Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738028
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738028/1
Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Súdwest-Fryslân 2025
Geldend van 15-04-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025
Intitulé
Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Súdwest-Fryslân 2025Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân,
Gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen 3.2.10, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;
besluit
vast te stellen de
Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Súdwest-Fryslân 2025.
Artikel 1 Definitiebepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. college: college van burgemeester en wethouders;
b. burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders;
c. secretaris: de secretaris bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
d. wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 2 Reiskosten en ter beschikking gestelde auto burgemeester en wethouders
- 1.
Op grond van artikel 3.2.9 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.6 Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers wordt een vergoeding verstrekt bij gemaakte kosten voor woon-werkverkeer alsmede voor zakelijke reizen met eigen vervoer.
- 2.
Voor zakelijke reizen buiten de provinciegrens wordt een dienstauto voor gemeenschappelijk gebruik ter beschikking gesteld als bedoeld in artikel 3.2.10 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers.
- 3.
Voor de zakelijke reizen, bedoeld in lid 2, kan de burgemeester of de wethouder gebruik maken van een chauffeur.
- 4.
Onder gebruik voor zakelijke reizen wordt in dit artikel verstaan, gebruik dat voor de toepassing van artikel 13bis van de Wet op de loonbelasting 1964 en de daarop berustende bepalingen niet als gebruik voor privédoeleinden wordt aangemerkt.
- 5.
Voor zover de burgemeester of de wethouder gebruik maakt van de dienstauto voor gemeenschappelijk gebruik, heeft hij geen aanspraak op vergoedingen van reiskosten, bedoeld in artikel 3.2.7, tweede lid, onder b, en artikel 3.2.9, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
- 6.
Voor reizen voor de uitoefening van het ambt worden aan de burgemeester of wethouder bij gebruik van een ter beschikking gestelde auto de parkeer-, stallings-, veer- en tolkosten ten laste van de gemeente vergoed, mits deze kosten niet uit anderen hoofde worden vergoed.
- 7.
Vergoedingen van derden in verband met het gebruik onder lid 2 worden in de gemeentekas gestort.
- 8.
Boetes en naheffingsaanslagen worden niet vergoed.
Artikel 3 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders
- 1.
De burgemeester of de wethouder die wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing, bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in verband met de vervulling van hun functie, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de secretaris.
- 2.
De aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
- 3.
Het college beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.
- 4.
De kosten worden gedragen door de gemeente indien noodzakelijk en verband houdend met een behoorlijke uitoefening van het ambt van burgemeester of wethouder.
Artikel 4 Informatie- en communicatievoorzieningen
- 1.
De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld, als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
- 2.
De burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na dataschoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.
Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
- 1.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
- 2.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 6 Betaling en declaratie van onkosten
- 1.
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:
- a.
betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur;
- b.
betaling vooruit uit eigen middelen.
- a.
- 2.
Een aanvraag om een vergoeding van de kosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een volledig ingevuld declaratieformulier en noodzakelijke bewijsstukken.
- 3.
Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen redelijke termijn door de burgemeester of wethouder ingediend bij de secretaris.
- 4.
Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan burgemeester of wethouder binnen redelijke termijn na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.
Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 januari 2025.
- 2.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Súdwest-Fryslân 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 25 maart 2025,
mr. drs. J.A. de Vries, burgemeester
drs. W.J. Sikkes, waarnemend gemeentesecretaris
Toelichting Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Súdwest-Fryslân 2025
ALGEMEEN DEEL
Wettelijke regelingen
In de wet en nadere regelgeving zijn alle van belang zijnde onderwerpen geregeld betreffende de rechtspositie van gemeentelijke politieke ambtsdragers. In de Gemeentewet is aangegeven dat de nadere invulling van de rechtspositie van burgemeesters en wethouders alsmede de financiële voorzieningen moet worden geregeld bij of krachtens de wet (AMvB en ministeriële regeling). Deze nader regeling is vastgelegd in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. In de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers zijn de (onkosten)vergoedingen nader uitgewerkt.
Hoofdlijnen gemeentelijke regeling
In deze regeling zijn alleen bepalingen opgenomen inzake de rechtspositie van burgemeester en wethouders zover die niet dwingend geregeld zijn in hogere wet- en regelgeving. De grondslag hiervoor is te vinden in de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers. Bij de laatste moderniserings- en harmoniseringsoperatie (Staatsblad 15 oktober 2018) betreffende de rechtspositiebesluiten voor decentrale politieke ambtsdragers zijn er wederom een aantal bepalingen imperatief in hogere wet- en regelgeving vastgelegd. De overweging hierbij is dat het bestuurlijk wenselijk is om de voorzieningen zoals vergoedingen, tegemoetkomingen en andere rechtspositionele aanspraken voor decentrale politieke ambtsdragers dwingendrechtelijk in hogere wet- en regelgeving vast te leggen om politieke discussies te voorkomen. Dit betekent dat er voor gemeenten minder ruimte is om lokaal van wettelijke regelingen af te wijken. Wel kunnen er nadere regels gesteld worden. Indien een gemeente besluit om nadere regels te stellen, zijn een aantal regels van belang. Het ministerie van BZK publiceert jaarlijks circulaires waarin artikelen uit het Rechtspositiebesluit en de onderliggende Regeling wijzigen. Deze wijzigingen kunnen van invloed zijn op de gemeentelijke regeling.
In artikel 44 en 66 Gemeentewet is bepaald dat ‘buiten hetgeen bij of krachtens de wet is toegekend’, de burgemeester en wethouders als zodanig geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste van de gemeente ontvangen. Deze regeling is een (nadere) uitwerking van de gestelde regels van de bij of krachtens de wet toegekende vergoedingen en tegemoetkomingen voor de burgemeesters en wethouders.
De arbeidsverhoudingen en fiscale positie
Burgemeesters en wethouders zijn niet in dienstbetrekking bij de gemeente, maar wel benoemd. De gemeente is dus niet de werkgever. Dat betekent bijvoorbeeld dat zij niet vallen onder de werknemersverzekeringen zoals de Werkloosheidswet (WW), Ziektewet (ZW) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Omdat burgemeesters en wethouders wél ambtenaar in formele zin zijn, worden zij fiscaal behandeld als ware zij actief in dienstbetrekking door de Wet op de loonbelasting 1964. Er wordt daarom op de bezoldiging van burgemeesters en wethouders ook loonheffingen ingehouden.
De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) is van toepassing op wethouders en burgemeesters. De burgemeester volgt de pensioenaanspraken van de ABP-Pensioenregeling.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 2 Ter beschikking gestelde auto burgemeester en wethouders
Voor burgemeesters en wethouders is expliciet bepaald dat een auto ter beschikking kan worden gesteld.
Het college van de gemeente Súdwest-Fryslân heeft het besluit genomen dat voor de zakelijke ritten buiten de provinciegrens gebruik gemaakt kan worden van een gemeenschappelijk ter beschikking gestelde auto. Indien gewenst kan het individu gebruik maken van een chauffeur.
De auto kan voor de noodzakelijke zakelijke ritten namens de gemeente worden ingezet. Hieronder vallen ritten voor woon-werkverkeer, dienstreizen en ritten voor ambtsgebonden (qq) functies.
Wat is zakelijk: als de burgemeester of een wethouder de gemeente vertegenwoordigt en daarvoor de gemeenschappelijk ter beschikking gestelde auto gebruikt, is er vanuit zijn functie bezien sprake van zakelijk gebruik van die auto. Ook bij de onbezoldigde commissies en functies van de VNG neemt de Belastingdienst het standpunt in dat sprake is van zakelijke ritten voor burgemeesters en wethouders. Overig gebruik is niet toegestaan in verband met fiscale gevolgen.
Voorts is geregeld dat een burgemeester of wethouder die gebruik maakt van de gemeenschappelijk ter beschikking gestelde auto, geen aanspraak kan maken op reiskostenvergoedingen voor die reisbeweging (er worden geen kosten gemaakt).
Bij gebruik van een auto voor gemeenschappelijk gebruik of een auto op afroep is er vanwege de beschreven ongewenste fiscale consequenties, maar één optie: uitsluitend zakelijk en daarmee geen bijtelling op het inkomen. Het voeren van een rittenadministratie voor gebruik van de dienstauto is hierbij een fiscale voorwaarde.
Artikel 3 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders
Voor burgemeesters en wethouders is expliciet bepaald dat de kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde functionele scholing, zoals deelname aan congressen en opleidingen, ten laste kunnen worden gebracht van de gemeente. Partijpolitieke scholing komt niet voor vergoeding door de gemeente in aanmerking. De inhoud van de scholing is bepalend of deze al dan niet partijpolitiek georiënteerd is. Wanneer scholing verzorgd wordt door een politieke partij betekent dat niet automatisch dat die scholing partijpolitiek georiënteerd is.
Om in aanmerking te komen voor vergoeding van de scholingskosten, moet gemotiveerd worden dat het gaat om functiegerichte scholing. Scholing is functiegericht als zij beoogt de voor de functie benodigde vakkennis en vaardigheden te verwerven dan wel actueel te houden. Scholing is partijpolitiek georiënteerd als zij geheel of gedeeltelijk tot doel heeft betrokkene op te leiden in het gedachtegoed van de desbetreffende partij.
Overigens kan de gemeente ook zelf dit soort scholing (laten) verzorgen. Ook die lasten komen ten laste van de gemeente.
Artikel 4 Informatie en communicatievoorzieningen
Het college van burgemeester en wethouders stelt ten laste van de gemeente aan een wethouder of de burgemeester voor de duur van de uitoefening van zijn functie de noodzakelijke informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking op grond van een bruikleenovereenkomst. Onder informatie- en communicatievoorzieningen wordt verstaan: een smartphone, een computer en de daarbij behorende (internet)abonnementen.
Een computer is een desktop, een tabletcomputer of een laptop. Er mag slechts één computer verstrekt worden.
De gemeente verstrekt informatie- en communicatievoorzieningen in bruikleen aan de politieke ambtsdrager omdat dit noodzakelijk gereedschap is voor het vervullen van de politieke functie. Het fiscale noodzakelijkheidscriterium vereist dat dit digitale gereedschap bij aftreden of ontslag weer door de ambtsdrager wordt ingeleverd bij de gemeente. Dit geeft de gemeente ook de mogelijkheid om dit ICT-middel te schonen. Als het middel is geschoond, dan is het aan de gemeente of het dit desbetreffende ICT-middel wil hergebruiken. Als dat niet zo is, dan kan de gemeente ambtsdragers de mogelijkheid bieden het ICT-middel over te nemen. Dit overnemen is dus geen recht van de ambtsdrager maar het gevolg van een keuze van de gemeente. In dit geval is er bereidheid het ICT-middel af te stoten. Een circulaire vereist in dat geval dat de gemeente ervoor zorgt dat het ICT-middel door of namens de gemeente is geschoond met speciale software (conform Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO)).1 Verder dient de politieke ambtsdrager voor het overnemen van het ICT-middel op grond van de circulaire een vergoeding te betalen. Deze vergoeding dient gelijk te zijn aan de resterende waarde van het ICT-middel in het economisch verkeer.
Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
In het kader van de werkkostenregeling op grond van artikel 31 Wet op de Loonbelasting 1964 zijn een aantal vergoedingen in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en in deze regeling aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De gemeente draagt in dat geval de loonbelasting, waardoor de vergoeding belastingvrij (netto) aan een burgemeester of wethouder kan worden overgemaakt. Anders worden deze door de Belastingdienst als loon gezien en moet hierover bij de bestuurder loonbelasting worden ingehouden. In het kader van de werkkostenregeling wordt in de financiële administratie aangegeven of een verstrekking of vergoeding onder de gerichte vrijstellingen, intermediaire kosten of onder de nihil-waarderingen valt.
Gemeenten mogen daarnaast een verstrekking of vergoeding in de vrije ruimte - tot 1,2% fiscale loonsom - onderbrengen zonder fiscale consequenties. Indien de grens van 1,2% wordt overschreden, zal de gemeente 80% eindheffing moeten betalen.
Artikel 6 Betaling en declaratie van onkosten
De betaling van kosten kan worden voorgeschoten uit eigen middelen, later gedeclareerd worden of de factuur wordt rechtstreeks naar de gemeente verstuurd. Hierbij gaat de voorkeur uit naar rechtstreeks facturering bij de gemeente. Declaraties worden binnen een redelijke termijn ingediend en ook betaald. Hiervoor kunnen de geldende systemen gebruikt worden. De burgemeester en de wethouders declareren hun kosten bij de secretaris en dienen daarbij bewijsstukken te verstrekken.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl