Regeling vervalt per 01-01-2026

Nadere subsidieregels Preventie Faunaschade 2025

Geldend van 15-04-2025 t/m 31-12-2025

Intitulé

Nadere subsidieregels Preventie Faunaschade 2025

Gedeputeerde Staten van Limburg

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 25 maart 2025 hebben vastgesteld:

Nadere subsidieregels Preventie Faunaschade 2025

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Aanpassing: een reeds bestaand niet gesubsidieerd verplaatsbaar dan wel vast raster tot wolfwerende afrastering maken. Dit betreft geen uitbreiding van een bestaand raster;

  • 2. BIJ12: uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies in Nederland, zijnde onderdeel van de Vereniging Interprovinciaal Overleg;

  • 3. De-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PbEU 2013, L 352) dan wel in Verordening (EU) 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU L, 2023/2831 van 15 december 2023);

  • 4. Effectieve preventieve maatregel: maatregel die voldoet aan de eisen zoals gesteld in de vigerende Faunaschade-preventiekit van BIJ12;

  • 5. Identificatie- en Registratiesysteem van dieren: het door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland beheerde Identificatie- en Registratiesysteem van elke Nederlandse landbouwhuisdierenhouder met een uniek Bedrijfsnummer (UBN);

  • 6. In het wild levende beschermde diersoorten: diersoorten (met uitzondering van de wolf) zoals genoemd in de artikelen 11.37, 11.46 en 11.54 van het vigerende Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De wolf is eveneens een in het wild levende beschermde diersoort, maar wordt binnen het kader van deze nadere subsidieregels in een apart Hoofdstuk behandeld;

  • 7. Kwetsbare geregistreerde (gehouden) hoefdieren:

    • a.

      voor buiten verblijvende alpaca’s, lama’s, runderen, paarden, pony’s, ezels, varkens, damherten en edelherten een uitdraai van het Identificatie- en Registersysteem voor landbouwhuisdieren op het moment van de subsidieaanvraag; voor paarden gestald bij een stalhouder een overzicht van het aantal gestalde paarden op het moment van de subsidieaanvraag.

    • b.

      voor buiten verblijvende geiten en schapen vier uitdraaien van het Identificatie- en Registratiesysteem voor landbouwhuisdieren met de peildata 1 februari, 1 mei, 1 augustus en 1 november, in het jaar voorafgaand aan de aanschaf van wolfwerende afrastering;

  • 8. Landbouw: bedrijfsmatig uitgeoefende akkerbouw; vollegrondgroenteteelt; weidebouw; veehouderij; pluimveehouderij; tuinbouw, daaronder begrepen fruitteelt, het telen van vruchten, groenten, paddenstoelen en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen; de teelt van griendhout en riet; elke andere tak van bodemcultuur, met uitzondering van de bosbouw;

  • 9. Landbouwer: een natuurlijk persoon of rechtspersoon dan wel een groep natuurlijke personen of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groep en haar leden volgens het nationale recht, van wie het bedrijf zich bevindt binnen het territoriale toepassingsgebied van de verdragen als omschreven in artikel 52 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) in samenhang met de artikelen 349 en 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en die een landbouwactiviteit uitoefent;

  • 10. Landbouwactiviteit: primaire productie van landbouwproducten alsmede handel in landbouwproducten, als bedoeld in bijlage 1 VWEU;

  • 11. Schadedreiging: een reële kans op schade aangetoond door het overleggen van onderbouwde gegevens over een combinatie van de landbouw en actueel in het gebied aanwezige in het wild levende beschermde diersoorten waarbij wordt aangetoond dat de schade daadwerkelijk het gevolg kan zijn van het aanwezige in het wild levende beschermde dier;

  • 12. Stalhouder van paarden: houder van een stal waar anderen hun paarden tegen betaling kunnen stallen;

  • 13. Wolfwerende afrastering: afrastering die voldoet aan paragraaf 3.1 dan wel 3.1.1 dan wel 3.1.2 dan wel 3.1.3 van de vigerende Faunaschade Preventiekit module wolven van BIJ12. Hieronder valt ook het aanpassen van een bestaande afrastering tot wolfwerende afrastering.

Artikel 2 Doel van de regeling

De preventie van faunaschade in de Nederlandse provincie Limburg zoals vastgelegd in het Limburg Natuurprogramma 2023-2030, 6.1.9. Faunabeheer:

  • -

    door middel van de aanschaf en het plaatsen van effectieve preventieve maatregelen ter voorkoming van schade aan landbouw, veroorzaakt door in het wild levende beschermde diersoorten (m.u.v. de wolf); of

  • -

    door middel van de aanschaf en het plaatsen van wolfwerende afrastering ter voorkoming van schade door de wolf aan kwetsbare geregistreerde (gehouden) hoefdieren.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen het subsidie(deel)plafond voor Hoofdstuk 2 Preventie faunaschade door in het wild levende beschermde diersoorten (m.u.v. de wolf) en Hoofdstuk 3 het subsidie(deel)plafond voor Preventie faunaschade door de wolf voor de looptijd van deze nadere subsidieregels vast.

  • 2. De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Hoofdstuk 2 Preventie faunaschade door in het wild levende beschermde diersoorten (m.u.v. de wolf)

Artikel 4 Aanvrager

Grondeigenaren en grondgebruikers die krachtens eigendom dan wel een ander zakelijk recht zeggenschap hebben over de grond(en) waarop of waaraan de effectieve preventieve maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd, wordt getroffen/wordt gedaan of grondgebruikers met schriftelijke toestemming van de eigenaar(s) van de grond/gronden om de maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd uit te voeren. Gemeentes of waterschappen komen niet voor een subsidie in aanmerking.

Indien aanvrager kwalificeert als een onderneming, wordt de subsidie aangemerkt als de-minimissteun die wordt verleend in overeenstemming met het relevante en vigerende kader betreffende de-minimissteun in de landbouwsector (in het geval van een landbouwer die een landbouwactiviteit verricht) of de reguliere de-minimissteun.

Artikel 5 Subsidiecriteria effectieve preventieve maatregel

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, dient aan alle volgende algemene criteria te worden voldaan:

  • 1.

    De effectieve preventieve maatregel richt zich op het voorkomen van schade aan landbouw door (een) in het wild levende beschermde diersoort(en).

  • 2.

    De effectieve preventieve maatregel is in overwegende mate gericht op de Nederlandse provincie Limburg, dan wel komt aanwijsbaar ten goede aan de Nederlandse provincie Limburg.

  • 3.

    De schade aan landbouw door de betreffende in het wild levende beschermde diersoort(en) is veroorzaakt in 2024 dan wel 2025 en is aantoonbaar middels onderbouwde schadegegevens dan wel is er sprake van een schadedreiging aan landbouw door de betreffende in het wild levende beschermde diersoort(en).

  • 4.

    De aantoonbare schade dan wel de schadedreiging aan landbouw kan voor tegemoetkoming in aanmerking komen conform de vigerende provinciale Beleidsregels Tegemoetkoming Faunaschade 2024 voor de Provincie Limburg.

Artikel 6 Verplichtingen subsidieontvanger effectieve preventieve maatregel

  • 1. Subsidieontvanger is verplicht om de effectieve preventieve maatregel ten minste voor een periode van 5 jaar na de subsidievaststelling deugdelijk te beheren en onderhouden.

  • 2. Onder toepassing van artikel 31, tweede lid, van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. dient subsidieontvanger middels een schriftelijk verslag vergezeld van fotomateriaal aan te tonen dat effectieve preventieve maatregel, waarvoor subsidie wordt verstrekt, is geplaatst conform de opgelegde voorwaarden en verplichtingen.

Artikel 7 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

  • a)

    Het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b)

    Het project niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 4;

  • c)

    Niet wordt voldaan aan een van de subsidiecriteria in artikel 5;

  • d)

    De Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert;

  • e)

    De te verstrekken subsidie lager is dan € 1.500,00;

  • f)

    De aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • g)

    Aan een grondgebruiker of grondeigenaar reeds een subsidie is verleend op grond van deze nadere subsidieregels;

  • h)

    Voor het betreffende perceel reeds een provinciale subsidie is verleend, ongeacht eigendomsoverdracht, splitsing of wijziging van het perceel door de grondgebruiker of -eigenaar;

  • i)

    De subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 16;

  • j)

    Ingeval er sprake is van staatssteun, indien de subsidieaanvrager het maximumbedrag aan de-minimissteun al heeft overschreden berekend over de voorafgaande periode van drie jaren.

Artikel 8 Subsidiebedrag

  • 1. Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 80% van de totale subsidiabele projectkosten.

  • 2. Er geldt een maximaal provinciaal subsidiebedrag van € 15.000,00 per grondgebruiker of grondeigenaar. Het maximaal subsidiebedrag van € 15.000,00 is tevens van toepassing per perceel, ongeacht of dit perceel is of wordt opgesplitst. Subsidies kleiner dan € 1.500,00 worden niet verstrekt.

Artikel 9 Subsidiabele en niet subsidiabele kosten

  • 1. De volgende kosten zijn subsidiabel:

    • -

      Kosten van de aanschaf van de effectieve preventieve maatregel(en) om faunaschade te voorkomen zoals opgenomen in de vigerende Faunaschade-preventiekit van BIJ12;

    • -

      Kosten van het plaatsen van effectieve preventieve maatregelen door derden;

    • -

      Kosten van coördinatie van gebiedsgerichte schadepreventie in samenwerkingsverband.

  • 2. Aanvullend op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

    • -

      Onvoorzien;

    • -

      Wettelijke taken, verboden of verplichtingen;

    • -

      Eigen uren en/of arbeidskosten/loonkosten van aanvrager;

    • -

      Contractuele en/of financiële verplichtingen die zijn aangegaan vóórdat de subsidie is aangevraagd dan wel kosten die reeds zijn gemaakt vóórdat de subsidie is aangevraagd, met uitzondering van de contractuele en/of financiële verplichtingen die zijn aangegaan of kosten die reeds zijn gemaakt vanaf 1 januari 2025.

Hoofdstuk 3 Preventie faunaschade wolf

Artikel 10 Aanvrager

Eigenaren van kwetsbare geregistreerde (gehouden) hoefdieren en stalhouders van paarden. Gemeenten dan wel waterschappen komen niet voor een subsidie in aanmerking.

Indien aanvrager kwalificeert als een onderneming, wordt de subsidie aangemerkt als de-minimissteun die wordt verleend in overeenstemming met het relevante en vigerende kader betreffende de-minimissteun in de landbouwsector (in het geval van een landbouwer die een landbouwactiviteit verricht) of de reguliere de-minimissteun.

Artikel 11 Subsidiecriteria wolfwerende afrastering

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, dient aan alle volgende algemene criteria te worden voldaan:

  • 1.

    De maatregel betreft het aanschaffen en het plaatsen van wolfwerende afrastering.

  • 2.

    De wolfwerende afrastering richt zich op het voorkomen van schade aan kwetsbare geregistreerde (gehouden) hoefdieren door de wolf.

  • 3.

    De aanschaf en plaatsing van de wolfwerende afrastering is in overwegende mate gericht op de Nederlandse provincie Limburg, dan wel komt aanwijsbaar ten goede te aan de Nederlandse provincie Limburg.

Artikel 12 Verplichtingen subsidieontvanger wolfwerende afrastering

  • 1. Subsidieontvanger is verplicht om de afrastering ten minste voor een periode van 5 jaar na de subsidievaststelling deugdelijk te beheren en onderhouden.

  • 2. Onder toepassing van artikel 31, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. dient subsidieontvanger middels een schriftelijk verslag vergezeld van fotomateriaal aan te tonen dat wolfwerende afrastering, waarvoor subsidie wordt verstrekt is geplaatst conform de opgelegde voorwaarden en verplichtingen.

Artikel 13 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

  • a.

    Het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    Het project niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 10;

  • c.

    Niet wordt voldaan aan een van de subsidiecriteria in artikel 11;

  • d.

    De Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert;

  • e.

    De te verstrekken subsidie lager is dan € 1.500,00;

  • f.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • g.

    Aan aanvrager reeds een subsidie is verleend op grond van deze nadere subsidieregels;

  • h.

    Voor het betreffende perceel reeds een subsidie voor wolfwerende afrastering is verleend, ongeacht eigendomsoverdracht, splitsing of wijziging van het perceel door de grondgebruiker of -eigenaar;

  • i.

    De subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 16;

  • j.

    Ingeval er sprake is van staatssteun, indien de subsidieaanvrager het maximumbedrag aan de-minimissteun al heeft overschreden berekend over de voorafgaande periode van drie jaren.

Artikel 14 Subsidiebedrag

  • 1. Er geldt een maximaal provinciaal subsidiebedrag van € 20.000,00 per aanvrager.

  • 2. Subsidies kleiner dan € 1.500,00 worden niet verstrekt.

  • 3. De hoogte van de subsidie bedraagt voor:

    • a.

      Vaste afrastering:

      • i.

        € 570,00

      • ii.

        € 3,40 per strekkende meter vaste wolfwerende afrastering met een maximum van € 114,00 per hoefdier met uitzondering van runderen en paarden, pony’s en ezels, hiervoor geldt een maximum van € 680,00 per dier en waarbij voor het totale aantal dieren wordt uitgegaan van het aantal kwetsbare geregistreerde (gehouden) hoefdieren.

    • b.

      Verplaatsbare afrastering:

      • i.

        € 34,00 per kwetsbaar geregistreerd (gehouden) hoefdier.

      • ii.

        € 4.500,00 voor een draad-opwindsysteem of systeem waarmee verplaatsbare wolfwerende afrastering op- en afgewonden kan worden, mits de verplaatsbare wolfwerende afrastering een wolfwerende afrastering met draden is en de verplaatsbare afrastering op moment van indienen van de aanvraag wordt gebruikt voor een groep van minimaal 100 schapen en/of geiten of voor een groep van minimaal 17 runderen, paarden of pony’s.

    • c.

      De hoogte van de subsidie voor de aanpassing van een vaste respectievelijk een verplaatsbare afrastering bedraagt 50% van de bedragen bedoeld in het derde lid van dit artikel.

  • 4. De hoogte van het subsidiebedrag wordt bepaald door het aantal kwetsbare geregistreerde (gehouden) hoefdieren op het moment van de aanvraag, voor schapen en geiten zoals genoemd onder artikel 1, lid 7 sub b, wordt de hoogte bepaald door het gemiddeld aantal kwetsbare geregistreerde (gehouden) hoefdieren dat op peildata 1 februari, 1 mei, 1 augustus en 1 november in het jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag is vastgelegd in het Identificatie- en Registratiesysteem van dieren.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 15 Indienen aanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies>actuele subsidieregelingen.

  • 2. Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven op het formulier en dient bij voorkeur digitaal, middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) of DigiD (aanvragen van particulieren), te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk en zal niet in behandeling worden genomen.

Artikel 16 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag kan vanaf 15 april 2025 worden ingediend en dient uiterlijk 19 december 2025 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten;

  • 2. Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van digitale ontvangst.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 17 Hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2. Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 18 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1. Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van 15 april 2025 tot en met 31 december 2025.

  • 2. Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2026, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3. Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Preventie Faunaschade 2025”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 25 maart 2025 Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

dhr. E.G.M. Roemer

de secretaris,

dhr. E.G.M. Roemer

Toelichting Nadere subsidieregels Preventie Faunaschade 2025

De normbedragen zoals beschreven in artikel 14 van deze subsidieregeling, betreffende Hoofdstuk 3 Preventie faunaschade wolf, zijn gebaseerd op de kosten die redelijkerwijs gemoeid zijn met de aanschaf van het wolfwerende raster. Dit betreffen dan ook gemiddelde bedragen op basis van ervaringsgegevens en betreffen niet de werkelijke kosten van de aanschaf van het wolfwerende raster. De volgende kostentypen maken expliciet geen deel uit van deze normbedragen en zijn zodoende ook niet hierin meegenomen:

  • -

    Onvoorziene kosten;

  • -

    Wettelijke taken, verboden of verplichtingen;

  • -

    Eigen uren en/of arbeidskosten/loonkosten;

  • -

    Emotionele schade als gevolg van een wolvenaanval;

  • -

    Vermindering van de waarde van grond.