Subsidieregeling Rondkomen gemeente Emmen 2026

Geldend van 24-04-2025 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Rondkomen gemeente Emmen 2026

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen;

  • -

    gelet op artikel 2 lid 1 en artikel 3 lid 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Emmen 2017;

  • -

    overwegende dat het noodzakelijk is om nadere regels vast te stellen voor het verstrekken van subsidies, waarmee het college schulden- en armoedeproblematiek wil voorkomen en (vroeg)signaleren, en haar inwoners die in armoede of met schulden leven wil ondersteunen en activeren;

  • -

    Gelet op het door de gemeenteraad vastgestelde beleidskader sociaal domein ‘Erbij horen en meedoen in Emmen!’ (hierna: ‘Beleidskader’) en in het bijzonder de daarbij behorende bijlage Rondkomen.

besluit:

de nadere ‘Subsidieregeling Rondkomen gemeente Emmen 2026’ vast te stellen.

Artikel 1: Begripsbepalingen

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      armoede: een situatie waarin de materiële, culturele en sociale middelen onvoldoende zijn om op een manier te leven die als minimaal aanvaardbaar wordt gezien in de samenleving waarin men leeft;

    • b.

      ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Emmen 2017, of haar opvolger;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen;

    • d.

      intergenerationele armoede: een situatie waarin een familie van generatie op generatie in armoede leeft en armoedeproblematiek wordt overgedragen van ouder(s) op kind(eren), ook wel ‘generatiearmoede’ genoemd;

    • e.

      inwoner(s): ingezetene(n) van de gemeente Emmen volgens de Basisregistratie Personen;

    • f.

      kansengelijkheid: het beginsel dat iedereen met dezelfde talenten evenveel kansen zou moeten krijgen om zich naar hun eigen vermogen (maximaal) te kunnen ontwikkelen;

    • g.

      onderneming: een instelling of rechtspersoon die een economisch doel nastreeft (winst maken door het aanbieden van goederen en/of diensten op de commerciële markt);

    • h.

      preventie: het voorkomen en (vroeg)signaleren van armoede en schulden;

    • i.

      schuldsituatie: een situatie waarin te voorzien is dat een natuurlijke persoon zijn schulden niet kan blijven afbetalen of is gestopt met afbetalen, waaronder in ieder geval een situatie waarin niet binnen de gestelde termijn alle openstaande vorderingen betaald kunnen worden, al dan niet met een betalingsregeling;

    • j.

      subsidieplafond: het plafond als bedoeld in artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Begrippen die in de ASV zijn gedefinieerd en in deze regeling ook gebruikt worden en niet nader zijn gedefinieerd, hebben dezelfde betekenis als in de ASV.

Artikel 2: Doel

De subsidie heeft tot doel om initiatieven te stimuleren die aantoonbaar bijdragen aan de bestaanszekerheid van de inwoners van de gemeente Emmen en meer in het bijzonder activiteiten die zijn gericht op het voorkomen van schulden (preventie) en armoede en het kunnen deelnemen aan sociale, culturele en maatschappelijke activiteiten.

Artikel 3: Te subsidiëren activiteiten en reikwijdte regeling

  • 1. Het bepaalde in deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekkingen van subsidies voor de in lid 2 genoemde activiteiten die gericht zijn op de inwoners van de gemeente Emmen.

  • 2. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die direct of indirect bijdragen aan:

    • a.

      het voorkomen en signaleren van armoede en schulden;

    • b.

      het bevorderen van mogelijkheden om mee te kunnen doen in de samenleving voor inwoners met een laag inkomen en zodoende de kansengelijkheid bevordert;

    • c.

      voor overige activiteiten niet vallend onder bovenstaande activiteiten, maar anderszins aantoonbaar bijdragen aan het beschreven doel in artikel 2.

  • 3. De ASV is van toepassing op het verstrekken van de subsidies voor zover er in deze regeling niet van wordt afgeweken.

Artikel 4. Doelgroep

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt aan rechtspersonen, niet zijnde ondernemingen, zonder winstoogmerk, die gevestigd en/of werkzaam zijn, in of in de regio rond de gemeente Emmen;

  • 2. Deze rechtspersonen richten hun werkzaamheden in belangrijke mate op het leveren van een effectieve en indien mogelijk innovatieve bijdrage aan een of meerdere van de in artikel 3 lid 2 genoemde doelen.

Artikel 5. De aanvraag

  • 1. Aanvrager maakt gebruik van het door het college voorgeschreven (digitaal) aanvraagformulier. Het formulier dient volledig en naar waarheid te worden ingevuld en ondertekend door de daartoe bevoegde persoon.

  • 2. Een subsidieaanvraag voor activiteiten die per kalenderjaar plaatsvinden, kan tussen 1 juni en 1 september voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft worden ingediend. Andere subsidieaanvragen dienen uiterlijk 12 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten te worden ingediend.

  • 3. Subsidie voor dezelfde activiteiten kan voor meerdere kalenderjaren worden aangevraagd met een maximum van 2 jaar.

  • 4. In aanvulling op het gestelde in de ASV, moet de aanvrager de volgende gegevens bij zijn aanvraag indienen:

    • a.

      een uitgewerkt plan waarin de activiteiten zijn beschreven en waarin wordt vermeld op welke wijze de activiteiten bijdragen aan de in artikel 3 lid 2 beschreven doelen en activiteiten;

    • b.

      een uitgewerkte begroting waarin de kosten en opbrengsten die te maken hebben met het uitvoeren van de activiteiten transparant zijn toegelicht.

Artikel 6. Toetsingscriteria

  • 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die direct of indirect betrekking hebben op het ondersteunen en activeren van inwoners die in armoede of met schulden leven;

  • 2. De activiteiten of initiatieven waarvoor subsidie wordt aangevraagd worden getoetst aan de volgende criteria.

  • De activiteiten of initiatieven;

    • a.

      zijn gericht op de inwoners van de gemeente Emmen;

    • b.

      vinden plaats in de gemeente Emmen;

    • c.

      zijn laagdrempelig en toegankelijk zijn voor de doelgroep;

    • d.

      hebben aandacht voor nazorg;

    • e.

      zijn innovatief (ofwel vernieuwend) en voegen kwaliteit toe;

    • f.

      spelen in op nieuwe ontwikkelingen en op nieuwe inzichten;

    • g.

      zijn aanvullend of kunnen aanvullend zijn op andere activiteiten en deze versterken;

    • h.

      zijn gericht op samenwerking met andere (gemeentelijke) partners;

    • i.

      worden getoetst op de wijze waarop en de mate waarin bekendheid wordt gegeven aan het initiatief of de activiteit onder de inwoners van de gemeente Emmen.

  • 3. Voor zover niet of slechts gedeeltelijk wordt voldaan aan de criteria uit het vorige lid, kan de subsidie verlaagd of geweigerd worden.

Artikel 7: Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op de weigeringsgronden uit de Algemene wet bestuursrecht en de ASV kan een subsidie geweigerd worden als:

    • a.

      niet voldaan is aan de eisen en criteria in deze regeling;

    • b.

      er geen sluitend financieel dekkingsplan kan worden overlegd;

    • c.

      er al gestart is met de activiteit of het initiatief, voordat de aanvraag is ingediend;

    • d.

      de aanvrager voor het kalenderjaar al subsidie ontvangt van de gemeente Emmen voor dezelfde activiteit of hetzelfde initiatief;

    • e.

      het subsidieplafond is, of wordt bereikt;

    • f.

      niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt aangevraagd;

    • g.

      de aanvraag te laat is ingediend.

Artikel 8: Subsidiabele kosten

  • 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de in redelijkheid gemaakte kosten die resteren na aftrek van eventuele bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor en direct verband houden met de uitvoering van de activiteiten.

  • 2. Algemene exploitatiekosten, waaronder in ieder geval begrepen huur- en personeelskosten, komen alleen in aanmerking voor een subsidie wanneer deze direct betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd en ten hoogste voor de duur van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend. Deze kosten zijn realistisch en staan in verhouding tot het aangevraagde subsidiebedrag.

  • 3. De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      personeelskosten die niet direct toerekenbaar zijn aan het initiatief;

    • b.

      de kosten die voorafgaand aan de subsidieverlening of na afloop van de periode waar subsidie voor wordt verleend, zijn gemaakt;

    • c.

      de omzetbelasting, oftewel btw, over de gesubsidieerde kosten.

Artikel 9: Verplichtingen

  • 1. Plannen voor activiteiten worden, indien mogelijk, samen met ervaringsdeskundigen opgesteld, dan wel voorgelegd aan ervaringsdeskundigen.

  • 2. Bij het uitvoeren van de activiteit wordt zoveel mogelijk samengewerkt met andere gemeentelijk partners die soortgelijke activiteiten uitvoeren. Dit om een groter resultaat te kunnen bereiken.

  • 3. De effecten van de activiteit worden regelmatig geëvalueerd. Afspraken hierover worden in de beschikking vastgelegd.

  • 4. De activiteit wordt in het kalenderjaar of de kalenderjaren uitgevoerd waarvoor de subsidie is verstrekt.

  • 5. Indien de subsidie voor meerdere jaren wordt verleend, wordt in ieder geval jaarlijks een verslag over de effecten van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, ingediend.

Artikel 10. Verlening, vaststelling en betaling

  • 1. Verlening, vaststelling en betaling van de subsidie vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in de ASV.

  • 2. Indien de subsidie voor meerdere jaren wordt verleend, dan wordt de subsidie per kalenderjaar, per kwartaal uitbetaald.

Artikel 11: Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1. Voorafgaand aan elk kalenderjaar wordt het subsidieplafond voor de subsidieregeling vastgesteld en bekendgemaakt. Voor het jaar 2026 gelden de volgende subsidieplafonds:

    • a.

      het voorkomen en signaleren van armoede en schulden een bedrag van € 220.000,- , artikel 3 lid 2, onder a;

    • b.

      het bevorderen van mogelijkheden om mee te kunnen doen in de samenleving voor inwoners met een laag inkomen en zodoende de kansengelijkheid bevordert een bedrag van € 585.000,-, artikel 3 lid 2 onder b;

    • c.

      voor overige activiteiten niet vallend onder artikel 3 lid a en b, maar anderszins aantoonbaar bijdragen aan het in artikel 2 beschreven doel, een bedrag van € 59.600,-.

  • 2. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Het college kan besluiten de hoogte van het subsidieplafond te wijzigen.

  • 4. Het college kan besluiten om onbenutte subsidiemiddelen uit artikel 11, lid 1 in te zetten voor activiteiten genoemd in artikel 3.

Artikel 12: Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze subsidieregeling niet voorziet of onduidelijk is, besluit het college.

Artikel 13: Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking een dag na publicatie.

Artikel 14: Citeertitel

Deze nadere regel wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling Rondkomen gemeente Emmen 2026'.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen, gehouden op 15-04- 2025.

burgemeester en wethouders van Emmen,

de gemeentesecretaris,

M. Plantinga-Leenders

de burgemeester

H.F. van Oosterhout

Toelichting Algemeen

In de bij het Beleidskader behorende bijlage Rondkomen wordt aangegeven dat het zorgen voor de bestaanszekerheid van de inwoners van groot belang is. Om te kunnen spreken van bestaanszekerheid spelen verschillende factoren een rol. Schuldenproblematiek, het niet kunnen beschikken over voldoende middelen om deel te kunnen nemen aan onderwijs, maatschappelijke en culturele activiteiten, hebben een negatieve invloed op bestaanszekerheid. Het doel van deze regeling is bij te dragen aan het bevorderen van de bestaanszekerheid voor alle inwoners door initiatieven te subsidiëren die gericht zijn op het voorkomen van armoede en (problematische) schulden of het kunnen meedoen in de samenleving.

Organisaties, die activiteiten ontwikkelen die bijdragen aan de doelstellingen zoals verwoord in de bijlage Rondkomen, kunnen onder de voorwaarden genoemd in deze regeling in aanmerking komen voor subsidie. Deze activiteiten kunnen zeer divers van aard zijn. Bij de artikelsgewijze toelichting worden voorbeelden vermeld.

Artikelsgewijs

Artikel 1: Begripsbepalingen

De in dit artikel gedefinieerde begrippen zijn afgeleid van de begrippen zoals opgenomen in het Beleidskader en de daarbij behorende bijlage Rondkomen. Hiermee is het verband gelegd tussen de genoemde beleidsstukken en deze regeling.

Artikel 2: Doel

Uitgangspunt van de genoemde bijlage Rondkomen, is om ervoor te zorgen dat inwoners over voldoende financiële zekerheid beschikken en voldoende mogelijkheden hebben om mee te doen. Armoede en schulden moeten worden voorkomen en om mee te kunnen doen, moet er een goede toegang zijn tot onder andere, onderwijs, sportvoorziening en andere maatschappelijke en culturele activiteiten. Om dit doel te bereiken wil de gemeente samen met organisaties afspraken maken om hieraan bij te dragen. Een van de mogelijkheden die de gemeente heeft is om subsidie te verlenen voor activiteiten die hieraan bijdragen.

Artikel 3: Te subsidiëren activiteiten en reikwijdte regeling

In dit artikel zijn de activiteiten genoemd waarvoor subsidie kan worden aangevraagd. Voorbeelden van activiteiten die gericht zijn op het voorkomen en signaleren van schulden en armoede zijn onder andere:

  • -

    het verzorgen van een doelmatig aanbod van financiële educatie gericht op leerlingen van het primair- en/of het voortgezet onderwijs dat past bij de lokale behoefte en aansluit bij het curriculum;

  • -

    het verzorgen van een doelmatig aanbod van financiële educatie en budgettrainingen voor volwassen met inbegrip van het op orde brengen en houden van de administratie van inwoners met geldzorgen waardoor financiële problemen zoveel mogelijk beperkt of voorkomen worden.

Voorbeelden van activiteiten die gericht zijn op het kunnen meedoen zijn onder andere:

  • -

    het lokaal verzorgen van activiteiten die gericht zijn op het voor kinderen wegnemen van belemmeringen om volwaardig deel te kunnen nemen aan onder meer binnen- en buitenschoolse activiteiten, sport- en culturele activiteiten en zo ook het toekomstperspectief voor de kinderen kan vergroten;

  • -

    het subsidiëren van kindervakantieweken;

  • -

    het lokaal verlenen van noodhulp (in de breedste zin, voedselpakketten) aan inwoners mede gericht op het vergroten van hun toekomstperspectief.

De te subsidiëren activiteiten kunnen bestaande activiteiten zijn maar ook een aanvulling op reeds door de gemeente ingezette instrumenten. Het is aan de aanvrager dit duidelijk te omschrijven.

Artikel 4: Doelgroep

Organisaties zonder winstoogmerk kunnen subsidie aanvragen op grond van deze regeling. Van belang is dat deze organisaties werkzaam zijn in de gemeente Emmen of een vestiging hebben in de gemeente Emmen of in de regio rond de gemeente Emmen. Dit in verband met de bereikbaarheid voor de inwoners en de binding met de gemeente.

Artikel 5: De aanvraag

In dit artikel is de procedure beschreven voor het indienen van een aanvraag. Een duidelijke omschrijving van de activiteiten met argumentatie waarom deze activiteiten bijdragen aan het doel van deze regeling is noodzakelijk om de aanvraag goed te kunnen beoordelen. Een begroting is noodzakelijk om na te kunnen gaan of de opgevoerde kosten voor subsidie in aanmerking komen.

Artikel 6: Toetsingscriteria

De activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd, worden beoordeeld op de bijdrage die ze kunnen leveren aan de gestelde doelen uit het Beleidskader en de bijlage Rondkomen. In artikel 6 zijn de criteria opgenomen waaraan dit getoetst wordt.

Lid a: zijn gericht op de inwoners van de gemeente Emmen

Lid b: vinden plaats in de gemeente Emmen

Dat de activiteiten gericht zijn op de inwoners van de gemeente Emmen en in Emmen plaatsvinden spreekt voor zich. De activiteiten dienen zoveel mogelijk aan te sluiten bij de behoeften van de inwoners. Van belang is dat inwoners en/of ervaringsdeskundigen bij de activiteiten worden betrokken.

Lid c: zijn laagdrempelig en toegankelijk zijn voor de doelgroep

De locatie(s) waar de activiteiten plaatsvinden zijn fysiek toegankelijk voor mensen met een beperking. Denk hierbij aan rolstoeltoegankelijkheid, aanwezigheid van hellingen, liften en parkeermogelijkheden voor mensen met een beperking, maar ook aan de bereikbaarheid met het openbaar vervoer en doelgroepenvervoer. De aanvrager zorgt ervoor dat financiële drempels zoveel mogelijk worden weggenomen of beperkt, dat wil zeggen: de activiteiten worden in de buurt/thuisnabij georganiseerd.

De communicatie over de activiteiten is duidelijk en begrijpelijk voor een breed publiek, inclusief mensen met verschillende taalvaardigheden en niveaus van geletterdheid.

De planning van de activiteiten houdt rekening met de verschillende verplichtingen van inwoners. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat de activiteiten op verschillende tijden of dagen worden aangeboden om zoveel mogelijk inwoners te bereiken.

De activiteiten zijn toegankelijk voor álle inwoners passend bij de doelgroep, ongeacht inkomen, leeftijd, afkomst, of andere kenmerken, inclusief inwoners met een laag inkomen of die op een andere manier met (generatie)armoede te maken hebben, nieuwkomers, jongeren en (andere) kwetsbare groepen. De doelgroep wordt proactief benaderd om zoveel mogelijk inwoners te bereiken. Daarbij wordt gelet op eventuele activiteiten die specifiek zijn ontwikkeld om de inclusiviteit te bevorderen. De aanvrager neemt maatregelen om discriminatie en uitsluiting te voorkomen.

Lid d: hebben aandacht voor nazorg

De doelstellingen van de activiteiten bevatten een ‘follow-up’ of nazorgonderdeel. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat er ondersteuning wordt geboden aan deelnemers na afloop van de activiteiten, zoals ‘follow-up’-bijeenkomsten/workshops, (individuele) begeleiding, informatieverstrekking of doorverwijzing naar andere dienstenverlening.

In het subsidievoorstel is een aanpak ingebouwd om de impact en effectiviteit van de activiteiten te evalueren op de lange termijn. Dit kan bijvoorbeeld het verzamelen van feedback van deelnemers na afloop van de activiteiten omvatten, evenals monitoring van de voortgang en resultaten op de langere termijn.

Daarbij wordt gekeken of de aanvrager samenwerkt met andere relevante, gemeentelijke organisaties of instanties die nazorg kunnen bieden aan deelnemers. Dit biedt inzicht in de effectiviteit en bruikbaarheid van de geboden ondersteuning.

Lid e: zijn innovatief (ofwel vernieuwend) en voegen kwaliteit toe;

De activiteiten maken zoveel mogelijk gebruik van nieuwe benaderingen, methoden of (digitale) toepassingen die nog niet eerder zijn toegepast in vergelijkbare projecten of initiatieven. De gemeente verwacht dat dit de effectiviteit en efficiëntie van de activiteiten (verder) verbetert.

De activiteiten bieden een creatieve oplossing voor bestaande problematiek op het gebied van schulden en armoede.

De beoogde resultaten en impact van de activiteiten zijn meetbaar. De aanvrager toont aan dat de innovatieve activiteit concrete voordelen opleveren voor de inwoners/doelgroep.

De aanvrager verzamelt feedback van deelnemers, belanghebbenden en experts over de innovatieve onderdelen van de activiteit en evalueert regelmatig de effectiviteit ervan. Dit kan helpen om eventuele knelpunten in beeld te krijgen en verbeteringen door te voeren.

Lid f: spelen in op nieuwe ontwikkelingen en op nieuwe inzichten;

In de aanvraag is voldoende onderbouwd hoe ingespeeld wordt op nieuwe ontwikkelingen en op nieuwe inzichten op het gebied van rondkomen. De aanvrager kan hiervoor gebruik maken van artikelen, rapporten van overheidsinstanties of publicaties van relevante non-profitorganisaties.

De aanvrager vergelijkt de voorgestelde activiteiten met bestaande projecten, initiatieven of interventies die vergelijkbare doelstellingen hebben (benchmarken). De aanvrager legt uit hoe de voorgestelde activiteiten zich onderscheiden door gebruik te maken van nieuwe benaderingen, methoden of concepten. Zowel de aanvrager als de gemeente kunnen daarbij experts of ervaringsdeskundigen raadplegen op het gebied van rondkomen, armoedebestrijding, generatiearmoede en sociaal beleid om inzicht te krijgen in actuele trends en opkomende kwesties. Experts en ervaringsdeskundigen kunnen waardevolle informatie verstrekken over nieuwe onderzoeksbevindingen, ‘best practices’ en benaderingen waar veel van verwacht wordt.

De aanvrager betrekt, indien mogelijk, belanghebbenden zoals inwonersvertegenwoordigers, ervaringsdeskundigen en andere relevante belanghebbenden bij de evaluatie van de voorgestelde activiteiten.

De aanvrager bouwt een aanpak in voor voortdurende monitoring en evaluatie van de activiteiten, zodat eventuele nieuwe inzichten of ontwikkelingen tijdig aan de voorgestelde activiteiten kunnen worden gekoppeld. Dit kan onder meer het verzamelen van feedback van deelnemers, het bijhouden van trends en regelmatige evaluatie van de effectiviteit van de activiteiten omvatten.

Lid g: zijn aanvullend of kunnen aanvullend zijn op andere activiteiten en deze versterken

Beoordeeld wordt of de voorgestelde activiteiten aanvullend zijn op wat al wordt aangeboden. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat er specifieke doelgroepen worden bereikt die niet worden bereikt door andere initiatieven of projecten, of dat er nieuwe interventies worden voorgesteld om specifieke problematiek aan te pakken.

De aanvrager onderzoekt of er mogelijkheden zijn voor samenwerking en het behalen van voordeel tussen de voorgestelde activiteiten en andere lopende initiatieven of projecten. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat problematiek gezamenlijk wordt aangepakt of dat er gebruik wordt gemaakt van elkaars expertise of dat er doorverwijzingen plaatsvinden tussen verschillende dienstverlenende partijen.

De voorgestelde activiteit versterkt waar mogelijk de impact van andere activiteiten en past binnen het brede aanbod op het gebied van rondkomen en de aanpak van armoedeproblematiek en gerelateerde kwesties.

Lid h: zijn gericht op samenwerking met andere (gemeentelijke) partners

Het subsidievoorstel beschrijft de samenwerking met andere gemeentelijke partners. Daarbij wordt erop gelet of er (expliciet) wordt verwezen naar het belang van samenwerking voor het slagen van de activiteiten. De beschreven partners die betrokken zijn bij de activiteiten worden beoordeeld op hun relevantie en expertise op het gebied van rondkomen en gerelateerde kwesties.

Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat deze andere partners alleen met naam worden genoemd zonder verdere betrokkenheid, maar onderdeel uitmaken van de planning, uitvoering en evaluatie van de activiteiten. De aanvrager legt daarbij uit hoe de communicatie tussen de partners verloopt en geeft een weergave van de afspraken over verantwoordelijkheden en taken.

Lid i: De wijze waarop en de mate waarin bekendheid wordt gegeven aan het initiatief of de activiteit onder de inwoners van de gemeente Emmen

In het verlengde van lid c wordt van de aanvrager verwacht dat zelf de nodige aandacht

en bekendheid wordt gegeven aan activiteiten die worden gedaan.

Artikel 7: Weigeringsgronden

Naast de weigeringsgronden uit de Algemene wet bestuursrecht en de ASV, zijn in artikel 7 aanvullende weigeringsgronden opgenomen, die voor zich spreken.

Artikel 8: Subsidiabele kosten

Ter verduidelijking zijn in artikel 8 kosten opgenomen die voor subsidie in aanmerking komen.

Artikel 9: Verplichtingen

In dit artikel zijn specifieke verplichtingen opgenomen van belang voor de subsidieverstrekking.

Omdat het belangrijk is dat de activiteiten goed aansluiten bij de behoeften van de inwoners, is het gebruik maken van ervaringsdeskundigen ook een aandachtspunt voor de aanvrager.

Samenwerking met andere organisaties die bijdragen aan de in de bijlage Rondkomen opgenomen doelen, levert naar het oordeel van het college een beter resultaat op. Vandaar dat deze verplichting is opgenomen.

Het college hecht er waarde aan dat de subsidieontvanger periodiek inzichtelijk maakt wat de resultaten en effecten zijn van de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt.

Artikel 10: Verlening, vaststelling en betaling

Voor de verlening vaststelling en betaling van de subsidie wordt aangesloten bij de bepalingen van de ASV.

Artikel 11: Subsidieplafond en verdeelregels

In dit artikel zijn de verschillende subsidieplafonds en de verdeelregels vastgelegd. Als verdeelregel is gekozen de volgorde van binnenkomst van de complete aanvragen leidend te laten zijn. Dit betekent echter niet dat de eerste binnengekomen aanvraag ook daadwerkelijk in aanmerking komt voor de subsidie. Elke aanvraag wordt beoordeeld of er wordt voldaan aan de gestelde criteria die in deze regeling zijn opgenomen. Wel wordt de eerst binnengekomen complete aanvraag het eerste beoordeeld.

Voor de verschillende activiteiten zijn verschillende subsidieplafonds opgenomen. Dit om ervoor te zorgen dat er een verdeling komt over de verschillende doelen dan de regeling. Als er budget overblijft van een ingesteld plafond, kan dit worden overgeheveld naar een plafond dat wordt overschreven. Op deze manier wordt een effectieve manier van de besteding van de middelen gewaarborgd.

De overige artikelen behoeven geen nadere toelichting.