Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738395
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738395/1
Nadere regels bekostiging leerlingenvervoer gemeente Beekdaelen 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 23-04-2025
Intitulé
Nadere regels bekostiging leerlingenvervoer gemeente Beekdaelen 2025Voor de bekostiging van het Leerlingenvervoer heeft de gemeente een Verordening bekostiging leerlingenvervoer Gemeente Beekdaelen 2022 opgesteld. Ter verduidelijking van de uitvoering van deze verordening zijn deze nadere regels opgesteld door het College van Burgermeester en Wethouders, zoals bepaald in artikel 6.8 van de Verordening.
Algemeen
Artikel 1: Definities
-
1. Alle definities in de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Gemeente Beekdaelen 2022 zijn van toepassing op deze nadere regels.
-
2. Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet op primair onderwijs, de Wet op voortgezet onderwijs 2020, de Wet op de expertisecentra, de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Gemeente Beekdaelen 2022.
-
3. Verordening: Verordening bekostiging leerlingenvervoer Gemeente Beekdaelen 2022.
-
4. Aanvrager: ouders als bedoeld in de verordening waaronder begrepen de co-ouders of degene waarbij het kind tenminste aaneengesloten drie maanden feitelijk verblijft.
-
5. Eenoudergezin: een huishouden bestaande uit één volwassene met één of meer thuiswonende kinderen.
-
6. Co-ouderschap: ouders die niet bij elkaar wonen, en in een regelmatige afwisseling de zorg voor het kind of de kinderen hebben.
-
7. Woning: de plaats waar de leerling structureel -langer dan drie maanden- feitelijk verblijft. De leerlingen dient er minimaal 2 nachten per week structureel te verblijven.
-
8. Voor Elkaar Pas (VEP): een op naam van de leerling gestelde OV-chipkaart van Arriva die door de gemeente Beekdaelen kan worden aangeschaft ten behoeve van het leerlingenvervoer.
Artikel 2: Co-ouderschap
-
1. Ingeval van co-ouderschap moeten beide ouders afzonderlijk, voor het eigen woonadres, een aanvraag indien voor de dagen van de week dat de leerling bij hen verblijft. Er vindt geen dubbele bekostiging plaats.
-
2. Bij co-ouderschap blijft de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van beide ouders van kracht.
Artikel 3: Hoogbegaafdheid
Het onderwijs voor hoogbegaafden valt onder regulier basisonderwijs en valt daardoor onder de WPO. Als een kind is aangewezen op voltijds hoogbegaafdenonderwijs is leerlingenvervoer mogelijk naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school als wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Verordening. Hoogbegaafdheid alleen is geen reden om vervoer te verstrekken naar een verder weg gelegen school voor primair onderwijs. De ouders moeten aantonen middels een verklaring van het schoolbestuur van de dichterbij gelegen scholen dat de scholen handelingsonbekwaam zijn.
Artikel 4: Stage
-
1. De stage is onderdeel van het onderwijsprogramma in het VSO met een arbeidsgericht uitstroomprofiel.
-
2. Als uitgangspunt voor een vervoersvoorziening naar een stageadres geldt, zoals opgenomen in artikel 15.4 van de verordening, dat het college deze uitsluitend verstrekt naar de dichtstbijzijnde toegankelijke stage.
-
3. Het college bekostigt alleen vervoer naar een stageplek op maximaal 25 kilometer reisafstand van de woning, indien de stageplek zich niet bevindt op de route die de vervoerder hanteert.
-
4. Indien de leerling afhankelijk is van aangepast vervoer wordt vervoerd van en naar het stageadres gecombineerd met andere schoolroutes.
-
5. Het college zet geen individueel vervoer in als de reistijd bij aangepast vervoer naar het stageadres door de gecombineerde route meer dan 60 minuten bedraagt.
Artikel 5: Combinatie van onderwijs met medische behandeling of zorg
-
1. Vervoer naar zorginstellingen, medisch kinderdagverblijven en andere instellingen vallen buiten de verantwoordelijkheid van het college voor de bekostiging van het leerlingenvervoer.
-
2. Bij een gecombineerd traject van onderwijs en zorg, komt de leerling uitsluitend in aanmerking voor leerlingenvervoer als aan de eisen van de verordening wordt voldaan. Het college volgt hierbij de richtlijnen vervoer Jeugd Zuid-Limburg.
-
3. Uit het knooppuntoverleg moet blijken dat onderwijs gedurende het gehele zorgtraject voorliggend is.
Artikel 6: Route, berekening afstand en vergoeding reiskosten
-
1. Voor het bepalen van de afstand tussen de woning en het schooladres wordt gebruik gemaakt van de routeplanner van Google Maps, kortste route.
-
2. Er wordt alleen vervoerd naar schoollocaties met een Brin nummer.
-
3. De Reisregeling Binnenland is in 2020 vervallen. Het college stelt aan het begin van ieder nieuw schooljaar de kilometervergoeding van de fiets en het eigen vervoer vast.
Artikel 7: Gebruik fiets
Waar mogelijk worden de mogelijkheden van de leerling benut en het reizen met de fiets (al dan niet onder begeleiding) gestimuleerd. Dit houdt in dat fietsvergoedingen zullen worden verstrekt op basis van een kilometervergoeding voor de fiets (dan wel bromfiets). De fietsroute wordt op basis van de Google Maps, kortste route, berekend.
Artikel 8: Combinaties van vervoersvoorzieningen
Indien uit de beoordeling blijkt dat de best passende vervoersvoorziening bestaat uit een combinatie van verschillende vormen van vervoer, bepaalt het college de wijze van bekostiging. Uitgangspunt bij een combinatie is zelfstandigheid en goedkoopst passend.
Artikel 9: Schooltijden, wachttijden en afzetmarge
Aangepast vervoer wordt georganiseerd op standaard schooltijden per schoollocatie zoals deze genoemd zijn in de schoolgids, zo nodig uitgesplitst naar onderbouw/bovenbouw. Het aangepaste vervoer wordt op wisselende en/of afwijkende schooltijden niet bekostigd. Voor het vervoeren van leerlingen van dezelfde schoollocatie of van meerdere locaties gecombineerd in één route, die afwijkende begintijden of eindtijden hebben, geldt als uitgangspunt dat de leerlingen zoveel mogelijk op dezelfde begin- en/of eindtijden worden vervoerd.
Wachttijden tot maximaal drie lesuren voor het voortgezet onderwijs worden geaccepteerd. Het kan voorkomen dat leerlingen drie lesuren op school moeten wachten omdat ze gecombineerd vervoerd worden met leerlingen van dezelfde school of van een school waarmee een combinatie gemaakt wordt. Verzoeken om leerlingen op afwijkende tijden op te halen, bijvoorbeeld voor huiswerkbegeleiding, proefwerkweken, straf of doktersbezoek, worden niet gehonoreerd. De schoolgids is en blijft leidend.
De afzet- en ophaaltijd moet gelegen zijn binnen een tijdsmarge van maximaal vijftien minuten en minimaal vijf minuten. Het ophaaltijdstip aan het einde van de lessen is nooit eerder dan het tijdstip waarop de lessen eindigen. Bij een gewijzigde eindtijd door o.a. lesuitval is de school of de ouder verantwoordelijk voor opvang van de leerlingen.
Artikel 10: Begeleiding is onmogelijk of begeleiding leidt tot ernstige benadeling
Van een ernstige benadeling van het gezin is naar het oordeel van het college sprake als één van de volgende situaties aanwezig is:
- a.
Er is sprake van een eenoudergezin en de ouder heeft een structurele lichamelijke of zintuiglijke en/of psychische handicap waardoor begeleiding niet mogelijk is. Het bestaan van deze situatie moet onderbouwd worden door een verklaring van een medisch specialist.
- b.
Er is sprake van een gezin waarbij beide ouders aangeven op medische gronden de leerling niet te kunnen begeleiden. Het bestaan van deze situatie moet voor beide ouders onderbouwd worden door een verklaring van een medisch specialist.
- c.
De ouder van een eenoudergezin kan niet langer zijn/haar werk uitoefenen als hij zorg moet dragen voor de begeleiding naar school van zijn kind. Het volgen van een (re-)integratietraject of voltijdsopleiding wordt gelijkgesteld met werk. In deze gevallen kan een inschrijfbewijs van de opleiding worden opgevraagd;
- d.
De leerling kan uitsluitend onder begeleiding met openbaar vervoer reizen, waarbij de reistijd voor de begeleider meer dan 6 uur per dag in beslag neemt naar het reguliere basisonderwijs en meer dan 3 uur per dag naar het S(B)O/V(S)O. De noodzaak van begeleiding moet in zulke gevallen voldoende worden aangetoond. Er wordt met de aanvrager afspraken gemaakt om de leerling zo spoedig mogelijk te helpen in het zelfstandig reizen.
- e.
Het hebben van werk is geen reden om niet te hoeven begeleiden.
Artikel 11: Voor Elkaar Pas (VEP)
-
1. De VEP wordt beschikbaar gesteld voor de leerling die in aanmerking komt voor een bekostiging van het openbaar vervoer en ook daadwerkelijk met het openbaar vervoer gaat reizen / geen gebruik maakt van eigen vervoer.
-
2. De VEP is leerling gebonden en wordt ingesteld op het goedkoopste reistraject van woning naar school.
-
3. De pas is zeven dagen per week te gebruiken binnen de zone van het abonnement.
-
4. Wordt de VEP verstrekt in combinatie met een andere vervoersvoorziening, dan wordt de VEP uitsluitend voor de betreffende momenten dat het nodig is ingezet.
-
5. Bij de VEP kan tevens een niet op naam gestelde begeleiderspas verstrekt worden. In ieder geval tot elf jaar of indien begeleiding nodig is.
-
6. De VEP kan tevens tijdelijk als oefenpas worden ingezet ter bevordering van de zelfstandigheid.
-
7. Bij verlies of breuk van de pas zijn de kosten voor rekening van de ouders.
Artikel 12: Voor Elkaar Pas (VEP) bij Co-ouderschap
-
1. Bij co-ouderschap waarbij beide ouders ieder een aanvraag indienen, worden de aanvragen individueel beoordeeld.
-
2. Hebben beide ouders aanspraak op een vergoeding voor openbaar vervoer, dan wordt er slechts één VEP voor het kind verstrekt met het dekkende abonnement vanaf beide adressen.
-
3. Beide ouders kunnen ieder een begeleiderspas ontvangen. Artikel 9 lid 5 is van overeenkomstige toepassing.
-
4. Is al aan één van ouders een VEP toegekend en is deze passend voor de andere ouder, wordt de meest recente aanvraag afgewezen.
Artikel 13: Eigen vervoer
-
1. De Verordening geeft aan dat eigen vervoer alleen op verzoek of vraag van ouders ingezet kan worden. In de uitvoering zal aan ouders gevraagd worden of zij de leerling zelf kunnen en willen vervoeren. Dit in het kader van eigen regie, het bevorderen van het zelf oplossend vermogen en de zelfstandigheid.
-
2. Er worden maximaal twee retourreizen per dag vergoed: aan het begin en aan het einde van de schooldag. Er wordt geen bekostiging verstrekt voor de kosten die ontstaan indien de leerling ook tussen de middag wordt vervoerd.
-
3. Indien de leerling recht heeft op aangepast vervoer en ouders maken de keuze om zelf te rijden heeft de ouder recht op een KM vergoeding. Indien de leerling geen recht heeft op aangepast vervoer maar wel op een OV-vergoeding en de ouders kiezen om zelf te rijden dan is er recht op een bekostiging van de OV vergoeding.
-
4. Indien ouders twee of meer leerlingen vervoeren met een beschikking vanuit het leerlingenvervoer is er recht op een KM vergoeding, ook als er in dit geval alleen recht is op een OV-vergoeding.
-
5. Er wordt geen eigen bijdrage in rekening gebracht bij het eigen vervoer.
Artikel 14: Aangepast vervoer
-
1. Bij een toekenning voor aangepast vervoer is naast het woonadres tevens één extra langdurige afzetplaats op een ander adres toegestaan (bijvoorbeeld buitenschoolse opvanglocatie of grootouders). Voorwaarde is dat dit afwijkende adres binnen een straal van 500 meter van de woning of school ligt en in dezelfde gemeente als het woonadres, en voor tenminste drie maanden. Een afzetadres is geen ophaaladres. Het woonadres van de leerling blijft leidend voor het bepalen van de aanspraak op aangepast vervoer.
-
2. Bij de toekenning wordt het vervoersschema vastgelegd in het besluit en uitgezet bij de vervoerder. Het is niet mogelijk om af te wijken van het vervoersschema zonder goedkeuring van het college.
-
3. Het vervoersschema kan uitsluitend worden veranderd als sprake is van een structurele wijziging. Een structurele wijziging houdt in dat deze tenminste drie maanden duurt. De wijziging gaat pas in bij herplanning van de routes na een vakantieperiode, tenzij het college hier anders over beslist.
-
4. Kortdurende wijzigingen die van invloed zijn op de organisatie van het aangepaste vervoer moeten tijdig door de ouders worden gemeld bij de vervoerder zonder tussenkomst van de gemeente.
-
5. De ouder moet ervoor zorgen dat iemand thuis is voor de warme overdracht van de leerling na terugkeer uit school.
-
6. Indien de vervoerder noodgedwongen moet uitwijken naar een noodopvanglocatie als bij terugkeer uit school niemand thuis is, ook niet na herhaaldelijke pogingen, kan het college de kosten van vervoer en noodopvang bij de ouders in rekening brengen.
-
7. Het college kan de leerling maximaal één schooljaar het recht op vervoer ontzeggen ingeval van wangedrag. Voor de beoordeling of sprake is van wangedrag wordt het vervoersprotocol gevolgd.
-
8. Bij een loosmelding, wordt de gemeente geïnformeerd. Bij een tweede loosmelding volgt, na een gesprek met de ouders/verzorgers, eerst een waarschuwingsbrief vanuit de gemeente aan de ouders/verzorgers, waarna, bij wederom een herhaalde loosmelding, een schorsing volgt.
Artikel 15: Gedragingen in het aangepast vervoer
15.1. Ongewenst gedrag
Een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, kan tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzegd worden indien bij herhaling is gebleken dat de leerling (of diens ouders) door onaanvaardbaar wangedrag of anderszins de orde in de bus verstoort of de veiligheid van bus en inzittenden in gevaar brengt.
Hierbij worden de volgende stappen ondernomen:
- 1.
Klachten worden in beginsel door de vervoerder opgelost. Ouders moeten hun kinderen instrueren zich zo te gedragen dat tijdens het vervoer geen ongeregeldheden ontstaan. Als er sprake is van onaanvaardbaar gedrag of onveilige situatie en er geen verbetering optreedt maakt de vervoerder hiervan schriftelijke melding bij de gemeente, waarbij wordt aangegeven op welke momenten de vervoerder contact heeft gehad met ouders.
- 2.
Na de melding van een klacht door de vervoerder bij de gemeente wordt een onderzoek opgestart. In het kader van dat onderzoek spreekt de contactpersoon van de gemeente met vervoerder, uitvoerende chauffeur, ouders en/of school. Indien na het onderzoek blijkt dat sprake is van verwijtbaar onaanvaardbaar wangedrag van de leerling (of diens ouders) volgt een persoonlijk gesprek met ouders en eventueel de leerling en een waarschuwingsbrief aan de ouders. Er volgt een schorsing van 1 dag. Indien blijkt dat het voorval terug te voeren is op de ernstige beperking van de leerling, en dus aan de leerling niet is aan te rekenen, dan wordt met de vervoerder, ouders en eventueel school een passende oplossing gezocht (bijvoorbeeld begeleiding in het aangepaste vervoer, openbaar vervoer (eventueel met begeleiding) of eigen vervoer).
- 3.
Bij een volgende klacht wordt stap twee herhaald en volgt een persoonlijk gesprek met ouders en eventueel de leerling en een tweede waarschuwingsbrief. Daarbij dienen de ouders meteen gewaarschuwd te worden dat de gemeente het vervoer stopzet wanneer dit gedrag blijft plaatsvinden. Er volgt een schorsing van 1 week. Leerrecht wordt hierbij betrokken.
- 4.
Bij een volgende klacht volgt een derde gesprek en een brief met totale uitsluiting van het vervoer tot het eind van het schooljaar met een minimum van drie maanden exclusief vakanties (een schorsing aan het eind van het schooljaar kan dus doorlopen in het nieuwe schooljaar). Leerrecht wordt hierbij betrokken.
- 5.
Bij wapenbezit, geweld, bedreiging, vernieling of zeer onveilig gedrag bestaat de mogelijkheid om per direct te schorsen.
15.2. Loosmeldingen
Op de heenrit: de chauffeur stelt de centrale in kennis indien een leerling niet aanwezig is op het ophaaladres. De centrale probeert contact op te nemen met de ouders om te informeren naar de situatie. Op de terugrit: de chauffeur stelt de centrale in kennis indien er niemand aanwezig is op het afzetadres. De centrale probeert contact op te nemen met de ouders om te informeren naar de situatie. De leerling blijft in het voertuig en de chauffeur rijdt aan het einde van de route nogmaals langs het afzetadres en blijft daar wachten totdat een ouder/ iemand uit het netwerk gearriveerd is.
Bij loosmeldingen, wordt de gemeente geïnformeerd en volgt bij een herhaalde loosmeldingen vanuit de gemeente een gesprek met ouders en afhankelijk van de situatie een waarschuwingsbrief. Indien de waarschuwing niet helpt wordt dit gezien als wangedrag met eventueel een schorsing voor 1 of meerdere dagen afhankelijk van het aantal loosmeldingen. Leerrecht wordt hierbij betrokken
Artikel 16: Vervoer naar school buitenland
Het is niet mogelijk om in aanmerking te komen voor een bekostiging van het leerlingenvervoer naar scholen die gevestigd zijn in het buitenland.
Artikel 17: Eigen bijdrage
De eigen bijdrage voor ouders met een inkomen meer dan het voor dat jaar vastgestelde drempelbedrag is gelijk aan de kosten van een Arriva busabonnement voor de leeftijdscategorie 12-18 jaar.
Het college berekent alleen een eigen bijdrage bij het aangepaste vervoer (indien van toepassing). Gebruik van de fiets, OV en eigen vervoer is vrijgesteld van een eigen bijdrage.
Artikel 18: Uitbetaling bekostiging
-
1. De toegekende vergoeding wordt drie keer per jaar (te weten eind december, eind maart en einde schooljaar) gedeclareerd door ouders/verzorgers.
-
2. Declaraties kunnen niet voorafgaand aan een termijn worden ingediend.
-
3. Declaraties die na 1 augustus van het betreffende schooljaar worden ingediend worden niet meer in behandeling genomen.
-
4. De declaratie dient te zijn voorzien van een paraaf van de school.
Artikel 19: Intrekken oude regeling
De Nadere regels leerlingenvervoer gemeente Beekdaelen 2024 worden ingetrokken.
Artikel 20: Inwerkingtreding beleidsregels
Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag na publicatie.
Artikel 21: Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als:
Nadere regels bekostiging leerlingenvervoer gemeente Beekdaelen 2025
Ondertekening
Aldus vastgesteld op 8 april 2025 door van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl