Luchthavenregeling zweefvliegterrein Venlo

Geldend van 04-04-2025 t/m heden

Intitulé

Luchthavenregeling zweefvliegterrein Venlo

Op 29 juni 2020 hebben de Provinciale Staten van Limburg de laatste wijzigingen in de Verordening Luchthavens vastgesteld. Deze wijzigingen zijn gepubliceerd in het Provinciaal Blad (nr. 2020/4616). De verordening bevat verschillende regelingen voor luchthavens, waaronder die voor het zweefvliegterrein in Venlo.

Op 30 augustus 2017 is de Wet Luchtvaart gewijzigd(Stb. 2017/320). Sindsdien zijn Gedeputeerde Staten bevoegd om luchthavenregelingen vast te stellen volgens artikel 8.64, eerste lid, van de Wet luchtvaart. Volgens het overgangsrecht zoals opgenomen in artikel IV, tweede lid, van de Verzamelwet IenM 2017,Stb. 2017/320, wordt een luchthavenregeling die bij verordening van Provinciale Staten is vastgesteld op grond van artikel 8.64 van de Wet luchtvaart zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, aangemerkt als een luchthavenregeling vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten op grond van artikel 8.64 van de Wet luchtvaart, zoals dat komt te luiden na inwerkingtreding van deze wet.

LUCHTHAVENREGELING ZWEEFVLIEGTERREIN VENLO

Artikel 1.

Deze luchthavenregeling betreft de luchthaven zweefvliegterrein Venlo.

Artikel 2.

De exploitant van het zweefvliegterrein is de vereniging Venlose Zweefvlieg Club. De luchthavenregeling kan niet over gaan op een andere exploitant.

Artikel 3.

De geografische positie van het zweefvliegterrein is 51.21.47 N.B. en 006.12.58 O.L. Het terrein is op een kaart aangeduid, die als bijlage onderdeel uitmaakt van deze regeling.

Artikel 4.

Het zweefvliegterrein mag uitsluitend worden gebruikt voor het opstijgen en landen van (motor)zweefvliegtuigen en sleepvliegtuigen.

Artikel 5.

Het opstijgen en landen van de in artikel 4 genoemde vliegtuigen mag uitsluitend geschieden binnen de uniforme daglichtperiode (UDP) als bedoeld in artikel 1 van het luchtverkeersreglement.

Artikel 6.

De windrichting wordt door een windzak aangegeven.

Artikel 7.

Tijdens het starten en landen van de vliegtuigen dienen op de luchthaven afdoende brandblusmiddelen aanwezig te zijn, voor onmiddellijk gebruik gereed, geschikt voor het blussen van vliegtuigbranden. Deze verplichting geldt niet indien uitsluitend wordt gebruik gemaakt van de lierstart methode.

Artikel 8.

De exploitant wijst een persoon aan, de beheerder van de luchthaven, die verantwoordelijk is voor de toestand en het gebruik van de luchthaven. De persoonsgegevens van de beheerder worden gemeld aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.

Artikel 9.

De beheerder van de luchthaven is verplicht om, indien de luchthaven door enigerlei omstandigheid gevaarlijk is geworden of zal worden voor het gebruik door vliegtuigen, daarvan zo spoedig mogelijk, onder vermelding van bijzonderheden dienaangaande, kennis te geven aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.

Artikel 10.

De exploitant dient alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat de overheid dan wel derden schade lijden als gevolg van het gebruik van de luchthaven en is voorts gehouden om eventuele schade, die desondanks is ontstaan, te vergoeden.

Artikel 11.

De volgende wijzigingen dienen onverwijld aan de afdeling Handhaving van de Provincie te worden gemeld:

  • a.

    wijzigingen van de naam van de beheerder;

  • b.

    wijzigingen van of in het landingsterrein of de landingsplaats;

  • c.

    wijzigingen in de hindernisvrije in- en uitvliegsectoren.

Artikel 12.

De rechten welke uit het eigendom ten aanzien van het bovenbedoeld terrein voortvloeien of andere gebruiksrechten van het terrein blijven onverlet.

Artikel 13.

Aan de voorwaarden welke aan het gebruik van het terrein door of vanwege de Burgemeester van de gemeente Venlo zijn of worden gesteld, moet worden voldaan. Indien deze voorwaarden op enigerlei wijze strijdig zijn met de bepalingen van deze luchthavenregeling treden Gedeputeerde Staten in overleg met de burgemeester.

Artikel 14.

Aan de voorwaarden welke aan het gebruik van het terrein door of vanwege de eigenaar zijn of zullen worden gesteld, moet worden voldaan. Indien deze voorwaarden op enigerlei wijze strijdig zijn met de bepalingen van deze luchthavenregeling treden Gedeputeerde Staten in overleg met de eigenaar.

Artikel 15.

De artikelen 19, 20, 22, 29 en 30 van de “Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen” zijn van overeenkomstige toepassing.

Ondertekening

Bijlage - Plattegrond Zweefvliegterrein Venlo

afbeelding binnen de regeling