EILANDSVERORDENING op het gebruik van kunststofproducten voor eenmalig gebruik

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

EILANDSVERORDENING op het gebruik van kunststofproducten voor eenmalig gebruik

DE EILANDSRAAD VAN HET OPENBAAR LICHAAM SABA,

Gelet op:

Artikel 149, eerste lid, en Artikel 152 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Overwegende:

  • dat het in het belang van de bescherming van het milieu noodzakelijk is de belasting daarvan door zwerfafval te beperken en zoveel mogelijk te voorkomen en daartoe regels te treffen over de omgang met kunststofproducten voor eenmalig gebruik;

  • dat de eilandsraad op 18 september 2018 akkoord is gegaan met een motie om regelgeving te ontwikkelen gericht op het verminderen van het aanbod en gebruik van kunststofproducten voor eenmalig gebruik;

  • dat het openbaar lichaam Saba, vertegenwoordigd door de gezaghebber, op 15 juli 2019 een intentieverklaring heeft ondertekend om te komen tot een uitfasering van kunststofproducten voor eenmalig gebruik in 2020;

  • dat het derhalve wenselijk is om een Eilandsverordening op het gebruik van kunststofproducten voor eenmalig gebruik vast te stellen;

HEEFT BESLOTEN:

vast te stellen de eilandsverordening op het gebruik van kunststofproducten voor eenmalig gebruik.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. Bestek: lepels, vorken, messen en ander gerei dat gebruikt wordt om mee te eten;

  • b. Beker: hoge kop om uit te drinken;

  • c. Bioplastic: kunststof die met organische, niet-fossiele basisstoffen worden geproduceerd.

  • d. Confetti: feestversiering in de vorm van uit te strooien snippers;

  • e. Draagtas: tas, met of zonder handgreep, om producten in te vervoeren;

  • f. In de handel brengen: het voor het eerst op de markt aanbieden van een product;

  • g. Kunststof: een materiaal bestaande uit een polymeer, waaraan mogelijk additieven of andere stoffen zijn toegevoegd, en dat als een structureel hoofdbestanddeel van eindproducten kan worden gebruikt, met uitzondering van natuurlijke polymeren die niet chemisch gewijzigd zijn en met inbegrip van styrofoam;

  • h. Kunststofproduct voor eenmalig gebruik: een product dat geheel of gedeeltelijk van kunststoffen is gemaakt en niet werd bedacht, ontworpen of in de handel gebracht om binnen zijn levensduur meerdere cycli te maken door te worden teruggestuurd naar een producent om opnieuw gevuld te worden of opnieuw gebruikt te worden voor het doel waarvoor het gemaakt was.

  • i. Monomeer: een stof die covalente bindingen kan vormen door herhaalde koppeling van soortgelijke of ongelijke moleculen onder de voorwaarden van de voor dat proces gebruikte polymerisatiereactie;

  • j. Op de markt aanbieden: het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een product met het oog op distributie, consumptie of gebruik;

  • k. Polymeer: een stof die bestaat uit moleculen die worden gekenmerkt door een opeenvolging van een of meer soorten monomeereenheden. Die moleculen moeten over een reeks molecuulgewichten verdeeld zijn, waarbij de verschillen in molecuulgewicht in de eerste plaats het gevolg zijn van verschillen in het aantal monomeereenheden. Een polymeer bevat het volgende:

    • a.

      een gewichtsmeerderheid van moleculen die bestaan uit ten minste drie monomeereenheden die op covalente wijze aan ten minste een andere monomeereenheid of andere reactieve stof zijn gebonden;

    • b.

      minder dan een gewichtsmeerderheid aan moleculen van hetzelfde molecuulgewicht.

  • In deze definitie betekent „monomeereenheid” de gereageerde vorm van een monomeer in een polymeer;

  • l. Rietje: een buisje om drinken mee op te zuigen;

  • m. Roerstaafje: gerei dat wordt gebruikt voor het mengen of omroeren van dranken;

  • n. Voedselverpakkingen: alle producten die kunnen worden gebruikt voor het insluiten, beschermen, afleveren en aanbieden van voedsel;

  • o. Wattenstaafjes: een staafje met aan een of twee uiteinden een klein plukje watten.

Artikel 2 Toepassingsbereik

De bepalingen in deze verordening zijn van toepassing op kunststof bestek, bekers, borden, confetti, draagtassen, rietjes, roerstaafjes, voedselverpakkingen en wattenstaafjes voor eenmalig gebruik.

Artikel 3 Verbodsnorm (kunststof) draagtassen voor eenmalig gebruik

  • 1. Het is verboden kunststof draagtassen voor eenmalig gebruik in de handel te brengen.

  • 2. Draagtassen voor eenmalig gebruik vervaardigd van een ander materiaal dan kunststof mogen niet om niet in de handel worden gebracht.

Artikel 4 Verbodsnorm overige kunststofproducten voor eenmalig gebruik

Het is verboden de volgende kunststofproducten voor eenmalig gebruik in de handel te brengen:

  • a. bekers;

  • b. bestek;

  • c. borden;

  • d. confetti;

  • e. rietjes;

  • f. roerstaafjes;

  • g. voedselverpakkingen, en

  • h. wattenstaafjes met plastic staafjes.

Artikel 5 Ontheffing van het verbod

  • 1. Het Bestuurscollege kan op een gemotiveerd schriftelijk verzoek ontheffing verlenen van het verbod in de artikelen 3 en 4.

  • 2. Een verzoek tot ontheffing kan worden ingediend wanneer producten genoemd in de artikelen 3 en 4 noodzakelijk zijn voor medische doeleinden of in andere context waarin hygiëne anderzijds niet voldoende kan worden gewaarborgd.

  • 3. Aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • 4. Een gemotiveerd schriftelijk verzoek om ontheffing dient zes weken voorafgaand aan de ingebruikneming van de betreffende producten te worden ingediend.

Artikel 6 Toezicht en opsporing

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze Verordening zijn belast:

    • a.

      De ambtenaren van Politie;

    • b.

      De ambtenaren door het Bestuurscollege of de Gezaghebber daartoe aangewezen van het cluster eilandbeheer;

    • c.

      Andere door het Bestuurscollege of de Gezaghebber daartoe aangewezen ambtenaren.

  • 2. Ambtenaren van politie zoals genoemd onder lid 1 sub a van dit artikel, zijn bevoegd bij overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening een bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, de bevelen te geven die noodzakelijk worden geacht voor de handhaving van de openbare orde.

Artikel 7 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze Verordening wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of met een geldboete van ten hoogste de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met het openbaarmaken van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2. In afwijking van het eerste lid:

    • a.

      treedt artikel 4, onderdelen a t/m f en h in werking met ingang van 1 mei 2021

    • b.

      treedt artikel 4, onderdeel g in werking met ingang van 1 oktober 2021

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de eilandsraad van 27 augustus 2020.

De Eilandsgriffier,

A.M. Levenstone

De Gezaghebber,

J. G. A. Johnson, M. Ed.