Regeling vervalt per 17-04-2028

Aanwijzingsbesluit autobranche bedrijventerrein Nieuw Overvecht als vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteit

Geldend van 17-04-2025 t/m 16-04-2028

Intitulé

Aanwijzingsbesluit autobranche bedrijventerrein Nieuw Overvecht als vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteit

De burgemeester van de gemeente Utrecht,

  • Gelet op artikel 2:47 van de Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht 2010;

Gezien:

- de bestuurlijke rapportage ‘bedrijventerrein Nieuw Overvecht’ van de politie Midden-Nederland, district Utrecht-stad, 31 oktober 2024;

- het rapport ‘Kijk op de georganiseerde ondermijnende criminaliteit in de eenheid Midden-Nederland’, 30 juni 2024, politie Midden-Nederland;

- het ‘Ervaringsonderzoek vergunningplicht bedrijventerrein Nieuw Overvecht’, DSP-groep, november 2024;

- de Veiligheidsagenda Utrecht 2023-2026. Voor een veilige en leefbare stad;

- de beleidsnota ‘Grenzen stellen, perspectief bieden’. Een veilige en leefbare stad door het tegengaan van de ontwrichtende effecten van drugsgerelateerde criminaliteit, gemeente Utrecht, december 2021;

- het rapport ‘Drugscriminaliteit Utrecht 2021. Een geïntegreerd beeld van de gemeente Utrecht en politie Midden-Nederland, bureau Broekhuizen’, juni 2021.

Overwegende:

- dat in de Veiligheidsagenda Utrecht 2023-2026 de aanpak van de ontwrichtende effecten van drugsgerelateerde criminaliteit geldt als één van de belangrijkste ambities;

- dat in de beleidsnota ‘Grenzen stellen, perspectief bieden’ is gekozen voor een verstevigde aanpak van de voor ondermijning kwetsbaar gebleken gebieden zoals bedrijventerrein Nieuw Overvecht;

- dat de problematiek in Overvecht, zoals omschreven in het actieprogramma Samen voor Overvecht, roept om verdere en langdurige intensivering van overheidsmaatregelen;

- dat de autobranche op het bedrijventerrein Nieuw Overvecht in 2022 is aangewezen als vergunningplichtig in de zin van artikel 2:47 van de Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht 2010, hierna: APV) en dat dit aanwijzingsbesluit afloopt op 21 april 2025;

- dat er in de periode augustus tot oktober 2024 een evaluatie is uitgevoerd bestaande uit een bestuurlijke rapportage van de politie, een gemeentelijk informatierapport en een ervaringsonderzoek onder belanghebbenden van de vergunningplicht door een extern adviesbureau;

- uit deze recente evaluatie is gebleken dat de vergunningplicht op het bedrijventerrein een positief effect heeft gehad op de leefbaarheid, openbare orde en veiligheid, dat verschillende malafide ondernemingen hun activiteiten hebben gestaakt en dat er sprake is van meer diversiteit in het type bedrijvigheid;

- dat uit een recente bestuurlijke rapportage van de politie blijkt dat, sinds de aanwijzing van de autobranche op het bedrijventerrein Nieuw Overvecht als vergunningplichtig, het aantal geregistreerde ernstige incidenten en het aantal strafbare onderzoeken in relatie tot de autobranche zijn afgenomen. Desalniettemin geconcludeerd wordt dat er nog altijd duidelijke signalen zijn die er op wijzen dat de autobranche op het bedrijventerrein kwetsbaar is voor criminele inmenging;

- dat door deze kwetsbaarheid de openbare orde en de leefbaarheid op bedrijventerrein Nieuw Overvecht evenals de economische ontwikkeling nog steeds onder druk staan;

- dat met het in standhouden van een vergunningplicht voor de autobranche in dit gebied een instrument voorhanden blijft om (het faciliteren van) ondermijnende activiteiten in dit gebied te weren en de vestiging van bonafide ondernemers te stimuleren;

- dat de burgemeester op 21 november 2024 een ontwerp-aanwijzingsbesluit voor de autobranche op bedrijventerrein Nieuw Overvecht als vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteit bekend heeft gemaakt op www.officielebekendmakingen.nl;

- dat belanghebbenden conform het bepaalde in artikel 4:8 van de Awb, gedurende vier weken in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunt te geven over het voorgenomen aanwijzingsbesluit door mondeling of schriftelijk hun zienswijze(n) kenbaar te maken;

- dat er één zienswijze op het ontwerp-aanwijzingsbesluit is ingediend

- dat de burgemeester de zienswijze heeft bestudeerd en de aangehaalde aspecten heeft overwogen maar dat dit niet heeft geleid tot een ander besluit.

Besluit het volgende:

De autobranche op bedrijventerrein Nieuw Overvecht voor de duur van drie jaar aan te wijzen als vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteit.

Artikel 1 Definitie en afbakening

In dit besluit wordt verstaan onder

Autobranche: de activiteit die in ieder geval bestaat uit het bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, tegen een vergoeding (in welke vorm dan ook) beschikbaar stellen van motorvoertuigen of -onderdelen, wassen, onderhouden, repareren en keuren van motorvoertuigen alsmede het verzorgen van praktijkonderwijs gericht op het behalen van een rijvaardigheidsbewijs.

Bedrijventerrein Nieuw Overvecht: het gebied zoals aangegeven op bijlage 1 behorende bij dit besluit.

Artikel 2 Vergunningplicht

De autobranche op bedrijventerrein Nieuw Overvecht wordt aangewezen voor de duur van drie jaar als vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteit zoals bedoeld in artikel 2:47 APV.

Artikel 3 Huidige vergunningen

Een vergunning, verleend op grond van en voor de duur van het ‘Aanwijzingsbesluit autobranche Nieuw Overvecht als vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteit’ d.d. 11 november 2022, geldt als een vergunning op grond van artikel 2:47 APV op grond van het onderhavige aanwijzingsbesluit en geldt voor de duur van het onderhavige aanwijzingsbesluit.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 5 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Aanwijzingsbesluit autobranche bedrijventerrein Nieuw Overvecht als vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteit’.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Utrecht op 10 april 2025

De burgemeester,

Sharon A.M. Dijksma

Ingebrachte zienswijze

Op 21 november 2024 is het ontwerp-aanwijzingsbesluit gedurende vier weken ter inzage gelegd. Gedurende de inzageperiode is één zienswijze ingediend door een belanghebbende.

Ik heb de ingediende zienswijze zorgvuldig beoordeeld. Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste punten uit de zienswijze en mijn reactie daarop:

  • 1.

    De redenen die ten grondslag liggen aan het voorgenomen besluit lijken niet in overeenstemming met de feitelijke situatie.

Reactie: voor het oordeel van de feitelijke situatie baseer ik mij op politie-informatie die op ambtseed of ambtsgelofte is opgemaakt. Het is vaste rechtspraak dat een bestuursorgaan in beginsel mag uitgaan van de juistheid van de bevindingen in een op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend proces-verbaal. Dat deze informatie onjuist is wordt niet geloofwaardig en gemotiveerd betwist, er wordt enkel gesteld dat de informatie in het voorgenomen besluit niet klopt. Gelet hierop bestaat er voor mij geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de bevindingen van de politie en leg ik deze dan ook mede ten grondslag aan dit besluit. Daarbij neem ik tevens in ogenschouw dat in het ervaringsonderzoek dat is uitgevoerd door een extern adviesbureau naar voren komt dat bijna 80% voorstander is van het voortzetten van de vergunningplicht.

  • 2.

    Het ontbreekt aan dialoog vanuit de gemeente met de betrokken ondernemers als direct belanghebbenden over voortzetting van de vergunningplicht hetgeen het vertrouwen in transparante besluitvorming ondermijnt.

Reactie: In de tweede helft van 2024 heeft er een ervaringsonderzoek plaatsgevonden dat is uitgevoerd door een onafhankelijk adviesbureau. Dat onderzoek heeft in alle openheid plaatsgevonden en waaraan alle betrokken ondernemers konden deelnemen. Enkele tientallen betrokken ondernemers zijn geïnterviewd en bevraagd op hun ervaring met meerdere aspecten rond de invoering en uitvoering van de vergunningplicht. Er zijn in oktober 2024 drie gesprekken geweest op het bedrijventerrein met de ondernemersvereniging en een aantal ondernemers waarin is verteld over de resultaten van de enquêtes. De ondernemersvereniging heeft in haar nieuwsbrief van september 2024 bericht over het ervaringsonderzoek en vanuit het ondernemersloket is via de website het voornemen aangekondigd over de verlenging van de vergunningplicht.

Het voornemen van de burgemeester om de vergunningplicht te verlengen is daarnaast door de gemeente ook persoonlijk aan de ondernemers uitgereikt. In de daarbij bijgevoegde informatiebrief zijn de ondernemers geïnformeerd over de mogelijkheid tot het indienen van een zienswijze, die aan alle belanghebbenden is geboden tegen het ontwerp-besluit.

De uitkomsten van het ervaringsonderzoek laten zien dat er een groot draagvlak is onder ondernemers voor de vergunningplicht. Wel zijn er in dit ervaringsonderzoek aandachtspunten naar voren gekomen die betrekking hebben op de aan de vergunning verbonden voorschriften. De gemeente is hiermee aan de slag gegaan door de vergunningvoorschriften opnieuw te bekijken en met in acht neming van de naar voren gebrachte aandachtspunten van de ondernemers een doorontwikkelde set aan voorschriften op te leveren. Deze versie is in maart 2025 met ondernemers besproken om te beoordelen of het voor verduidelijking zorgt. Ook is er in maart 2025 een bijeenkomst georganiseerd voor de ondernemersvereniging Nieuw Overvecht door het adviesbureau met een duiding van de uitkomsten van het onderzoek. Bovengenoemde feiten weerspreken dan ook het geschetste beeld van het ontbreken van dialoog vanuit de zijde van de gemeente.

  • 3.

    De signalen en bevindingen waarover in het ontwerp-besluit worden niet geconcretiseerd en daarom is de onderbouwing van het voortzetten van de vergunningplicht onvoldoende.

Reactie: Op politiegegevens rust een geheimhoudingsplicht. Deze plicht rust ook op (derde) ontvangers van deze gegevens. De door de politie aan de gemeente verstrekte gegevens mogen alleen worden gebruikt voor zover dit noodzakelijk is voor de taak waarvoor ze zijn verstrekt. De verstrekking van politie-informatie moet noodzakelijk en evenredig zijn in verband met het belang van de besluitvorming. Dit betekent dat alleen relevante informatie wordt gedeeld die essentieel is voor een goede onderbouwing van een besluit.

  • 4.

    Betwijfeld wordt of het aanwijzingsbesluit effectief is vanwege een mogelijk verplaatsingseffect omdat malafide ondernemers kunnen uitwijken naar locaties buiten het aangewezen gebied. Verwezen wordt in dit verband naar een uitspraak van de A fdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 3 maart 2021.

Reactie: Naar mijn mening is het aanwijzingsbesluit effectief. Dat blijkt ook bijvoorbeeld uit de bestuurlijke rapportage van de politie en het ervaringsonderzoek. In de aangehaalde uitspraak was in het bestreden aanwijzingsbesluit niet duidelijk gemaakt hoe er rekening is gehouden met het feit dat malafide ondernemers hun diensten buiten Tilburg kunnen aanbieden omdat omliggende gemeenten geen vergunningplicht hadden. Ook was niet uitgelegd waarom een vergunningplicht in Tilburg effectief zou zijn vanwege dit zogenaamde waterbedeffect. Daarnaast was niet betwist dat gebruikers van huurauto's deze vaak huren om buiten Tilburg te rijden en dus niet gebonden zijn om in Tilburg een auto te huren. Als gevolg hiervan concludeerde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat de noodzaak om met een aanwijzingsbesluit in te grijpen bij de autoverhuurbranche onvoldoende was onderbouwd.

In het voorliggende ontwerp-besluit is de noodzaak voor de aanwijzing nadrukkelijk onderbouwd met politie-informatie, aangevuld met de resultaten van het ervaringsonderzoek. Tevens wordt duidelijk uiteengezet wat beoogd wordt met het aanwijzingsbesluit. Het primaire doel is niet om alle malafide autobedrijven te weren en/of te verdrijven, maar ziet tevens op het bestendigen van de huidige integrale aanpak gericht op het stimuleren van een bonafide ondernemersklimaat in het gebied. De vergunningplicht is een middel om de openbare orde en de leefbaarheid op het bedrijventerrein Nieuw Overvecht te verbeteren en te waarborgen. Uit de informatie van de KvK, politie en op basis van signalen van ondernemers blijkt bovendien dat autobedrijven zich verplaatsen naar locaties buiten het bedrijventerrein of de gemeente. Daarbij is het echter niet zo dat (malafide) ondernemers uit de autobranche zich geconcentreerd vestigen op één specifiek terrein of straat, waardoor elders een soortgelijk negatief ondernemersklimaat ontstaat. Er is dan ook geen sprake van een waterbedeffect.

  • 5.

    Voorgesteld wordt dat een second opinion wordt gevraagd bij een ander onderzoeksbureau dan het bureau dat het evaluatieonderzoek heeft uitgevoerd naar de ervaringen met de vergunningplicht.

Reactie: Aan het ervaringsonderzoek hebben enkele tientallen betrokken ondernemers deelgenomen. Het rapport van het ervaringsonderzoek laat zien dat over meerdere aspecten rond de invoering, de uitvoering en effecten de meningen zijn opgehaald van alle bevraagden. Het rapport beschrijft zowel verbeterpunten als positieve punten rond de (procedure en effecten) van de vergunningplicht. Tot slot blijkt uit het rapport dat merendeel van de ondervraagden voorstander is van voortzetting van de vergunningplicht. Onduidelijk is dan ook wat een second opinion zou kunnen opleveren en er wordt daartoe dan ook geen aanleiding gezien. Zoals eerder aangegeven is dit besluit bovendien primair gebaseerd op politie-informatie.

Conclusie: de ingebrachte zienswijze geeft geen aanleiding tot het afzien of wijzigen van mijn voorgenomen besluit.

Algemene toelichting

In artikel 2:47 van de APV (Tegengaan onveilig, niet leefbaar of malafide ondernemersklimaat) is bepaald dat de burgemeester een gebied, branche of gebouw kan aanwijzen indien de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid in of rondom het gebied onder druk komt te staan. Doel van deze bevoegdheid is het opwerpen van een barrière, zodat malafide ondernemers zich er minder makkelijk kunnen vestigen of daar minder makkelijk gevestigd kunnen blijven en de kans op meer bonafide ondernemers juist wordt vergroot. Inzet van deze bevoegdheid kan een belangrijke bijdrage leveren aan de vergroting van de leefbaarheid in het gebied en het tegengaan van risico’s voor de openbare orde in dat gebied. De vergunningplicht maakt het mogelijk dat de burgemeester kan beoordelen of bedrijven binnen een gebied of branche de openbare orde of de leefbaarheid in een gebied door hun (ondermijnende, meer onzichtbare) wijze van exploitatie onder druk zetten. Daarmee is de vergunningplicht een middel om de openbare orde en de leefbaarheid binnen een gebied of branche te verbeteren en te waarborgen. Met het behouden van een vergunningplicht en de daarbij behorende levensgedrag- en Bibob-toetsen houdt de gemeente de mogelijkheid malafide ondernemers te weren van het bedrijventerrein Nieuw Overvecht.

Met dit aanwijzingsbesluit wordt het bedrijventerrein Nieuw Overvecht opnieuw aangewezen voor de vergunningplicht. Het vorige besluit loopt af op 21 april 2025. Het onderhavige besluit beoogt de bestaande vergunningplicht voort te zetten, voor een periode van 3 jaar. In deze toelichting wordt daarom gesproken over het verlengen of behouden van de vergunningplicht.

In Utrecht zijn twee gebieden aangewezen als kwetsbaar voor wat betreft criminele inmenging. Dit zijn de Amsterdamsestraatweg en het bedrijventerrein Nieuw Overvecht. In deze gebieden zetten we ons samen met partners in om de leefbaarheid en veiligheid voor bewoners en ondernemers te verbeteren. Het gemeentebestuur heeft aangegeven een extra impuls te willen geven ter versterking van de bestaande programma’s en inzet in deze gebieden, gericht op enerzijds het vergroten van de weerbaarheid van het gebied en anderzijds op het doorbreken van criminele inmenging. Onze inzet op bedrijventerrein Nieuw Overvecht wordt al langere tijd versterkt vanuit de wijkaanpak Samen voor Overvecht. Onderdeel van de wijkaanpak is de zogenoemde ‘ontwikkelrichting’ van en met ondernemersvereniging Nieuw Overvecht dat zich richt op het optimaler benutten van de potentie van dit bedrijventerrein op zowel economisch, ruimtelijk als sociaal vlak. Naast het creëren van ruimte en samenwerkingen, is het vergroten van de veiligheid één van de gestelde randvoorwaarden hiervoor. De instelling van de vergunningplicht is hierbij van groot belang. Deze maatregel moet bijdragen aan het doorbreken van de criminele inmenging en criminele geldstromen. Die inzet, die deel uitmaakt van het bredere maatregelen pakket, is en blijft nodig; ook voor de langere termijn. Enkele voorbeelden van deze maatregelen zijn een op het bedrijventerrein geopend gemeenteloket ten behoeve van ondernemers, een speciaal voor de aanpak van ondermijning op het bedrijventerrein aangestelde gebiedsmanager ondermijning vanuit de gemeente en een moratorium op de vestiging van coffeeshops op het bedrijventerrein.

Bedrijventerrein Nieuw Overvecht kenmerkt zich door het grote aantal autobedrijven. De ruim 400 bedrijven vallen in totaal onder 57 branches. De autobranche vormt de grootste branche op het bedrijventerrein. Bekend is dat branches, waaronder de autobranche, waar de waarde van producten moeilijk objectief is vast te stellen, waar grote sommen (contant) geld omgaan, waar omzet eenvoudig kan worden gemanipuleerd en waar er weinig tot geen toetredingseisen zijn, kwetsbaar zijn voor de invloed van ondermijnende criminaliteit en in het bijzonder voor het witwassen van crimineel geld. Dit laatste is recent opnieuw benoemd door de politie.2

Daar waar in de toelichting ‘autobedrijf’ of ‘-branche’ staat vermeld wordt gedoeld op bedrijven die zich richten op motorvoertuigen (waaronder auto’s) zoals omschreven in de definitie in artikel 1. Voor de leesbaarheid is gekozen hier de term ‘autobedrijf’ of ‘-branche’ aan te houden. Bij het begrip motorvoertuigen wordt aansluiting gezocht bij de definitie hiervan in artikel 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens. Dit betekent dat hier alle gemotoriseerde voertuigen onder vallen behalve bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen. Andere voorbeelden van bedrijven die niet onder dit aanwijzingsbesluit vallen zijn tankstations met een wasstraat, koeriersbedrijven of bedrijven die zich uitsluitend richten op het verzorgen van theorie-onderwijs ten behoeve van het verkrijgen van een rijvaardigheidsbewijs.

Ervaringsonderzoek

De ervaringen met de vergunningplicht zijn gedurende de tweede helft van 2024 geëvalueerd door een extern adviesbureau. Daar kwam uit naar voren dat 43% van de ondervraagde ondernemers van mening is dat de vergunningplicht bijdraagt aan het weren van malafide ondernemers. Zij zien het als een middel om criminele activiteiten te verminderen en bonafide bedrijven te beschermen. De andere helft betwijfelt of de vergunningplicht effectief is, omdat malafide ondernemers inventief zouden zijn in het omzeilen van de maatregelen of elders hun bedrijf voortzetten. Bijna driekwart van de ondernemers geeft aan dat de vergunningplicht het ondernemersklimaat op het bedrijventerrein heeft verbeterd door een eerlijker speelveld te creëren, doordat malafide bedrijven worden geweerd. Daarbij wordt er op gewezen dat de verbeterde uitstraling op het bedrijventerrein mede te danken is aan de vergunningplicht. Er zou ook meer diversiteit in het type bedrijvigheid zijn gekomen. Bijna 80% van de ondernemers is voorstander van verlenging van de vergunningplicht. 

Sinds de invoering van de vergunningplicht op 21 april 2022 tot en met augustus 2024 zijn er 86 vergunningaanvragen gehonoreerd. Hiervan zijn 2 vergunningen verleend met aanvullende voorschriften op grond van de Wet Bibob. Voor 3 aanvragen geldt dat ze zijn geweigerd op grond van de Wet Bibob en de beoordeling van het levensgedrag van de aanvrager. Er zijn 7 aanvragen buiten behandeling gelaten. Er zijn nog 4 aanvragen in behandeling. De controles die sindsdien zijn uitgevoerd hebben geleid tot 5 waarschuwingen, 5 lasten onder dwangsom en 5 sluitingen wegens illegaal exploiteren en illegaal gokken. Op verschillende dossiers zijn aanwijzingen naar voren gekomen dat er linken zijn met zware criminaliteit.

Politie-informatie

Uit een recente bestuurlijke rapportage van de politie blijkt dat sinds de invoering van de vergunningplicht, het aantal geregistreerde ernstige incidenten (zoals geweld, bedreigingen en drugsdelicten) en het aantal strafbare onderzoeken in relatie tot de autobranche zijn afgenomen. Desalniettemin wordt geconcludeerd dat er nog altijd signalen zijn die erop wijzen dat de autobranche op het bedrijventerrein kwetsbaar is voor een malafide ondernemersklimaat. Zo is het aantal registraties voor bedrijventerrein Nieuw Overvecht 53% hoger dan het gemiddelde van zes andere Utrechtse bedrijventerreinen. 

Er zijn in die periode gedurende de vergunningplicht 331 verschillende voertuigen vastgelegd in of bij 31 autobedrijven op BTNO. Een meerderheid van de voertuigen komt vaker voor in het handhavingssysteem van de politie (63%), waarvan sommige tientallen keren. De 331 voertuigen zijn bij elkaar opgeteld goed voor 2070 verschillende registraties en 694 bekeuringen. Ook blijkt uit politiesystemen dat voertuigen en/of de gebruikers daarvan in of bij autobedrijven op het bedrijventerrein te relateren zijn aan criminaliteit, zoals bijvoorbeeld plofkraken of drugscriminaliteit.

Tussen 21 april 2022 en 1 september 2024 zijn er 22 aandachtsvestigingen3 en 56 registraties in het kader van een werkopdracht4 door de politie vastgelegd. Hiervan hadden 6 aandachtsvestigingen en 37 registraties betrekking op een autobedrijf.

Informatie van de Financial Intelligence Unit laat zien dat er over 10 (eigenaren van) autobedrijven op het bedrijventerrein zeker 62 verschillende verdachte transacties met een totale waarde van meer dan €1.000.000,- zijn vastgelegd in de politiesystemen. Zo kwamen geldstromen niet overeen met de bedrijfsactiviteiten, werden contante geldstromen buiten de zakelijke rekeningen gehouden of werd er wisselend verklaard over de betreffende transactie.

Uit informatie van politie blijkt dat malafide ondernemers BTNO mijden als gevolg van de vergunningplicht. Ondernemers die starten met een bedrijf, of die al een bedrijf hebben op bedrijventerrein Overvecht, wijken uit naar de randgemeenten zodat ze niet door de Bibob hoeven in het kader van een aanvraagprocedure.

Daarnaast bevat de genoemde bestuurlijke rapportage een opsomming van tientallen voorvallen gedurende de periode van de vergunningplicht waaruit een beeld rijst van diverse misstanden binnen de autobranche op het bedrijventerrein. Daarbij gaat het onder meer om het aantreffen van met verf besmeurde bankbiljetten welke vaak worden buitgemaakt bij ram- en plofkraken, het ontbreken van huurcontracten van auto’s, het oneigenlijk gebruik van handelaarskentekens, vechtpartijen, bedreigingen, het aantreffen van gestolen auto-onderdelen en bedrijvigheid op ongebruikelijke tijdstippen.

Belang van voortzetting van de vergunningplicht

Voortzetting van de vergunningplicht voor de autobranche op het bedrijventerrein is noodzakelijk omdat ondanks de geconstateerde verbeteringen de problematiek in de autobranche nog steeds significant is en het bedrijventerrein Nieuw Overvecht zich in negatieve zin nog steeds onderscheidt van de andere Utrechtse bedrijventerreinen. Het doel van de verlenging is het bestendigen van de huidige integrale aanpak. Hiervoor is van belang dat de vergunningplicht voor een langere periode van toepassing blijft in het gebied.

De aanwezigheid van bedrijven op het bedrijventerrein en bedrijven die er zich willen vestigen maar die de openbare orde en de leefbaarheid onder druk zetten, moeten worden tegengegaan om de openbare orde, de leefbaarheid en het ondernemersklimaat op het bedrijventerrein verder te verbeteren. De vergunningplicht voorziet hierin met haar meervoudige werking. Ten eerste omdat malafide ondernemers gedwongen kunnen worden hun activiteiten in het gebied te staken door hen een vergunning te onthouden of het bedrijf (tijdelijk) te sluiten wanneer naderhand alsnog sprake blijkt van onvergunde of illegale activiteiten. Ten tweede doordat de vergunning van nieuwe malafide ondernemers zal worden geweigerd. Tot slot vanwege het preventieve effect dat de vergunningplicht sorteert zoals ook blijkt uit de eerdergenoemde politie-informatie. Met het vertrek van deze ondernemers verdwijnt ook (een belangrijk deel van) de overlast en (ondermijnende) criminaliteit uit de buurt. Het risico op verstoringen van de openbare orde wordt hierdoor aanzienlijk verkleind.

De politie concludeert dat het beeld van het bedrijventerrein en de autobranche gunstiger is dan het beschreven beeld in de bestuurlijke rapportages uit 2021 en 2022 en veronderstelt dat de vergunningplicht een positieve bijdrage heeft kunnen leveren aan het verbeteren van het ondernemersklimaat op bedrijventerrein Nieuw Overvecht.

De politie ondersteunt in haar rapportage het belang van de vergunningplicht. Zowel politie als gemeente ervaren dat de vergunningplicht de mogelijkheden voor toezicht en handhaving op de autobedrijven op het bedrijventerrein heeft vergroot. Deze mogelijkheden kunnen op zichzelf bijdragen aan het verder versterken van het ondernemersklimaat. Verlenging van de vergunningplicht vergroot de kans op duurzame borging van de beoogde effecten van het in gang gezette veranderproces.

Eén van de ambities uit de gezamenlijke aanpak van gemeente, bewoners, ondernemers en maatschappelijke partners ter vergroting van de veiligheid en leefbaarheid in de sociaal kwetsbare wijk Overvecht, is het verbeteren van het ondernemersklimaat op het bedrijventerrein en talent uit Overvecht te ontwikkelen en een kans te bieden. De welwillende ondernemers zullen verlenging van de vergunningplicht ook als een belangrijke steun in de rug voelen. Uit het ervaringsonderzoek onder ondernemers blijkt ook dat het overgrote merendeel van hen voorstander is van het verlengen van de vergunningplicht.

Uit de informatie van de KvK, politie en op basis van signalen van ondernemers blijkt dat autobedrijven zich verplaatsen naar locaties buiten het bedrijventerrein of de gemeente. Daarbij is het niet zo dat (malafide) ondernemers uit de autobranche zich geconcentreerd vestigen op één specifiek terrein of straat, waardoor elders een soortgelijk negatief ondernemersklimaat ontstaat.

Dat ondernemers een vergunning moeten aanvragen voor het uitvoeren van hun bedrijfsmatige activiteiten in de autobranche op bedrijventerrein Nieuw Overvecht, vormt geen onevenredig hoge drempel voor de vestiging van ondernemers. Om de administratieve last te beperken, blijven de vergunningen die onder het vorige aanwijzingsbesluit verleend zijn geldig, op grond van het overgangsrecht in dit aanwijzingsbesluit. De aan de vergunning te verbinden voorschriften zullen uitsluitend zijn gericht op het stimuleren van een bonafide ondernemingsklimaat. Ondernemers die hun bedrijfsvoering en financiering op orde hebben en zich niet inlaten met criminele activiteiten, ondervinden geen negatieve gevolgen van het aanwijzingsbesluit. Zoals hierboven al aangegeven vraagt de voortdurende kwetsbaarheid voor ondermijning van de autobranche op het bedrijventerrein om continuering van de integrale, gebiedsgerichte aanpak. De vergunningplicht voor de autobranche op het bedrijventerrein wordt daarom ook verlengd voor de duur van drie jaar. Voor afloop van deze periode zal opnieuw beoordeeld worden of het noodzakelijk is een nieuw aanwijzingsbesluit te nemen.

Dienstenrichtlijn

De Dienstenrichtlijn streeft ernaar om de belemmeringen voor dienstverleners om zich in een lidstaat te vestigen of om er tijdelijk diensten te kunnen verrichten zoveel mogelijk weg te nemen. Op een vergunningstelsel dat de uitoefening van dienstenactiviteiten reguleert zijn de artikelen 9 en 10 van de Dienstenrichtlijn van toepassing. Dit betekent dat het inroepen van een vergunningstelsel als deze een gerechtvaardigde beperking van het vrij verrichten van diensten inhoudt, niet discriminatoir en doelmatig is en het nagestreefde doel niet door een minder beperkende maatregel kan worden bereikt.5

Er bestaat ten aanzien van de autobranche op bedrijventerrein Nieuw Overvecht een dringende reden van algemeen belang voor het invoeren van een vergunningstelsel voor bedrijfsmatige activiteiten in dit gebied. De kwetsbaarheid van het bedrijventerrein voor de invloed van ondermijnende criminaliteit is nog steeds met name te relateren aan de kwetsbaarheid van de autobranche hiervoor op dit bedrijventerrein. De openbare orde en de leefbaarheid in het gebied staan mede hierdoor al langere tijd onder druk. Verhoudingsgewijs zijn bedrijven in de autobranche hier vaker daadwerkelijk vatbaar gebleken voor ondermijnende activiteiten en betrokken geweest bij overtredingen en openbare orde incidenten. Dergelijke ondernemingen kunnen met een vergunningstelsel uit het gebied worden geweerd en geweerd blijven. Dit draagt bij aan de verbetering van de veiligheid en leefbaarheid in het gebied. Het in het leven roepen van een vergunningstelsel is onderdeel van de integrale aanpak binnen het gebied en is onder de benoemde omstandigheden een gerechtvaardigde maatregel van de autobranche op dit bedrijventerrein. Het borgen van de vergunningplicht sluit aan bij de integrale aanpak die eveneens wordt voortgezet in het gebied.

Hoewel de maatregel is gericht op de autobranche, is het een niet discriminatoire maatregel. Er wordt immers -met reden omkleed- een specifieke branche in een bepaald gebied aangewezen en daarbinnen wordt niet verder gedifferentieerd. Alle ondernemingen binnen het gebied die vallen onder de reikwijdte van dit aanwijzingsbesluit zullen na het in werking treden van dit besluit vergunningplichtig blijven. Alle ondernemingen die vallen onder de autobranche worden daarmee op dezelfde manier behandeld.

Dit instrument is ook nodig, omdat de autobranche criminelen de mogelijkheid biedt uit het zicht van de overheid te blijven doordat zij niet vergunningplichtig is en er nauwelijks toetredingseisen zijn. Juist de vergunningplicht voor deze branche op dit bedrijventerrein maakt het mogelijk om malafide ondernemers te weren. Malafide ondernemingen gaan gepaard met verschillende vormen van criminaliteit die de openbare orde en veiligheid en het ondernemersklimaat onder druk zetten. Het aanwijzen van de vergunningplicht voor de autobranche op bedrijventerrein Nieuw Overvecht is een zeer geschikte maatregel om een bonafide ondernemersklimaat te stimuleren. Op die manier wordt doelmatig criminele inmenging tegengegaan.

Tevens kan het nagestreefde doel niet met een minder beperkende maatregel worden bereikt. In dat kader wordt gewezen op het feit dat er in het verleden al diverse maatregelen zijn getroffen in dit gebied om het nagestreefde doel te bereiken, te weten het beschermen van de openbare orde en de leefbaarheid in het gebied en het tegengaan van ondermijnende criminaliteit.6 Deze maatregelen hebben nog onvoldoende effect gehad. Het verlengen van het aanwijzingsbesluit is nodig om het beoogde doel te bereiken. De vergunningplicht werpt een drempel op voor de op het bedrijventerrein gevestigde ondernemers met een discutabele bedoeling dan wel voor hen die zich er willen vestigen. Deze algemene (preventieve) werking kan niet worden bereikt met individuele repressieve maatregelen. De vergunningplicht beoogt tevens te zorgen voor bewustwording bij (on)bewust criminaliteit faciliterende bedrijven evenals voor vertrouwen in overheidsoptreden waardoor bonafide ondernemers sneller geneigd zijn misstanden te melden of zich willen vestigen in het gebied. Verleende vergunningen kunnen worden uitgedragen als een kwaliteitskeurmerk en is dan ook een steun in de rug van de goedwillende ondernemer.

Toezicht op naleving en handhaving

De vergunningplicht maakt een (preventieve) toetsing ter bescherming van deze belangen mogelijk door onder meer het kunnen uitvoeren van een Bibob-onderzoek en het kunnen beoordelen van het levensgedrag van iemand die zich op het bedrijventerrein wil vestigen. De vergunning maakt het tevens mogelijk toezicht te houden op de aan de vergunning verbonden voorschriften. Deze voorschriften hebben betrekking op zowel de persoon van de ondernemer als op de bedrijfsvoering. Zo is de vergunning persoonsgebonden, dient de vergunninghouder of een beheerder vermeld op de vergunning tijdens openingsuren aanwezig te zijn en moeten de ondernemers blijven voldoen aan de eis dat zij niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn. Voor wat betreft de bedrijfsvoering worden er enige eisen gesteld aan de administratie en geldt er een meldplicht bij misstanden. Tevens geldt dat de bedrijfsvoering de openbare orde niet mag aantasten en de leefbaarheid niet nadelig mag worden beïnvloed. Ook mogen geen andere activiteiten plaatsvinden dan waarvoor vergunning is verleend, zonder dat hiervoor een wijziging van de vergunning is aangevraagd. Dit geldt ook voor wijzigingen van de bedrijfsvorm.

Op de naleving van dit aanwijzingsbesluit en vergunningvoorschriften zal worden gecontroleerd. Hoe er wordt omgegaan met overtredingen is vastgelegd in de ‘Beleidsregel handhavingsstrategie artikel 2:47 Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht 2010, gemeente Utrecht’. Zo zal het niet aanvragen van een vergunning als bedoeld in dit besluit tot gevolg hebben dat een ondernemer uiteindelijk zijn deuren zal moeten sluiten. Dit is uiteraard ook het gevolg bij het weigeren van de vergunning.

Ondertekening

Bezwaarclausule

Vindt u het besluit om bepaalde reden onjuist? Dan kunt u bezwaar maken.

U kunt uw bezwaar digitaal indienen. Daarvoor kunt u alleen gebruik maken van het door de gemeente beschikbaar gestelde digitale formulier. Dit vindt u op www.utrecht.nl/bezwaar. U kunt het bezwaar niet per e-mail insturen.

Maakt u liever per brief bezwaar, dan kunt u uw bezwaarschrift sturen aan de burgemeester van Utrecht.

Het adres is:

Postbus 16200

3500 CE Utrecht

Zorg ervoor dat u het bezwaarschrift indient binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit. Daarmee voorkomt u dat wij uw bezwaarschrift niet meer kunnen behandelen.

In het bezwaarschrift neemt u in ieder geval op:

  • uw naam, adres, datum en handtekening; graag ook het telefoonnummer waarop u overdag te bereiken bent;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht; vermeld hierbij de datum van bekendmaking van dat besluit of stuur een kopie van het besluit mee;

  • de reden waarom u vindt dat het besluit onjuist is;

  • een volmacht, als u het bezwaarschrift namens iemand anders indient.

Als er sprake is van een spoedeisende situatie kunt u daarnaast een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, sector bestuursrecht, postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Voor het in behandeling nemen van zo’n verzoek betaalt u griffierecht.

Bijlage 1:Begrenzing van het aangewezen gebied, behorende bij het voorgenomen besluit de autobranche op bedrijventerrein Nieuw Overvecht opnieuw aan te wijzen als vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteit

afbeelding binnen de regeling


Noot
2

Kijk op de georganiseerde ondermijnende criminaliteit in de eenheid Midden-Nederland, 30 juli 2024, politie Midden-Nederland.

Noot
3

Een ‘aandachtsvestiging’ wordt vastgelegd nadat politiemedewerkers in de praktijk bevindingen opdoen die de aandacht behoeven van andere politiemedewerkers. Met een aandachtsvestiging wordt politiemedewerkers gevraagd om met specifieke onderwerpen rekening te houden tijdens het toezicht en de handhaving in de praktijk.

Noot
4

Een ‘werkopdracht’ wordt opgesteld nadat bij de politie informatie bekend wordt en waardoor actieve en verscherpte toezicht en handhaving noodzakelijk is.

Noot
5

ABRvS 3 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:461.

Noot
6

De toelichting bij het ‘Aanwijzingsbesluit autobranche Nieuw Overvecht als vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteit’ dd. 11 april 2022 t.a.v. eerder ingezette maatregelen kan hier als herhaald en ingelast worden beschouwd.