Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR737817
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR737817/1
Controleprotocol en het normenkader ten behoeve van de jaarrekeningcontrole 2024
Geldend van 09-04-2025 t/m heden
Intitulé
Controleprotocol en het normenkader ten behoeve van de jaarrekeningcontrole 2024Het algemeen bestuur van de omgevingsdienst Achterhoek;
Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de ODA van 5 december 2024 tot vaststelling van het controleprotocol en het normenkader ten behoeve van de jaarrekeningcontrole 2024;
BESLUIT:
Vast te stellen het navolgende controleprotocol en het normenkader ten behoeve van de jaarrekeningcontrole 2024.
1. Algemeen
- 1.1
Inleiding
Ter voorbereiding en ondersteuning van de uitvoering van de accountantscontrole op de jaarrekening 2024 moet het algemeen bestuur een aantal zaken nader regelen dat op hoofdlijnen plaatsvindt in dit controleprotocol, dat is gebaseerd op het VNG model controleprotocol voor gemeenten.
Object van controle in dit protocol zijn de jaarcijfers van de ODA en daarmede tevens het financieel beheer zoals uitgeoefend door of namens het dagelijks bestuur van de ODA.
- 1.2
Doelstelling
Dit controleprotocol heeft tot doel nadere aanwijzingen te geven aan de accountant over de reikwijdte van de accountantscontrole, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbij verder te hanteren goedkeurings-en rapporteringstoleranties voor de controle van de jaarrekening van de ODA.
- 1.3
Wettelijk kader
De gemeentewet, artikel 213, schrijft voor dat het algemeen bestuur één of meer accountants aanwijst. Het algemeen bestuur heeft op 7 november 2012 de verordening ex artikel 213 van de Gemeentewet en artikel 217 van de Provinciewet voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de ODA vastgesteld (de “Controleverordening”). In het kader van de opdrachtverstrekking aan de accountant geeft het algemeen bestuur nadere aanwijzingen voor de te hanteren goedkeurings-en rapporteringstoleranties, alsmede welke wet- en regelgeving in het kader van het financieel beheer onderwerp van de rechtmatigheidscontrole zal zijn. Met dit controleprotocol is invulling gegeven aan het te hanteren normenkader.
2. Algemene uitgangspunten voor de controle (getrouwheid en rechtmatigheid)
Zoals in artikel 213 Gemeentewet is voorgeschreven, zal de controle zijn gericht op het afgeven van een oordeel over:
- ▪︎
De getrouwe weergave van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de activa en passiva.
- ▪︎
Het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder eventuele verordeningen.
- ▪︎
De inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken.
- ▪︎
Het in overeenstemming zijn van de door het dagelijks bestuur opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten).
- ▪︎
De verenigbaarheid van het jaarverslag met de jaarrekening.
Bij de controle zal het besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) bepalend zijn voor de uit te voeren werkzaamheden. Voorts is in de “Kadernota Rechtmatigheid 2013” van de commissie BBV de visie weergegeven op rechtmatigheid in de controleverklaring. De kadernota heeft het karakter van een bindend advies aan gemeentelijke organisaties en accountants.
Onder rechtmatigheid wordt begrepen de definitie volgens het Bado dat de in de rekening verantwoorde lasten, baten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen, dat wil zeggen “in overeenstemming zijn met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder gemeentelijke verordeningen”.
3. Te hanteren goedkeurings-en rapporteringstoleranties
De accountant accepteert in de controle bepaalde toleranties en richt de controle daarop in. De accountant controleert niet ieder document of iedere financiële handeling, maar richt de controle zodanig in dat voldoende zekerheid wordt verkregen over het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de verantwoorde baten en lasten en balansmutaties en financiële beheerhandelingen met een belang groter dan de vastgestelde goedkeuringstolerantie. De accountant richt de controle in op het ontdekken van belangrijke fouten en baseert zich daarbij op risicoanalyse, vastgestelde toleranties en statistische deelwaarnemingen en extrapolaties.
In het hierna opgenomen schema zijn de goedkeuringstoleranties opgenomen. Deze komen overeen met het wettelijk minimum.
Goedkeurings-tolerantie |
Goedkeurend |
Beperking |
Oordeelont-houding |
Afkeuren |
Fouten in de jaarrekening (% lasten) |
≤1% |
>1%<3% |
- |
≥3% |
Onzekerheden in de controle (% lasten) |
≤3% |
>3%<10% |
≥10% |
- |
De percentages worden steeds genomen van de werkelijke (programma)lasten inclusief dotaties aan de reserves in enig boekjaar.
De definitie van de goedkeuringstolerantie is:
De goedkeuringstolerantie is het bedrag dat de som van fouten in de jaarrekening of onzeker¬heden in de controle aangeeft, die in een jaarrekening maximaal mogen voorkomen, zonder dat de bruikbaarheid van de jaarrekening voor de oordeelsvorming door de gebruikers kan worden beïnvloed.
Als voorbeeld:
Op basis van de gewijzigde begroting 2024 van de ODA zou de maximale foutengrens € 105.440 mogen belopen en aan onzekerheden maximaal € 316.320.
Naast de goedkeuringstolerantie wordt de rapporteringstolerantie onderkend.
De rapporteringtolerantie(s) is een bedrag dat gelijk is aan of lager is dan de bedragen voort¬vloeiend uit de goedkeuringstolerantie. Bij overschrijding van dit bedrag vindt rapportering plaats in het verslag van bevindingen. Een lagere rapporteringstolerantie leidt in beginsel niet tot aanvullende controlewerkzaamheden, maar wel tot een uitgebreidere rapportage van bevindingen. De rapporteringstolerantie is vastgesteld op 80 % van de goedkeuringstolerantie met een minimum van € 50.000. Op basis van de gewijzigde begroting 2024 bedraagt de rapporteringstolerantie € 80.000.
1. Begrotingscriterium
Als blijkt dat de gerealiseerde lasten zoals weergegeven in de jaarrekening hoger zijn dan de geraamde bedragen met inbegrip van de laatste begrotingswijziging, is - voor zover het de begrotingsoverschrijdingen betreft - mogelijk sprake van onrechtmatige uitgaven. De overschrijding kan namelijk in strijd zijn met het budgetrecht van het algemeen bestuur zoals geregeld in de Gemeentewet.
Voor de afsluitende oordeelsvorming is van belang in hoeverre de begrotingsoverschrijding past binnen het door het algemeen bestuur geformuleerde beleid en/of wordt gecompenseerd door aan de lasten gerelateerde hogere inkomsten. Het bepalen of respectievelijk welke begrotingsoverschrijdingen al dan niet verwijtbaar zijn, is voorbehouden aan het algemeen bestuur.
In voorkomende gevallen zijn onderstaande begrotingsafwijkingen als onrechtmatig te bestempelen, maar hoeven niet te worden meegewogen in het accountantsoordeel:
- a.
Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde inkomsten, bijvoorbeeld via subsidies of kostendekkende omzet.
- b.
Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar die niet tijdig konden worden gesignaleerd. Bijvoorbeeld vanwege een open einde (subsidie)regeling.
- c.
Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten die na het verantwoordingsjaar als onrechtmatig moeten worden beschouwd omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of toezichthouder blijkt. Het gaat hier in de praktijk veelal om interpretatieverschillen bij de uitleg van wet- en regelgeving die na het verantwoordingsjaar aan het licht komen.
- d.
Kostenoverschrijdingen op investeringen, waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvingslasten en financieringslasten in navolgende jaren, zijn alleen in het jaar van ontstaan als onrechtmatig aan te merken.
2. M&O-criterium (Misbruik en Oneigenlijk gebruik)
Het algemeen bestuur van de ODA heeft door middel van vaststelling van de verordeningen ex art 212 en ex art 213 het kader bepaald aangaande M&O-beleid. Voor bestaande procedures wordt binnen de ODA getoetst in hoeverre deugdelijke maatregelen ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik genomen worden. Binnen de belangrijkste procedures zijn reeds (informeel) adequate maatregelen getroffen ter waarborging van de getrouwheid van de financiële verantwoording. Toch kan het voorkomen dat er, ondanks het toereikende M&O-beleid, onzekerheid blijft bestaan met betrekking tot de rechtmatigheid. Het kan dan gaan om een onzekerheid die inherent is aan de regeling die onderwerp is van de toetsing. Hier zal als volgt mee worden omgegaan:
- ▪︎
Indien bij een toereikend M&O-beleid, dat in voldoende mate is uitgevoerd, toch een belangrijke (materiële) onzekerheid - die inherent is aan de regeling - blijft bestaan met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitgaven of ontvangsten en deze niet verder kan worden gereduceerd, dient de accountant te beoordelen of deze onzekerheid in de toelichting bij de jaarrekening adequaat wordt weergegeven. De accountant dient te overwegen of hij in zijn verklaring, naar zijn oordeel, een toelichtende paragraaf opneemt waarin hij de gebruikers van de verantwoording nog eens nadrukkelijk op de bestaande onzekerheid wijst.
- ▪︎
Indien de onzekerheid van materieel belang ten gevolge van de M&O-problematiek niet toereikend in de toelichting op de jaarrekening is uiteengezet, dan heeft de accountant een bedenking tegen de jaarrekening en is een goedkeurend getrouwheidsoordeel niet toegestaan.
3. Voorwaardencriterium
Besteding en inning van gelden door de omgevingsdienst zijn aan bepaalde voorwaarden verbonden waarop door de accountant moet worden getoetst. Deze voorwaarden liggen vast in wet- en regelgeving (Algemene verbindende voorschriften van de Europese Unie, formele wetten, algemene maatregelen van bestuur, ministeriële regelingen, raadsbesluiten, verordeningen, richtlijnen, protocollen en dergelijke met een wettelijke grondslag en jurisprudentie).
De gestelde voorwaarden hebben over het algemeen betrekking op:
- ▪︎
De omschrijving van de doelgroep respectievelijk het project.
- ▪︎
De heffing- en/of declaratiegrondslag.
- ▪︎
Normbedragen.
- ▪︎
De bevoegdheden.
- ▪︎
Het voeren van een administratie.
- ▪︎
Het verkrijgen en bewaren van bewijsstukken.
- ▪︎
Aan te houden termijnen besluitvorming, betaling, declaratie e.d.
- ▪︎
Recht, hoogte en duur.
De precieze invulling verschilt per wet respectievelijk regeling respectievelijk verordening. Voor alle geldstromen dient ondubbelzinnig vast te staan welke voorwaarden er op van toepassing zijn. De door hogere overheden gestelde voorwaarden liggen vaak volledig vast. Dit geldt echter niet voor de voorwaarden in de gemeentelijke regelgeving. Uitgangspunt daarbij is dat vooralsnog het huidige informele beleid wordt bekrachtigd en er vooral tegenover derden niet met terugwerkende kracht strengere normen zullen worden toegepast.
4. Reikwijdte van de accountantscontrole bij de rechtmatigheidstoetsing
De accountantscontrole op rechtmatigheid is limitatief gericht op:
- 4.1.
De naleving van wettelijke kaders, zoals die in de kolom “Wetgeving extern” van het “Normenkader van de rechtmatigheidscontrole” is opgenomen (bijlage 1 van dit protocol). Dit uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen. Met betrekking tot interne regelgeving is dit beperkt tot recht, hoogte en duur.
- 4.2.
De naleving van de volgende kaders:
- •
De begroting;
- •
Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet;
- •
De controleverordening ex artikel 213 Gemeentewet;
- •
De overige kaders zoals opgenomen in de kolom “Regelgeving intern” van het “Normenkader van de rechtmatigheidscontrole” (bijlage 1 van dit protocol).
- •
5. Rapportering door de accountant
Tijdens en na afronding van de controlewerkzaamheden rapporteert de accountant, zoals hierna in het kort weergegeven, als volgt:
Managementletter
Jaarlijks wordt een interim-controle gehouden, gericht op de werking van de administratieve organisatie en interne controle. De betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking maakt onderdeel uit van de administratieve organisatie. Onderdeel van de interim-controle is een risicoanalyse als vooruitblik op de jaarrekening. De interim-controle dient plaats te vinden in november en de rapportage daarover in december.
De bevindingen worden neergelegd in een managementletter, uit te brengen aan de directie. Het concept wordt vooraf besproken met de betrokken personen. Een afschrift van de definitieve managementletter worden verzonden aan het dagelijks bestuur.
De bestuurlijk relevante uitkomsten van de interim-controle worden opgenomen in het verslag van bevindingen aan het algemeen bestuur.
Verslag van bevindingen
Overeenkomstig de Gemeentewet wordt van de controle een verslag van bevindingen uitgebracht aan het algemeen bestuur en in afschrift aan het dagelijks bestuur. In het verslag van bevindingen wordt gerapporteerd over de opzet en uitvoering van het financiële beheer en of de beheersorganisatie een getrouw en rechtmatig financieel beheer en een rechtmatige verantwoording daarover waarborgen.
Uitgangspunten voor de rapportagevorm
Gesignaleerde onrechtmatigheden worden toegelicht gespecificeerd naar de aard van het criterium (begrotingscriterium, voorwaardencriterium, etc.). Fouten of onzekerheden die de rapporteringstolerantie als bedoeld in hoofdstuk 3 van dit controleprotocol overschrijden,
worden weergegeven in een apart overzicht bij het verslag van bevindingen. De accountant rapporteert ook over eventuele bevindingen met betrekking tot de betrouwbaarheid en de continuïteit van de door de omgevingsdienst gehanteerde geautomatiseerde informatieverzorging.
Controleverklaring
In de controleverklaring wordt op een gestandaardiseerde wijze, zoals wettelijk voorgeschreven, de uitkomst van de accountantscontrole weergegeven, zowel ten aanzien van de getrouwheid als de rechtmatigheid. De controleverklaring is bestemd voor het algemeen bestuur, zodat deze de door het dagelijks bestuur opgestelde jaarrekening kan vaststellen.
6. Normenkader voor de rechtmatigheidscontrole
Omschrijving |
Extern |
Intern |
Algemene Plaatselijke Verordening |
X |
|
Algemene wet bestuursrecht |
X |
|
Ambtenarenwet |
X |
|
Arbeidsomstandighedenwet |
X |
|
Archiefwet |
X |
|
Besluit accountantscontrole decentrale overheden |
X |
|
Besluit begroting en verantwoording voor provincies en gemeenten |
X |
|
Burgerlijk Wetboek |
X |
|
CAR/UWO en alle daaruit voortvloeiende lokale regelingen |
X |
|
Europese aanbestedingsregels |
X |
|
Fiscale wetgeving |
X |
|
Gemeentewet |
X |
|
Grondwet |
X |
|
Nationale aanbestedingswet |
X |
|
Provinciewet |
X |
|
SISA-protocol |
X |
|
Sociale verzekeringswetten |
X |
|
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht |
X |
|
Wet bodembescherming |
X |
|
Wet BIBOB |
X |
|
Wet financiering decentrale overheden |
X |
|
Wet gemeenschappelijke regelingen |
X |
|
Wet markt en overheid |
X |
|
Wet milieubeheer |
X |
|
Wet milieugevaarlijke stoffen |
X |
|
Wet normering topinkomens |
X |
|
Wet openbaarheid van bestuur en alle krachtens deze wet vastgestelde AMvB's |
X |
|
Wet verontreiniging oppervlaktewater |
X |
|
Overige in de gemeenschappelijke regeling van de ODA en de jaarprogramma’s voor de gemeenten en provincie opgenomen wetten en verordeningen waarvan de uitvoering is opgedragen aan de ODA. |
X |
|
Begroting |
|
X |
Besluit nadere regels tav taak en bevoegdheid directeur ODA |
|
X |
Budgethoudersregeling |
|
X |
Controleverordening ex art. 213 |
|
X |
Delegatiebesluit ODA |
|
X |
Financiële verordening ex art. 212 |
|
X |
Inrichtingsplan ODA |
|
X |
Mandaatregeling van het AB, DB en VZ aan de directeur van de ODA |
|
X |
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het algemeen bestuur van de ODA |
|
X |
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het dagelijks bestuur van de ODA |
|
X |
Statuut voorzittersoverleg |
|
X |
Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Achterhoek |
|
X |
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Achterhoek op 5 december 2024.
De secretaris,
Ir. P.G.M. van Oosterbosch
De voorzitter,
drs. J.H.A. van Oostrum
Bijlage 1
Controleverordening Omgevingsdienst Achterhoek
Het Algemeen Bestuur van Omgevingsdienst Achterhoek;
gelet op artikel 213 Gemeentewet;
gelet op artikel 217 van de Provinciewet;
gelet op het Besluit accountantscontrole gemeenten;
gelet op de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Achterhoek;
besluit vast te stellen de:
Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van Omgevingsdienst Achterhoek.
Artikel 1. Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
accountant
een door het Algemeen Bestuur benoemde:
registeraccountant of accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid van artikel 36, Wet op de Accountant-Administratieconsulenten of organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken, belast met de controle van jaarrekening.
- b.
accountantscontrole
de controle uitgevoerd door het Algemeen Bestuur benoemde accountant van:
- -
het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten, de grootte en samenstelling van het vermogen en de opgenomen rechtmatigheidsverklaring door het Dagelijks Bestuur;
- -
het in overeenstemming zijn van de door het dagelijks bestuur opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet c.q. artikel 190 Provinciewet;
- -
de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;
- -
-
waarbij de nadere regels in acht worden genomen die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet c.q. het zesde lid van artikel 217 Provinciewet.
- c.
deelverantwoording
een in opdracht van het Algemeen Bestuur ten behoeve van de verslaglegging opgestelde verantwoording van een afzonderlijke organisatie-eenheid binnen de gemeentelijke organisatie, welke verantwoording onderdeel uit maakt van de jaarrekening.
Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole
- 1.
De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door het Algemeen Bestuur te benoemen accountant. Het Algemeen Bestuur stelt voorafgaande aan de benoeming van de accountant de periode van benoeming vast.
- 2.
Het Algemeen Bestuur stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. Het programma van eisen bevat in ieder geval een vermelding van:
- a.
de toe te passen goedkeurings- en rapporteringstoleranties bij de controle van de jaarrekening;
- b.
de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;
- c.
de posten van de jaarrekening, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden.
- a.
- 3.
De uiteindelijke vaststelling van de opdracht en de keuze van de uitvoerende partner wordt gedaan door het Algemeen Bestuur.
Artikel 3. Informatieverstrekking door het Dagelijks Bestuur
- 1.
Het Dagelijks Bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne - en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.
- 2.
Het Dagelijks Bestuur draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, collegebesluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.
- 3.
Bij de jaarrekening bevestigt het Dagelijks Bestuur schriftelijk aan de accountant, dat alle hen bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.
- 4.
Het Dagelijks Bestuur overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen voor uiterlijk 15 april aan het Algemeen Bestuur.
- 5.
Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in het Algemeen Bestuur beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur en de accountant gemeld.
Artikel 4. Inrichting accountantscontrole
- 1.
De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.
- 2.
De accountant voert de werkzaamheden met voorafgaande kennisgeving aan een vertegenwoordiger van de ambtelijke organisatie van de Omgevingsdienst Achterhoek uit.
- 3.
Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en functionarissen van of namens de omgevingsdienst.
Artikel 5. Toegang tot informatie
- 1.
De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het Dagelijks Bestuur draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de omgevingsdienst.
- 2.
De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het Dagelijks Bestuur draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen,.
- 3.
Het Dagelijks Bestuur draagt er zorg voor, dat alle organisatie-eenheden van de omgevingsdienst zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.
Artikel 6. Overige controles en opdrachten
- 1.
Het Dagelijks Bestuur kan de door het Algemeen Bestuur benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het Dagelijks Bestuur informeert het Algemeen Bestuur vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.
- 2.
Het Dagelijks Bestuur draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de wettelijke eisen van rechtmatigheid. Het Dagelijks Bestuur is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door het Algemeen Bestuur benoemde accountant, indien dit in het belang van de omgevingsdienst is.
- 3.
Het Dagelijks Bestuur draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant, is het Dagelijks Bestuur bevoegd hiervoor de opdracht te verlenen aan een andere dan de door het Algemeen Bestuur benoemde accountant, indien dit in het belang van de omgevingsdienst is.
Artikel 7. Rapportering
- 1.
Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan het Algemeen Bestuur en zendt een afschrift hiervan aan het Dagelijks Bestuur.
- 2.
In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit over zijn bevindingen van niet bestuurlijk belang aan de verantwoordelijke ambtenaar van de omgevingsdienst.
- 3.
De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aan het Algemeen Bestuur door de accountant aan het Dagelijks Bestuur voorgelegd met de mogelijkheid voor het Dagelijks Bestuur om op deze stukken te reageren.
- 4.
De accountant bespreekt voorafgaand aan het algemeen bestuursbehandeling van de jaarstukken het verslag van bevindingen met (een voor dit doel door het Algemeen Bestuur ingestelde vertegenwoordiging van) het Algemeen Bestuur.
Artikel 8. Bekendmaking en inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op het moment van bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2024. De verordening is van toepassing op de accountantscontrole van de jaarrekening (en deelverantwoordingen) van het verslagjaar 2024 en later.
Artikel 9. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Controleverordening Omgevingsdienst De Achterhoek 2024”.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van Omgevingsdienst Achterhoek, 5 december 2024
de voorzitter
Ir. P.G.M. van Oosterbosch
de secretaris
drs. J.H.A. van Oostrum
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl