Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR737950
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR737950/1
Beleidsregels bestuurlijke boete Wet Basisregistratie Personen gemeente Waalre
Geldend van 12-04-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels bestuurlijke boete Wet Basisregistratie Personen gemeente WaalreBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre tot vaststelling van beleidsregels voor de uitvoering van de artikelen 1.1, 2.38, 2.39, 2.40, vijfde lid, 2.43 tot en met 2.47, 2.50, 2.51, 2.52 en 4.17 van de Wet Basisregistratie Personen;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre;
overwegende dat,
- a.
het gewenst is om beleidsregels vast te stellen omtrent bestuurlijke boete;
- b.
het wenselijk is om de kwaliteit van de gegevens over de ingeschrevenen in de basisregistratie personen verder te verhogen;
- c.
het wenselijk is om burgers aan te zetten tot het nakomen van verplichtingen die de Wet basisregistratie personen aan hen oplegt; om fraude en andere onwenselijke gedragingen rondom die verplichtingen te voorkomen en te bestrijden;
omdat het wenselijk is om de uitvoering van het handhavingsinstrument van de bestuurlijke boete als genoemd in artikel 4.17 van de Wet basisregistratie personen voor de gemeente Waalre in beleidsregels vast te leggen;
gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
artikel[en] 1.1, 2.38, 2.39, 2.40, vijfde lid, 2.43 tot en met 2.47, 2.50, 2.51, 2.52 en 4.17 van de Wet Basisregistratie Personen (Wet BRP) en de Handreiking bestuurlijke boete van de NVVB;;
besluit vast te stellen de volgende beleidsregel[s]:
Beleidsregels bestuurlijke boete Wet Basisregistratie Personen Waalre
Artikel 1. Begripsbepalingen
-
1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
-
a. de Wet BRP: de Wet basisregistratie personen;
-
b. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre;
-
c. toezichthouder: de op grond van het bepaalde in artikel 4.2 van de Wet door het college aangewezen ambtenaar;
-
d. boete: de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 4.17 van de Wet BRP;
-
e. overtreder: degene die verwijtbaar niet heeft voldaan aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 4.17 onder a. van de Wet BRP, dan wel zich schuldig heeft gemaakt aan het bepaalde in artikel 4.17 onder b. van de Wet BRP of een valse aangifte heeft gedaan;
-
f. ingeschrevene: ingeschrevene als bedoeld in artikel 1.1 onder e, van de Wet BRP.
-
g. gelegenheidsgever: de persoon als bedoeld in artikel 4.17 onder b, van de Wet BRP.
-
h. BRP: de Basisregistratie Personen
-
2. De begripsbepalingen van de Wet BRP zijn op deze beleidsregel onverkort van toepassing.
Artikel 2. Bevoegdheden en mandatering
-
1. Het college is op grond van het bepaalde in artikel 4.17 van de Wet BRP bevoegd tot het opleggen van een boete.
-
2. Het college verleent mandaat voor het opleggen van een boete aan de teammanagers.
Artikel 3. Opleggen boete
-
1. De boete wordt alleen opgelegd als de overtreder vooraf is geïnformeerd over het risico van oplegging van een bestuurlijke boete bij het niet voldoen aan de verplichtingen als genoemd in de Wet BRP.
-
2. Per geconstateerde overtreding kan slechts één boete worden opgelegd.
-
3. Een boete wordt binnen 3 jaar nadat het college de overtreding heeft geconstateerd, opgelegd. Indien tegen de bestuurlijke boete bezwaar wordt gemaakt of beroep wordt ingesteld, wordt de vervaltermijn opgeschort tot onherroepelijk op het bezwaar of beroep is beslist.
-
4. De boete wordt opgelegd aan de overtreder.
-
5. In geval de verplichtingen als bedoeld in de Wet BRP moeten worden vervuld door anderen dan de ingeschrevene of aangifteplichtige zelf, wordt de boete opgelegd aan degenen op wie de verplichting ingevolge de wet rust.
-
6. Het college legt geen boete op als de overtreder is overleden.
-
7. Als de overtreder voor inning van de opgelegde boete komt te overlijden, vervalt deze op de datum van overlijden.
-
8. Een onherroepelijke boete vervalt voor zover zij op het tijdstip van overlijden nog niet is betaald.
-
9. Bij het opleggen van een boete worden deze beleidsregels in acht genomen.
-
Artikel 4. Verwijtbaarheid en bijzondere omstandigheden
-
1. Voor het opleggen van de boete moet er sprake zijn van verwijtbaarheid.
-
2. Van verwijtbaarheid is in ieder geval sprake, indien de overtreder:
-
a. al eerder eenzelfde overtreding in de zin van artikel 4.17 van de Wet BRP heeft begaan;
-
b. stelt niet op de hoogte te zijn van de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 4.17 van de Wet BRP;
-
c. niet aantoonbaar stelt reeds in een eerder stadium aan zijn verplichting te hebben voldaan;
-
d. stelt langere tijd niet in staat te zijn geweest zijn belangen te behartigen, doordat hij tijdelijk niet op het adres zegt te wonen. Hieronder wordt ook begrepen tijdelijk verblijf in het buitenland, tijdelijk verblijf in een instelling voor de gezondheidszorg, instelling op het gebied van kinderbescherming of penitentiaire instelling;
-
e. stelt door slechte postbezorging of gebreken aan of ontbreken van een brievenbus geen post te hebben ontvangen;
-
f. aangemerkt wordt als gelegenheidsgever, die een verklaring heeft getekend dat de andere persoon woont op zijn adres, terwijl vastgesteld is dat hij er niet woont;
-
g. aangemerkt wordt als gelegenheidsgever in de zin van sub f van dit artikel en stelt dat de andere persoon niet langer op het adres woont, terwijl hij niet aantoont dat de andere persoon recentelijk verhuisd is naar een ander adres of vertrokken is naar het buitenland en daarvan nog niet binnen de wettelijke termijn als bedoeld in artikel 2.39 en 2.43 van de Wet BRP aangifte heeft gedaan.
Artikel 5. Niet twee keer voor hetzelfde (Ne bis in idem)
-
1. De boete kan niet worden opgelegd aan de overtreder, indien aan hem reeds eerder een bestuurlijke boete is opgelegd dan wel een kennisgeving als bedoeld in 5:50 tweede lid aanhef en onderdeel a Algemene wet bestuursrecht is bekendgemaakt.
-
2. Er is in ieder geval geen sprake van hetzelfde feit, indien de overtreder:
-
a. eerder niet voldaan heeft aan zijn aangifte of informatieverplichting ten aanzien van een inschrijving op een adres, een adreswijziging of een vertrek naar het buitenland;
-
b. niet voldaan heeft aan zijn verplichting andere brondocumenten in de zin van artikel 2.8 van de Wet BRP te overleggen, waarvoor hem een boete is opgelegd;
-
c. eerder een boete is opgelegd voor het niet voldoen aan zijn identificatieplicht ten aanzien van een andere situatie;
-
d. eerder een boete opgelegd heeft gekregen, vanwege het optreden als gelegenheidsgever in de zin van artikel 4.17 lid 2 van de Wet BRP ten aanzien van een andere ingeschrevene dan wel ten aanzien van dezelfde ingeschrevene op een ander moment;
-
-
-
-
e. eerder een boete is opgelegd, vanwege de overtreding van de verplichting tot het verstrekken van informatie door een ander dan ingezetene of ingeschrevene aan de gemeente ten behoeve van de bijhouding in de basisregistratie personen, als het een andere persoon betreft dan wel als het een andere overtreding ten aanzien van dezelfde persoon betreft.
Artikel 6. Boetebedrag
Overtreding Migratie |
Boete |
Wetsartikelen |
Het niet doen van aangifte van inschrijving uit het buitenland |
€ 325 |
Artikel 2.38 eerste, tweede en vierde lid van de Wet BRP |
Het niet doen van aangifte van een nieuwe verblijfplaats binnen Nederland |
€ 325 |
Artikel 2.39 eerste lid van de Wet BRP |
Het niet doen van aangifte van een nieuwe verblijfplaats buiten Nederland |
€ 325 |
Artikel 2.43 eerste, tweede, derde en vierde lid van de Wet BRP |
Het niet geven van informatie, overleggen van geschriften, in persoon verschijnen |
€ 200 |
Artikel 2.44, 2.45, lid 1, 2.46 en 2.47 van de Wet BRP |
Het ten onrechte opgeven van een adreswijziging naar een briefadres terwijl er sprake is van een woonadres |
€ 325 |
Artikel 2.39 derde lid van de Wet BRP |
Het niet schriftelijk wijzen op de mogelijkheid tot aangifte van een vestiging op een briefadres door een aangewezen instelling |
€ 200 |
Artikel 2.40 vijfde lid van de Wet BRP |
Het niet geven van inlichtingen door de briefadresgever over de briefadresnemer op verzoek van het gemeentebestuur |
€ 200 |
Artikel 2.45 vierde lid van de Wet BRP |
Het niet geven van inlichtingen door aangewezen instellingen over aldaar verblijf houdende personen |
€ 325 |
Artikel 2.50 van de Wet BRP |
Het geven van gelegenheid tot de overtreding |
€ 325 |
Artikel 4.17 sub b van de Wet BRP |
Overtreding Brondocumenten |
Boete |
Wetsartikelen |
Het niet overleggen van brondocumenten betreffende de burgerlijke staat of nationaliteit in verband met vestiging uit het buitenland |
€ 200 |
Artikel 2.38 derde lid van de Wet BRP |
Het niet overleggen van brondocumenten van feiten die zich buiten Nederland hebben voorgedaan en in de BRP opgenomen moeten worden |
€ 200 |
Artikel 2.44 van de Wet BRP |
Het niet overleggen van brondocumenten betreffende burgerlijke stand of nationaliteit op verzoek van het gemeentebestuur |
€ 325 |
Artikel 2.46 van de Wet BRP |
Het niet overleggen van een buitenlandse overlijdensakte |
€ 200 |
Artikel 2.51 van de Wet BRP |
Het niet overleggen van een geldig identificatiemiddel bij het verschijnen in persoon |
€ 325 |
Artikel 2.52 van de Wet BRP |
Het plegen van valsheid in geschrifte (met inachtneming van artikel 8 van deze beleidsregels) |
€ 325 |
Artikel 2.38, 2.39, 2.43 en 2.45 van de Wet BRP |
Overig |
Boete |
Wetsartikelen |
Overtreder heeft eerder een overtreding begaan waarvoor de boete opgelegd kan worden (recidive) |
€ 325 |
Alle artikelen |
Artikel 7. Hoofdelijke aansprakelijkheid
Als op grond van de Wet BRP aan meerdere personen een boete kan worden opgelegd ten aanzien van dezelfde overtreding en het college besluit de boete ook aan meerdere personen op te leggen, dan zijn deze personen afzonderlijk hoofdelijk voor de gehele boete aansprakelijk.
Artikel 8. Valsheid in geschrifte
-
1. Indien een tot aangifte verplicht persoon een valse of vervalste aangifte doet is er sprake van een overtreding van verplichting als bedoeld in artikelen 2.38, 2.39, 2.43, 2.45 en 2.47 van de Wet BRP.
-
2. De overtreding in de zin van het eerste lid is ook op te vatten als valsheid in geschrifte in de zin van artikel 225 en overige van hierop van toepassing zijnde artikelen van het Wetboek van Strafrecht.
-
3. Namens het college wordt door de toezichthouder in geval van overtreding van het bepaalde in het eerste lid aangifte gedaan van valsheid in geschrifte bij de politie. Indien er sprake is van valsheid in geschrifte kan niet direct een bestuurlijke boete worden opgelegd. Conform artikel 5:44 Algemene Wet bestuursrecht wordt de overtreding eerst aan het Openbaar Ministerie voorgelegd. Afhankelijk van de reactie van het Openbaar Ministerie kan alsnog een bestuurlijke boete worden opgelegd.
-
4. Een boete wordt niet opgelegd, als de overtreder strafrechtelijk wordt vervolgd voor dit feit.
-
-
-
-
-
Artikel 9. Afwijkingsbevoegdheid
Het college kan besluiten om de bestuurlijke boete te matigen, indien de belanghebbende aannemelijk maakt dat op grond van
- a.
de ernst van de overtreding;
- b.
de mate van verwijtbaarheid;
- c.
de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan of
- d.
de omstandigheden waarin de overtreder verkeert,
het opleggen van een boete volgens deze regeling onevenredig is.
Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Elektronische Gemeenteblad.
-
2. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels bestuurlijke boete Wet Basisregistratie Personen gemeente Waalre.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre in de vergadering van 18 maart 2025.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre,
Gemeentesecretaris, Burgemeester,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl