Regeling subsidie ‘volwassenenonderwijs Friesland’

1. De begripsbepalingen van de Algemene Subsidieverordening gemeente Leeuwarden 2025 zijn overeenkomstig van toepassing op onderhavige regeling.

2. In aanvulling op bovenstaand lid 1 gelden de onderstaande begripsbepalingen:

• a.

  arbeidsmarktregio Friesland: alle Friese gemeenten

• b.

  ASVL: de Algemene Subsidieverordening gemeente Leeuwarden 2025;

• c.

  basisvaardigheden: lezen en schrijven in de Nederlandse taal, rekenen en digitale vaardigheden;

• d.

  college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden;

• e.

  deelnemer: volwassene, die valt onder de doelgroep en meedoet aan de activiteit;

• f.

  doelgroep: volwassenen die wonen in de arbeidsmarktregio Friesland, die niet-inburgeringsplichtig zijn, die nog niet beschikken over taalniveau 2F (voor NT-1) of B1 (voor NT-2) en die hun basisvaardigheden willen verbeteren;

• g.

  docenten: volwassenenonderwijsdocent bij MBO-instelling Firda of diens rechtsopvolger;

• h.

  Europees Referentiekader Talen (ERT): het ERT koppelt taalvaardigheid in een vreemde taal aan zes beheersingsniveaus, oplopend van A1, A2 (basisgebruiker), naar B1, B2 (onafhankelijk gebruiker) tot C1, C2 (vaardig gebruiker).

• i.

  NT-1: volwassene met het Nederlands als moedertaal;

• j.

  NT-2: volwassene met een andere taal dan het Nederlands als moedertaal;

• k.

  professional: iemand die vanuit diens beroep, niet zijnde een docent, de activiteit begeleidt;

• l.

  regeling: de regeling subsidie ‘volwassenenonderwijs Friesland’;

• m.

  subsidiabele kosten: kosten zoals omschreven in artikel 6;

• n.

  voldoende geschoolde vrijwilliger: een taalvrijwilliger die in de 3 jaar voorafgaand aan de activiteit waarvoor subsidie is verleend de basistraining taalvrijwilliger van Stichting Lezen en Schrijven heeft gevolgd;

• o.

  volwassene: een persoon met de leeftijd van 18 jaar of ouder;

• p.

  WEB: Wet Educatie en Beroepsonderwijs;

1. Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast.

2. Het subsidieplafond voor kalenderjaar 2025 is € 450.000,-.

3. De maximaal te verlenen bijdrage per aanvraag is € 30.000,-.

1. Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten die voldoen aan de volgende criteria:

• a.

  Er doen ten minste 6 volwassenen mee.

• b.

  De voertaal bij uitvoering van de activiteit is het Nederlands.

• c.

  De activiteit is gericht op het structureel verbeteren van de Nederlandse taal-, reken- en/of digitale vaardigheden van de doelgroep.

• d.

  De activiteit wordt begeleid door een professional of voldoende geschoolde vrijwilligers, waarbij in ieder geval één docent betrokken is.

1. De subsidieaanvraag kan alleen worden gedaan door een organisatie met rechtspersoonlijkheid.

2. Gemeenten kunnen geen aanvraag doen.

3. Aanvragen voor het kalenderjaar 2025 worden uiterlijk 25 april 2025 ingediend bij het college.

4. Aanvragen voor het kalenderjaar 2026 en verder worden uiterlijk 1 oktober van het voorgaande jaar ingediend bij het college, conform de ASVL.

5. De onder lid 1 genoemde aanvragen worden hetzij schriftelijk hetzij digitaal ingediend met gebruikmaking van het online portal op www.leeuwarden.nl.

6. Een aanvraag is voorzien van:

• a.

  Een activiteitenplan met een naar het oordeel van het college sluitende begroting, waarbij de subsidiabele kosten herleidbaar zijn naar de activiteiten.

• b.

  Een uitleg over op welke manier de basisvaardigheden worden gestimuleerd en welke meetbare verbetering er zal zijn.

• c.

  Een toelichting op de wijze van werving van volwassenen of op hoe de volwassenen zijn geworven.

• d.

  Een toelichting op wie de activiteiten gaat uitvoeren, in welke gemeente en hoe eventuele vrijwilligers zijn geschoold.

• e.

