare ruimte laat de gemeente uitvoeren door een aannemer of leverancier. Opdrachten worden gegeven na een aanbesteding of met een inkoopcontract. Hetzelfde geldt overigens voor het bouwen en/of verbouwen van gemeentelijk vastgoed. Vandaar de focus op inkoopgerelateerde trajecten, projecten in de openbare ruimte en (ver) bouwinitiatieven.

 

3.2. Introductie van de activiteiten en projecten 

De activiteiten en projecten waarmee aan een circulaire stad wordt gewerkt, zijn in te delen in vijf categorieën:

  • Uitvoering, zoals projecten in de openbare ruimte, de bouw en verbouw van gemeentelijk vastgoed en andere inkoopgerelateerde trajecten waar veel materialen in omgaan.

  • Beleid en juridisch, zoals regels in het omgevingsplan of in het Grondstoffeninzamelplan.

  • Financieel, bijvoorbeeld lokale heffingen of een subsidie.

  • Samenwerking, bijvoorbeeld prestatieafspraken, inwonerinitiatieven, samenwerking met medeoverheden of gespreksvormen als de ‘omgevingstafel’, waarbij overleg plaatsvindt tussen alle betrokkenen voordat een vergunning wordt aangevraagd.

  • Communicatie en kennis, zoals een inspiratiesessie, een communicatiecampagne of monitoring en evaluatie.

 

Omdat we eind 2028 concrete resultaten willen hebben geboekt op het gebied van circulariteit, staan voor de thema’s waar we op focussen in dit omgevingsprogramma vooral projecten in de categorie uitvoering.

 

3.3. Hoe we de activiteiten en projecten gaan realiseren 

Per activiteit of project wordt beschreven hoe we die in de komende jaren gaan realiseren. In de bijlage staat een uitgebreidere uitwerking, waarin we per activiteit aangeven wat er speelt, wat het beoogde resultaat is en wat de planning is. Daarnaast leggen we bij elk uitvoeringsproject en instrument uit welk thema (paragraaf 2.2.) erbij hoort en welk resultaat ermee moet worden behaald.

Uitvoering

3.3.1. Circulaire openbare ruimte
Bij het beheer en onderhoud van de openbare ruimte neemt de gemeente Nieuwegein nu al circulaire maatregelen. Bijvoorbeeld bij beheer van het groen in Zuidoost Nieuwegein of door grasbetontegels te gebruiken voor parkeerplaatsen bij Merwestein. Daarnaast heeft de gemeente Nieuwegein subsidie gekregen van Rijkswaterstaat waarmee extra kosten worden gedekt van circulaire maatregelen in de Betere Buurt Zuilenstein (H5 Financiën & Organisatie). Dat gaat het bijvoorbeeld om betonverhardingen met daarin een hoger percentage hergebruikt beton. In dit traject en ook bij andere aanbestedingen wordt expertise ingehuurd. Aan de hand van een milieukostenberekening (MKI) wordt bijvoorbeeld inzichtelijk gemaakt waar de meeste impact te maken is, bijvoorbeeld hoe zo min mogelijk CO2 kan worden uitgestoten. Circulaire maatregelen die goed werken, worden toegepast in andere projecten. Zo worden grasbetontegels en deels hergebruikte betonverharding straks ook toegepast op de Fultonbaan in Rijnhuizen.

afbeelding binnen de regeling

3.3.2. Inkoopcategorieplan fysiek (openbare ruimte)
Het hele jaar door koopt de gemeente Nieuwegein goederen en huurt het mensen en bedrijven in. Dit proces heet: inkoop. Om op de juiste manier alle verschillende zaken die de gemeente nodig heeft in te kopen hebben wij een aantal categorieplannen. Deze beschrijven hoe we omgaan met die ‘soort’ inkoop. Er zijn verschillende categorieplannen, die op dit moment worden geüpdatet in lijn met het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven & Inkopen (MVOI). Eén van de inkoopcategorieën heet ‘fysiek’ en heeft te maken met wat nodig is voor aanleg en onderhoud van de openbare ruimte. Er gaan veel grondstoffen in om, waaronder grondstoffen met een grote milieu-impact, bijvoorbeeld asfalt en beton. Het ‘inkoopcategorieplan fysiek’ bevat uitgangspunten voor aanbestedingen en inkopen van het beheren, onderhouden en realiseren van de openbare ruimte. Dat kan bijvoorbeeld de aanleg van een weg zijn of een ‘Betere Buurten’-project, of het gaat om speelvoorzieningen of groen. Naast dat het categorieplan fysiek een update krijgt worden ook andere plannen binnen het openbaar domein aangepast. Dat zijn onder andere het ‘moederbestek’ (alle eisen met betrekking tot duurzaamheid, zoals circulariteit en CO2-reductie), de leidraad voor de inrichting van de openbare ruimte (LIOR) en (op zijn vroegst vanaf 2027) de beheerplannen.

afbeelding binnen de regeling

3.3.3. Circulaire onderwijs- en sportaccommodaties 

De gemeente is verantwoordelijk voor goede onderwijs- en sportaccommodaties. In het integraal huisvestingsplan ‘Vitale scholen’ van de gemeente staan prestatie-eisen en uitgangspunten voor de bouw en verbouwing van dergelijke plekken. We maken circulaire en duurzame keuzes door heldere en haalbare eisen en uitgangspunten voor circulair en duurzaam bouwen op te nemen in alle aanbestedingen van gemeentelijk vastgoed. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij de bouw van het nieuwe Milieu Educatie Centrum; dat gebouw is voor 90 procent ‘losmaakbaar’. Bijna alle materialen in dit gebouw kunnen helemaal worden hergebruikt.

afbeelding binnen de regeling

3.3.4. Inkoopcategorieplan vastgoedonderhoud

 Een andere inkoopcategorie waar het onderwerp circulariteit relevant voor is, is vastgoedonderhoud. Het plan voor die categorie bevat uitgangspunten voor aanbestedingen en inkopen voor het onderhoud van gemeentelijk vastgoed. In het geüpdatete plan staan heldere uitgangspunten voor het slimmer en zuiniger omgaan met grondstoffen. Die worden meegegeven bij iedere aanbesteding en elk inkooptraject dat gaat over het onderhoud van vastgoed van de gemeente, bijvoorbeeld het onderhoud van een schoolgebouw.

3.3.5. TKI Circulair Water City Nieuwegein 

In City Nieuwegein realiseren we een duurzaam en circulair watersysteem. Het watersysteem in de stad is over het algemeen vrij ‘lineair’ ingericht. Dat wil zeggen: regenwater wordt snel afgevoerd om wateroverlast te beperken. Het drinkwater wordt eenmalig gebruikt, waarna het als één verontreinigde afvalwaterstroom wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Het project Circulair Water City Nieuwegein is een duurzaam waterconcept voor nieuwbouw in de wijk City West. De vraag naar en het aanbod van water sluiten meer op elkaar aan, door water te bergen en daarna weer te gebruiken. Zo draagt dit project bij aan de doelen duurzamer watergebruik, klimaatadaptatie én een circulaire stad.

Beleid en juridisch

3.3.6. Grondstoffeninzamelplan (GIP) 

De gemeente Nieuwegein is verantwoordelijk voor het organiseren van het inzamelen van het huishoudelijk afval. In Nieuwegein doen we dat samen met het Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Aan de hand van het Grondstoffeninzamelplan probeert de gemeente de hoeveelheid restafval per inwoner te verminderen en grondstoffen beter te scheiden.5 De afgelopen jaren heeft de gemeente de basis hiervoor op orde gebracht, bijvoorbeeld door ondergrondse containers te plaatsen rond hoogbouw (flats en appartementen) en iedereen in Nieuwegein in de gelegenheid te stellen om GFT-afval te scheiden. De komende jaren gaat de gemeente vooral aan de slag met het verder verhogen van de bewustwording onder inwoners en het organiseren van communicatiecampagnes over verschillende grondstofstromen, zoals groenafval, kleding, luiers en andere grondstofstromen. De gemeente werkt hierin samen met partners als de kringloopwinkels en de Repair Cafés Nieuwegein. Regelmatig wordt gemeten hoeveel restafval per inwoner wordt afgevoerd en in hoeverre Nieuwegeiners hun afval scheiden.

afbeelding binnen de regeling

3.3.7. Circulair bouwen in Omgevingsprogramma Duurzaam Bouwen 

De gemeente Nieuwegein maakt woningbouwprojecten circulair en duurzaam. De prestatie-eisen en uitgangspunten hiervoor zijn vastgelegd in het Omgevingsprogramma Duurzaam Bouwen: Woningbouw 2022. Op dit moment zeggen we in de gesprekken met bouwpartijen dat circulair bouwen het uitgangspunt is, waarbij de kanttekening dat concrete prestatie-eisen nog niet in het gemeentelijk beleid zijn verankerd. Wel is de gemeente samen met bouwpartijen en medeoverheden aangesloten bij het provinciaal Convenant Duurzame Woningbouw Utrecht, waarin regionale prestatie-eisen staan voor circulair bouwen. Als gemeente volgen we de regionale eisen voor circulair bouwen van dit convenant.21 Bij het actualiseren van het Omgevingsprogramma Duurzaam Bouwen: Woningbouw nemen we die prestatie-eisen over, evenals andere nieuwe inzichten op het gebied van circulair bouwen. Onderzocht wordt of de prestatie-eisen voor circulair bouwen kunnen worden opgenomen in het Omgevingsplan. Dat zou namelijk betekenen dat ze aan de regels voor duurzaam bouwen worden toegevoegd die al zijn opgenomen in het omgevingsplan.  

Financieel

3.3.8. Isolatieaanpak: stimuleren 'biobased isoleren'

De gemeente ondersteunt woningeigenaren bij het isoleren van hun woning. Slimmer en zuiniger omgaan met grondstoffen betekent in dit geval: vaker kiezen voor natuurlijke ('biobased') isolatiematerialen. Biobased isoleren wordt door de gemeente gestimuleerd via teksten op de website en in andere communicatie-uitingen. Via verschillende kanalen worden woningeigenaren geïnformeerd over subsidiemogelijkheden. Een bonusregeling voor biobased isoleren is per 1 januari 2025 toegevoegd aan de subsidie 'verduurzamen woningen'. Inwoners van Nieuwegein kunnen deze subsidie combineren met de landelijke subsidie (ISDE en SVVE) voor het (biobased) isoleren van de woning.

afbeelding binnen de regeling

Samenwerking

3.3.9. Regionale samenwerking Alliantie Cirkelregio Utrecht

Binnen de regionale Alliantie Cirkelregio Utrecht werken verschillende partijen, waaronder gemeenten, de provincie Utrecht, Universiteit Utrecht en het waterschap HDSR, samen aan een circulaire regio. Het Utrechtse circulaire ambtenarennetwerk (UCAN) is onderdeel van Cirkelregio Utrecht. In dit netwerk wordt kennis uitgewisseld over thema’s die in elke stad spelen, bijvoorbeeld over grond-, weg- en waterbouw of over circulair ondernemerschap. Met de provincie Utrecht wordt samengewerkt op het gebied van monitoring (4.2.3.) en gezamenlijke inkooptrajecten en in diverse onderzoeken. Bijvoorbeeld een onderzoek naar de ruimtelijke impact van de circulaire economie en een analyse van de circulaire bedrijvigheid in de regio.  

3.3.10. Circulaire initiatieven van inwoners in de buurt

De gemeente ondersteunt en stimuleert circulaire initiatieven van inwoners in de buurt en doet dat in samenwerking met de wijkcoördinatoren, collega’s die verantwoordelijk zijn voor de inzameling van huishoudelijk afval, kringloopwinkels en de (door inwoners opgerichte) Repair Cafés. Op verschillende plekken ontstaan kleine initiatieven die bij elkaar opgeteld een behoorlijke bijdrage leveren aan een circulaire stad, zoals een rommelmarkt, een ‘plantenstekjesbank’, een ‘kledingkettingtas’ (doorgeven van kleding), een deelplatform voor gereedschap en een buurtboekenkast. De gemeente ondersteunt initiatieven voor de hele stad, maar ook buurtprojecten. Behalve advies wordt ook ondersteuning geboden op het gebied van communicatie. Soms is er ook subsidie beschikbaar, bijvoorbeeld de subsidie duurzame initiatieven of de subsidie ‘Geins Geluk’.

afbeelding binnen de regeling

Kennis en communicatie

3.3.11. Communicatie- en bewustwordingscampagne

Collega’s, inwoners en ondernemers worden met een communicatiecampagne geïnformeerd over wat een circulaire stad inhoudt, waarom het belangrijk is dat die er komt en wat ze zelf kunnen doen. Daarbij laten we zien wat de gemeente zelf op dit vlak al onderneemt. Voor inwoners wordt aangesloten bij de communicatiecampagnes in het kader van huishoudelijk afval (zie 3.3.6 Grondstoffeninzamelplan) en het terugdringen van huishoudelijk gebruik van drinkwater. Voor inwoners wordt aangesloten bij de communicatiecampagnes in het kader van huishoudelijk afval (zie 3.3.6 Grondstoffeninzamelplan) en het terugdringen van huishoudelijk gebruik van drinkwater. Voor inwoners wordt aangesloten bij de communicatiecampagnes in het kader van huishoudelijk afval (zie 3.3.6 Grondstoffeninzamelplan) en het terugdringen van huishoudelijk gebruik van drinkwater. Jongere inwoners worden gestimuleerd met het project afvalvrije scholen, via activiteiten en lesmaterialen van Buitenwijs en in samenwerkingen met de Nieuwegeinse middelbare scholen.

3.3.12. Circulaire en toekomstbestendige bedrijventerreinen

Binnen het programma Toekomstbestendige Bedrijventerreinen werken gemeente en ondernemers samen aan een gezonde en vitale toekomst voor bedrijventerreinen. Het thema circulariteit wordt onderdeel gemaakt van dit programma. We sluiten aan bij bedrijven die de handen ineengeslagen hebben in een ontwikkelgroep voor Plettenburg en De Wiers. Bijvoorbeeld door bedrijven met circulaire activiteiten in het zonnetje te zetten, door bijvoorbeeld op bedrijfsbezoek te gaan. Ook sluiten we aan bij hoe de provincie Utrecht middelgrote en kleine bedrijven ondersteunt met vouchers voor een circulaire scan; die maakt duidelijk hoe een bedrijf kan besparen op de inkoop en slimmer gebruik van grondstoffen.22

3.3.13. Regionaal onderzoek potentie circulair ambachtscentrum Nieuwegein 

In 2030 moet er een regionaal netwerk van circulaire ambachtscentra zijn, met als doel hergebruik en reparatie te bevorderen (zie 2.2.3.). Samen met buurgemeenten, de provincie Utrecht en andere partners bereiden we ons daar nu op voor. Zo sluiten we aan bij de coalitie circulaire ambachtscentra, die onderzoekt wat milieustraten en het Recyclestation Nieuwegein aan de Utrechthaven kunnen bijdragen. De provincie Utrecht heeft een projectleider aangesteld en adviesbureau ‘The Bin’ ingehuurd om gemeenten in de regio te helpen.

 

4 Werkwijze, toetsing en evaluatie

Als in 2028 de activiteiten en projecten in dit omgevingsprogramma zijn uitgevoerd, zijn we op de goede weg om in 2030 het gebruik van nieuwe fossiele grondstoffen te hebben gehalveerd. En dat is dan weer nodig om in 2050 volledig circulair te zijn. In dit hoofdstuk lichten we de werkwijze toe, leggen we uit hoe we de voortgang in de gaten houden (‘monitoring’) en wanneer er wordt geëvalueerd.

 

4.1. Werkwijze 

Dit omgevingsprogramma wordt op drie manieren uitgevoerd. In de eerste plaats wordt aangesloten bij gemeentelijke projecten die al lopen en waar materiaalgebruik onderdeel van is. In de tweede plaats sluiten we aan op gemeentelijke projecten waarin het slimmer en zuiniger omgaan met grondstoffen centraal staat. Ten derde zijn er samenwerkingsprojecten met externe partners. Hieronder beschrijven we de drie werkwijzen.

4.1.1. Circulair als onderdeel van lopende projecten 

In projecten van de gemeente gaan vaak grote hoeveelheden materialen om. Circulariteit wordt onderdeel van die projecten, zodat er meteen resultaat geboekt kan worden. De meeste nieuwe fossiele grondstoffen worden gebruikt in ‘ruimtelijke projecten’: dan gaat het bijvoorbeeld om onderhoud van de openbare ruimte en van publieke gebouwen (3.3.1., 3.3.2. en 3.3.3.). Andere voorbeelden zijn inkooptrajecten op het gebied van groenbeheer en vastgoedonderhoud (3.3.4.): per aanbesteding worden duidelijke spelregels meegegeven. Met als resultaat dat we werken met leveranciers die geen grondstoffen verspillen en materialen hoogwaardig hergebruiken. Verder blijft de gemeente bedrijven in de bouw uitdagen om circulair en duurzaam te bouwen. Dat gebeurt aan de hand van duidelijke en realistische prestatie-eisen en uitgangspunten in het Omgevingsprogramma Duurzaam Bouwen7 (3.3.7.). Gemeente en bedrijven zetten zich er samen voor in om voldoende nieuwe woningen te bouwen die óók circulair en duurzaam zijn. In het geval van bestaande woningen stellen we subsidie beschikbaar voor inwoners om hun woning te isoleren met natuurlijke isolatiematerialen (3.3.8.).

4.1.2. Circulair centraal 

Het werken aan circulariteit staat centraal bij bepaalde projecten in de stad, waar met dit omgevingsprogramma bij wordt aangesloten. Een voorbeeld is het Grondstoffeninzamelplan (3.3.6.).5 Daarin staat hoe de gemeente Nieuwegein inwoners in staat stelt om afval beter te scheiden zodat het goed kan worden hergebruikt. Door aan te sluiten bij lopende campagnes (3.3.6. en 3.3.11.) en het ondersteunen van circulaire bewonersinitiatieven, wordt gewerkt aan vergroten van het bewustzijn: dat iedereen begrijpt waarom het belangrijk is om minder afval te produceren, producten te repareren en afval beter te scheiden. Bij al deze activiteiten wordt veel samengewerkt binnen de gemeente, onder andere met het gemeentelijke team huishoudelijk afval (Openbaar Domein), het Natuurkwartier (Milieu Educatie Centrum) en de wijkcoördinatoren.

4.1.3. Samenwerking met externe partners 

De gemeente Nieuwegein werkt op het gebied van circulariteit ook samen met externe partners. Zoals met Reinigingsbedrijf Midden Nederland (RMN), voor het inzamelen en scheiden van afval, maar ook met de Alliantie Cirkelregio Utrecht, andere gemeenten, de provincie Utrecht, het waterschap en de omgevingsdiensten. Ook wordt aangesloten bij initiatieven van inwoners, zoals de Repair Cafés en stichting Samen Duurzaam Nieuwegein (3.3.10. en 3.3.11.). Het is belangrijk dat ook inwoners van Nieuwegein weten hoe zij kunnen bijdragen aan een circulaire stad. Bijvoorbeeld door bewuster te kopen, of een keer iets niét te kopen. Of door iets wat kapot is niet te vervangen, maar te laten repareren. 

Samen met de provincie Utrecht werkt de gemeente Nieuwegein samen met ondernemers en bedrijven, met als doel om ook hen slimmer en zuiniger met grondstoffen te laten omgaan (3.3.12.). De gemeente werkt bovendien samen met andere overheden, zoals de regionale Alliantie Cirkelregio Utrecht en het Rijk. Binnen de Alliantie Cirkelregio Utrecht werkt de gemeente Nieuwegein aan een circulaire regio in samenwerking met buurgemeenten (‘U10’, de netwerkorganisatie waarin 16 gemeenten in de regio Utrecht samenwerken als antwoord op grote maatschappelijke thema’s en uitdagingen), het waterschap, de provincie Utrecht en enkele regionale kennispartners. Binnen het Utrechtse circulaire ambtenarennetwerk (UCAN) worden kennis en praktische tips met elkaar gedeeld en wordt de samenwerking opgezocht voor circulaire projecten op regionaal niveau (3.3.9. en 3.3.13.).

 

4.2. Toetsing en evaluatie 

De voortgang van de uitvoering van dit omgevingsprogramma wordt op verschillende niveaus gemonitord.

4.2.1. Monitoring op inkoop 

Per aanbestedings- of inkoopcontract wordt bijgehouden of circulariteit is toegepast en op welke manier. We doen dit sinds we het vernieuwde manifest MVOI zijn gaan onderschrijven. Per inkoopcategorie en per thema kunnen we zien hoe en hoe vaak circulariteit is meegenomen in projecten en contracten.

4.2.2. Resultaatmonitoring projecten circulaire stad 

Per activiteit of project van dit omgevingsprogramma (3.3.1. tot en met 3.3.13.) wordt bijgehouden wat voor circulaire keuzes er gemaakt zijn en wat hiervan de impact is. Bij de aanleg van een nieuwe weg wordt bijvoorbeeld bijgehouden wat voor materiaal er gebruikt is en hoeveel. Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad worden voortdurend op de hoogte gehouden via een systeem dat ‘planning-en-control-cyclus’ heet. Inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden worden geïnformeerd en geïnspireerd met behulp van allerlei communicatiemiddelen, waaronder de website en social media.

4.2.3. Provinciale monitoring 

We willen ook weten of we op de goede weg zijn om de landelijke doelstellingen van 2030 en 2025 te halen. Daarvoor moeten we weten hoeveel nieuwe fossiele materialen er in elke sector worden gebruikt en hoeveel besparing er nodig is om in 2030 een halvering van het gebruik van nieuwe fossiele grondstoffen te bereiken. Monitoring van het behalen van circulaire doelen staat in de kinderschoenen en moet nog ontwikkeld worden. Deze vraag speelt niet alleen in Nieuwegein, maar ook bij de rijksoverheid en bij de provincies en gemeenten. In 2024 is de provincie Utrecht een traject gestart om de monitoring verder te ontwikkelen, samen met gemeenten, waaronder de gemeente Nieuwegein.

4.2.4. Beleidsevaluatie: wanneer programma actualiseren? 

Op basis van ervaringen en nieuwe inzichten wordt het Omgevingsprogramma Circulaire Stad in de toekomst geactualiseerd. In de omgevingsvisie Nieuwegein verstedelijkt en vergroent staan vier mogelijke aanleidingen voor actualisatie, die ook voor dit omgevingsprogramma van toepassing zijn en waar we er nog een aan hebben toegevoegd. Er zijn dus vijf mogelijke aanleidingen:

  • Als de doelstellingen niet worden gerealiseerd.

  • Als het niet lukt om de regels te handhaven. 

  • Als de acties onvoldoende aansluiten op vragen uit de samenleving. 

  • Als er nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen of innovaties zijn. 

  • Als er vanuit het Rijk nieuwe doelen of ambities worden gesteld.

Als een van deze situaties zich voordoet, kan dat een reden zijn om het omgevingsprogramma te herzien.

5 Financiën en organisatie

De activiteiten en projecten in dit omgevingsprogramma moeten natuurlijk goed worden georganiseerd en ook worden gefinancierd. Dit programma voeren we uit met de collega’s die momenteel bij de gemeente werken en met behulp van de financiële middelen die nu beschikbaar zijn voor de gemeente Nieuwegein.

 

5.1. Investeringsbudget (SPUK Circulaire GWW) 

Een voorbeeld van onderhoud in de openbare ruimte op een circulaire manier is om bij de aanleg van stoepen gerecycled beton te gebruiken. Materiaal dat overblijft wordt zo afgevoerd dat het een tweede leven krijgt. Een circulaire maatregel kan nu nog 5 tot 10 procent duurder uitpakken dan een traditionele: innoveren kost geld en er zijn soms extra opslag- en transportkosten. Daar staat tegenover dat de kosten van beheer, onderhoud of sloop soms lager kunnen uitvallen, bijvoorbeeld doordat de gebakken klinkers van een weg omgedraaid worden en nog eens vijftig jaar gebruikt kunnen worden. Voor de financiering van circulaire toepassingen in de grond-, weg- en waterbouw stelt Rijkswaterstaat investeringskredieten beschikbaar (via de zogeheten SPUK KCI-regeling). De gemeente krijgt via deze regeling € 330.579,00 voor de financiering van de meerkosten van circulaire maatregelen in de openbare ruimte in Betere Buurt Zuilenstein. Hiermee kunnen bijvoorbeeld betonklinkers ingekocht worden met een hoger percentage hergebruikt beton en parkeervakken met tegels van grasbeton. Ook andere maatregelen die leiden tot minder ‘nieuw’ materiaalgebruik kunnen ermee worden ondersteund. In het ontwerpproces van de Betere Buurt zijn verbetervoorstellen welkom. Die kunnen worden bedacht op basis van de Milieu Kosten Indicator (MKI). Die geeft inzicht in de milieu-impact van een maatregel, waardoor duidelijk wordt bij welke maatregelen de meeste milieuwinst te bereiken is. Wat we in Zuilenstein leren kunnen we met de MKI ook toepassen op andere plekken in de stad (3.3.1. Circulaire openbare ruimte).

afbeelding binnen de regeling

 

5.2. Expertisebudget (CDOKE) 

De gemeente Nieuwegein krijgt middelen van de Rijksoverheid (CDOKE) om externe kennis in te huren bij inkoopgerelateerde trajecten waar veel materialen in omgaan, bijvoorbeeldbij het opstellen van uitgangspunten voor een inkoopcategorieplan (3.3.2. en 3.3.4.), de bouw van een school of sportaccommodatie (3.3.3.) of onderhoud van de openbare ruimte (3.3.1. Circulaire openbare ruimte). Het kan gaan om het inhuren van adviseurs, maar ook om het laten doen van onderzoek door bureaus. Expertise wordt ingehuurd met als doel om het de volgende keer zelf te kunnen doen. Het budget stelt de gemeente Nieuwegein in staat om in de periode 2025-2028 jaarlijks vijf inkoopgerelateerde trajecten meer circulair en duurzaam te maken. We implementeren op die manier ook het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven & Inkopen.

afbeelding binnen de regeling

 

5.3. Organisatie & projectmanagement 

Collega’s binnen de gemeente Nieuwegein die werken aan een circulaire stad zijn onder anderen projectleiders en beheerders, inkoopcoördinatoren, beleidsadviseurs afval, toezichthouders, de uitvoerende collega’s op de gemeentewerf en medewerkers die initiatieven van inwoners of ondernemers begeleiden. De collega’s van team duurzaamheid (Ruimtelijk Domein), inkoop (Support) en de beleidsadviseurs van huishoudelijk afval (Openbaar Domein) stemmen regelmatig met elkaar af of we op de goede weg zijn om circulaire kansen te verzilveren. 

De beleidsadviseurs van huishoudelijk afval voeren het grondstoffeninzamelplan (3.3.6.) uit en ook al het andere wat met huishoudelijk afval te maken heeft. De beschikbare financiële middelen voor het inzamelen van het huishoudelijk afval zijn niet opgenomen in dit omgevingsprogramma, want ze zijn al onderdeel van reguliere budgetten. Die worden georganiseerd via het Grondstoffeninzamelplan, de afvalstoffenverordening en de afvalstoffenheffing.

6 Samenvatting

Samen de cirkel sluiten 

In 2050 is Nieuwegein een volledig circulaire stad. Dan bestaat er geen afval meer, maar worden materialen hergebruikt. In plaats van fossiele grondstoffen gebruiken we natuurlijke grondstoffen. Een circulaire stad is een schone stad, waarin inwoners zo min mogelijk restafval in de container doen en zo goed mogelijk afval scheiden om het te kunnen recyclen. Een stad waarin de gemeente zoveel mogelijk materialen hergebruikt voor projecten in de openbare ruimte, bijvoorbeeld het ontwerpen en plaatsen van speeltoestellen of de aanleg van wegverhardingen. Om dit te bereiken koopt de gemeente circulair in via aanbestedingen en andere inkoopgerelateerde trajecten. Bedrijven, leveranciers en bouwpartijen worden zelf ook uitgedaagd om circulair te ondernemen en te bouwen. In een circulaire stad dragen we allemaal ons steentje bij om slimmer en zuiniger om te gaan met grondstoffen en materialen. Dit omgevingsprogramma laat zien hoe alle partijen dat samen doen.

 

Scope en focus: impact maken 

In dit eerste omgevingsprogramma circulaire stad brengen we focus aan. We richten ons op aanbestedingen van de gemeente en de inzameling van huishoudelijk afval. Deze focus is bepaald op basis van: 

  • wat behoort tot de wettelijke taken van de gemeente, zoals het inzamelen van huishoudelijk afval (Grondstoffeninzamelplan); 

  • waar we kunnen voortbouwen op lopende programma’s en trajecten, zoals het programma Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven & Inkopen en het Omgevingsprogramma Duurzaam Bouwen Woningbouw; 

  • waar capaciteit en financiën beschikbaar zijn en dat inclusief de subsidies van medeoverheden die zijn toegekend. Zoals de specifieke uitkering voor circulaire projecten in de openbare ruimte (SPUK KCI); 

  • waar de meeste milieu-impact en CO2-besparing te bereiken is. 

Uit een beknopte grondstoffenanalyse blijkt dat de meeste milieuwinst te bereiken is bij projecten in de bouw, verbouw en openbare ruimte. Als gemeente hebben we daar bij aanbestedingen directe invloed op, bijvoorbeeld als we leveranciers selecteren voor groot onderhoud aan een weg of de bouw of verbouwing van een school. Daarom richt dit eerste omgevingsprogramma zich – naast de wettelijke taak van de inzameling van huishoudelijk afval – vooral op de thema’s aanbesteden & inkopen, openbare ruimte en bouwen en verbouwen.

 

Drie werkwijzen 

De vier strategieën worden op de volgende drie manieren uitgevoerd: 

  • Aansluiten bij gemeentelijke projecten die al lopen en waar veel materialen worden gebruikt, zoals in de grond-, weg- en waterbouw en bij het verbouwen van onderwijs- en sportaccommodaties.

  • Projecten organiseren waarin het slimmer en zuiniger omgaan met grondstoffen centraal staat, bijvoorbeeld bij de inzameling van huishoudelijk afval.

  • Samenwerken met externe partners, waaronder Reinigingsbedrijf Midden Nederland (RMN) en medeoverheden als het Rijk, de provincie, andere gemeenten en het waterschap. Maar we reiken ook de hand naar inwoners die zelf initiatieven nemen, door mee te denken, samen te communiceren en waar nodig financieel te ondersteunen met de Subsidie Duurzame initiatieven. Denk aan de Repair Cafés Doorslag en Galecop, Samen Duurzaam Nieuwegein en de kringloopwinkels in de stad.

 

Lopende programma’s en trajecten 

Voor de thema’s ondernemers en bedrijventerreinen en bewustzijn en samen circulaire keuzes maken bouwen we slim voort op lopende programma’s en trajecten. We blijven duurzame initiatieven ondersteunen, of dat nu een initiatief in de wijk is of op een bedrijventerrein. Zo wordt in het project Toekomstbestendige Bedrijventerreinen gewerkt aan het verminderen van de afvalstroom van bedrijven, het gezamenlijk inzamelen van bedrijfsafval en het inzichtelijk maken van de verspilling van grondstoffen in productieprocessen. Een ander programma is de gemeentelijke isolatieaanpak, waarmee ‘biobased isoleren’ extra wordt gestimuleerd. Ook gaan we door met het communiceren en vergroten van de bewustwording over het slimmer en zuiniger omgaan met grondstoffen. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij het project afvalvrije scholen, de activiteiten op het circulaire paviljoen van het Milieu Educatie Centrum en in communicatiecampagnes over het beter scheiden van huishoudelijk afval. Daarnaast willen we als gemeente laten zien wat we zelf doen, bijvoorbeeld bij de al genoemde projecten in de openbare ruimte, bouw of verbouw.

 

Voortgang meten en bewustwording vergroten 

De voortgang van de uitvoering van dit omgevingsprogramma wordt regelmatig gemeten (‘gemonitord’). In samenwerking met de provincie Utrecht is een traject gestart om te monitoren of de doelstelling gehaald wordt om in 2050 volledig circulair te zijn. Als uit metingen duidelijk wordt dat de voortgang onvoldoende is, passen we de plannen tussentijds aan. Het vergroten van het bewustzijn over circulariteit in de stad heeft prioriteit. Alle Nieuwegeiners, ook de mensen binnen de gemeentelijke organisatie zélf, moeten begrijpen waarom het een goed idee is dat Nieuwegein een circulaire stad wordt. Alleen samen sluiten we de cirkel.

7 Begrippenlijst

 

 

 

Aardgasvrij

Aardgasvrij betekent dat er geen aardgas meer wordt gebruikt voor verwarming of koken. In plaats daarvan worden andere energiebronnen zoals elektriciteit of warmtepompen gebruikt. Het doel is om minder CO2 uit te stoten en duurzamer met energie om te gaan.

Abiotische grondstoffen

Niet-levende materialen uit de natuur, zoals water, stenen, zand en mineralen.

Afvalstoffenheffing

De belasting die je als inwoner betaalt voor het ophalen en verwerken van je afval. Het is een bijdrage aan de kosten van afvalverwerking.

Afvalstoffenverordening

Regels van de gemeente over hoe afval verzameld en weggegooid moet worden. Het zorgt voor een goede verwerking van afval.

Biobased isoleren

Het gebruik van natuurlijke materialen, zoals natuurlijke vezels of wol, om een huis beter te isoleren. Dit is een duurzame manier om energie te besparen.

Biodiversiteit

De verschillende soorten planten, dieren en andere levende dingen in de natuur. Het zorgt voor een gezond ecosysteem.

Biotische grondstoffen

Materialen die uit de levende natuur komen, zoals hout, planten en dieren.

Broeikasgassen

Gassen in de lucht, zoals CO2, die warmte vasthouden en zo bijdragen aan de opwarming van de aarde.

Circulariteit

Het hergebruiken van materialen en producten zodat er minder afval ontstaat. Alles wordt opnieuw gebruikt of gerecycled, waardoor grondstoffen langer meegaan.

CO2-besparing

Het verminderen van de hoeveelheid koolstofdioxide (CO2) die in de lucht komt. Dit gebeurt door minder energie te gebruiken of door schone energiebronnen te kiezen.

CO2-uitstoot

Het vrijgeven van koolstofdioxide (CO2) in de lucht, meestal door het verbranden van fossiele brandstoffen zoals olie, gas en kolen. Het draagt bij aan de opwarming van de aarde.

Deelhub

Een plek waar mensen spullen, zoals voertuigen, gereedschap of huishoudelijke apparaten, kunnen delen. Het is een handige manier om spullen te gebruiken zonder ze zelf te bezitten.

Fijn restafval

Afval dat niet gerecycled kan worden, niet van papier is gemaakt en niet bij het groente-, fruit- en tuinafval hoort. Het afval is klein genoeg om zelf in een vuilniszak te verzamelen.

Fossiele grondstoffen

Grondstoffen zoals olie, gas en steenkool die miljoenen jaren geleden zijn gevormd uit dode planten en dieren. Ze worden gebruikt voor energie, maar vervuilen het milieu en kunnen opraken.

Gemeentefonds

Een pot met geld waaruit de Nederlandse overheid geld aan gemeenten geeft. Dit geld wordt gebruikt voor dingen die de gemeente nodig heeft, zoals onderwijs, zorg en wegen.

GFT-afval

Afval van etensresten en groente-, fruit- en tuinafval. Dit kan worden gerecycled tot compost en helpt bij het verminderen van restafval.

Grasbeton

Een soort beton dat je kunt gebruiken voor paden of parkeerplaatsen, waar gras doorheen kan groeien. Het maakt de ondergrond steviger, terwijl er toch gras zichtbaar blijft.

Grondbank

Een organisatie of plek waar grond wordt opgeslagen, gekocht of verkocht. Het helpt bij het hergebruiken van grond voor bijvoorbeeld bouwprojecten of natuurontwikkeling.

Grondstoffeninzamelplan

Een plan waarin staat hoe verschillende materialen, zoals papier, plastic of glas, verzameld en gerecycled worden. Het helpt bij het hergebruiken van grondstoffen en het verminderen van afval.

Huishoudelijk afval

Het afval dat in huis ontstaat, zoals etensresten, papier, plastic en kapotte spullen.

Inkoop categorieplan

Een plan waarin wordt beschreven hoe de gemeente bepaalde producten of diensten inkoopt. Het helpt bij het maken van slimme keuzes en het besparen van kosten.

Inkooptraject

Het proces van het kopen van producten of diensten. Dit omvat alles van het zoeken naar aanbieders tot het afsluiten van een koopcontract

Isolatieaanpak

Een plan om woningen beter te isoleren, zodat warmte binnen blijft en energie wordt bespaard. Dit kan bijvoorbeeld door muren, daken of vloeren te isoleren.

Klimaatadaptatie

Aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering.

Levensloopbestendig

Levensloopbestendige woningen of andere gebouwen kunnen worden aangepast als de omstandigheden van de bewoners door de jaren heen veranderen.

Materiaalstromen

Verplaatsingen van materialen, zoals grondstoffen, producten of afval. Dit kan bijvoorbeeld van fabrieken naar winkels of van woningen naar recyclingcentra.

Materialenpaspoort

Een document dat inzichtelijk maakt welke materialen zich waar in het gebouw bevinden, zodat deze later gemakkelijker kunnen worden hergebruikt.

Milieu-impact

De invloed die menselijke activiteiten, zoals het gebruik van energie of het maken van producten, hebben op het milieu. Dit kan bijvoorbeeld vervuiling of het gebruik van natuurlijke hulpbronnen zijn.

Milieuwinst

Verbetering van het milieu door bijvoorbeeld minder energie te gebruiken, afval te verminderen of duurzame keuzes te maken. Het helpt om de natuur te beschermen.

Monitoren

Het meten van resultaten of het bijhouden van de voortgang.

Natuurlijke grondstoffen

Grondstoffen die de natuur steeds opnieuw kan maken, zoals hout, bamboe en vezelhennep.

Omgevingsplan

Een plan met juridische regels voor inwoners en andere partijen die iets willen ontwikkelen in Nieuwegein bijvoorbeeld het bouwen van woningen.

Ophoogmateriaal

Ophoogmateriaal is grond of zand dat wordt gebruikt om een terrein hoger te maken, bijvoorbeeld om een gebouw of weg op te hogen. Het helpt om een stevige en vlakke ondergrond te creëren.

Planning-en-control-cyclus

De planning-en-control-cyclus van de gemeente is een proces waarbij de gemeente plannen maakt, de voortgang van projecten volgt en aanpassingen doet om doelen te behalen. Het helpt de gemeente om haar taken efficiënt en effectief uit te voeren.

Prestatie-eisen

Prestatie-eisen zijn afspraken over hoe goed een activiteit, product of dienst moet presteren.

Primaire grondstoffen

Primaire grondstoffen zijn materialen die direct uit de natuur komen, zoals zand, hout of ijzer.

Quickscan

Een quickscan is een snelle analyse of check om een probleem of situatie snel te begrijpen. Het helpt om in korte tijd belangrijke informatie te verzamelen en een eerste beoordeling te maken.

Recyclen

Recyclen betekent het hergebruiken van materialen, zoals papier, plastic of glas, om nieuwe producten te maken. Dit helpt om afval te verminderen en grondstoffen te sparen.

Recyclestation

Een recyclestation is een plek waar je verschillende soorten afval, zoals grof afval of oude meubels, kunt brengen zodat het op de juiste manier wordt verwerkt of gerecycled

Repair Café

Een Repair Café is een plek waar mensen samenkomen om kapotte spullen, zoals kleding of apparaten, gratis te laten repareren door vrijwilligers. Het helpt om afval te verminderen en spullen langer te gebruiken.

Restafval

Restafval is afval dat niet gerecycled kan worden, zoals sommige soorten plastic, folie of vieze papieren.

R-ladder

De R-ladder is een hulpmiddel om verschillende manieren van afvalverwerking te rangschikken, van het vermijden van afval tot het recyclen ervan. Hoe hoger je op de ladder staat, hoe beter het voor het milieu is.

Secundaire grondstoffen

Secundaire grondstoffen zijn hergebruikte materialen, zoals metalen of plastic, die na recycling opnieuw gebruikt worden in nieuwe producten.

Verhardingen

Verhardingen zijn harde lagen op de grond, zoals asfalt of tegels, voor bijvoorbeeld een stoep, plein of weg.

 

8 Afkortingenlijst

 

 

 

 

CDOKE

Capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid

Tijdelijke uitkering voor decentrale overheden om de capaciteit voor het uitvoeren van klimaat- en energiebeleid te verhogen.

CO2

Koolstofdioxide

Koolstofdioxide (CO2) is een gas in de lucht dat ontstaat bij verbranding van brandstoffen, zoals olie, gas en hout. Het draagt bij aan de opwarming van de aarde

GFT

Groente-, fruit- en tuinafval

-

HDSR

Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden

Waterschap dat verantwoordelijk is voor het beheer van het water, zoals dijken, gemalen en waterwegen in en rond Nieuwegein.

ISDE

Investeringssubsidie Duurzame Energie

Subsidie van de overheid voor mensen en bedrijven die investeren in duurzame energie, zoals zonnepanelen of warmtepompen.

MKI

Milieu Kosten Indicator

Maatstaf die de milieubelasting van een product of activiteit aangeeft, uitgedrukt in kosten voor het milieu.

MVOI

Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven & Inkopen

Bij het kopen van producten of het geven van opdrachten rekening houden met zaken zoals het milieu, eerlijke arbeidsomstandigheden en duurzame productie.

RMN

Reinigingsbedrijf Midden Nederland

Organisatie die zich bezighoudt met het ophalen, verwerken en recyclen van afval in verschillende gemeenten in Midden-Nederland.

SDG's

Sustainable Development Goals (duurzame ontwikkelingsdoelen)

17 doelen die de landen van de Verenigde Naties hebben afgesproken om de wereld beter te maken. Ze gaan over het verminderen van armoede, het beschermen van de natuur en het zorgen voor een betere toekomst voor iedereen.

SPUK KCI

Specifieke uitkering klimaatneutrale circulaire infrastructuur

Speciale uitkeringen voor gemeenten en provincies voor het toepassen van CO2- verminderende maatregelen in grond-, weg-, en waterbouwprojecten.

SVVE

Subsidieregeling verduurzaming vastgoed voor Vereniging van Eigenaren (VvE)

Bestemd voor VvE’s, woonverenigingen of wooncoöperaties die hun gebouwen willen verduurzamen.

 

9 Overzicht relevante documenten

1 Metabolic (2024), Grondstoffen Quickscan Nieuwegein

2 Gemeente Nieuwegein (2020), Omgevingsvisie Nieuwegein verstedelijkt en vergroent

3 Rijksoverheid (2024), Nederland Circulair in 2050

4 Gemeenteraad Nieuwegein (2023), Motie 38 ‘Duurzaamheid kan niet zonder circulariteit’(2023-038)

5 Gemeente Nieuwegein (2021), Grondstoffeninzamelplan 2021-2024 ‘Meer Grip op Grondstoffen’

6 Rijksoverheid (2022), Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen

7 Gemeente Nieuwegein (2022), Omgevingsprogramma Duurzaam Bouwen: Woningbouw 2022

8 VNG (2024), Meer dan 80% gemeenten begroot voor 2026 en 2027 een tekort

9 Rijkswaterstaat (2024), Specifieke uitkering (SPUK) Klimaatneutrale circulaire infrastructuur medeoverheden

10 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (2024), Tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid (CDOKE)

11 Gemeente Nieuwegein (2023), Startnotitie Omgevingsprogramma Circulaire Stad

12 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (2023), R-ladder - Strategieën van circulariteit

13 Planbureau voor de Leefomgeving (2021), Mogelijke Doelen voor een Circulaire Economie

14 SDG Nederland (2024), Dit zijn de Sustainable Development Goals

15 Gemeente Nieuwegein (2024), Nieuwegein & Inkoop 2024- 2028

16 Provincie Utrecht (2022) Samen op koers naar duurzame infra in 2030

17 Provincie Utrecht (2024), Middellange termijnstrategie Circulaire Samenleving

18 NMU (2024), Biobased Isoleren

19 Planbureau voor de Leefomgeving (2024), Bredere aanpak terugdringen grondstofgebruik noodzaak

20 Rijksoverheid (2023), Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030

21 Provincie Utrecht (2022), Convenant Duurzame Woningbouw Provincie Utrecht

22 Kansen voor west (2021), Voucheropenstelling innovatie thema circulair

23 Slangen Koenis (2024), Milieu Educatie Centrum Nieuwegein

24 Gemeente Nieuwegein (2024), Raadsbrief afvalinzameling (2024-166)

25 Gemeente Nieuwegein (2023), Omgevingsprogramma Natuur in de Stad

26 Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (2024), Nationaal Isolatieprogramma

27 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (2024), ISDE: Wat is er gewijzigd in 2024

28 Alliantie Cirkelregio Utrecht (2024), Cirkelregio Utrecht

29 Gemeente Nieuwegein (2024), Toekomstbestendige bedrijventerreinen Plettenburg en de Wiers

II Overzicht Documentenbijlagen

Beschrijvingen per uitvoeringsproject en/of instrument.pdf

/join/id/regdata/gm0356/2025/8ecfd276cdc444e288253291097227bf/nld@2025‑04‑17;12162470