Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR737996
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR737996/1
Treasurystatuut 2024 – 2029
Geldend van 01-04-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024
Intitulé
Treasurystatuut 2024 – 2029De raad van de gemeente Baarn
- gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 februari 2024
- behandeld in de informatie aan de raad d.d. 6 maart 2024
- behandeld in het debat in de raad d.d. 13 maart 2024
b e s l u i t:
1. de nota Investeren, activeren en afschrijven vast te stellen;
2. de nota Misbruik en Oneigenlijk gebruik vast te stellen
3. de nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen vast te stellen;
4. het treasurystatuut vast te stellen.
Inhoud
Artikel 2.1 Uitgangspunten risicobeheer 6
Artikel 2.2 Renterisicobeheer 6
Artikel 2.3 Koersrisicobeheer 7
Artikel 2.4 Kredietrisicobeheer 7
Artikel 2.5 Intern liquiditeitsrisicobeheer 7
Artikel 2.6 Valutarisicobeheer 8
Artikel 3.1 Aantrekken van vreemd vermogen. 9
Artikel 3.3 Verstrekken van leningen en borgstellingen. 9
Hoofdstuk 5 Administratieve organisatie en interne controle. 12
Hoofdstuk 6 Inwerkingtreding en citeertitel 17
Inleiding
Het treasurystatuut is het gemeentelijk kader voor het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Het gaat daarbij om de beleidsmatige vaststelling van doelstellingen, uitgangspunten en richtlijnen van het Treasury beleid. Ook bevat het regels voor de organisatie van de administratie en voor het beheer van vermogen en regels die de rechtmatigheid en doelmatigheid van de administratie en beheer waarborgen. Hiermee geeft het treasurystatuut invulling aan artikel 20 van de Financiële Verordening van gemeente Baarn waarin is bepaald dat de raad beleidsregels over de financieringsfunctie (lees: treasuryfunctie) in een separaat treasurystatuut vaststelt. De treasuryfunctie heeft als doel:
- 1.
Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, liquiditeitsrisico’s en kredietrisico’s (risicobeheer);
- 2.
Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities (gemeentefinanciering);
- 3.
Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit statuut (gemeentefinanciering);
- 4.
Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities (kasbeheer);
- 5.
Het genereren van informatie ter ondersteuning van het te voeren Treasury beleid en de af te leggen verantwoording over het gevoerde beleid (AO/IC en informatievoorziening).
Dit treasurystatuut is aanvullend op relevante regelgeving van het rijk. Dit zijn de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido), Besluit leningsvoorwaarden decentrale overheden, Uitvoeringsbesluit financiering decentrale overheden (Ufdo), Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Wet Ruddo), Regeling schatkistbankieren decentrale overheden en de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof). De wettelijke bepalingen uit deze, en eventueel toekomstige aanvullende regelgeving worden altijd in acht genomen. Het treasurystatuut start met het definiëren van veelvoorkomende treasurybegrippen. Vervolgens worden de gemeentelijke kaders voor de drie verschillende deelgebieden van de treasuryfunctie geformuleerd: risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer. Daarna worden de organisatorische randvoorwaarden van de treasuryfunctie (taakverdeling en verantwoordelijkheden) weergegeven. Tot slot wordt ingegaan op de informatievoorziening om het gevoerd Treasury beleid beheersbaar en meetbaar te houden.
Hoofdstuk 1 Definities
Belegging Het uitzetten van eigen vermogen en andere financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar.
Externe financieringsmiddelen Afgesloten leningen bij externe partijen waarover rente verschuldigd is. Tegenhanger zijn de interne financieringsmiddelen: reserves en voorzieningen
Financiering Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar.
Financieringsplanning Een langjarige prognose van in- en uitgaande geldstromen, voortvloeiende uit de gemeentelijke investeringen, verstrekkingen van leningen aan derden
en de financiering daarvan en de belegging van overtollige middelen.
Garantie Een borgstelling waarbij de gemeente Baarn zich tegenover een geldverstrekker verbindt een of meerdere vorderingen van een geldverstrekker op een debiteur te voldoen indien de debiteur niet aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen.
Geldstromenbeheer Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te verplaatsen zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).
Interne financieringsmiddelen Vermogensmiddelen die de gemeente zelf tot zijn beschikbaarheid heeft om te voldoen aan de financieringsbehoefte. Dit zijn de reserves en voorzieningen.
Intern liquiditeitsrisico De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en de meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.
Kasgeldlening Opname of uitzetting van geldmiddelen voor korte termijn (van 1 week tot 12 maanden).
Kasgeldlimiet Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de lasten in de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar.
Koersrisico Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.
Kredietrisico Het risico op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij.
Liquiditeitenbeheer Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar.
Liquiditeitsbehoefte De behoefte aan geldmiddelen.
Liquiditeitenplanning Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid.
Liquiditeitspositie Het totaal van de rekeningcourantsaldi, kasgeld- en daggeldleningen.
Medium term note (MTN) Verhandelbare schuldbekentenis als onderdeel van een obligatielening, uitgegeven door een overheid.
Onderhandse geldleningen Leningen waarbij de voorwaarden van de lening in onderling overleg met de geld gevende partij worden vastgesteld.
Publieke taak De overheid kan/mag iets tot haar publieke taak rekenen wanneer het particuliere bedrijfsleven niet of tegen bijzonder hoge kosten in een voorziening voorziet, waardoor deze niet of voor velen niet bereikbaar is en ten laste komt van de openbare kas.
Rating De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier.
Relatiebeheer Het onderhouden van relaties met partijen die actief zijn op financiële markten, waaronder banken en geldmakelaars.
Renterisico Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen.
Renterisiconorm De norm waarmee de vaste schuld – verminderd met verstrekte leningen – jaarlijks maximaal een renteherziening mag ondergaan. Bedoeling hiervan is het vermijden van renteschokken. Gemeenten die – per saldo – een schuld lager dan € 2,5 miljoen hebben, zijn vrijgesteld van deze verplichting.
Rentetypische looptijd Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding.
Rentevisie Toekomstverwachting over de renteontwikkeling.
Saldobeheer Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen.
Solvabiliteit De mate waarin de organisatie op lange termijn aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen. Het betreft het eigen vermogen versus het totaal vermogen.
Treasurer Degene die binnen de gemeentelijke organisatie is belast met de uitvoering van de treasuryfunctie binnen het treasurystatuut en de paragraaf financiering.
Treasuryfunctie De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren-
en crediteurenbeheer.
Uitzetting Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.
Valutarisico Het risico dat bezit in een vreemde valuta nadelig wijzigt door verandering van de wisselkoers.
Vaste schuld Schuldtitels met een looptijd van minimaal één jaar en één dag.
Vlottende schuld Schuldtitels met een looptijd van maximaal één jaar.
Hoofdstuk 2 Risicobeheer
Artikel 2.1 Uitgangspunten risicobeheer
- 1.
Het financieringsbeleid, tot uitdrukking komend in de looptijd en omvang van de financiering, is gericht op spreiding van toekomstige renterisico’s. Hierdoor wordt voorkomen dat een ongewenst budgettaire belasting kan ontstaan in een jaar waarin voor een substantieel deel van de leningportefeuille hoog rentende leningen c.q. leningconversies moeten worden gesloten;
- 2.
Het gebruik van derivaten is niet toegestaan;
- 3.
Het uitzetten van geldmiddelen uit hoofde van de treasuryfunctie geschiedt uitsluitend wanneer deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomensmaximalisatie . Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut;
- 4.
Het uitzetten van geldmiddelen in de vorm van aandelen is uitsluitend toegestaan bij bestuursorganen in de zin van de Awb die voor de uitoefening van een publieke taak een BV of NV- structuur hebben of bij Vitens en de BNG;
- 5.
Het uitzetten van geldmiddelen in de vorm van deelnemingen in rechtspersonen, maatschappen en verenigingen uit hoofde van de publieke taak is uitsluitend toegestaan na beoordeling van de financiële positie en kredietwaardigheid van de desbetreffende partij en op basis van een besluit van de raad dat de vereiste goedkeuring heeft van de provincie.
- 6.
In acht nemend het kader van de nota ‘Borgstellingen gemeente Baarn, mag het college borgstellingen uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken nadat de Treasurer heeft geadviseerd over de businesscase, de financiële positie en de kredietwaardigheid van de aanvrager.
Artikel 2.2 Renterisicobeheer
- 1.
De gemiddelde netto-vlottende schuld in een kwartaal overschrijft de kasgeldlimiet conform de Wet fido in principe niet. Bij incidentele wijzigingen in het inkomsten- en uitgavenpatroon wordt bekeken in hoeverre een aanvraag bij de toezichthouder tot de toegestane ontheffing voor maximaal twee kwartalen effectief is. . In de vigerende Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden geldt voor gemeenten als kasgeldlimiet het vastgestelde percentage van 8,5% van het totaal van de jaarbegroting met een minimum van € 300.000
- 2.
Het renterisico op de vaste schuld overschrijft de renterisiconorm conform de Wet fido niet, tenzij de toezichthouder op een te overwegen aanvraag ontheffing heeft verleend. In de vigerende Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden bedraagt het voor gemeenten geldende percentage 20% van de vaste schuld, met een minimum van € 2.500.000;
- 3.
Nieuwe leningen, nieuwe uitzettingen of vervroegde aflossingen op bestaande leningen worden afgestemd op de bestaande financiële positie van de gemeente Baarn en een actuele liquiditeitenplanning voor de korte en lange termijn;
- 4.
De rente typische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand;
- 5.
Binnen de kaders gesteld onder lid 3 en lid 4, streeft de gemeente naar spreiding in de rente typische looptijden van leningen en uitzettingen;
Artikel 2.3 Koersrisicobeheer
- 1.
De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, spaarrekening, daggeld en deposito’s
- 2.
Tevens beperkt de gemeente de koersrisico’s door de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.
Artikel 2.4 Kredietrisicobeheer
- 1.
Overtollige financiële middelen worden uitsluitend bij de Nederlandse Staat uitgezet, waarop twee uitzonderingen zijn::
A. Gerekend over een kwartaal mag een drempelbedrag van 0,75% van het begrotingstotaal op dag basis buiten de schatkist van het Rijk gehouden worden. Dit is uitsluitend toegestaan bij financiële instellingen, die beschikken over ten minste een triple A-rating, afgegeven door ten minste twee ratingbureaus;
B. Het uitlenen van (tijdelijk- of structureel) overtollige middelen aan een decentrale overheidsorganisatie onder voorwaarden van:
a. De leningen worden verstrekt voor de publieke taak;
b. Er is tussen deze decentrale overheidsorganisatie geen sprake van een toezichthouderrelatie.
- 2.
Tijdelijk overtollige gelden van aangetrokken leningen voor projectfinanciering worden bij de Nederlandse Staat onder gebracht.
- 3.
Bij het verstrekken van leningen en garanties uit hoofde van de publieke taak worden zoveel mogelijk zekerheden of garanties geëist;
Artikel 2.5 Intern liquiditeitsrisicobeheer
De gemeente Baarn beperkt haar liquiditeitsrisico door het aantrekken en uitzetten van geldleningen) altijd te baseren op een korte termijn liquiditeitsbegroting van één jaar en een meerjarige liquiditeitenplanning met een planningshorizon van tenminste vier jaar waarin t de gevolgen uit de bestaande lening portefeuille, uitzettingen en meerjarig investeringsplan (MIP) zijn opgenomen.
Artikel 2.6 Valutarisicobeheer
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.
Hoofdstuk 3 Gemeentefinanciering
Artikel 3.1 Aantrekken van vreemd vermogen
- 1.
Financieringen worden enkel aangetrokken voor de uitoefening van de publieke taak. Het aantrekken met het oogmerk deze winstgevend weg te zetten is niet toegestaan, net zo min als het speculeren op rentestijgingen – of dalingen.
- 2.
Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn kredieten in rekening courant, daggelden, kasgeldleningen en onderhandse leningen,
- 3.
Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken om het renteresultaat te optimaliseren;
- 4.
Er wordt uitgegaan van het principe van totaalfinanciering en niet van projectfinanciering. Daarbij wordt gekeken naar de omvang en looptijd van de financieringsbehoefte in combinatie met de geldende rentetarieven en inachtneming van de renterisiconorm en de kasgeldlimiet. Bij investeringen groter dan € 1.000.000 wordt de optredende financieringsbehoefte gefinancierd met langlopende lineaire geldleningen waarvan de rente typische looptijd gelijk loopt met de afschrijvingstermijn van de investering;
- 5.
Bij het aantrekken van langlopende financiering worden minimaal twee offertes gevraagd, waarvan één bij de huisbankier. Als het niet mogelijk is om minimaal twee offertes te krijgen, kan is het toegestaan om financiering aan te gaan op basis van één offerte als de geoffreerde rente overeen komt met de dan geldende kapitaalmarktrente.
Artikel 3.2 Uitzettingen
- 1.
Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 2.1, 2.3 en 2.4 genoemde voorwaarden;
- 2.
Er wordt per decentrale overheid of gemeenschappelijke regeling maximaal € 1.000.000 uitgezet om risico’s te spreiden.
Artikel 3.3 Verstrekken van leningen en borgstellingen
- 1.
De gemeente Baarn verstrekt geen uitzettingen anders dan genoemd in artikel 3.2;
- 2.
Het verstrekken van borgstellingen op geldleningen is voorbehouden aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn. Hiervoor gelden de bepalingen uit de nota Borgstellingen;
- 3.
Ten gunste van personeel of politieke ambtsdragers worden geen contracten gesloten voor hypothecaire leningen of garanties op de verstrekking van hypothecaire leningen door andere financiële instellingen.
Artikel 3.4 Relatiebeheer
De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten en hiervoor gelden als uitgangspunt dat de kredietwaardigheid van bankrelaties moeten voldoen aan triple A rating.
Artikel 3.5 Professionaliteit
De gemeente kwalificeert zich in het financiële verkeer als niet-professioneel.
Hoofdstuk 4 Kasbeheer
Artikel 4.1 Geldstromenbeheer
Om de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt:
- 1.
Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig worden nagekomen;
- 2.
Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd binnen één bank;
- 3.
In de gemeente Baarn worden uitsluitend kassen aangehouden bij de teams Burgercontact en Intern Advies;
- 4.
De teammanagers van de in lid 3 genoemde teams zijn verantwoordelijk voor het beheer van de kas.
Artikel 4.2 Saldo- en Liquiditeitenbeheer
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:
- 1.
De gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities;
- 2.
Indien een liquiditeitsbehoefte ontstaat dan kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt – conform artikel 2.2 lid 1 - de kasgeldlimiet niet overschreden;
- 3.
Bij het aantrekken van vermogen zijn de bepalingen van artikel 3.1 van toepassing;
- 4.
Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant;
- 5.
Bij het uitzetten van vermogen zijn de bepalingen en limieten van artikel 3.2 van toepassing;
- 6.
Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn rekening-courant en bij de Nederlandse Staat;
- 7.
Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 2.4 genoemde tegenpartijen toegestaan;
- 8.
Jaarlijks rapporteert het college in de paragraaf financiering van de programmarekening over het gevoerd saldo- en liquiditeitenbeheer;
- 9.
Gezien het kortlopende karakter en de opgenomen restricties in de artikelen 3.1 en 3.2 vindt hiervoor geen afzonderlijke toets door de concerncontroller plaats.
Hoofdstuk 5 Administratieve organisatie en interne controle
Artikel 5.1 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
Voor de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:
- 1.
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn in het treasurystatuut op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;
- 2.
Bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat nader schriftelijk vastgelegd;
- 3.
Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:
a. minimaal twee functionarissen autoriseren iedere transactie (het vier-ogenprincipe);
b. de uitvoering en controle gebeurt door afzonderlijke functionarissen;
c. de uitvoering en registratie in de financiële administratie gebeurt door afzonderlijke functionarissen.
- 4.
Tegenpartijen worden gevraagd bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie;
- 5.
De transacties worden onmiddellijk geregistreerd door de Medewerker Bedrijfsvoering Financiën en gecontroleerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten;
- 6.
De administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat:
a. de uitvoering rechtmatig en doelmatig is;
b. de treasury-activiteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;
c. de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd zijn.
Artikel 5.2 Plaats in de organisatie
De verantwoordelijkheid voor de treasuryfunctie is bij de gemeente Baarn ondergebracht bij het team Intern Advies, subteam financieel beleid. De uitvoering van de treasuryfunctie ligt ook bij team Intern Advies, bij het subteam Financieel Beheer.
Artikel 5.3 Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden voor de treasuryfunctie van de gemeente Baarn staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
Functie Verantwoordelijkheden
Gemeenteraad
• Het vaststellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid, beleidskaders en limieten, middels de Financiële Verordening ex art 212 Gemeentewet van de gemeente Baarn en het treasurystatuut.
• Het in de begroting en jaarrekening vaststellen van de paragraaf financiering.
• Het vaststellen van het treasurystatuut.
• Het uitvoeren van de niet aan het college overgedragen treasuryactiviteiten.
• Het houden van toezicht op het treasurybeleid.
College van B&W
• Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele en politieke verantwoordelijkheid).
• Het uitvoeren van de niet aan de ambtelijke organisatie overgedragen treasuryactiviteiten.
• Het rapporteren en afleggen van verantwoording aan de raad van de gemeente Baarn over de uitvoering van het treasurybeleid.
Portefeuillehouder financiën
• Het uitvoeren van het treasurybeleid (bestuurlijke verantwoordelijkheid).
Teammanager Intern Advies
• Het uitvoeren van de aan hem gemandateerde treasuryactiviteiten conform het treasurystatuut en de paragraaf financiering.
• Het autoriseren van voorstellen door de treasurer over het bankrelatiebeheer.
• Het adviseren van het directieteam over de financiële gevolgen van hun activiteiten en projecten.
• Het afleggen van verantwoording aan het college over de uitvoering van het treasurybeheer.
Treasurer *
• Het uitvoeren van de aan hem/haar opgedragen treasuryactiviteiten conform het treasurystatuut.
• Het zorgdragen voor en het bewaken van de liquiditeitenplanning en de financieringsprognose op korte en lange termijn.
• Informeert het college onmiddellijk wanneer de kasgeldlimiet en/of de renterisiconorm overschreden dreigt te worden en geeft hierbij een advies om de overschrijding tegen te gaan.
• Het afleggen van verantwoording aan de teammanager Intern Advies over de uitvoering van het treasurybeheer.
• Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied.
• Het onderhouden van contacten met banken.
• Verschaft op grond van de Wet fido periodiek informatie aan de Provincie en het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Concerncontroller
• Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury.
• Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen.
• Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en hierover rapporteren aan het bestuur.
• Toetst de treasury voorstellen over langlopende middelen.
• Het voeren van een interne controle op de uitgevoerde treasurytransacties en hierover rapporteren aan het college.
Adviseur Financieel Beleid
• Het adviseren van de budgethouders over de financiële gevolgen/geldstromen van hun activiteiten en projecten.
• Het zorgdragen voor een goede informatie-uitwisseling tussen het team Intern Advies en de overige teams binnen de gemeente.
Medewerker Bedrijfsvoering II, IV en V. (team financieel beheer)
• Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie.
• Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen.
• Het beheren van de debiteuren en crediteuren.
• Het afleggen van verantwoording aan het de teammanager Informatie over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.
• Het dagelijks overboeken van overtollige saldi naar de Nederlandse Staat.
Medewerker Bedrijfsvoering II (team financieel beheer)
• Verzamelt alle betaalopdrachten en verzorgt de eerste controle.
Kassier **
• Verzorgt de kassiersadministratie.
• Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer.
• Verzorgt de eerste controle van de betaalopdrachten.
Budgethouders
• Het zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie die wordt aangeleverd aan de treasurer omtrent toekomstige uitgaven en ontvangsten, via de Adviseurs Financieel Beleid.
• Het fiatteren van betalingen en ontvangsten, ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten waarvan zij in de begroting als budgethouder zijn aangewezen.
• Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de administratie.
Externe accountant
• Het voor haar reguliere taak adviseren en controleren omtrent feitelijke naleving van het treasurystatuut.
Artikel 5.4 Bevoegdheden
* De coördinator planning en control vervult de rol van treasurer, de strategisch financieel adviseur is de eerste plaatsvervanger van deze functionaris. De tweede plaatsvervanger is de teammanager Intern Advies. Het college van burgemeester en wethouders geeft goedkeuring aan het aanwijzen van deze specifieke functionarissen.
** Een van de Medewerkers Bedrijfsvoering Financiële Administratie vervult de rol van kassier, een tweede Medewerker Bedrijfsvoering Financiële Administratie is de plaatsvervanger van deze functionaris.
Artikel 5.5 Informatievoorziening
Het opnemen van leningen groter dan € 1.000.000
Het college informeert conform artikel 8 uit de Financiële verordening ex art. 212 Gemeentewet gemeente Baarn 2023, buiten de begroting om, in ieder geval via een raadsvoorstel of raadsinformatiebrief vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen;
Het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 250.000.
Het college informeert conform artikel 8 uit de Financiële verordening ex art. 212 Gemeentewet gemeente Baarn 2023, buiten de begroting om, in ieder geval via een raadsvoorstel of raadsinformatiebrief vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen;
Informatie financieringsbehoefte vooraf
De informatievoorziening over een financieringsbehoefte vindt plaats bij het investeringsbesluit door de raad. Daarnaast worden de financieringsbehoeften beschreven in de “paragraaf financiering”, van de programmabegroting van de gemeente Baarn”.
Informatie gevoerd risicobeheer treasury
Het te voeren resp. gevoerde beheer op renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s wordt toegelicht in de paragraaf financiering van de programmabegroting resp. de programmarekening.
In dezelfde paragraaf wordt een toelichting gegeven over het gevoerd saldo- en liquiditeitenbeheer in de programmarekening;
Hoofdstuk 6 Inwerkingtreding en citeertitel
Artikel 6.1 Inwerkingtreding en slotbepaling
- 1.
De regeling "Treasurystatuut 2020" in te trekken met ingang van de in het derde lid genoemde datum.
- 2.
De regeling kan worden geciteerd als “Treasurystatuut gemeente Baarn 2024”.
- 3.
Dit statuut treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2024.
Ondertekening
Vastgesteld in de vergadering op 27 maart 2024
C. Heusingveld griffier M.A. Röell voorzitter
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl