Ondermachtigingsbesluit Bijzondere bevoegdheden Wet waardering onroerende zaken

Geldend van 02-04-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2024

Intitulé

Ondermachtigingsbesluit Bijzondere bevoegdheden Wet waardering onroerende zaken

De directeur van de Regionale Belasting Groep is bij besluit van 23 februari 2017 door het dagelijks bestuur gemachtigd ter uitvoering van de wettelijke voorschriften zoals genoemd in de artikelen 4, tweede lid; 32 en 38 van de Wet waardering onroerende zaken;

b e s l u i t

machtiging te verlenen aan

  • I.

    de adjunct-directeur kwaliteit van de Regionale Belasting Groep om -ter uitvoering van de genoemde wettelijke voorschriften- namens het dagelijks bestuur de volgende handelingen te verrichten:

    • -

      het verstrekken van gegevens aan de Waarderingskamer voor de uitoefening van haar taak;

    • -

      het ontvangen van gegevens en inlichtingen van de afnemers die van belang kunnen zijn voor een juiste uitvoering van de wet en -

    • -

      het verzamelen, opslaan en verstrekken van de gegevens over de binnen de bij de RBG aangesloten, gemeenten gelegen onroerende zaken en over de waarde daarvan, voor zover dit voor de uitvoering van de wet noodzakelijk is.

  • Deze machtiging geeft de bevoegdheid tot ondermachtiging aan de ambtenaren van de Regionale Belasting Groep.

  • II

    het ondermachtigingsbesluit OMG I van 26 juni 2017, gelijktijdig met het inwerkingtreden van het onder I vermelde besluit, in te trekken.

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot 1 juli 2024.

Ondertekening

Schiedam, 25 maart 2025.

De directeur van de Regionale Belasting Groep,

J.F. Kooistra