Subsidieregeling stimulering solar carports Rotterdam

1. Het college kan een eenmalige subsidie verstrekken voor de volgende activiteiten:

• a.

  het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie voor het realiseren van een solar carport;

• b.

  het realiseren van een solar carport.

2. De haalbaarheidsstudie voor het realiseren van een solar carport bevat in ieder geval de volgende onderdelen:

• a.

  een onderbouwing van de financiële haalbaarheid;

• b.

  een onderbouwing van de technische haalbaarheid;

• c.

  een onderbouwing van de ruimtelijke inpasbaarheid;

• d.

  een verkenning rond inpassen van de te realiseren carport in het energienet.

3. Het realiseren van een solar carport komt uitsluitend voor een subsidie in aanmerking, indien wordt voldaan aan de volgende vereisten:

• a.

  aan de realisatie van de solar carport is een haalbaarheidsstudie voorafgegaan; en

• b.

  de te realiseren solar carport heeft een nominaal vermogen van ten minste 15 kilowattpiek.

1. Indien subsidie wordt aangevraagd voor een activiteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, wordt de staatssteun gerechtvaardigd door:

• a.

  een de-minimis verklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de de-minimisverordening; dan wel

• b.

  artikel 25 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

2. Indien subsidie wordt aangevraagd voor een activiteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, wordt de staatssteun gerechtvaardigd door artikel 41 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

3. Indien subsidie wordt aangevraagd die gerechtvaardigd wordt door de Algemene Groepsvrijstellingsverordening wordt aan de volgende eisen voldaan:

• a.

  de onderneming verkeert niet in financiële moeilijkheden in de zin van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening;

• b.

  ten aanzien van de onderneming staat geen bevel tot terugvordering uit ingevolge een eerder besluit van de Commissie van de Europese Unie waarbij de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.

1. Voor de activiteit bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteit.

2. Voor de activiteit bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, komt uitsluitend het nominaal vermogen in kilowattpiek van de te realiseren solar carport voor subsidie in aanmerking.

1. De subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, bedraagt:

• a.

  100% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 10.000, indien subsidie wordt verleend die valt onder de de-minimisverordening;

• b.

  50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 10.000, indien subsidie wordt verleend die valt onder de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

2. De subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, bedraagt € 150 per kilowattpiek, met een maximum van € 100.000 per solar carport.

1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

3. Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het de rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

1. De subsidieaanvraag wordt ingediend via www.rotterdam.nl/subsidies met behulp van het daar beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

2. De aanvrager legt in ieder geval de volgende gegevens over:

• a.

  een begroting van de kosten van de activiteit;

• b.

  een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

• c.

  een inhoudelijke beschrijving van de activiteit, inclusief aanduiding van het beoogde parkeerterrein waarvoor de activiteit plaatsvindt;

• d.

  een planning van de uitvoering van de activiteit;

• e.

  de kadastrale aanduiding van het te overdekken parkeerterrein;

• f.

  luchtfoto van de situatie vooraf;

• g.

  indien de aanvrager niet de eigenaar van het parkeerterrein is, een getekende instemmingsverklaring van de eigenaar van het parkeerterrein beschikbaar op www.rotterdam.nl/subsidies;

• h.

  indien van toepassing, een de-minimis verklaring.

3. Een aanvraag om subsidie voor de haalbaarheidsstudie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, bevat tevens:

• a.

  een offerte van de partij die de haalbaarheidsstudie gaat uitvoeren;

• b.

  een toelichting waaruit blijkt dat de beoogde partij die de haalbaarheidsstudie gaat uitvoeren beschikt over aantoonbare expertise om de haalbaarheidsstudie uit te voeren.

4. Een aanvraag om subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, bevat tevens:

• a.

  een uitgevoerde haalbaarheidsstudie;

• b.

  de naam van de beoogde partij die de solar carport gaat realiseren;

• c.

  een beschrijving van de beoogde samenwerkingspartners;

• d.

  een businesscase met betrekking tot de totale investeringskosten en baten gedurende de exploitatietermijn;

• e.

  het beoogde nominaal geïnstalleerd vermogen aan zonnepanelen en geschatte jaarlijkse energieopwekking dat met de solar carport wordt gerealiseerd;

• f.

  een positieve beoordeling van het college op een conceptverzoek omgevingsvergunning.

1. Met de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten wordt gestart binnen zes maanden nadat een beschikking tot subsidieverlening is gegeven.

2. De activiteit bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, wordt afgerond binnen twaalf maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening.

3. De activiteit bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, wordt afgerond binnen drie jaar na de datum van de beschikking tot subsidieverlening.

4. Een termijn, genoemd in het eerst tot en met het derde lid, kan op verzoek van de aanvrager eenmalig met zes maanden worden verlengd, indien aannemelijk is dat de aanvrager de gesubsidieerde activiteit niet binnen de bedoelde termijn kan uitvoeren.

1. Een subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, wordt direct bij subsidieverlening vastgesteld.

2. Een subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, wordt vastgesteld nadat een aanvraag tot vaststelling is ingediend.

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2027, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verstrekt.