Subsidieregeling renteloze lening energiemaatregelen sport, scouting en cultuur Zeist 2025

Artikel 1

• 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvraag: een verzoek van een de aanvrager om in aanmerking te komen voor een subsidie in de zin van deze regeling.

  • b.

    Aanvrager: culturele instelling, sportvereniging of scoutingvereniging of een aan die vereniging gelieerde andere entiteit zonder winstoogmerk in Zeist die eigenaar is van het pand of installatie, die een subsidie in het kader van deze subsidieregeling aanvraagt. In het geval van sportverenigingen lid van NOC*NCF, in het geval van scouting lid van Scouting Nederland.

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist.

  • d.

    Subsidie: een financiële bijdrage in de vorm van een lening voor het doen van investeringen voor de verduurzaming van de accommodaties van culturele instelling, sportvereniging of scoutingvereniging zonder winstoogmerk in Zeist.

  • e.

    Verduurzaming van een accommodatie: de investering in voorzieningen die leiden tot een lagere milieubelasting van een accommodatie door het terugdringen van het energieverbruik en/of het opwekken van duurzame energie. De verduurzaming kan betrekking hebben op een bestaande accommodatie, installaties of op nieuwbouw.

  • f.

    Werkelijke kosten: de kosten van materialen en werkzaamheden van energiemaatregelen uitgevoerd door een deskundig bedrijf en eventuele leges, onder aftrek van alle financiële voordelen, zoals subsidies en andere leningen, die betrekking hebben op deze kosten.

Artikel 2

• 1. Subsidie kan worden verleend aan een culturele instelling, sportvereniging of scoutingvereniging zonder winstoogmerk in Zeist die eigenaar is van de accommodatie of installaties die zij wil verduurzamen en die aan de vereisten van deze regeling voldoet.

Artikel 3

• 1. Subsidie kan worden aangevraagd voor investeringen die direct gericht zijn op het terugdringen van het energieverbruik en/of het opwekken van duurzame energie. Voorbeelden die voor ondersteuning in aanmerking komen zijn (incl. aangegeven aflossingstermijn):

  • -

    Plaatsen van zonnepanelen (10 jaar);

  • -

    Isoleren muren en vloeren (20 jaar);

  • -

    Warmtepomp plaatsen (15 jaar);

  • -

    Energieopslag van warmte of elektriciteit (10 jaar);

  • -

    Zonneboilers (warmte) of PVT panelen (15 jaar);

  • -

    Energiezuinige pompen/motoren (10 jaar).

  • -

    Zie voor een overzicht van subsidiabele maatregelen de lijst van BOSA en van DUMAVA.

• 2. Voor andere dan de bovengenoemde investeringen bepaalt het college per aanvraag de aflossingstermijn.

• 3. De aanvraag wordt gedaan door het bestuur van de aanvrager.

Artikel 4

• 1. De rente op de lening bedraagt 0%.

• 2. De lening wordt afgelost in termijnen van een jaar. De eerste aflossing in de maand november van het jaar na het jaar waarin de lening (gedeeltelijk) is verstrekt. Daarna steeds een jaarlijkse aflossing in de maand november. Indien de aanvrager dat wenst, kan in de maand november naast de jaarlijkse aflossing ook extra worden afgelost.

• 3. Aan een aanvrager kan maximaal een bedrag van € 250.000 subsidie worden verleend voor financiering van de werkelijke kosten. Een aanvrager kan meerdere subsidies aanvragen zo lang het subsidiebedrag van € 250.000, - nog niet is bereikt of wanneer door aflossing op de lening de uitstaande schuld € 225.000, - of lager bedraagt.

• 4. De te verlenen subsidie wordt verlaagd indien en voor zover ook andere subsidies (landelijk, provinciaal) benut kunnen worden. Op verzoek van het college toont de aanvrager aan dat hij voldoende onderzoek naar eventuele andere subsidies heeft gedaan en zich heeft ingespannen om die subsidies te verkrijgen.

• 5. Voor verduurzaming waarvoor de werkelijke kosten lager zijn dan € 25.000, - kan geen subsidie worden aangevraagd.

• 6. Wanneer de aanvrager gelieerd is aan andere juridische entiteiten, worden die entiteiten voor de lezing van lid 3 als één aanvrager gezien. Een aanvraag door de ene entiteit wordt in het kader van lid 3 dus ook gezien als een aanvraag door de andere entiteit.

• 7. De gemeente kan zekerheden eisen in de vorm van pand of hypotheek. Voor sportorganisaties geldt dat zij een borgstelling de Stichting Waarborgfonds Sport moeten aanleveren.

• 8. Nadere voorwaarden voor de te verlenen subsidie worden vastgelegd in een door het college op te stellen en door de gemeente en de aanvrager te ondertekenen leenovereenkomst.

• 9. De subsidie wordt geweigerd indien de gemeente en de aanvrager geen overeenstemming bereiken over de inhoud van de leenovereenkomst.

Artikel 5

• 1. Subsidie wordt verleend voor fysieke investeringen die leiden tot verduurzaming van een accommodatie. Eigen arbeid van leden of vrijwilligers wordt niet gesubsidieerd.

• 2. De verduurzaming waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, moet binnen twee jaar na verlening van de subsidie worden gerealiseerd. Geen subsidie wordt verleend indien de uitvoering van de verduurzaming waarvoor subsidie wordt aangevraagd, op het moment van de aanvraag reeds is gestart.

• 3. Subsidie wordt alleen verleend indien de investering een substantieel effect heeft op de verduurzaming van de accommodatie. Voor bestaande bouw geldt dat dit effect wordt geacht te worden gerealiseerd indien de verwachte opbrengst en/ of besparing op de energiekosten over de gehele afschrijvingstermijn in euro’s hoger is dan het bedrag van de investering (gehanteerd prijspeil energie per datum aanvraag).

Artikel 6

• 1. Bij de aanvraag verstrekt de aanvrager de volgende documentatie:

  • a.

    Een overzicht van de te nemen duurzaamheidsmaatregelen waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • b.

    Per maatregel:

    • -

      De benodigde investering

    • -

      De afschrijvingstermijn

    • -

      Alleen bij bestaande bouw: de verwachte opbrengst of besparing in euro’s over de gehele afschrijvingstermijn (gehanteerde prijspeil energie per datum aanvraag).

  • c.

    Een financieringsoverzicht, met daarin de overige dekking van de benodigde investering naast de aangevraagde subsidie (eigen vermogen, andere subsidies, overig).

  • d.

    Een risicoanalyse, met daarin onder andere de kans op kostenoverschrijdingen, de levensvatbaarheid van de eigen organisatie (onder andere ontwikkeling van de financiële positie en – bij een vereniging – de ontwikkeling van het aantal leden). Verder: mogelijke complicaties, bijvoorbeeld m.b.t. de vergunningen voor de beoogde verduurzaming).

  • e.

    Een advies van één van de energiecoaches die partner zijn van SportNLGroen; zie https://sportnlgroen.nl/sportnlgroen/energiecoach. Of een kwalitatief vergelijkbaar advies.

• 2. Een aanvraag wordt geweigerd indien naar het oordeel van het college de financiering van de verduurzaming niet haalbaar is en/ of het risicoprofiel te hoog is en/ of het in lid 1 sub. e. bedoelde advies negatief is.

• 3. Een aanvraag wordt eveneens geweigerd indien naar het oordeel van het college de beoogde verduurzaming onvoldoende is uitgewerkt en/ of onaannemelijk is dat de verduurzaming binnen 2 jaar na verlening van de subsidie wordt gerealiseerd.

• 4. Op verzoek van het college verstrekt de aanvrager ook na het verstrekken van de lening de door het college gewenste informatie op grond waarvan het college de financiële positie van aanvrager kan beoordelen. Als hieruit blijk dat het risicoprofiel zich negatief ontwikkelt, overlegt het college met de aanvrager om aanvullende maatregelen te treffen teneinde het risicoprofiel te verbeteren.

Artikel 7

• 1. Er geldt een subsidieplafond van € 1.500.000, - aan leningen die de gemeente op basis van deze regeling heeft verstrekt. Een aanvraag wordt geweigerd wanneer het subsidieplafond is bereikt.

• 2. Wordt het plafond van lid 1 bereikt en vinden er vervolgens aflossingen op de uitstaande leningen plaats, dan kunnen voor het bedrag van die aflossingen nieuwe subsidies worden verleend totdat het plafond van € 1.500.000, - opnieuw is bereikt.

Artikel 8

• 1. Een subsidieaanvraag wordt ingediend via de website van de gemeente.

• 2. Aanvragen worden behandeld op volgorde van ontvangst. Voor het bepalen van de volgorde van binnenkomst wordt een aanvraag geacht te zijn ontvangen als deze naar het oordeel van het college volledig is.

• 3. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag door het college is ontvangen.

• 4. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste werkelijke kosten als eerste in behandeling genomen.

• 5. Het college van B&W beslist binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 9

• 1. Uiterlijk zes maanden na realisatie van de verduurzaming waarvoor subsidie is verleend, verstrekt de aanvrager de gemeente de bescheiden op basis waarvan het college kan beoordelen of de investeringen zijn gedaan conform subsidieaanvraag en/ of subsidieverlening. Dat betreft facturen van aannemers en leveranciers, eventueel foto’s van de aangebrachte voorzieningen of andere bescheiden.

• 2. Na een positieve beoordeling in de zin van lid 1 stelt het college de subsidie vast.

Artikel 10

• 1. Indien toepassing van een van de bepalingen uit deze regeling voor een aanvrager uitzonderlijk onredelijke gevolgen heeft, kan het college deze bepaling voor de betreffende aanvraag buiten toepassing laten.

Artikel 11

• 1. Deze regeling treedt in werking op 15 april 2025

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘renteloze lening energiemaatregelen sport, scouting en cultuur Zeist 2025’.