Nota terrassenbeleid Hoeksche Waard 2025

Geldend van 09-04-2025 t/m heden

Intitulé

Nota terrassenbeleid Hoeksche Waard 2025

1. Inleiding

Een “terrasje pakken”’ is een favoriete bezigheid van veel mensen. Terrassen brengen sfeer, gezelligheid en levendigheid met zich mee en voorzien in een behoefte. Daar staat tegenover dat terrassen ook overlast kunnen veroorzaken, zoals bijvoorbeeld geluidsoverlast of rommel. Ook kunnen terrassen leiden tot hinderlijke of verkeersonveilige situaties. Om die reden is het belangrijk om vooraf na te denken over de vraag of er medewerking zal worden verleend aan de realisatie van het terras en zo ja, onder welke voorwaarden. Deze beleidsregel voorziet hierin.

2. Huidige situatie in de Hoeksche Waard

Er zijn op dit moment circa 300 openbare inrichtingen in de Hoeksche Waard. Daaronder vallen zowel commerciële horecabedrijven als paracommerciële horecabedrijven (sportkantines, kerkgenootschappen, culturele verenigingen, enz.). Niet alle openbare inrichtingen hebben een terras, maar veel wel: er zijn circa 150 terrassen in de Hoeksche Waard. De meeste van die terrassen zijn gelegen op openbare grond. Van belang is om te benadrukken dat regels ook gelden voor terrassen op particuliere grond.

Om de horeca tegemoet te komen, zijn In coronatijd op verschillende plaatsen de terrassen uitgebreid. Het gaat hier om circa 49 locaties. Juridisch is dit niet altijd goed geregeld: veelal is sprake van een gedoogsituatie. Circa 20 exploitanten hebben de wens uitgesproken om hun terras permanent te maken. Het college staat in principe positief tegenover het permanent mogelijk maken van die “coronaterrassen”, maar dan moet uiteraard wel alsnog de juiste vergunningen/toestemmingen worden verleend. Deze beleidsregel vormt hiervoor het toetsingskader. Of uiteindelijk daadwerkelijk permanent vergunning/toestemming kan worden verleend, zal per geval moeten worden beoordeeld.

3. Juridisch kader

Een horeca-exploitant die een terras bij zijn zaak wil beginnen loopt tegen verschillende wettelijke regels aan. Deze zijn onder meer:

  • a.

    Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

Op grond van artikel 2.28 van de APV moet de exploitant van een openbare inrichting in het bezit zijn van een exploitatievergunning van de burgemeester. Het begrip “openbare inrichting” is heel ruim: daaronder valt het bedrijfsmatig verstrekken van consumpties, rookwaren en logies (dus ook bijvoorbeeld hotels, pensions, coffeeshops, sportkantines en theetuinen). De exploitatievergunning kan worden geweigerd of ingetrokken als er sprake is van overlast of aantasting van het woon- en leefklimaat in de nabijheid van het horecabedrijf. Het terras maakt onderdeel uit van de openbare inrichting. In de APV staan ook sluitingstijden voor openbare inrichtingen: zowel voor de binnenruimte als voor het terras. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen commerciële horecabedrijven en paracommerciële horecabedrijven (zoals bijv. sportkantines).

De APV kent geen terrasseizoen: terrassen mogen het hele jaar in gebruik zijn. Op basis van de APV 2024 moeten terrassen van commerciële horecabedrijven om 00.00 uur sluiten (door de week) en 01.00 uur in het weekend. Terrassen van paracommerciële rechtspersonen moeten gesloten zijn tussen 2 uur na de laatste activiteit, met een eindtijd niet later dan 23.00 uur. Op zaterdag moet het terras gesloten zijn om 20.00 uur (of 2 uur na de laatste activiteit met een eindtijd niet later dan 23.00 uur). Een ontheffing sluitingsuur voor het terras is niet mogelijk.

Terrassen komen soms ook voor bij niet-horecabedrijven, zoals winkels. In dat geval is op grond van artikel 2.28 APV geen exploitatievergunning vereist, maar uiteraard gelden de overige regels van deze nota wel.

  • b.

    Alcoholwet

In de meeste horecabedrijven wordt alcohol geschonken. In dat geval moet de exploitant in het bezit te zijn van een vergunning van de burgemeester op basis van de Alcoholwet. De Alcoholwet is geschreven vanuit het perspectief van de volksgezondheid: een belangrijk doel van de wet is het beschermen van minderjarigen tegen de gevaren van alcohol en de beschikbaarheid van alcohol aan banden te leggen. Horeca-exploitanten die alcohol willen schenken moeten in het bezit zijn van het diploma Sociale Hygiëne. Om alcohol te mogen schenken op het terras, moet het terras opgenomen zijn op de Alcoholwetvergunning. Het schenken van alcohol buiten de inrichting/het terras is dus verboden. Het plaatsen van een buitentap op het terras is in beginsel toegestaan.

  • c.

    Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob)

Voordat een exploitatievergunning of Alcoholwetvergunning wordt verleend, wordt de aanvrager gescreend. Voorkomen moet worden dat als gevolg van de vergunningverlening strafbare feiten worden gepleegd of uit strafbare feiten verkregen voordelen zullen worden benut (bijvoorbeeld witwassen).

  • d.

    Omgevingswet (geluid)

Sinds 1 januari 2024 staan de geluidsnormen waaraan horecabedrijven zich moesten houden in het Omgevingsplan (artikel 22.63 en verder). Daarvoor was dit geregeld in het Activiteitenbesluit. Deze geluidsnormen gelden ook voor het terras.

Er is in de APV wel een mogelijkheid opgenomen om een “ontheffing” te krijgen van de geluidsnormen. Het gaat hier om de collectieve festiviteiten (artikel 4.2 APV), zoals bijvoorbeeld Koningsdag en om incidentele festiviteit per inrichting (artikel 4.3 APV). Voor wat betreft incidentele festiviteit geldt dat die alleen kan worden aangevraagd voor de binnenruimte, niet voor het terras.

Het komen en gaan van bezoekers en het stemgeluid op een onverwarmd en onoverdekt terras blijft in beginsel beschouwing bij het bepalen van het geluidsniveau, maar dat geldt niet voor een verwarmd en/of overdekt terras. Met andere woorden: voor een verwarmd (en overdekt terras) gelden strengere geluidsnormen

  • e.

    Omgevingswet (afval)

Daarnaast regelde het Activiteitenbesluit (nu artikel 22.53 Omgevingsplan) dat een horecaexploitant etenswaren verpakkingen die afkomstig zijn van zijn inrichting binnen een straal van 25 meter moet opruimen.

Tot slot gelden er vanaf 1 juli 2023 regels voor het gebruik van wegwerp plastic in de horeca: als het gaat om afhalen en bezorgen, dan moet de horeca-exploitant klanten extra laten betalen voor het gebruik van plastic bakjes (enz.) of een herbruikbaar alternatief bieden. Vanaf 1 januari 2024 geldt voor het gebruik van wegwerp plastic in de horecabedrijven zelf ook een verbod.

  • f.

    Omgevingswet (omgevingsplan)

In een omgevingsplan wordt aangegeven wat de bestemming is van de grond en welke regels er gelden voor het bouwen op die grond of het gebruiken van die grond. Als de bestemming van de grond bijvoorbeeld “verkeer” is, dan is het gebruik van de grond als terras vaak niet toegestaan. Het gebruik van grond voor terrassen moet daarom geregeld zijn in het omgevingsplan of via een omgevingsvergunning afwijkend gebruik (tegenwoordig de zogenaamde buitenplanse omgevingsactiviteit, of te wel “bopa”).

  • g.

    Uitvoeringskader Horeca Hoeksche Waard en Visie Vrijetijdseconomie

in de Visie Vrijetijdseconomie (oktober 2021) is aangegeven dat gestreefd wordt naar een optimaal en duurzaam herstel van het huidige horeca aanbod, bijvoorbeeld door uitbreiding van de terrassen (paragraaf 4.5). In het Uitvoeringskader Horeca Hoeksche Waard zijn ten aanzien van terrassen bepaalde uitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten hebben gediend als grondslag voor deze beleidsregels.

  • h.

    Wet markt en overheid

Sommige terrassen staan op eigen grond of grond van particulieren, maar de meeste terrassen staan in de praktijk op gemeentegrond. Voor het gebruik van die grond kan de gemeente kosten in rekening brengen. Dit kan op twee verschillende manieren: de gemeente kan met de betreffende exploitant een huurovereenkomst sluiten of de gemeenteraad stelt een precarioverordening (belastingverordening) vast op grond waarvan gebruikers een aanslag krijgen voor het gebruik van de grond.

De Wet markt en overheid schrijft voor dat als de overheid activiteiten ontplooit die ook door een commerciële marktpartij zouden kunnen worden uitgevoerd, (zoals bijvoorbeeld verhuur grond) de overheid zich niet schuldig mag maken aan concurrentievervalsing. Dit betekent bijvoorbeeld dat overheden alle kosten die zij maken voor een dienst doorberekenen in de prijs en dat zij een eerlijk speelveld creëren: ze mogen niet het ene bedrijf bevoordelen ten opzichte van de andere. Deze wet heeft dus gevolgen voor het verhuren van gemeentegrond voor het gebruik van terras.

Als het gaat om terrassen, heeft de gemeente vaak 2 petten op: die van vergunningverlener en die van grondeigenaar. Van belang is om te benadrukken dat het verlenen van een vergunning (publiekrecht) en het sluiten van een huurovereenkomst (privaatrecht) los staan van elkaar. Zowel een vergunning als een overeenkomst zijn persoonsgebonden: komt er een nieuwe exploitant, dan vervalt zowel de vergunning als de huurovereenkomst.

4. Gewenste situatie in de Hoeksche Waard

Bij het verlenen van vergunningen/toestemmingen voor het in gebruik nemen van een terras gelden de volgende uitgangspunten en voorwaarden:

  • a.

    Locatie, omvang en toegankelijkheid

    • Terrassen moeten in beginsel voor iedereen toegankelijk zijn, ook voor minder validen en personen met een kinderwagen.

    • Rondom het terras moet een vrije loopruimte van minimaal 1,5 meter zijn.

    • De afmeting van een terras verschilt per locatie. Het spreekt vanzelf dat terrassen gelegen zijn in de directe nabijheid van het horecabedrijf. Meestal is dat ook het geval en is het terras gelegen tegen de gevel van het horecapand (gevelterras). Een terras aan de gevel is verbonden aan de breedte van die gevel. Het komt echter ook voor dat terrassen middels een voetpad/weg zijn gescheiden van het horecabedrijf (eilandterras). In dat geval moet echter wel sprake zijn van een visuele verbinding tussen het horecabedrijf en het terras (d.w.z. er moet vanuit de binnenruimte zicht zijn op het terras) en de verkeersveiligheid moet uiteraard zijn gewaarborgd.

    • Het is de bedoeling de omvang van het terras te markeren in de bestrating, zodat direct voor iedereen duidelijk is waar de grens ligt. Dit zal (net als voorheen in Oud-Beijerland) worden gedaan via zogenaamde punaises.

    • Terrassen in het buitengebied zijn enkel toegestaan op eigen terrein. (Er zijn op dit moment ook geen terrassen in het buitengebied op gemeentegrond).

      • Terrassen zijn in beginsel alleen toegestaan op verharding, niet in/op openbaar groen. Met andere woorden: terrassen mogen in beginsel niet ten koste gaan van openbaar groen.

  • b.

    Duurzame terrassen

  • Terrassen mogen op grond van de APV het hele jaar open zijn. De gemeente is – zo blijkt uit het Uitvoeringskader Horeca - terughoudend met het toestaan van verwarmingselementen/heaters. In sommige gevallen is voor het aanbrengen van terrasverwarmers een omgevingsvergunning nodig (bijvoorbeeld bij monumenten). In het kader van het beschermen van het milieu en het streven naar duurzame oplossingen, gelden voor terrasverwarmingen de volgende uitgangspunten/voorwaarden:

    • Verwarmingselementen en verlichtingsbronnen moeten voldoen aan de in de Nederlandse wet gestelde NEN-en veiligheidsnormen.

    • Verwarmingselementen en verlichtingsbronnen moeten beveiligd zijn tegen omvallen en omstoten en mogen geen hinder of gevaar voor de omgeving met zich meebrengen.

    • Voor het gebruik van (elektrische) verwarming en verlichting zijn kabels en leidingen nodig. Het is niet toegestaan om kabels en leidingen in de openbare ruimte aan te brengen zonder toestemming van de gemeente.

  • c.

