Welstand-gebiedscriteria ‘Havenfront Willemstad’

Ligging

Het gebied genaamd havenfront Willemstad ligt tussen het Hollandsch Diep en de vesting van Willemstad. Het loopt vanaf de westzijde van de buitenhaven tot aan de westzijde van de werkhaven. Het grootste deel van het gebied ligt aan de noordzijde van de Hellegatseweg en de Lantaarndijk.

Gebiedsbeschrijving

Het gebied bestaat voor het grootste deel uit openbaar gebied ingericht voor een recreatieve functie. Bebouwing komt voor aan de oostzijde bij de ingang van de buitenhaven, aan de westzijde, een omvangrijker complex met diverse functies, en daartussen een verenigingsverzamelgebouw. Het gebied ligt, vanaf het water gezien, voor de vesting en dus het karakteristieke silhouet van Willemstad. Het openbare gebied is enerzijds gericht op verkeersafwikkeling en parkeeropvang voor de recreatieve functies in Willemstad en het gebied zelf. Anderzijds kent het gebied zijn eigen recreatieve functie gericht op recreëren aan het water. De voormalige werkhaven heeft een grote invloed op het gebied, alle activiteiten met en rondom boten zijn van grote invloed op het beeld van het gebied

De vormgeving van de bebouwing in het gebied heeft het doel een traditionele / historische sfeer te bereiken die sterk aansluit bij de bestaande vesting van Willemstad.

Het gebied ligt binnen het beschermde stadsgezicht van Willemstad, er zijn echter geen monumenten aanwezig in het gebied zelf.

Welstandsniveau 1

Criteria:

Hoofdaspecten

• •

  Hoofdingangen van gebouwen moeten aan openbare verkeersroutes of verblijfgebieden gesitueerd zijn.

• •

  Gevels van aan elkaar grenzende gebouwen moeten variëren in hoogte en indeling

• •

  Voorgevels van naburige gebouwen moeten in één lijn liggen

• •

  Achterterreinen moeten van het zicht vanaf de openbare verkeersroutes afgeschermd worden, bij voorkeur door poorten.

• •

  Wijzigingen van een gebouw moeten aansluiten bij de bestaande architectuur van dat gebouw.

• •

  Aan- en opbouwen moeten op het niveau van de hoofdaspecten wanneer functioneel mogelijk dezelfde architectonische kenmerken als de hoofdbouwmassa hebben.

Deel Aspecten

• •

  Daken moeten bedekt zijn met oranjerode of matgrijze pannen

• •

  Gevels moeten uitgevoerd zijn in bruinrode baksteen en/of wit stucwerk

• •

  Entreepartijen moeten centraal in de gevel liggen.

• •

  De gevelcompositie moet symmetrisch opgebouwd zijn.

• •

  De verhouding tussen de begane grond en daarboven gelegen verdiepingen (die doorgaans lager zijn), moet ook zichtbaar zijn in de verhouding van de raamopeningen

• •

  Wijzigingen van een gebouw, op deelaspect niveau, moeten aansluiten bij de bestaande architectuur van dat gebouw.

• •

  Aan- en opbouwen moeten op het niveau van de deelaspecten wanneer functioneel mogelijk dezelfde architectonische kenmerken als de hoofdbouwmassa hebben.

Detailaspecten

• •

  Er moet een trasraam van worden toegepast

• •

  Raamopeningen/kozijnen moeten gedeeld zijn.

• •

  Gevelopeningen moeten voorzien zijn van lijstwerk of een kroonlijst.

• •

  Houtwerk in de gevel moet geschilderd zijn (kozijnen, lijsten, luiken).

• •

  Ramen moeten voorzien zijn van een negge van 5-10 cm, terugliggend.

• •

  Reclame of bedrijfsnamen mogen zich uitsluitend binnen het vlak van de gevel bevinden en enkel parallel daaraan zijn bevestigd.

• •

  Wijzigingen van een gebouw op detailniveau moeten aansluiten bij de bestaande architectuur van dat gebouw.

• •

  Aan- en opbouwen moeten op het niveau van de detailaspecten wanneer functioneel mogelijk dezelfde architectonische kenmerken als de hoofdbouwmassa hebben.

Gebied waarvoor de bovenstaande gebiedscriteria gelden: