Regeling vervallen per 01-05-2023

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaats te Veldhoven 2010

Geldend van 24-12-2010 t/m 30-04-2023

Intitulé

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaats te Veldhoven 2010

Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: begraafplaats De Hoge Boght;

  • b.

    particulier graf: een graf waarvoor aan één natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

    • -

      het doen uitstrooien van as;

  • c.

    particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan één natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van vruchten en stoffelijke overschotten van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbussen met of zonder urn van vruchten en stoffelijke overschotten van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • d.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan één natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn,;

  • e.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten;

  • f.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urn;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • i.

    verstrooiingsveld: een permanent daartoe bestemde plaats op de gemeentelijke begraafplaats waarop as wordt verstrooid;

  • j.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • k.

    eigenaar: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die de grafbedekking op een graf in eigendom heeft;

  • l.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, aan wie het uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier kindergraf of een particulier urnengraf, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • m.

    belanghebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf of algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • n.

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht of het gebruik wordt verleend;

  • o.

    grafrecht: het recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf, particulier kindergraf of recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf dan wel het recht om as te verstrooien op een strooiveld;

  • p.

    gebruik: het gebruik van een algemeen graf of algemeen urnengraf;

  • q.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt.

Artikel 2 Begrippen particulier graf en algemeen graf

  • 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder ‘particulier graf’ mede verstaan: particulier kindergraf en een particulier urnengraf.

  • 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder ‘algemeen graf’ mede verstaan: algemeen urnengraf.

Artikel 3 Nadere regels

Het college stelt nadere regels omtrent het beheer van de begraafplaats.

Openstelling en orde op de begraafplaats

Artikel 4 Openstelling en tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De begraafplaats is voor eenieder toegankelijk gedurende de door het college bij nadere regels vast te stellen tijden.

  • 2. Zonder begeleiding van een meerderjarige is de toegang en het verblijf op de begraafplaats verboden voor kinderen jonger dan 12 jaar.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek is geopend, zich daarop te bevinden.

  • 4. Het college kan de toegangen of delen van de begraafplaats tijdelijk sluiten.

  • 5. Het college stelt nadere regels omtrent de tijden van begraven en asbezorging.

Artikel 5 Verboden

  • 1.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen;

    • b.

      zonder toestemming of opdracht van de nabestaanden een uitvaart te fotograferen, te filmen of anderszins te registreren;

Ordemaatregelen

Artikel 6 Ordehandhaving

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    Het is verboden op de begraafplaats:

  • a. rij- of voertuigen, met uitzondering van invalidenwagens, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;

    b.met motorrijtuigen sneller dan 10 km per uur te rijden.

  • 4.

    In verband met werkzaamheden op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats of een deel van de begraafplaats worden ontzegd.

  • 5.

    Ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats worden ontzegd.

Artikel 7 Plechtigheden

Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf werkdagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

Indeling begraafplaats en onderscheid graven

Artikel 8 Uitgifte en indeling graven

  • 1. De graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2. Het college is bevoegd een particulier graf toe te wijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van ligging en/of uitgifte, indien dit gezien de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 9 Soorten graven en aantal overledenen en asbussen

  • 1.

    Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      particuliere kindergraven;

    • c.

      particuliere urnen graven;

    • d.

      algemene graven;

    • e.

      algemene urnengraven.

  • 2.

    Het college stelt nadere regels omtrent het aantal overledenen en asbussen die per (urnen)graf begraven kunnen worden.

Artikel 10 Termijn particuliere graven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 jaar het recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht kan worden verlengd met telkens een termijn van 10 jaar

Artikel 11 Termijnen algemene graven

Algemene graven en algemene urnengraven worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaar. Deze termijn kan worden verlengd met telkens een termijn van 10 jaar.

Vereisten voor begraving of bijzetting

Artikel 12 Kennisgeving begraven en asbezorging

  • 1.

    Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk of telefonisch kennis aan de gemeente. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het lijk dient bij aankomst op de begraafplaats te zijn voorzien van een identiteitskenmerk.

  • 3.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats of de door het college aangewezen personen op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 13 Te overleggen documenten

  • 1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een bestaand particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overhandigd. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

Artikel 14 Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1. Rechthebbenden of belanghebbenden zijn verplicht bij het verzoek tot het verlof tot begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

  • 2. Het is verboden voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het lijk belemmeren of voorkomen en/of vervuilend zijn.

Artikel 15 Overdracht

  • 1. Een grafrecht van een particulier graf kan worden overgedragen door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 4. Na het verstrijken van de in artikel 15, lid 2 genoemde termijn kan het college het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

  • 5. Indien een grafrecht eindigt op of na het tijdstip, waarop de begraafplaats gesloten wordt verklaard, is geen verlenging van grafrechten meer mogelijk.

Artikel 16 Afstand doen graf

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het grafrecht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 17 Vervallen grafrechten

  • 1.

    De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2.

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van de gebruiks- en onderhoudsrechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning-niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende of de belanghebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 15, lid 2 gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

  • 4.

    Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en / of beplanting kan gedurende één maand voor het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of belanghebbende van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. Het op het graf aanwezige gedenkteken en de beplanting zal na het vervallen van het grafrecht door of namens het college worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

Gedenktekens en grafbeplantingen

Artikel 18 Vereisten grafbedekking

  • 1.

    Het is verboden om zonder vergunning van het college een grafbedekking of andere voorwerpen op graven of een plaat ter afsluiting van een urnengraf te plaatsen of te verwijderen.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen van beplantingen kan het college nadere regels vast stellen.

  • 3.

    Het college kan de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door haar vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 4.

    Het (doen) plaatsen of aanbrengen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of beplantingen op algemene graven en particuliere graven geschiedt door of namens de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 5.

    Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of vernieuwen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of afsluitplaten, of van heesters of andere beplantingen, komen voor rekening van de rechthebbende of de belanghebbende.

Artikel 19 Onderhoud

  • 1. Het college voorziet in het onderhoud van de algemene delen van de begraafplaats.

  • 2. De rechthebbende/ belanghebbende is verplicht het grafteken, de beplanting en andere grafbedekking op het graf behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3. Het college stelt nadere regels omtrent het onderhoud door de rechthebbende/ belanghebbende.

Artikel 20 Aansprakelijkheid

  • 1. Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de eigenaar de eigendom houden van hetgeen door de rechthebbende of de belanghebbende op het graf geplaatst is.

  • 2. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door en voor rekening en risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 3. Schade en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende en deze dient de daaraan toegebrachte schade, door welke omstandigheden ook, op eerste aanschrijven te (doen) herstellen.

  • 4. Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen en andere voorwerpen over te gaan, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

  • 5. Indien door een ondeugdelijk (geworden) constructie naar het oordeel van de beheerder een gevaarlijke situatie is ontstaan, kan het college direct maatregelen treffen.

Artikel 21 Tijdelijke verwijdering

  • 1.

    Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een particulier graf of algemeen graf geschiedt namens de rechthebbende of de belanghebbende en is voor rekening en risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 2.

    Een rechthebbende of de belanghebbende is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van de gemeente, geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

RUIMEN VAN GRAVEN

Artikel 22 Ruiming graf

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf zal worden geruimd schriftelijk aan de rechthebbende of de belanghebbende bekend gemaakt.

  • 2. De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van stoffelijke overschotten en/of asbussen, worden respectievelijk begraven en verstrooid op een door het college aangewezen gedeelte van de begraafplaats.

  • 3. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 4. De rechthebbende op een particulier graf of particulier kindergraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving in een ander graf.

  • 5. De rechthebbende op een particulier urnengraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien.

  • 6. De belanghebbende van een algemeen graf kan gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving in een particulier graf.

  • 7. De belanghebbende van een algemeen urnen graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien.

  • 8. Ruiming en herbegraving zoals bedoeld in lid 4, 5, 6 en 7 zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale wettelijke grafrusttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag.

  • 9. De kosten die gemoeid zijn met de werkzaamheden genoemd onder lid 4, 5, 6 en 7 van dit artikel, komen voor rekening van de rechthebbende of belanghebbende van het betreffende graf.

Artikel 23 Losse voorwerpen

  • 1.

    De eventueel op de graven geplaatste losse voorwerpen dienen vóór het vervallen van het grafrecht door de rechthebbende of belanghebbende van het graf te worden verwijderd.

  • 2.

    Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. De op het graf aanwezige losse voorwerpen kunnen na het vervallen van het grafrecht door of namens het college worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

Artikel 24 Bevoegdheden

  • 1.

    Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en het opnieuw begraven van stoffelijke resten, dan wel van een asbus, al dan niet met urn, in een ander graf op de begraafplaats geschiedt uitsluitend door de daartoe door het college aangewezen personen.

  • 2.

    Het opgraven van stoffelijke overschotten en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. De beheerder zal voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.

Overige bepalingen

Artikel 25 Intrekking oude regeling

De verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Veldhoven 1995, vastgesteld op 8 november 1994, wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 26 Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Veldhoven 1995, vastgesteld op 8 november 1994, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Veldhoven 1995, vastgesteld op 8 november 1994, is ingediend en op tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze vergunning toegepast.

Artikel 27 Strafbepalingen

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 28 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de tweede dag na bekendmaking.

Artikel 29 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaats te Veldhoven 2010’.