Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR737528
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR737528/1
Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Smallingerland
Geldend van 03-04-2025 t/m heden
Intitulé
Subsidieregeling gemeentelijke monumenten SmallingerlandHet college van de gemeente Smallingerland;
gelet op artikel 3, eerste lid van de Algemene subsidieverordening Smallingerland alsmede
gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
overwegende dat artikel 4:23, eerste lid van de Awb vereist dat voor het verstrekken van subsidie een wettelijk voorschrift is vastgesteld dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt;
gelezen het voorstel aan het college d.d. 25 maart 2025, zaaknummer 2025-021036
B E S L U I T:
vast te stellen de volgende
SUBSIDIEREGELING GEMEENTELIJKE MONUMENTEN SMALLINGERLAND
Artikel 1 Begripsomschrijving
- a.
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland.
- b.
Eigenaar:
- -
degene die het recht van eigendom heeft;
- -
degene die het recht van erfpacht heeft;
- -
degene die het recht van opstal heeft.
- -
- c.
Erfgoedverordening: Erfgoedverordening gemeente Smallingerland.
- d.
Gemeentelijke erfgoedregister: gemeentelijke erfgoedregister als bedoeld in artikel 10 van de Erfgoedverordening.
- e.
Gemeentelijk monument: gemeentelijk beschermd monument aangewezen op grond van de Erfgoedverordening.
- f.
Subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:21 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht.
- g.
Subsidiebeschikking: een schriftelijk besluit tot subsidieverlening waarbij een omschrijving van te leveren activiteiten, de maximale hoogte en eventuele subsidievoorwaarden worden meegedeeld.
- h.
Subsidieperiode: het in de subsidiebeschikking en/of de overeenkomst overeengekomen tijdvak waarvoor de subsidie is verstrekt.
- i.
Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie krachtens een bepaald wettelijk voorschrift.
- j.
Subsidievaststelling: de beschikking waarbij het bedrag van subsidie wordt vastgesteld en dat aanspraak geeft op betaling van het vastgestelde bedrag.
Artikel 2 Reikwijdte
Deze regeling is van toepassing op subsidiëring voor gemeentelijke monumenten aangewezen op grond van de Erfgoedverordening.
Artikel 3 Bevoegdheden
-
1. Het college besluit met toepassing van deze subsidieregeling tot verlening, intrekking, wijziging en vaststelling van subsidie en omtrent de daaraan te verbinden voorschriften en voorwaarden, alsmede tot het aangaan van een privaatrechtelijke uitvoeringsovereenkomst.
-
2. Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt zij verleend onder de voorwaarde, dat voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld. De voorwaarde vervalt, indien het college daarop niet binnen vier weken na vaststelling of goedkeuring van de begroting een beroep hebben gedaan.
-
3. Het college kan jaarlijks een subsidieplafond vaststellen.
-
4. Aanvragen worden behandeld in de volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat onder aanvragen volledige aanvragen worden bedoeld. Bij overschrijding van het subsidieplafond kunnen aanvragen worden doorgeschoven naar het volgend kalenderjaar.
Artikel 4 Subsidieverlening
-
1. Aan de eigenaar, tevens bewoner of gebruiker van een beschermd gemeentelijk monument, kan op aanvraag een subsidie worden toegekend ter tegemoetkoming in de kosten van het treffen van:
- a.
voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken, het normale onderhoud te boven gaand;
- b.
overige voorzieningen, het normale onderhoud te boven gaand, die voor de instandhouding van het object noodzakelijk zijn.
- a.
-
2. Van de eigenaar, tevens verhuurder van een beschermd gemeentelijk monument, kan op aanvraag een subsidie worden toegekend ter tegemoetkoming in de kosten van voorzieningen, zoals bedoeld in het eerste lid.
-
3. De subsidie wordt alleen toegekend voor voorzieningen betreffende de karakteristieke delen van het beschermd gemeentelijk monument.
-
4. De subsidie, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, bedraagt maximaal 50% van de kosten van de voorzieningen, doch ten hoogste 50% van €13.620,- (maximaal €6.810,-). Verzoeken voor een bijdrage voor het treffen van voorzieningen waarvan de kosten minder bedragen dan €2.250,-- worden niet gehonoreerd.
-
5. Op de kosten van de voorzieningen worden in mindering gebracht de kosten die uit andere hoofde van deze verordening of op grond van enige andere regeling subsidies of bijdragen kunnen worden toegekend, alsmede kosten die uit hoofde van een regeling zijn of kunnen worden gefinancierd.
-
6. Bij een uitvoering van meer dan 50% in eigen beheer zijn alleen de materiaalkosten subsidiabel.
-
7. De subsidie kan eenmaal in een periode van 3 jaar worden verstrekt voor een beschermd gemeentelijk monument.
-
8. Het college kan de hoogte van de subsidie, genoemd in lid 4, jaarlijks aanpassen.
Artikel 5 Subsidiabele kosten
Onder de in artikel 21 bedoelde kosten van de voorzieningen worden in elk geval begrepen de geraamde en door het college goedgekeurde bedragen van:
- a.
de aanneemsom;
- b.
de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;
- c.
het honorarium van de architect en de constructeur, de kosten van het dagelijks toezicht en de aanbestedingskosten;
- d.
de verschuldigde omzetbelasting.
Artikel 6 Subsidiecriteria
-
1. De subsidie ingevolge artikel 21 wordt slechts toegekend wanneer het beschermd gemeentelijk monument, indien van een ingrijpende verbetering sprake is, na het treffen van de voorzieningen, in zijn geheel beschouwd, zal voldoen aan de eisen die volgens wettelijke voorschriften aan het beschermd gemeentelijk monument moeten worden gesteld.
-
2. De subsidie ingevolge artikel 21 wordt slechts toegekend wanneer het beschermd gemeentelijk monument na het treffen van de voorzieningen uit een oogpunt van monumentenzorg of de monumentencommissie aan redelijke eisen van de monumentencommissie voldoet.
Artikel 7 Aanvraag
-
1. De aanvraag om subsidie dient bij het college te worden ingediend uiterlijk 12 weken voor het tijdstip waarop een aanvang wordt gemaakt met de realisering van de voorgenomen activiteiten, werkzaamheden of voorzieningen waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
-
2. Het college kan besluiten om aanvragen die buiten de termijn genoemd in lid 1 worden ingediend toch in behandeling te nemen.
Artikel 8 Te overleggen stukken
-
1. Bij de indiening van een aanvraag om subsidie dienen in ieder geval overgelegd te worden:
- a.
een gespecificeerde begroting van de kosten, tenzij deze voor de berekening van het bedrag van de subsidie niet van belang is;
- b.
een werkomschrijving;
- c.
tekeningen, aangevende zowel de bestaande als de te maken toestand van het object van de aanvraag, tenzij deze voor de beoordeling van de aanvraag niet van belang is;
- a.
-
2. Het college kan ter zake van de aanvraag een formulier vaststellen.
-
3. Indien een aanvraag niet tijdig is ingediend kan het college besluiten deze buiten behandeling te laten.
Artikel 9 Beslistermijnen
-
1. Het college beslist omtrent een aanvraag om een subsidie binnen 12 weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is. Zij kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste 8 weken verdagen. Een afschrift van hun besluit tot verdaging zenden zij aan de aanvrager.
-
2. Indien de subsidie wordt geweigerd in verband met het overschrijden van het begrotingsplafond kan de aanvraag worden doorgeschoven naar een volgend jaar. Het college kan daarbij bepalen dat artikel 15 niet van toepassing.
Artikel 10 De subsidiebeschikking
-
1. In de beschikking tot subsidieverlening staat:
- a.
een omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend en - indien nodig - de vermelding dat deze omschrijving later kan worden uitgewerkt in een overeenkomst;
- b.
het (maximale) bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald of het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.
- a.
Artikel 11 Indiening aanvraag subsidievaststelling
De aanvraag voor vaststelling van de subsidie moet worden ingediend binnen 4 weken na afloop van de activiteiten of na het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend. Het college stelt vervolgens de subsidie vast. Indien geen aanvraag is ingediend kan het college de subsidie ambtshalve vaststellen:
- a.
als na afloop van het subsidietijdvak geen aanvraag tot vaststelling is ingediend;
- b.
als de beschikking tot subsidieverlening wordt ingetrokken of ten nadele van de ontvanger wordt gewijzigd.
Artikel 12 Voorschriften inhoud aanvraag subsidievaststelling
De aanvraag tot vaststelling van de subsidie geeft aan of de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de subsidieverlening, tenzij de subsidie voor de aanvang van de activiteiten wordt vastgesteld.
Artikel 13 De subsidievaststelling
De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag.
Artikel 14 Betaling
-
1. De subsidie wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald.
-
2. De subsidie wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling betaald, tenzij artikel 10 van toepassing is.
Artikel 15 Voorschotten
-
1. Het college kan de subsidieontvanger voorschotten verlenen.
-
2. Bij de subsidievaststelling worden betaalde voorschotten verrekend met het bedrag van de subsidie.
Artikel 16 Slotbepalingen
Deze Subsidieregeling treedt in werking op eerste dag na die waarop deze is bekendgemaakt.
Ondertekening
Aldus vastgesteld op 25 maart 2025,
secretaris,
Siebren van der Berg
voorzitter,
Fred Veenstra
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl