Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738081
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738081/1
Beleidsregels Tijdelijke Regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Nijmegen
Geldend van 16-04-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025
Intitulé
Beleidsregels Tijdelijke Regeling alleenverdienersproblematiek gemeente NijmegenHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen,
Gelet op de bepaling van artikel 78gg van de Participatiewet, overwegende, dat het college:
- •
het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een huishouden een tegemoetkoming kan worden verstrekt of geweigerd; en
- •
daartoe beleidsregels wenst vast te stellen.
Vast te stellen de volgende beleidsregels: Beleidsregels Tijdelijke Regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Nijmegen.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze beleidsregels wordt onder de volgende begrippen verstaan:
- •
Huishouden: twee personen die fiscaal partner en toeslagpartner van elkaar zijn voor het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft.
- •
Toeslagen: zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget.
- •
Tegemoetkoming: het vaste bedrag dat over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 per jaar in het kader van artikel 78gg Participatiewet bij ministeriële regeling wordt vastgesteld.
Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (Pw) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb), tenzij anders vermeld.
Artikel 2 Ambtshalve toekenning
In de volgende situaties verstrekt het college de tegemoetkoming ambtshalve:
- 1.
Aan het huishouden van de inwoner(s) waarvan voor het betreffende kalenderjaar het burgerservicenummer van de meestverdienende partner door de Belastingdienst aan het college op grond van artikel 78gg vijfde lid Participatiewet is verstrekt. Dit huishouden wordt verondersteld aan de voorwaarden onder artikel 4 van deze beleidsregels te voldoen. De peildatum betreft de datum waarop de lijst van de Belastingdienst definitief is vastgesteld. Dit betreft voor het jaar 2025 bijvoorbeeld 15 januari 2025. Aan de huishoudens op deze lijst wordt een tegemoetkoming voor het kalenderjaar 2025 verstrekt.
- 2.
Aan het huishouden waarvan op grond van artikel 3 en 4 van deze beleidsregels een aanvraag voor het kalenderjaar 2025 of 2026 is toegekend en waarvan in het daaropvolgende kalenderjaar 2026 en/of 2027 de individuele omstandigheden van het huishouden ten opzichte van de situatie ten tijde van de eerdere toekenning van de tegemoetkoming, zoals onder meer de woon- en leefsituatie en het inkomen en vermogen, niet zijn gewijzigd.
Artikel 3 Aanvraag
Voor de overige huishoudens die niet op grond van artikel 78gg lid 5 Participatiewet reeds aan het college via de voornoemde lijst van de Belastingdienst zijn doorgegeven, geldt dat zij bij het college een schriftelijke aanvraag voor een tegemoetkoming kunnen indienen. Aanvragen voor het betreffende kalenderjaar kunnen niet eerder dan 1 januari van het betreffende kalenderjaar worden ingediend. De aanvraag kan vervolgens uiterlijk tot en met 31 december van het daaropvolgende kalenderjaar worden ingediend. Dit betekent dat een aanvraag voor 2025 van 1 januari 2025 tot uiterlijk 31 december 2026 kan worden ingediend. Een aanvraag voor 2026 kan van 1 januari 2026 tot uiterlijk 31 december 2027 worden ingediend en een aanvraag voor 2027 kan van 1 januari 2027 tot uiterlijk 31 december 2028 worden ingediend.
Artikel 4 Voorwaarden
Het college kent ambtshalve of op aanvraag de tegemoetkoming voor het betreffende kalenderjaar aan een huishouden toe, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a.
het huishouden waarvan de meestverdienende partner op de peildatum is ingeschreven in de gemeente Nijmegen heeft een inkomen uit een uitkering, niet zijnde een uitkering op grond van de Participatiewet, eventueel wel aangevuld met een uitkering op grond van artikel 19 van de Participatiewet. Dit betekent dat een huishouden met uitsluitend een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet niet aan de voorwaarden voldoet; en
- b.
vergeleken met een vergelijkbaar huishouden, waarvoor het inkomen uit enkel een bijstandsuitkering op grond van artikel 19 Participatiewet bestaat, een lager bedrag aan tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt, als gevolg van de verschillende afbouwpaden van de dubbele algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 37, tweede lid, Participatiewet en in artikel 8.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001; en
- c.
de som van het netto-inkomen en de ontvangen tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in totaal opgeteld over het gehele jaar gezien lager is, vanwege de verschillende afbouwpaden van de dubbele algemene heffingskorting zoals genoemd onder b, dan bij een vergelijkbaar huishouden waarvoor het inkomen enkel uit een bijstandsuitkering op grond van artikel 19 Participatiewet bestaat; en
- d.
het vermogen van het huishouden zich op 1 januari 00:00 uur van het kalenderjaar waarover de tegemoetkoming wordt toegekend dan wel aangevraagd onder de vermogensgrens van de zorgtoeslag bevindt; en
- e.
het huishouden voor het betreffende kalenderjaar nog geen tegemoetkoming door het college van de gemeente Nijmegen dan wel een andere gemeente toegekend heeft gekregen.
Artikel 5 Vaststellen inkomen en vermogen
In het kader van de voorwaarden van artikel 4 van deze beleidsregels worden het inkomen en vermogen op de volgende wijze vastgesteld.
- 1.
Als peildatum geldt de datum waarop de lijst van de Belastingdienst definitief is vastgesteld dan wel de datum waarop de tegemoetkoming is aangevraagd.
- 2.
Bij de vaststelling van het inkomen telt alleen het inkomen van beide fiscale - en toeslagpartners mee.
- 3.
Als de definitieve aanslag inkomstenbelasting of definitieve beschikking voor toeslagen over het kalenderjaar waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd al bekend is, dan gebruikt het college het belastbaar jaarinkomen waar deze aanslag of beschikking op is gebaseerd.
- 4.
Indien er geen definitieve aanslag inkomstenbelasting of definitieve beschikking voor toeslagen over het kalenderjaar waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd bekend is en er sprake is van een vast maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente maand voorafgaand aan de datum van aanvraag, tenzij er aanwijzingen zijn dat het inkomen over die maand niet representatief is. Het college rekent dit maandinkomen om naar een verwacht jaarinkomen.
- 5.
Indien er geen definitieve aanslag inkomstenbelasting of definitieve beschikking voor toeslagen over het kalenderjaar waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd bekend is en er sprake is van een variabel maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente drie achtereenvolgende maanden voorafgaand aan de datum van aanvraag. In afwijking hiervan kan een langere periode worden gehanteerd indien het verloop van inkomsten hiertoe aanleiding geeft. Het college rekent deze maandinkomens om naar een verwacht jaarinkomen.
- 6.
Bij de vaststelling van het vermogen hanteert het college de vermogensgrens van de zorgtoeslag zoals die geldt voor het kalenderjaar waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd. Het peilmoment van het vermogen is in afwijking van het eerste lid 1 januari 00:00 van het kalenderjaar waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd.
Om het voorgaande nader te kunnen beoordelen, kan het college nadere stukken opvragen die hiervoor redelijkerwijs nodig zijn. Hierbij kan worden gedacht aan beschikkingen/aanslagen van de Belastingdienst, maar ook bankafschriften (tot drie maanden voorafgaand aan de datum van de aanvraag dan wel een langere periode indien deze periode niet representatief is).
Artikel 6 Verstrekking
De tegemoetkoming is geen bijstand in de zin van de Participatiewet. Het betreft een vast bedrag dat eenmaal per kalenderjaar aan het huishouden dat aan de voorwaarden uit artikel 4 van deze beleidsregels voldoet ambtshalve dan wel op aanvraag bij beschikking wordt toegekend.
Het college verstrekt in één keer het gehele bedrag aan het huishouden.
Artikel 7 Beslag
De tegemoetkoming is niet vatbaar voor beslag.
Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot 1 januari 2025.
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Nijmegen.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van: 8 april 2025.
de gemeentesecretaris
A.P.W. van de Klift
de burgemeester
H.M.F. Bruls
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl