Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR737918
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR737918/1
Regeling Geschillen Wsw-doelgroep Werkplein Drentsche Aa 2019
Geldend van 01-01-2019 t/m heden
Intitulé
Regeling Geschillen Wsw-doelgroep Werkplein Drentsche Aa 2019Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- 1.
Commissie: de geschillencommissie sociale werkvoorziening.
- 2.
Dagelijks bestuur: het bestuur van het Werkplein Drentsche Aa die alle bevoegdheden en verplichtingen van een werkgever naar burgerlijk recht van het college van burgemeester en wethouders in mandaat heeft gekregen.
- 3.
Werkplein Drentsche Aa: de dienst in de zin van artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
- 4.
Gemeenschappelijke regeling: belast met de uitvoering van de Wsw en de Participatiewet voor de gemeenten Aa en Hunze, Assen en Tynaarlo.
- 5.
Regeling: Regeling Geschillen Wsw-doelgroep Werkplein Drentsche Aa 2019.
- 6.
Werkgever: het Dagelijks bestuur van het Werkplein Drentsche Aa.
- 7.
Werknemer: medewerker die werkzaam is bij het Werkplein Drentsche Aa ingevolge hoofdstuk 2 van de Wsw waarop de cao voor de sociale werkvoorziening van toepassing is.
- 8.
Wsw: de Wet sociale werkvoorziening.
- 9.
Wsw-personeel: de medewerkers die werkzaam zijn bij Werkplein Drentsche Aa ingevolge hoofdstuk 2 van de Wsw waarop de CAO voor de sociale werkvoorziening van toepassing is.
- 10.
Verzoeker: de werknemer die het verzoekschrift indient.
- 11.
Verweerder: de werkgever.
Hoofdstuk 2 Behandeling van verzoekschriften
De commissie
Artikel 2. Commissie en haar bevoegdheid
De commissie adviseert het dagelijks bestuur over de afdoening van geschillen die voortvloeien uit de arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer.
Artikel 3. Begrenzing bevoegdheid
- 1.
De commissie is niet bevoegd kennis te nemen van geschillen die betrekking hebben op de functiewaardering van functies van het Wsw-personeel. Voor deze bezwaren gelden de bepalingen van de Regeling bezwarencommissie functiewaardering sociale werkvoorziening, zoals opgenomen in de CAO voor de sociale werkvoorziening.
- 2.
De commissie is niet bevoegd kennis te nemen van geschillen die betrekking hebben op een besluit tot opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden (ontslag op staande voet) als bedoeld in art. 7:677 Burgerlijk Wetboek, artikel 7:678 Burgerlijk Wetboek of art. 7:679 Burgerlijk Wetboek of de voorgenomen opzegging van de arbeidsovereenkomst, waarvoor overeenkomstig de bepalingen ter zake in titel 10 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek een ontslagtoestemming van het UWV is vereist dan wel waarvoor een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst moet worden voorgelegd aan de kantonrechter.
Artikel 4. Samenstelling van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit de leden van de onafhankelijke bezwaarschriftencommissie Werkplein Drentsche Aa.
- 2.
De voorzitter en leden van de commissie mogen niet in dienstverband zijn bij Werkplein Drentsche Aa, bij de aangesloten gemeenten of bij een gemeentelijk bestuursorgaan van de aangesloten gemeenten.
- 3.
Bij afwezigheid van de voorzitter kan elk lid van de commissie optreden als plaatsvervangend voorzitter. Dit wordt afgestemd in onderling overleg tussen de leden.
De procedure
Artikel 5. Indienen verzoekschrift
- 1.
De verzoeker legt, indien hij van mening is dat zich een geschil voordoet dat voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst, binnen zes weken nadat hij redelijkerwijze daarmee bekend heeft kunnen zijn, een verzoekschrift voor aan de commissie.
- 2.
Het verzoekschrift bevat de gronden waarop het geschil berust.
- 3.
De verzoeker richt zijn verzoekschrift aan de secretaris van de geschillencommissie sociale werkvoorziening, Javastraat 15, 9401 KZ Assen.
- 4.
De verzoeker vermeldt in de linkerbovenhoek van de enveloppe “geschil” en stuurt zo mogelijk een kopie mee van de brief van de werkgever met een uitleg van het geschil.
Artikel 6. Ontvangst verzoekschrift
- 1.
De verzoeker wordt in de gelegenheid gesteld eventuele gebreken binnen vier weken na dagtekening van de ontvangstbevestiging te herstellen.
- 2.
Indien naar het oordeel van de secretaris sprake is van kennelijke ongegrondheid of van een geschil dat niet voortvloeit uit de arbeidsverhouding tussen partijen, overlegt de secretaris met de voorzitter of het geschil zonder tussenkomst van de commissie kan worden afgehandeld.
Artikel 7. Niet-ontvankelijk
- 1.
Het verzoekschrift wordt niet-ontvankelijk verklaard indien:
- a.
het verzoekschrift niet binnen de termijn, genoemd in artikel 6, lid 1 van deze regeling, is voorgelegd aan de commissie;
- b.
het geschil door één van de partijen, voordat het is aangemeld bij de commissie, bij de Rechtbank aanhangig is gemaakt.
- 2.
Indien tijdens de behandeling van het geschil door de commissie een van de partijen of beide partijen het geschil aanhangig maken bij de Rechtbank, ziet de commissie af van verdere behandeling.
Artikel 8. Verdere procedure
- 1.
Verweerder ontvangt het volledige verzoekschrift in kopie en krijgt twee weken de gelegenheid om een verweer(schrift) in te dienen.
- 2.
Verzoeker ontvangt het verweerschrift na ontvangst zo spoedig mogelijk en wordt in de gelegenheid gesteld een reactie in te dienen tot uiterlijk tien dagen voor een (plenaire) hoorzitting.
- 3.
Partijen worden ten minste tien dagen van te voren schriftelijk uitgenodigd voor een (plenaire) hoorzitting.
- 4.
De hoorzitting is niet openbaar.
- 5.
Uiterlijk één week voor de hoorzitting ontvangen partijen nog eventuele nagekomen stukken die door één der partijen zijn ingediend.
- 6.
De commissie hoort partijen.
- 7.
De commissie handelt in beginsel een geschil in één hoorzitting af.
- 8.
De voorzitter kan anders bepalen wanneer dat noodzakelijk is voor de behandeling van het geschil.
Artikel 9. Hoorzitting
- 1.
De voorzitter stelt in aanvulling op artikel 8 van de Regeling partijen in de gelegenheid het geschil toe te lichten.
- 2.
De commissie beoordeelt door partijen ter zitting ingediende stukken, die nieuwe feiten bevatten, tijdens en na de hoorzitting. De commissie beslist dan ook of deze stukken als gedingstuk aan het dossier worden toegevoegd.
- 3.
Na de toelichting door verzoeker stelt de voorzitter de wederpartij in de gelegenheid om op de (nieuwe) feiten te reageren.
- 4.
De voorzitter en de leden stellen zo nodig vragen aan partijen.
- 5.
De verzoeker wordt als laatste het woord gegund.
- 6.
De voorzitter geeft aan binnen welke termijn de commissie aan het dagelijks bestuur advies uitbrengt.
- 7.
De voorzitter geeft aan welke vervolgprocedure verzoeker moet volgen als hij het niet eens is met het besluit van het dagelijks bestuur.
Artikel 10. Raadkamer
- 1.
De commissie beraadslaagt direct na de hoorzitting en het vertrek van partijen.
- 2.
De voorzitter maakt ten behoeve van de duidelijkheid van het advies een samenvatting van de conclusies van de commissie.
- 3.
De commissie is verplicht tot geheimhouding.
- 4.
De commissieleden nemen individueel in de fase van beraadslaging op geen enkele wijze met partijen contact op. Indien aanvullende stukken worden verlangd, doet de voorzitter via de secretaris daartoe, namens de commissie, een verzoek aan partijen.
Artikel 11. Advies
- 1.
Het advies aan het dagelijks bestuur bevat overwegingen, een advies (herroepen of instandhouding van het bestreden besluit) en een dagtekening.
- 2.
De voorzitter en de secretaris ondertekenen het advies.
- 3.
De commissie brengt binnen vier weken na de hoorzitting haar advies uit aan het dagelijks bestuur.
Artikel 12. Beslissing
- 1.
Het dagelijks bestuur beslist binnen vier weken na ontvangst van het advies van de commissie.
- 2.
Het besluit omvat tevens de gronden waarop dit is genomen.
- 3.
Het advies van de commissie is niet bindend. Bij afwijking van het advies van de commissie geeft het dagelijks bestuur gemotiveerd aan waarom hij afwijkt van het advies.
- 4.
Wanneer een besluit afwijkt van het advies, ontvangt de commissie daarvan een afschrift.
Hoofdstuk 3 Overige bepalingen
Artikel 13. Inlichtingen en verslag
- 1.
De commissie brengt jaarlijks aan het dagelijks bestuur en aan de ondernemingsraad van het Werkplein Drentsche Aa schriftelijk verslag uit van de werkzaamheden met betrekking tot de aan haar opgelegde taak.
- 2.
De commissie is bevoegd uit eigen beweging aan het dagelijks bestuur alle door haar nodig geachte voorstellen te doen.
- 3.
De commissie bericht en adviseert het dagelijks bestuur over de aangelegenheden die tot haar taken behoren.
Artikel 14. Onvoorziene gevallen
De commissie kan in bijzondere gevallen van de artikelen 8 t/m 9 afwijken of bepalingen buiten toepassing laten als toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 15. Overgangsrecht
Op verzoekschriften ingediend vóór de inwerkingtreding van deze regeling waarover bij de inwerkingtreding van deze regeling nog niet is geadviseerd, blijft de geschillencommissie van Alescon, zoals die bestond voor 1 januari 2019, van toepassing.
Artikel 16. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2019.
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van het algemeen bestuur van Werkplein Drentsche Aa op 9 februari 2022.
De voorzitter, C. Lambert
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl