Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738394
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738394/1
Financiële verordening gemeente Twenterand 2024
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 23-04-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024
Intitulé
Financiële verordening gemeente Twenterand 2024De raad van de gemeente Twenterand, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;
b e s l u i t
vast te stellen de: Financiële verordening gemeente Twenterand 2024.
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- ▪️
administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de gemeentelijke organisatie en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;
- ▪️
afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college;
- ▪️
inkomsten: totaal van de baten voor toevoegingen en onttrekkingen van reserves;
- ▪️
kapitaal: het deelnemen in het vermogen van een derde partij, zowel in activa als eigen vermogen;
- ▪️
netto schuld per inwoner: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen gedeeld door het aantal inwoners op 31 december van het begrotingsjaar. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteurenvorderingen en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen wordt verstaan het totaal van leningen aan deelnemingen, leningen aan overige verbonden partijen, leningen aan derden, langlopende uitzettingen, kortlopende uitzettingen, debiteurenvorderingen, liquide middelen en overlopende activa;
- ▪️
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt;
- ▪️
nota: een beschrijving van het beleid van een bepaald onderwerp. Beleid is het aangeven van de richting en de middelen waarmee men gestelde organisatiedoelen wil gaan realiseren.
- ▪️
rechtmatigheidsverantwoording: de rapportage van burgemeester en wethouders waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving.
Paragraaf 2. Begroting en verantwoording
Artikel 2. Vaststelling programma-indeling en paragrafen
-
1. De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode een programma-indeling voor die raadsperiode vast.
-
2. De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode op voorstel van burgemeester en wethouders per programma vast:
- a.
de taakvelden, en
- b.
de beleidsindicatoren. Het voorstel van burgemeester en wethouders bevat in ieder geval de verplichte beleidsindicatoren, bedoeld in artikel 25, tweede lid, onder a, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
- a.
-
3. De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode een nadere onderverdeling van de programma’s vast.
-
4. De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode vast over welke onderwerpen hij in extra paragrafen naast de verplichte paragrafen van de begroting en de jaarstukken kaders wil stellen en wil worden geïnformeerd.
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
-
1. Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt:
- a.
van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het investeringskrediet in het lopende boekjaar weergegeven, en
- b.
in aanvulling op het bepaalde in de artikelen 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming, de investeringen en de grondexploitatie.
- a.
-
2. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven en inkomsten weergegeven.
-
3. In het overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten per programma worden posten vanaf € 5.000 afzonderlijk gespecificeerd.
Artikel 4. Kaders begroting en meerjarenraming
-
1. Het college biedt voor 15 juni aan de raad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming.
-
2. In de begroting wordt een post onvoorzien opgenomen onder de algemene dekkingsmiddelen.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
-
1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lasten per programma en voor bedrijfsvoering.
-
2. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
-
3. Het college informeert de raad als ze verwacht, dat de lasten van een taakveld of een prioriteit de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringskrediet het geautoriseerde investeringskrediet dreigen te overschrijden, of de baten van een taakveld of een prioriteit de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden. Dit geldt ook voor het onderdeel bedrijfsvoering.Overschrijdingen en onderschrijdingen van lasten of investeringskredieten en/of overschrijding en onderschrijdingen van baten, welke niet tijdig zijn gemeld en passen binnen het beleid dat de raad heeft vastgesteld en/of als er directe opbrengsten tegenover staan, worden tijdig ter besluitvorming aan de raad voorgelegd en tellen niet mee als begrotingsonrechtmatigheid in het kader van de rechtmatigheids-verantwoording. Tijdig definiëren wij als:
- a.
toegelicht in een raadsbesluit
- b.
gerapporteerd in de tussentijdse rapportage (berap)
- c.
toegelicht in de jaarrekening
- a.
-
4. Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages in de raad bedoeld in artikel 6, lid 1, doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter doet het college indien nodig ook bij iedere begroting op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.
-
5. Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor.
-
6. Het college raamt de vervangingsinvesteringen gebouwen voor de komende tien jaren. Jaarlijks wordt 1/10e deel van de geraamde kapitaallasten van deze vervangingsinvesteringen in de begroting opgenomen (jaarlijks cumulerend). Het college actualiseert de geraamde vervangingsinvesteringen gebouwen iedere periode van vier jaren. Autorisatie vindt plaats door opname in de investeringslijst.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage (berap)
-
1. Het college informeert de raad door middel van de tussentijdse rapportage over de realisatie van de begroting van de gemeente (zowel financieel als gerealiseerde doelstellingen) over de eerste zes maanden van het lopende boekjaar. In december wordt eventueel een financiële slotrapportage aangeboden aan de raad, als daar aanleiding toe bestaat i.v.m. de autorisatie van budgetten.
-
2. De tussenrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en het bijstellen van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:
- a.
de baten en de lasten per programma uitgesplitst naar doelenbomen;
- b.
het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;
- c.
het overzicht van de overhead en de geraamde vennootschapsbelasting;
- d.
het totale saldo van de baten en lasten volgend uit de onderdelen a, b en c;
- e.
de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;
- f.
het resultaat, volgend uit de onderdelen d en e; en
- g.
de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.
- a.
-
3. In de tussentijdse rapportage worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten per programma toegelicht als:
- a.
de afwijking groter is dan 10% van het budget, met een minimum van € 1.000, of
- b.
de afwijking groter is dan € 20.000.
- a.
Artikel 7. Jaarstukken
-
1. Gelijktijdig met het aanbieden van de jaarstukken bieden burgemeester en wethouders de raad het voorstel aan over de bestemming van het jaarrekeningresultaat.
-
2. Vooruitlopend op het bestemmingsvoorstel over het jaarrekeningresultaat kan het college de raad voorstellen om restantmiddelen op onderdelen van het rekeningresultaat over te hevelen naar het volgende begrotingsjaar. Het college biedt dit voorstel uiterlijk in december van het betreffende jaar aan aan de raad.
Artikel 8. EMU-saldo
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Paragraaf 3. Rechtmatigheidsverantwoording
Artikel 9. Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording
-
1. De raad stelt vast op welke wijze hij door middel van de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken, naast de verplichte onderdelen van deze paragraaf, wil worden geïnformeerd over rechtmatigheid.
-
2. In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening rapporteren burgemeester en wethouders aan de raad over afwijkingen met een verantwoordingsgrens zoals jaarlijks wordt bepaald bij de vaststelling van het normenkader en controleprotocol.
-
3. In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) groter dan € 100.000,- nader toegelicht.
Artikel 10. Voorwaardencriterium
-
1. Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
-
2. Burgemeester en wethouders bieden de raad jaarlijks uiterlijk op 31 december ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien.
Artikel 11. Begrotingscriterium
-
1. Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;
-
2. De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door de raad is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 5.
-
3. Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaalbedrag van het krediet, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.
-
4. Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd. Afwijkingen worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:
- a.
Er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren;
- b.
Er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling;
- c.
De overschrijding is geautoriseerd door middel van de vaststelling van een tussentijdse rapportage.
- a.
-
5. Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van de raad, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.
Artikel 12 Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium
-
1. Het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen.
-
2. Burgemeester en wethouders zorgen voor en leggen vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.
Paragraaf 4. Financieel beleid
Artikel 13. Waardering en afschrijving vaste activa
1. Immateriële en materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de methodiek en de termijnen zoals vermeld in de bijlage afschrijvingsbeleid bij deze verordening.
2. Het college biedt de raad jaarlijks een meerjareninvesteringsplan aan als bijlage bij de begroting, waarbij inzicht wordt verschaft in de geplande investeringen en de daarmee gepaard gaande kapitaallasten voor de komende meerjarenperiode.
Artikel 14. Voorziening voor oninbare vorderingen
-
1. Voor openstaande vorderingen betreffende:
- a.
onroerendezaakbelastingen;
- b.
rioolheffing;
- c.
afvalstoffenheffing;
- d.
toeristenbelasting;
- e.
forensenbelasting
wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd conform het jaarlijkse voorstel van GBTwente.
- a.
-
2. Voor de overige vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een individuele beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.
Artikel 15. Reserves en voorzieningen
-
1. In de begroting, het jaarverslag en de jaarrekening vindt geen toerekening van rente over de reserves en voorzieningen aan de taakvelden plaats.
-
2. Het college biedt de raad eens in de vier jaar een nota reserves en voorzieningen aan. Deze nota wordt door de raad vastgesteld en behandeld:
- a.
de vorming en besteding van reserves;
- b.
de vorming en besteding van voorzieningen.
- a.
-
3. Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen wordt minimaal aangegeven:
- a.
het specifieke doel van de reserve;
- b.
de voeding van de reserve;
- c.
de maximale hoogte van de reserve; en
- d.
de maximale looptijd.
- a.
-
4. Als een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen binnen de aangegeven maximale looptijd niet heeft geleid tot een investering, valt de bestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de algemene reserve toegevoegd.
Artikel 16. Kostprijsberekening
-
1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
-
2. Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
-
3. Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden toegerekend aan activiteiten welke geheel of deels worden bekostigd met een specifieke uitkering of subsidie, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten.
-
4. Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden betrokken in de aangifte vennootschapsbelasting, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en voor de belastingaangifte aan de kostprijs van de vennootschapsbelastingplichtige activiteiten toegerekend.
-
5. Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het derde en vierde lid betreffen, wordt uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel die worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken, diensten en heffingen, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel.
-
6. Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijn de activa, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van het bij de begroting geraamde rentepercentage van de rentekosten op de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten en het rentepercentage van de rentevergoeding over de reserves en de voorzieningen zoals bepaald overeenkomstig het zevende lid.
-
7. Het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen in de omslagrente voor de kostprijsberekening als bedoeld in het zesde lid, wordt bepaald op de gewogen gemiddelde rente.
-
8. In afwijking van het zesde lid wordt bij een verstrekte lening voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente wordt verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.
-
9. In afwijking van het eerste lid worden bij vennootschapsbelastingplichtige activiteiten en grondexploitaties alleen de rentekosten voor de inzet van vreemd vermogen aan de kostprijs toegerekend. Bij projectfinanciering worden dan de werkelijke rentekosten toegerekend. In andere gevallen wordt uitgegaan van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de portefeuille leningen.
Artikel 17. Prijzen economische activiteiten
-
1. Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de levering van de desbetreffende goederen, diensten of werken wordt gemotiveerd.
-
2. Bij het verstrekken van leningen of garanties door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of de garantie wordt gemotiveerd.
-
3. Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
-
4. Raadsbesluiten met de motivering van het publiek belang als bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als minder dan de integrale kostprijs in rekening wordt gebracht en sprake is van een van de uitzonderingen zoals genoemd in artikel 25h van de Mededingingswet.
Artikel 18. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
-
1. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, rechten en heffingen. De raad stelt deze vast.
-
2. Het college biedt de raad eens in de 4 jaar een nota aan met de kaders voor de prijzen voor de levering van gemeentelijke goederen, werken en diensten aan overheidsbedrijven en derden en voor de huren en de tarieven voor erfpachten. Deze nota wordt door de raad vastgesteld.
-
3. Het college legt bij een tussentijdse wijziging van prijzen, huren en erfpachten ten opzichte van de kaders uit de nota vooraf een besluit voor aan de raad.
Artikel 19. Financieringsfunctie
Het college draagt zorg voor het beheer van het Treasurystatuut waarin regels worden gegeven inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie. Het college biedt deze, indien bijstelling nodig is, ter vaststelling aan de raad aan.
Paragraaf 5. Paragrafen bij de begroting en jaarstukken
Artikel 20. Lokale heffingen
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen ten minste de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
Artikel 21. Weerstandsvermogen & risicobeheersing
-
1. Het college neemt in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken ten minste de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
-
2. Voor het in beeld brengen van de weerstandscapaciteit van de gemeente wordt aan de hand van het houdbaarheidstekort beoordeeld of de gemeente bij een risicoscenario de schuldverplichtingen in de toekomst kan blijven nakomen zonder dat de uitgaven aan en de investeringen in noodzakelijke publieke voorzieningen in de knel komen.
Artikel 22. Onderhoud kapitaalgoederen
-
1. Het college neemt in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen bij de begroting en de jaarstukken in ieder geval de verplichte onderdelen op grond van artikel 12 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
-
2. Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een onderhoudsplan openbare ruimte aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair. De raad stelt het plan vast.
-
3. Het college biedt de raad ten minste eens in de vijf jaar een rioleringsplan aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en de eventuele uitbreidingen. De raad stelt het plan vast.
-
4. Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een onderhoudsplan gebouwen aan. Het plan bevat voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen. De raad stelt het plan vast.
Artikel 23. Financiering
Het college neemt in de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken ten minste de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
Artikel 24. Bedrijfsvoering
-
1. In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken geeft het college inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering.
-
2. In de paragraaf bedrijfsvoering wordt in ieder geval aandacht geschonken aan de volgende onderdelen:
- a.
personeels- en organisatiebeleid;
- b.
planning en control;
- c.
administratieve organisatie en interne controle;
- d.
informatiebeleid;
- e.
subsidies;
- f.
een toelichting op alle afwijkingen in rechtmatigheid, die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen, voor zover deze de rapportagegrens, zoals bedoeld in artikel 9, overschrijden en eventueel welke maatregelen worden genomen om deze afwijkingen in de toekomst te voorkomen;
- g.
een overzicht van en toelichting op niet-financiële onrechtmatigheden in verband met het niet naleven van bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden en de bijbehorende ministeriële regelingen, als deze voorkomen;
- h.
frauderisicobeheersing.
- a.
Artikel 25. Verbonden partijen
Het college neemt in de paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken ten minste de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
Artikel 26. Grondbeleid
-
1. In de paragraaf grondbeleid bij de begroting en de jaarstukken neemt het college ten minste de verplichte onderdelen op grond van artikel 16 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
-
2. Het college biedt de raad ten minste eens in de 4 jaar een nota grondbeleid aan. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan:
- a.
de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;
- b.
te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;
- c.
het verloop van de grondvoorraad;
- d.
de uitgangspunten voor de verkoopprijzen van gronden.
- a.
Paragraaf 6. Financiële organisatie en financieel beheer
Artikel 27. Administratie
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
- a.
het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;
- b.
het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden, contracten en garanties;
- c.
het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;
- d.
het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;
- e.
het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving; en
- f.
de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.
Artikel 28. Financiële organisatie
Het college draagt zorgt voor:
- a.
een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;
- b.
een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;
- c.
de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;
- d.
de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;
- e.
de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;
- f.
de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van baten en lasten aan de taakvelden;
- g.
het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;
- h.
het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen; en
- i.
het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
- j.
het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde prestaties en de maatschappelijke effecten zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.
Artikel 29. Interne controle
-
1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteren burgemeester en wethouders daarover in de rechtmatigheidsverantwoording, zoals beschreven in hoofdstuk 6. Daarnaast informeren burgemeester en wethouders de raad over genomen maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.
-
2. Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Hoofdstuk 7. Slotbepalingen
Artikel 30. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Financiële verordening gemeente Twenterand 2023 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar 2023.
Artikel 31. Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024 en heeft met terugwerkende kracht betrekking op de begroting voor het jaar 2024 en verder.
-
2. Deze verordening wordt aangehaald als: Financiële verordening gemeente Twenterand 2024.
Ondertekening
Vriezenveen, september
De raad voornoemd,
de griffier
drs. R.J.M. Ros
de voorzitter
mr. J.C.F. Broekhuizen
Bijlage afschrijvingsbeleid bij artikel 13
Afschrijvingsbeleid immateriële vaste activa
De volgende immateriële vaste activa worden lineair afgeschreven in:
- a.
maximaal 5 jaar: bijdragen aan activa in eigendom van derden;
- b.
maximaal 5 jaar: kosten voor onderzoek en ontwikkeling;
Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met economisch nut
Activa met economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan € 5.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.
De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven in:
- a.
Rioleringen conform Gemeentelijk water- en rioleringsplan;
- b.
10 jaar: aanleg tijdelijke terreinwerken;
- c.
60 jaar: nieuwbouw maatschappelijk vastgoed;
- d.
10 jaar: nieuwbouw tijdelijke woonruimten en tijdelijke bedrijfsgebouwen;
- e.
25 jaar: renovatie, restauratie en aankoop woonruimten, en schoolgebouwen;
- f.
25 jaar: renovatie, restauratie en aankoop kantoren en bedrijfsgebouwen;
- g.
10 jaar: technische installaties in bedrijfsgebouwen;
- h.
10 jaar: veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen;
- i.
10 jaar: telefooninstallaties;
- j.
4 jaar: hardware;
- k.
6 jaar: overige hardware, waaronder centrale hardware;
- l.
6 jaar: software, waaronder software centrale systemen;
- m.
10 jaar: kantoormeubilair;
- n.
8 jaar: zware transportmiddelen en schuiten;
- o.
8 jaar: aanhangwagens, personenauto’s en lichte motorvoertuigen;
- p.
25 jaar: verduurzaming gebouwen.
- q.
25 jaar: (aanleg) speelterreinen
- r.
10 jaar: speeltoestellen
Afschrijvingsbeleid materiele vaste activa met maatschappelijk nut
De volgende materiële vaste activa met maatschappelijk nut worden lineair afgeschreven in:
- a.
maximaal 20 jaar: parken, sportvelden en groenvoorzieningen;
- b.
maximaal 20 jaar: wegen, pleinen en rotondes;
- c.
maximaal 60 jaar: tunnels, viaducten en bruggen;
- d.
maximaal 20 jaar: geluidswallen;
- e.
20 jaar: openbare verlichting;
- f.
20 jaar: straatmeubilair;
- g.
maximaal 25 jaar: havens, kades, sluizen en waterkeringen;
- h.
maximaal 25 jaar: waterwegen, waterbergingen en walbeschoeiing;
- i.
pompen en gemalen conform Gemeentelijk Riolering Plan.
Bovenstaande afschrijvingstermijnen zijn van toepassing tenzij de raad anders heeft besloten.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl