Subsidieregeling samenwerking Romeinen in Gelderland

1. De subsidie kan worden verleend aan een organisatie met rechtspersoonlijkheid die in staat is uitvoering te geven aan de Samenwerkingsovereenkomst “Romeinen in Gelderland” en in dat kader de daarbij behorende activiteiten zoals bedoeld in artikel 2.1 uit te voeren op aanwijzing van diens programmamanager “Romeinen in Gelderland”.

2. Om voor de subsidie in aanmerking te komen moet de aanvrager aan de in deze regeling gestelde eisen en voorwaarden voldoen.

1. De subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon die in staat is, op aanwijzing van de programmamanager “Romeinen in Gelderland”, de volgende activiteiten te verrichten:

• a.

  Het onderhouden van relevant netwerk in de sector dat zich bezighoudt met de Romeinse verhaallijn van de provincie;

• b.

  Het werven van fondsen en onderzoek naar subsidiemogelijkheden met betrekking tot het Romeins verleden;

• c.

  Het aanjagen van projecten, het faciliteren en uitvoeren van projecten in icoongebieden, buitenpoorten, routes en nieuw aanbod;

• d.

  Het bewaken van de kwaliteit van voorgenomen ontwikkelingen;

• e.

  Het onderhouden van contacten met Nederlandse Limes Samenwerking (NLS) en het daaraan gelieerde Kwaliteitsteam;

• f.

  Het fungeren als Gelders aanspreekpunt voor wat betreft het Romeins verleden;

• g.

  Het vormen van een verbinding tussen ruimtelijke plek, ambtelijke kern, wetenschap en publieksinstellingen;

• h.

  De organisatie en communicatie van de regeling “Romeinenfonds Gelderland”;

• i.

  De uitvoering van de regeling "Romeinenfonds Gelderland", met eigen subsidieplafond.

• j.

  Het inventariseren en uniformeren van bestaande educatieprogramma’s en indien van toepassing ontwikkeling van nieuwe programma's;

• k.

  Het organiseren van een themajaar/week/festival op wisselende jaarlijkse focuslocaties, in samenwerking met gemeenten;

• l.

  Het organiseren uiteenlopende (netwerk) bijeenkomsten;

• m.

  De procesbegeleiding van de merkontwikkeling en marketingstrategie;

• n.

  Het samen met de programmamanager opstellen van jaarplannen en evaluaties;

• o.

  Overige activiteiten in het kader van het Masterplan Romeins Verleden op aangeven van de programmamanager.

1. De aanvrager voegt de volgende stukken bij de aanvraag:

• a.

  NAW gegevens van de onderneming;

• b.

  Kopie inschrijving Kamer van Koophandel;

• c.

  De geldende statuten;

• d.

  Een activiteitenplan;

• e.

  Een begroting waarin wordt uiteengezet welke activiteiten de aanvrager wil uitvoeren en welke bedragen daarbij horen.

2. De aanvrager geeft bij de aanvraag aan dat het formulier naar waarheid is ingevuld.

3. Indien de subsidieaanvraag niet compleet is, omdat vereiste bewijsstukken niet zijn toegevoegd, wordt de aanvrager in gelegenheid gesteld om binnen 2 weken de aanvraag aan te vullen. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

1. De hoogte van het subsidiebedrag wordt vastgesteld rekening houdend met de ingediende begroting, de verdeling tussen personeelskosten en projectkosten binnen deze begroting en het beschikbare budget c.q. het subsidieplafond.

2. Het subsidieplafond voor activiteiten genoemd in Artikel 2.1.1 bedraagt € 110.000,- per jaar, beschikbaar gedurende de looptijd van de subsidieregeling.

3. Het subsidieplafond specifiek voor de uitvoering van het “Romeinenfonds Gelderland” wordt jaarlijks bepaald bij beschikking en is gemandateerd aan de Stuurgroep zoals omschreven in de Samenwerkingsovereenkomst “Romeinen in Gelderland” bij vaststelling van elk jaarplan.

1. De subsidieregeling loopt vanaf de dag van bekendmaking tot en met 31 december 2028.

2. Het college kan besluiten om de looptijd te verlengen.

1. Het college kan aan de subsidieverlening voorwaarden verbinden over de voortgangsrapportage, verantwoording en termijn van uitvoering.

2. Het college kan bij de subsidieverlening jaarlijks aanvullende verplichtingen opleggen die verband houden met het doel waarvoor deze subsidie wordt verleend.

1. Conform de in de NKS opgenomen termijnen wordt op de aanvraag subsidieverlening beslist.

2. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (subsidie van rechtswege) is niet van toepassing.

3. Indien besloten wordt tot bevoorschotting, dan wordt dat in het besluit tot subsidieverlening opgenomen en worden in dat besluit de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

1. Vaststelling van de verleende subsidie vindt plaats door het college nadat:

• a.

  Aan het einde van het jaar (Q4) een inhoudelijk verslag wordt aangeboden waarin staat beschreven hoe de gesubsidieerde activiteiten zijn uitgevoerd.

• b.

  Het financiële verslag met accountantsverklaring over het voorgaande jaar wordt aangeboden;

2. Paragraaf 4.1.3.3 Awb (subsidievaststelling van rechtswege) is niet van toepassing.

1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag van bekendmaking.

2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling samenwerking Romeinen in Gelderland