Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738341
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738341/1
Beleidsregel handhaving Wet goed verhuurderschap (Wgv)
Geldend van 23-04-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsregel handhaving Wet goed verhuurderschap (Wgv)Datum: 1 april 2025
De algemene regels Wgv incl. Wbh
Hieronder wordt de inhoud van de algemene regels in kort bestek beschreven. LEES ALTIJD IN COMBINATIE MET HANDREIKING EN WETSTEKST!
Algemene Regels Wgv |
Normering |
In de praktijk |
|
Het is verboden om onderscheid te maken op grond van ras, geloofsovertuiging, politieke overtuiging, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid, burgerlijke staat, handicap of chronische ziekte. De Wgv richt zich o.a. op het door de verhuurder of verhuurbemiddelaars gehanteerde proces dat zorgt voor het voorkomen van discriminatie. |
Wgv gaat om:
|
|
De verhuurder dient zich te onthouden van iedere vorm van intimidatie: "iemand die door lichamelijk of psychisch geweld, bedreiging met geweld of een feitelijkheid wordt gedwongen om iets te doen, niet te doen of te dulden". |
Vanuit de Wgv betekent dit dat verhuurders, verhuurbemiddelaars en beheerders:
|
|
Een verhuurder mag geen waarborgsom rekenen die hoger is dan hetgeen daarover in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald. |
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek heeft een nieuw artikel gekregen (artikel 261b, tweede lid van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek), waarin de hoogte van de waarborgsom wordt gemaximeerd op tweemaal de kale aanvangshuurprijs. |
|
à Dit geldt voor nieuwe overeenkomsten na 1 juli 2023. |
Om te beoordelen of sprake is van een huurovereenkomst, dient gekeken te worden of is voldaan aan de definitie van een huurovereenkomst in de wet. Deze definitie staat vermeld in artikel 201 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Op grond van dit artikel is huur de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie. Van belang zijn dus in beginsel twee essentialia waaraan voldaan moet zijn om te spreken van een huurovereenkomst:
|
|
De verhuurder of de verhuurbemiddelaar heeft de plicht om schriftelijk informatie aan de huurder te verstrekken. à In het geval van reguliere verhuur geldt dit voor nieuwe overeenkomsten na 1 juli 2023. Voor overeenkomsten afgesloten voor de inwerkingtreding van de wet, verstrekt de verhuurder deze informatie uiterlijk per 1 juli 2024. |
De verhuurder dient de huurder te informeren over:
|
|
Gemeenten kunnen handhaven op de wijze waarop de servicekosten daadwerkelijk in rekening worden gebracht. Dit moet plaatsvinden overeenkomstig de artikelen 259 en 261 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek: de verhuurder brengt geen andere servicekosten in rekening dan opgenomen in de artikelen 259 en 261 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. |
In de wet is omschreven welke kosten onderdeel zijn van de kale huurprijs en welke kosten als servicekosten in rekening mogen worden gebracht. Daarnaast zijn er ook voorzieningen – en daarmee kosten – die hier buiten vallen. Kale huurprijs
Servicekosten
Overige kosten
|
|
Voor verhuurbemiddelaars geldt dat zij geen dubbele bemiddelingskosten in rekening mogen brengen. Dit is bepaald in artikel 417, vierde lid van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Er geldt een verbod op het dienen van twee heren bij koop of huur van onroerende zaken. |
Deze bepaling verbiedt het in rekening brengen van bemiddelingskosten (ook wel loon) bij de huurder als de lasthebber/tussenpersoon (de bemiddelaar/ makelaar) in opdracht van beide partijen bemiddelt inzake de (ver)huur van (een gedeelte van) een onroerende zaak en één van de partijen een particulier is. In dat geval heeft de lasthebber/tussenpersoon geen recht op loon van de huurder. De wet biedt geen volledige duidelijkheid over wat wel en niet onder het begrip 'loon' valt. Over het algemeen wordt ervan uitgegaan dat alle kosten die bij de bemiddeling zijn gemaakt in het proces van het zoeken naar een huurwoning en het sluiten van een huurovereenkomst loon zijn. |
|
Het is verboden een gereguleerde woonruimte (186 WWS-punten- (€1.123,13 prijspeil jan. 2024) te verhuren met een huurprijs die hoger is dan het WWS(O) toestaat. |