    Terrasmeubilair en terrasafscheidingen

  • De gemeente streeft naar een uitstraling van het terras die aansluit bij het straatbeeld en waarbij gebruik wordt gemaakt van kwalitatief hoogwaardige en duurzame materialen. Met andere woorden: geen wiebelige plastic stoeltjes en schotten, maar materialen die een positieve bijdrage leveren aan het straatbeeld. Daarnaast wordt gestreefd naar terrassen met een open karakter. Hierbij geldt het volgende:

    • Horeca-exploitanten hebben, met inachtneming van het voorgaande, keuzevrijheid als het gaat om kleur- en materialen.

    • Terrasmeubilair mag in principe buiten de openingsuren van het terras blijven staan, maar de exploitant moet er wel voor zorgen dat het meubilair wordt vastgezet (i.v.m. vandalisme, wegwaaien, enz.) en dusdanig wordt opgeslagen dat het terras (door bijvoorbeeld rokers of hangjeugd) niet meer te gebruiken is. Voorkomen moet worden dat het gesloten terras toch in gebruik wordt genomen.

    • Het gebruik van parasols, zonneschermen, luifels en terrasafscheidingen is in beginsel toegestaan. Het kan wel zijn dat hiervoor een omgevingsvergunning is vereist. Het is van belang dat de elementen mobiel en demontabel zijn om flexibiliteit te behouden. Bij bijvoorbeeld evenementen, graafwerkzaamheden of onderhoud aan de weg kunnen ze dan gemakkelijk worden verplaatst. Parasols mogen worden verankerd in de bestrating om de veiligheid te waarborgen. Hierbij dient een melding (afdeling vergunningverlening) bij de gemeente (en eventueel een KLIC melding bij het Kadaster) te worden gedaan om schade aan onderliggende kabels en leidingen te voorkomen. Ook kan het zijn dat verankerde parasols (afhankelijk van de afmetingen) omgevingsvergunningsplichtig zijn. Parasols moeten ‘s nachts en op sluitingsdagen worden ingeklapt.

    • Overkappingen van terras zijn bijna altijd omgevingsvergunningsplichtig. Of die overkapping ter plaatse is toegestaan zal afhangen van het geldende omgevingsplan.

  • d.

    Veiligheid, tegengaan overlast en parkeren

  • Veiligheid en openbare orde (tegengaan overlast) is een toetsingsgrond voor de exploitatievergunning. Het spreekt voor zich dat vanwege een veilig en doelmatig gebruik van de openbare weg er eisen worden gesteld aan terrassen. Hierbij geldt het volgende:

    • De brandveiligheid moet altijd worden gewaarborgd en er moet minimaal een vrije doorgang van 3,5 meter zijn voor de hulpdiensten.

    • Ook moet er terughoudend worden omgegaan met het situeren van een terras op parkeerplaatsen. In dat geval zal (op kosten van de exploitant) eerst een parkeeronderzoek moeten worden uitgevoerd waaruit blijkt dat de parkeerdruk niet onevenredig toeneemt als gevolg van het terras.

  • e.

    Ruimtelijke borging

  • Het is de bedoeling om de reeds bestaande terrassen die nu niet ruimtelijk zijn geborgd op termijn mee te nemen in het nieuwe Omgevingsplan. Dit geldt zowel voor de oorspronkelijke terrassen als voor de nieuwe “corona” terrassen. Uiteraard zal per terras worden beoordeeld of dit vanuit ruimtelijk oogpunt gewenst is. Voor nieuwe terrassen (terrassen die er voorheen niet waren) en terrassen waarover klachten zijn geweest en/of die parkeerproblemen hebben veroorzaakt, geldt dat die eerst in het Omgevingsplan moeten worden opgenomen, al dan niet via een buitenplanse omgevingsplanactiviteit.

  • f.

    Grondgebruik terras

  • Sommige terrassen staan op eigen grond of grond van particulieren, maar de meeste terrassen staan in de praktijk op gemeentegrond. De voormalige Hoeksche Waardse gemeenten gingen hier vóór de herindeling van 1 januari 2019 verschillend mee om:

Inventarisatie kosten terrassen van de 5 voormalige gemeenten

Voormalige gemeente

Prijs per m2/per jaar

Extra voorwaarden

Binnenmaas

€ 20,23 (precario)

Precariobelasting is per 1-1-2019 vervallen

Cromstrijen

€ 0,00

Er werd niets in rekening gebracht

Korendijk

-

Geen terrassen op gemeentegrond

Strijen

€ 15,00 (huur)

eerste 10m² “gratis”

Oud-Beijerland

€ 27,50 (huur A locatie)

€ 20,65 (huur B locatie)

eerste 10m² “gratis”

Feitelijk is sinds de herindeling van 2019, mede als gevolg van de coronacrisis, geen huur meer in rekening gebracht bij de horeca-exploitanten met een terras. Over 2023 en 2024 zijn in het najaar van die jaren wel weer facturen gestuurd.

Zoals reeds aangegeven zijn de meeste van de circa 150 terrassen gelegen op grond die in eigendom is van de gemeente. Het heffen van precariobelasting is niet wenselijk: deze vorm van belasting is zeer arbeidsintensief en heeft ook betrekking op vele andere zaken die op/in/boven de openbare weg worden geplaatst (containers, berg zand, standplaatsen, enz.).De voorkeur gaat dan ook uit naar het sluiten van huurovereenkomsten tussen de gemeente en de betreffende horecaexploitant. Het “gratis” beschikbaar stellen van de grond via een bruikleenovereenkomst (ook bijvoorbeeld de eerste 10 m2) is tegenwoordig juridisch niet haalbaar: de Wet markt en overheid eist dat minimaal de kosten in rekening worden gebracht.

Gewenste situatie

Het is de bedoeling dat alle horeca-exploitanten die openbare ruimte in gebruik hebben voor een terras hierover een (standaard) huurovereenkomst gaan afsluiten met de gemeente. Een dergelijke overeenkomst wordt in beginsel aangegaan voor onbepaalde tijd, maar in de overeenkomst vindt er wel een koppeling plaats met de exploitatievergunning en Alcoholwetvergunning: in de gevallen dat die vergunningen worden geschorst/ingetrokken, dan vervalt ook de huurovereenkomst.

Er wordt niet gekozen voor marktconforme prijzen, maar voor één tarief voor de gehele Hoeksche Waard. Als tarief wordt gekozen voor € 15,- per m2 per jaar. Met dit tarief wordt aangesloten bij het laagste tarief in de huidige situatie. Of het hier gaat om een kostprijs tarief is lastig vast te stellen (kostprijs is momenteel onbekend en hangt af van vele variabelen), maar het tarief sluit goed aan bij prijzen die andere gemeenten hanteren, ligt hoogstwaarschijnlijk lager dan marktprijzen en jaagt de horeca niet op extra kosten.

Als een terras is gelegen op eigen grond, dan hoeft de exploitant uiteraard geen huurovereenkomst te sluiten met de gemeente, maar de overige regels voor terrassen (bijvoorbeeld ten aanzien van sluitingstijden en geluid) gelden wel.

  • g.

    Muziek op het terras

Versterkte muziek

In het omgevingsplan (voorheen artikel 2.17 en verder van het Activiteitenbesluit) staan geluidsnormen waaraan horecabedrijven (zowel de binnenruimte als het terras) moeten voldoen. Deze geluidsnormen zien in de praktijk vooral op versterkte muziek. Een horecaexploitant die een DJ of een liveband in zijn inrichting wil laten optreden, gaat als snel over die geluidsnormen heen. In dat geval kan hij gebruik maken van de mogelijkheid om een zogenaamde kennisgeving incidentele festiviteit te doen: artikel 4.3 APV bevat de mogelijkheid om maximaal 12 keer per jaar een “ontheffing geluid” aan te vragen bij de gemeente. Met die ontheffing mag het geluidsniveau met 20 DB worden verhoogd.

Uit datzelfde artikel blijkt echter dat die mogelijkheid alleen geldt voor de binnenruimte van de inrichting. Met andere woorden: een incidentele festiviteit aanvragen voor het terras is op basis van de huidige APV niet mogelijk. Ook in de exploitatievergunning staat veelal als standaard voorschrift opgenomen dat versterkte muziek op het terras niet is toegestaan.

De reden ligt voor de hand: versterkte muziek in de buitenruimte draagt heel ver en veroorzaakt al snel overlast bij omwonenden.

Onversterkte muziek

In de APV zijn ook geluidsnormen opgenomen voor onversterkte muziek (artikel 4.5). Dit is een bevoegdheid voor gemeenten, geen plicht. Bij onversterkte muziek gaat het bijvoorbeeld om een zanger met een gitaar of een muziekkorps. Onversterkte muziek op het terras is dus toegestaan, maar is wel gebonden aan maximale geluidsnormen.

Binnenterras

In beginsel blijft het komen en gaan van bezoekers en het stemgeluid op een onverwarmd en onoverdekt terras buiten beschouwing bij het bepalen van het geluidsniveau. Voor binnenterrassen (en verwarmde terrassen) gelden echter wat betreft het stemgeluid strengere eisen. De wetgever is ervanuit gegaan dat als een terras gelegen is aan de weg, het geluid van het terras (deels) opgaat in het omgevingslawaai. Bij terrassen die omgeven zijn door bebouwing geldt dat niet. Vaak fungeert die bebouwing als een klankkast en de overlast voor omwonenden kan daardoor veel hoger zijn dan bij een terras aan de weg. Om die reden is het opleggen van maatwerkvoorschriften (extra beperkende voorschriften) bij een binnenterras mogelijk: het college kan bijvoorbeeld bepalen dat het betreffende terras eerder moet sluiten. Maatwerkvoorschriften kunnen ook worden opgelegd aan de exploitant van een verwarmd terras.

Collectieve festiviteiten

De geluidsnormen van het Activiteitenbesluit/Omgevingsplan gelden niet voor door het college aangewezen collectieve festiviteiten en bepaalde met namen genoemde dagen (artikel 4.2) APV. Het gaat hier in de praktijk vaak om Koningsnacht, Koningsdag, Oudjaarsnacht, enz. Met andere woorden: op die dagen mogen alle horecabedrijven meer geluid produceren (ook op het terras) dan normaal. Helemaal losgelaten worden de geluidsnormen echter niet: in lid 6 van artikel 4.2 APV zijn wel maxima opgenomen.

Gewenste situatie

De wens vanuit de horeca om versterkte muziek op het terras (bijvoorbeeld een DJ of een live band) mogelijk te maken is begrijpelijk. In de praktijk betekent dat immers dat dan een bruiloftsfeest of een evenement op het terras mogelijk wordt. De APV moet dan wel hierop worden aangepast. Vanuit de VNG en de Omgevingsdienst ZHZ wordt echter geadviseerd om hiermee terughoudend te zijn, zeker als het gaat om een binnenterras.

Er zijn redenen om incidentele festiviteiten te beperken tot de binnenruimte. Geluid vanuit de binnenruimte is eenvoudiger beheersbaar. Het tegenargument daarbij is dat het voor de doelstelling van dit artikel niet bepalend is waar het geluid wordt geproduceerd, zolang de normen maar niet worden overschreden. In de APV (artikel 4.3, lid 7) wordt de mogelijkheid om muziekgeluid te produceren bij een festiviteit beperkt tot binnen de gebouwen van de inrichting. Gebouwen hebben over het algemeen een bepaalde geluiddempende werking. Op het buitenterrein zijn minder mogelijkheden voor het beperken van geluidemissies. Daarbij is het zo dat de regeling niet langer alleen geldt voor horeca, sport- en recreatie-inrichtingen, maar ook voor alle andere type (voormalige) A en B inrichtingen, wat met name een belasting kan geven voor woningen met diverse bedrijven in de omgeving die op verschillende momenten festiviteiten organiseren. Voor muziekgeluid op buitenpodia of het buitenterrein van horecagelegenheden bij evenementen, kan dit in de evenementenvergunning worden geregeld.

Gelet op het bovenstaande blijven wij dan ook van mening dat het niet wenselijk is incidentele festiviteiten op het terras mogelijk te maken en vast te houden aan de het huidige APV-artikel 4.3.

5. Overgangssituatie

Deze beleidsregel geeft weer hoe de gemeente de komende jaren wil omgaan met de reeds bestaande terrassen, de zogenaamde coronaterrassen en eventuele nieuwe terrassen. Op dit moment is nog niet voor alle 150 terrassen in de HW alles geregeld zoals in deze beleidsregel is verwoord. Meestal is er wel een exploitatievergunning en een Alcoholwetvergunning voor het (oorspronkelijke) terras, maar niet altijd een huurovereenkomst of een omgevingsververgunning afwijkend gebruik. Ook zijn de coronaterrassen nu niet geregeld in de vergunningen. Het is de bedoeling om, na vaststelling van dit terrassenbeleid, te starten met de vergunningsverlening voor de terrassen. Dit zal gefaseerd plaatsvinden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 28 januari 2025, ieder voor zover bevoegd,

Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard,

D.E. Koops

secretaris

F.D. van Heijningen

burgemeester

de burgemeester van de gemeente Hoeksche Waard,

F.D. van Heijningen