  Een schets over hoe in de toekomst een vervolg zal worden gegeven aan de gesubsidieerde activiteit(en).

• f.

  Een toelichting op hoe de docent betrokken is bij de activiteit.

1. De volgende kosten komen in aanmerking voor subsidie:

• a.

  Een vast uurtarief van maximaal €100,42 als vergoeding voor de directe loonkosten;

• b.

  Naar het oordeel van het college noodzakelijke materiaalkosten;

• c.

  Een vast uurtarief van maximaal €100,42 voor de inhuur van professionals die de activiteit uitvoeren;

• d.

  Kosten voor de huur van een ruimte met een maximum van €75 per dagdeel;

• e.

  Kosten voor het werven van de doelgroep;

• f.

  Kosten voor de inzet van vrijwilligers.

2. Er wordt in ieder geval geen subsidie verstrekt voor:

• a.

  Kosten om te voldoen aan wettelijke verplichtingen of aan gangbare minimumkwaliteitseisen

• b.

  Kosten van reguliere werkzaamheden van de aanvrager

• c.

  Kosten gemaakt na beëindiging van de activiteiten;

• d.

  Kosten ten behoeve van het opstellen van de aanvraag;

• e.

  Kosten die zijn gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen;

• f.

  Kosten die uit anderen hoofde worden gesubsidieerd;

• g.

  Verrekenbare of compensabele belastingen, heffingen of lasten;

• h.

  Kosten van rente, bankdiensten, financiering, gerechtelijke procedures, boeten en sancties;

• i.

  Kosten van in nature geleverde diensten en goederen;

• j.

  Kosten van gelieerde rechtspersonen die onderling in rekening worden gebracht

• k.

  Fooien, geschenken, gratificaties en bonussen;

• l.

  Kosten voor representatie, personeelsactiviteiten, overboekingen, annuleringen en outplacementtrajecten;

• m.

  Kosten voor training en scholing van vrijwilligers;

• n.

  Schoonmaakkosten;

• o.

  Overheadkosten;

• p.

  Bhv-kosten;

• q.

  Vergader- en bestuurskosten;

• r.

  Verzekeringen;

• s.

  Dienstreizen;

• t.

  Telefoonkosten.

1. De minimale vereisten:

• a.

  Er doen ten minste 6 volwassenen uit Friesland mee.

• b.

  De voertaal bij uitvoering van de activiteit is het Nederlands.

• c.

  De activiteit is gericht op het structureel verbeteren van de Nederlandse taal- reken-, en/of digitale vaardigheden.

• d.

  De activiteit wordt begeleid door een professional of voldoende geschoolde vrijwilligers, waarbij in ieder geval één docent betrokken is.

2. De aanvragen worden afgehandeld op volgorde van indienen1 .

1. Overeenkomstig en in aanvulling op artikel 13 ASVL kunnen subsidieaanvragen geweigerd worden wanneer:

• a.

  De aanvraag niet voldoet aan het doel van de regeling;

• b.

  Er onvoldoende deelnemers, die vallen onder de doelgroep, meedoen aan de activiteit;

• c.

  Er niet wordt voldaan aan de indieningsvereisten zoals volgt uit art. 4 en art. 5 van de regeling;

• d.

  De activiteiten niet plaatsvinden binnen de arbeidsmarktregio Friesland;

• e.

  De aanvrager kosten opgeeft die niet passen binnen de subsidiabele kosten, zoals bedoeld in artikel 6;

2. Een aanvrager kan maximaal twee aanvragen per jaar indienen, tenzij de activiteit specifiek ziet op NT-1 deelnemers.

3. De subsidieverlening wordt geweigerd, of deels geweigerd, indien door de verlening het subsidieplafond zou worden overschreden. Hierbij wordt dezelfde volgorde gehanteerd als in artikel 7 lid 2.

1. Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie bevat in ieder geval:

• a.

  Een beschrijving van de activiteit(en) en het verloop van de uitvoering;

• b.

  Een reflectie op de behaalde resultaten, successen en leerpunten.

2. Voor de wijze van verantwoording en vaststelling zijn voor het overige de bepalingen hierover in de ASVL van toepassing.

3. Subsidieaanvragers kan worden gevraagd om deel te nemen aan kennisuitwisseling met andere gemeenten in de regio Friesland. Informatie uit de subsidieaanvraag en subsidievaststelling kan ook voor dat doel worden ingezet.