Het gereguleerde segment betreft ook de middenhuur (tot 186 punten). Gemeenten kunnen handhaven indien verhuurders te hoge huurkosten in rekening brengen, gemeenten kunnen er echter niet voor zorgen dat huurders te veel betaalde huur terugkrijgen, dat kan enkel de Huurcommissie. Het is daarom aan te bevelen dat het huurders duidelijk wordt gemaakt dat zij zich bij de Huurcommissie melden. Gemeenten krijgen inzicht in lopende zaken bij de Huurcommissie en de uitspraken die zij doet, en kunnen de door hen opgestelde puntentelling gebruiken in de handhaving. Indien er geen zaak bij de Huurcommissie loopt, kunnen gemeenten zelf een WWS-puntentelling uitvoeren of, tegen een vergoeding van € 500, een verklaring van de puntentelling aan de Huurcommissie vragen. |
|
Met ingang van de Wet betaalbare huur is het verhuurders, toegelaten instellingen en dochtermaatschappijen verboden een huurverhoging toe te passen die het maximaal toegestane huurverhogingspercentage overschrijdt. |
De maximale huurverhoging is vastgelegd in een ministeriële regeling bij of krachtens artikel 10, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en geld voor het gereguleerde segment. Per woningsegment geldt een ander percentage waarbij de huurprijs verhoogd kan worden. Zie voor de actuele percentages de website van de Rijksoverheid, voor 2024 is dat hier te vinden. |
Sanctie per overtreding
Bij overtreding van de Wgv kan zowel een bestuurlijke boete als een last onder bestuursdwang/ last onder dwangsom worden opgelegd. Van de last onder bestuursdwang, maakt het college in het geval van de Wgv geen gebruik. Over het algemeen wordt er in eerste instantie een waarschuwing bestuurlijke boete verstuurd en eventueel een (waarschuwing) last onder dwangsom. Bij herhaalde overtreding kan er een bestuurlijke boete volgen.
Bij vaststelling van een eerste overtreding volgt dus veelal een waarschuwing (bestuurlijke boete/last onder dwangsom), tenzij de overtreding zo ernstig is dat meteen handhavend optreden noodzakelijk is. Hieronder wordt per mogelijke overtreding aangegeven welke handhavende maatregel volgt:
Overtreding |
Waarschuwing Last onder dwangsom |
Last onder dwangsom |
Waarschuwing bestuurlijke boete |
Bestuurlijke boete |
|
|
0 |
0 |
0 |
X |
Gericht op het voorkomen van misstanden bij verhuur: bestuurlijke boete. |
|
0 |
0 |
0 |
X |
Gericht op het voorkomen van misstanden bij verhuur: bestuurlijke boete. |
|
0 |
0 |
X |
X |
Gericht tegen onrechtmatig financieel gewin: waarschuwing bestuurlijke boete. Bij een tweede overtreding volgt een bestuurlijke boete. |
|
X |
X |
X |
X |
Gericht op het voldoen aan administratieve eisen: waarschuwing last onder dwangsom (redelijke termijn van in de regel 14 dagen voor herstel), bij geen herstel volgt een last onder dwangsom. Daarnaast wordt er een waarschuwing bestuurlijke boete verstuurd. Vanaf een tweede overtreding wordt er naast een (waarschuwing) last onder dwangsom ook een bestuurlijke boete opgelegd. |
|
X |
X |
X |
X |
Gericht op het voldoen aan administratieve eisen en het voorkomen van misstanden bij verhuur: waarschuwing last onder dwangsom (redelijke termijn van in de regel 14 dagen voor herstel), bij geen herstel volgt een last onder dwangsom. Daarnaast wordt er een waarschuwing bestuurlijke boete verstuurd. Vanaf een tweede overtreding wordt er naast een (waarschuwing) last onder dwangsom ook een bestuurlijke boete opgelegd. |
|
X |
X |
X |
X |
Gericht op het voldoen aan administratieve eisen: waarschuwing last onder dwangsom (redelijke termijn van in de regel 14 dagen voor herstel), bij geen herstel volgt een last onder dwangsom. Daarnaast wordt er een waarschuwing bestuurlijke boete verstuurd. Vanaf een tweede overtreding wordt er naast een (waarschuwing) last onder dwangsom ook een bestuurlijke boete opgelegd. |
|
0 |
0 |
X |
X |
Gericht tegen onrechtmatig financieel gewin: waarschuwing bestuurlijke boete. Bij een tweede overtreding volgt een bestuurlijke boete. |
|
0 |
0 |
X |
X |
Gericht tegen onrechtmatig financieel gewin: waarschuwing bestuurlijke boete. Bij een tweede overtreding volgt een bestuurlijke boete. |
|
0 |
0 |
X |
X |
Gericht tegen onrechtmatig financieel gewin: waarschuwing bestuurlijke boete. Bij een tweede overtreding volgt een bestuurlijke boete. |
|
0 |
0 |
X |
X |
Gericht tegen onrechtmatig financieel gewin: waarschuwing bestuurlijke boete. Bij een tweede overtreding volgt een bestuurlijke boete. |
Inbeheername
Indien aan een verhuurder of verhuurbemiddelaar in een periode van vier jaar voorafgaand aan de constatering dat hij handelt in strijd met de regels van goed verhuurderschap reeds tweemaal eerder een bestuurlijke boete is opgelegd voor het overtreden van deze regels, kan besloten worden tot inbeheername.
Openbaarmaking
Het college kan (volgens artikel 20, lid 1, Wet goed verhuurderschap) de gegevens van verhuurders of verhuurbemiddelaars openbaar maken als een bestuurlijke boete aan hen is opgelegd voor het handelen in strijd met de regels van goed verhuurderschap, of wanneer een besluit tot inbeheername is genomen.
Voorafgaand aan openbaarmaking weegt de gemeente nadrukkelijk het doel van de openbaarmaking en de privacy en andere belangen van verhuurder of verhuurbemiddelaar af.
Bedragen last onder dwangsom en bestuurlijke boete
Last onder dwangsom Wgv
Tabel overtredingen in het eerste pand
Overtreding |
Artikel Wgv |
Bij 1e overtreding in het eerste pand |
Bij 2e overtreding in het eerstepand |
Vanaf de 3e overtreding in het eerste pand |
|
|
Artikel 2, lid 2, onder d |
Waarschuwing last onder dwangsom (termijn van 14 dagen voor herstel) |
Opleggen last onder dwangsom van € 1.000,- per constatering met een maximum van € 5.000,- |
te verbeuren dwangsom € 1.000,- |
|
|
Artikel 2, lid 3, onder a |
Waarschuwing last onder dwangsom (termijn van 14 dagen voor herstel) |
Opleggen last onder dwangsom van € 1.000,- per constatering met een maximum van € 5.000,- |
te verbeuren dwangsom € 1.000,- |
|
|
Artikel 2, lid 2, onder e onder 1, 2, 3, 4 |
Waarschuwing last onder dwangsom (termijn van 14 dagen voor herstel) |
Opleggen last onder dwangsom van € 750,-. Per constatering met een maximum van € 3.750,- |
te verbeuren dwangsom € 750,- |
|
|
Artikel 2, lid 2, sub e onder 5 |
Waarschuwing last onder dwangsom (termijn van 14 dagen voor herstel) |
Opleggen last onder dwangsom van € 750,-. Per constatering met een maximum van € 3.750,- |
te verbeuren dwangsom € 750,- |
|
|
Artikel 2, lid 2, sub e onder 6 |
Waarschuwing last onder dwangsom (termijn van 14 dagen voor herstel) |
Opleggen last onder dwangsom van € 750,-. Per constatering met een maximum van € 3.750,- |
te verbeuren dwangsom € 750,- |
|
|
Artikel 2, lid 3, sub b |
Waarschuwing last onder dwangsom (termijn van 14 dagen voor herstel) |
Opleggen last onder dwangsom van € 750,-. Per constatering met een maximum van € 3.750,- |
te verbeuren dwangsom € 750,- |
Tabel overtredingen in het tweede pand of elk ander pand van dezelfde verhuurder/verhuurbemiddelaar
Overtreding |
Artikel Wgv |
Bij 1e overtreding in het eerste pand |
Bij 2e overtreding in het eerste pand |
Vanaf de 3e overtreding in het eerste pand |
|
Artikel 2, lid 2, onder d |
Waarschuwing last onder dwangsom (termijn van 14 dagen voor herstel) |
Opleggen last onder dwangsom van € 1.000,- per constatering met een maximum van € 5.000,- |
te verbeuren dwangsom € 1.000,- |
|
Artikel 2, lid 3, onder a |
Waarschuwing last onder dwangsom (termijn van 14 dagen voor herstel) |
Opleggen last onder dwangsom van € 1.000,- per constatering met een maximum van € 5.000,- |
te verbeuren dwangsom € 1.000,- |
|
Artikel 2, lid 2, onder e onder 1, 2, 3, 4 |
Waarschuwing last onder dwangsom (termijn van 14 dagen voor herstel) |
Opleggen last onder dwangsom van € 750,-. Per constatering met een maximum van € 3.750,- |
te verbeuren dwangsom € 750,- |
|
Artikel 2, lid 2, sub e onder 5 |
Waarschuwing last onder dwangsom (termijn van 14 dagen voor herstel) |
Opleggen last onder dwangsom van € 750,-. Per constatering met een maximum van € 3.750,- |
te verbeuren dwangsom € 750,- |
|
Artikel 2, lid 2, sub e onder 6 |
Waarschuwing last onder dwangsom (termijn van 14 dagen voor herstel) |
Opleggen last onder dwangsom van € 750,-. Per constatering met een maximum van € 3.750,- |
te verbeuren dwangsom € 750,- |
|
Artikel 2, lid 3, sub b |
Waarschuwing last onder dwangsom (termijn van 14 dagen voor herstel) |
Opleggen last onder dwangsom van € 750,-. Per constatering met een maximum van € 3.750,- |
te verbeuren dwangsom € 750,- |
De last onder dwangsom betreft een pandgebonden maatregel.
Een last onder dwangsom is een herstelmaatregel.
Bestuurlijke boete Wgv
Overtreding |
Artikel Wgv |
Bij 1e overtreding |
Bij 2e overtreding |
Vanaf de 3e overtreding |
|
Artikel 2, lid 2, onder a |
€ 3.000,- |
€ 4.500,- |
€ 6.000,- Lineair oplopen boetebedrag: + € 1.500 per extra overtreding |
|
Artikel 2, lid 2, onder b |
€ 4.000,- |
€ 6.000,- |
€ 8.000,- Lineair oplopen boetebedrag: + € 2.000 per extra overtreding |
|
Artikel 2, lid 2, onder c |
Waarschuwing |
€ 1.200,- |
€ 1.800,- Lineair oplopen boetebedrag: + € 600 per extra overtreding |
|
Artikel 2, lid 2, onder d |
Waarschuwing |
€ 1.000,- |
€ 1.500,- Lineair oplopen boetebedrag: + € 500 per extra overtreding |
|
Artikel 2, lid 3, onder a |
€ 1.000,- |
€ 1.500,- |
€ 2.000,- Lineair oplopen boetebedrag: + € 500 per extra overtreding |
|
Artikel 2, lid 2, onder e onder 1, 2, 3, 4 |
Waarschuwing |
€ 750,- |
€ 1.500,- Lineair oplopen boetebedrag: + € 750 per extra overtreding |
|
Artikel 2, lid 2, sub e onder 5 |
Waarschuwing |
€ 750,- |
€ 1.500,- Lineair oplopen boetebedrag: + € 750 per extra overtreding |
|
Artikel 2, lid 2, sub e onder 6 |
Waarschuwing |
€ 750,- |
€ 1.500,- Lineair oplopen boetebedrag: + € 750 per extra overtreding |
Overtreding |
Artikel Wgv |
Bij 1e overtreding |
Bij 2e overtreding |
Vanaf de 3e overtreding |
|
Artikel 2, lid 3, sub b |
Waarschuwing |
€ 750,- |
€ 1.500,- Lineair oplopen boetebedrag: + € 750 per extra overtreding |
|
Artikel 2, lid 2, onder f |
Waarschuwing |
€ 1.000,- |
€ 1.500,- Lineair oplopen boetebedrag: + € 500 per extra overtreding |
|
Artikel 2, lid 4 |
Waarschuwing |
€ 1.000,- |
€ 1.500,- Lineair oplopen boetebedrag: + € 500 per extra overtreding |
|
Artikel 2a, lid 1 en 3 |
Waarschuwing |
Overtreding (< € 500,- financieel gewin): € 1.000,- Ernstige overtreding (≥ € 500,- financieel gewin): € 2.000,-1 |
Overtreding: € 1.500,- Lineair oplopen boetebedrag: + € 500,- per extra overtreding Ernstige overtreding: € 3.000,- Lineair oplopen boetebedrag: + € 1.000 per extra overtreding |
9. Maximaliseren huurprijsverhoging |
Artikel 2a, lid 4 |
Waarschuwing |
€ 750,- |
€ 1.125,- Lineair oplopen boetebedrag: + € 375,- per extra overtreding |
De bestuurlijke boete is persoonsgebonden. Dit betekent dat het gaat om het overtreden van dezelfde overtreding door één (rechts)persoon voor het doorlopen van bovenstaande tabel. Of er sprake is van hetzelfde pand, is dus niet van belang (behalve bij het bepalen van de hoogte van de boete van punt 8).
De waarschuwing bestuurlijke boete blijft twee jaar van kracht. Indien er dus binnen twee jaar opnieuw een overtreding van dezelfde bepaling onder de Wet goed verhuurderschap wordt geconstateerd die gerelateerd is aan een pand dat door dezelfde persoon (verhuurder/verhuurbemiddelaar) wordt verhuurd kan er een bestuurlijke boete worden opgelegd.
De lineaire verhoging houdt het volgende in:
Bij een eerste overtreding wordt bijvoorbeeld een bestuurlijke boete van € 1.000,- opgelegd. Bij de tweede overtreding wordt het bedrag van de bestuurlijke boete verhoogd met de helft van dit bedrag (€ 500,-). De bestuurlijke boete voor de tweede overtreding bedraagt dan € 1.500,-. Per overtreding wordt het bedrag van de bestuurlijke boete vermeerderd met de helft van het bedrag van de eerste overtreding. De bestuurlijke boete voor de derde overtreding bedraagt dan dus € 2.000,-.
Opmerkingen Wet betaalbare huur en het WWS(O):
Met betrekking tot de Wet betaalbare huur en het WWS(O) wordt er een marge gehanteerd ten aanzien van de puntentelling. Bij een puntenverschil van 2 of minder punten, wordt er niet over gegaan tot handhavend optreden of het versturen van een waarschuwingsbrief.
Cautie en het recht op rechtsbijstand:
In het geval van het (mogelijk) opleggen van een bestuurlijke boete, is er sprake van het verlenen van cautie en het recht op rechtsbijstand. Dit betekent dat degene die wordt verhoord met het oog op het opleggen van een bestuurlijke boete niet verplicht is ten behoeve daarvan verklaringen af te leggen omtrent de (vermeende) overtreding. Daarnaast komt diegene het recht op rechtsbijstand toe.
Medewerking vorderen:
Bij bepaalde (vermeende) overtredingen van de Wet goed verhuurderschap is het van belang dat een verhuurder/verhuurbemiddelaar op gesprek komt. In bepaalde gevallen, kan er medewerking in de vorm van een gesprek worden gevorderd op basis van onderstaande wet- en regelgeving. Of dit van toepassing is, wordt per casus beoordeeld.
In artikel 5:20 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht staat dat een ieder verplicht is aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redelijk termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.
In artikel 5:13 van de Awb staat dat een toezichthouder alleen gebruik maakt van zijn bevoegdheden voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is.
Uit het eerste lid van artikel 5:20 volgt de verplichting om medewerking te verlenen. Deze medewerking kan in alle vormen worden gevorderd. De toezichthouder kan enkel gebruik maken van deze bevoegdheid wanneer dit noodzakelijk is voor de toezichthoudende taak de vordering proportioneel is van aard. Indien het noodzakelijk is voor de volledigheid en/of het belang van het onderzoek kan de verplichting tot medewerking in de vorm van een gesprek worden gevorderd. Indien hiervan gebruik wordt gemaakt wordt er gekeken naar de belangen van de verhuurder/verhuurbemiddelaar en de mate waarin de vordering de verhuurder/verhuurbemiddelaar belast.
Uit artikel 5:20 lid 3 van de Awb volgt dat de toezichthouder bevoegd is om een last onder dwangsom op te leggen wanneer er geen medewerking wordt verleend.
Afwijken van de beleidsregel:
De gemeente/het bestuursorgaan handelt overeenkomstig bovenstaande beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl