Besluit van 17 December 1938 No 469, ter uitvoering van de artikelen 5 en 8 der Gedistilleerdverordening 1908

Geldend van 22-12-1959 t/m heden

Intitulé

Besluit van 17 December 1938 No 469, ter uitvoering van de artikelen 5 en 8 der Gedistilleerdverordening 1908

Artikel 1

  • 1. Met alcohol bereide vloeistoffen, geen dranken zijnde en niet zijnde geneesmiddelen voor in- of uitwendig gebruik, die aan ver- of gebruikers worden verkrijgbaar gesteld tegen prijzen, welke lager zijn dan een bedrag, door den Gouverneur voor ieder eiland afzonderlijk vast te stellen, zijn aan te merken als gedistilleerde dranken.

  • 2. De in lid 1 genoemde vloeistoffen worden niet als gedistilleerde dranken aangemerkt, indien belanghebbende de vloeistoffen heeft doen vermengen op een der volgende wijzen:

    • 1°.

      met 12,5 gram brucine per hectoliter gedistilleerd na herleiding tot 50 procent sterkte bij 15° Celsius;

    • 2°.

      met 3½ liter blanken houtgeest en 150 gram muriaschinine (Kinine-hydrochioride) per hectoliter gedistilleerd na herleiding tot 50 procent sterkte bij 15° Celsius, nadat de vloeistof is gekleurd met 1½ gram anilineblauw en 1½ gram methylviolet per hectoliter gedistilleerd na herleiding tot 50 procent sterkte bij 15° Celsius.

Artikel 2

  • 1. Gedistilleerd, als bedoeld in artikel 5 lid 1 der Gedistilleerdverordening 1908 wordt van den volgens die verordening verschuldigden accijns vrijgesteld, indien het gedistilleerd wordt vermengd met 3½ liter blanken houtgeest en 150 gram muriaschinine (Kininehydrochloride) per hectoliter gedistilleerd na herleiding tot 50 procent sterkte bij 15° Celsius, nadat de vloeistof is gekleurd met 1½ gram anilineblauw en 1½ gram methylviolet per hectoliter gedistilleerd na herleiding tot 50 procent sterkte bij 15° Celsius.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel, kan met op de specifieke aangifte ten invoer te plaatsen machtiging van de Inspecteur vermenging plaats vinden volgt:

    • 1°.

      indien onder overlegging van een verklaring van den Directeur van den Openbaren Gezondheidsdienst wordt aangetoond dat het gedistilleerd uitsluitend bestemd is voor laboratoriumdoeleinden, met 3½ liter blanken houtgeest op elken hectoliter gedistilleerd na herleiding tot 50 procent sterkte bij 15° Celsius;

    • 2°.

      indien onder overlegging van een verklaring van den Directeur van den Openbaren Gezondheidsdienst wordt aangetoond dat het gedistilleerd uitsluitend bestemd is voor gebruik door in het gebiedsdeel gevestigde en praktizeerende geneesheeren of voor gebruik ten behoeve van hospitalen en laboratoria ten dienste van de Openbare gezondheid, met ½ liter aceton op elken hectoliter gedistilleerd na herleiding tot 50 procent sterkte bij 15° Celsius.

  • 3. De mengmidden voor de vermenging benoodigd, worden door de Landsontvanger geleverd op kosten van den belanghebbende, tegen een prijs die niet hooger gesteld wordt dan noodig is om den inkoopprijs, de kosten van verzekering en het vervoer te dekken.

  • 4. Het gedistilleerd wordt na den invoer onder ambtelijk toezicht overgebracht naar het Gouvernements-entrepot, alwaar het onder toezicht van de ambtenaren wordt vermengd. De belanghebbende overhandigt daartoe aan den ambtenaar, die met het toezicht is belast, een door belanghebbende volledig ingevulde specifieke aangifte ten invoer, aan de achterzijde waarvan de toezichthoudende ambtenaar een verklaring plaatst, bevattende de wijze, waarop de vermenging heeft plaats gehad. Indien de vermenging overeenkomstig de voorschriften heeft plaats gehad, kan de Ontvanger na inlevering der specifieke aangifte ten invoer te zijnen kantore volstaan met het op de gewone wijze vorderen van het verschuldigde invoerrecht, waarna het gedistilleerd in het vrije verkeer gebracht kan worden.

  • 5. Behoudens op de specifieke aangifte ten invoer te plaatsen machtiging van de Inspecteur moet de hoeveelheid gedistillleerd, door iederen belanghebbende ter vermenging aangeboden ten minste bedragen 1 hectoliter, herleid tot een sterkte van 50 procent.

Artikel 3

  • 1. De Gouverneur kan met alcohol bereide vloeistoffen, geen dranken zijnde, aanwijzen, die van het bepaalde in het eerste lid van artikel 1 zijn uitgezonderd.

  • 2. De Gouverneur kan, in het belang van de openbare gezondheid bepalen, dat het bepaalde in het tweede lid van artikel 1 op met name aan te wijzen vloeistoffen dan wel het bepaalde in artikel 2 niet toepasselijk is, hetzij voor het geheele gebiedsdeel, hetzij voor een bepaald eiland.

Artikel 4

  • 1. Het is verboden om uit in het gebiedsdeel aanwezige met alcohol bereide vloeistoffen, geen dranken zijnde, den alcohol af te scheiden, dezelve te vermengen of op andere wijze te bewerken, zoodat zij als drank kunnen worden gebruikt of wel pogingen daartoe aan te wenden.

  • 2. In alle specifieke aangiften ten invoer tot verbruik binnenslands van gemelde vloeistoffen, moet worden vermeld het pand, waar de vloeistoffen zullen worden ingeslagen. Ten aanzien van dat pand is toepasselijk het bepaalde bij de artikelen 118 tot en 121 der Algemeene Verordening I.U. & D. 1908.

Artikel 5

  • 1. Dit besluit treedt in werking op een nader door den Gouverneur te bepalen tijdstip.

  • 2. Op dat tijdstip vervalt het besluit van 3 December 1908 (Publicatieblad 1908 No 64), zooals laatstelijk gewijzigd door besluit van 22 Augustus 1933 (Publicatieblad 1933 No. 84).