Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten

Geldend van 01-07-2011 t/m 20-05-2025

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten

De colleges van de gemeenten Kampen en Dronten,

Overwegende:

De dualisering van het gemeentebestuur en de gevolgen daarvan, zoals die onder andere genoemd zijn in het Beleidsplan Wsw 2009 - 2011 waardoor de behoefte is ontstaan om de regeling te wijzigen;

Gelet op:

De Wet sociale werkvoorziening,

De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) en de Gemeentewet,

Besluiten de

gemeenschappelijke regeling “Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten”

te wijzigen en als volgt vast te stellen:

INHOUDSOPGAVE

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 2 Rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam en bestuursorganen

Hoofdstuk 3 Taken en bevoegdheden

Hoofdstuk 4 Algemeen bestuur

Hoofdstuk 5 Dagelijks bestuur

Hoofdstuk 6 Voorzitter

Hoofdstuk 7 Commissie

Hoofdstuk 8 Verantwoording bestuursleden

Hoofdstuk 9 Werknemers

Hoofdstuk 10 Financiën en beheer

Hoofdstuk 11 Archief

Hoofdstuk 12 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing

Hoofdstuk 13 Slotbepalingen

Hoofdstuk 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

    a.

    Werkvoorzieningschap

    het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2 van deze regeling;

    b.

    Algemeen Bestuur

    het algemeen bestuur als bedoeld in artikel 13 van de Wgr;

    c.

    Voorzitter

    de voorzitter als bedoeld in artikel 13 van de Wgr;

    d.

    Dagelijks bestuur

    het dagelijks bestuur als bedoeld in artikel 14 van de Wgr;

    e.

    Gedeputeerde Staten

    gedeputeerde staten van de provincie Overijssel.

    f.

    Stichting IMpact

    de stichting, opgericht 21 september 1948 te Kampen, die als doel heeft te voorzien in aangepaste werkgelegenheid, die zoveel mogelijk gericht is op het behoud, het herstel of de bevordering van de arbeidsgeschiktheid, ten behoeve van personen die tot het verrichten van arbeid in staat zijn doch voor wie - in belangrijke mate ten gevolge van bij hen gelegen factoren - gelegenheid om onder normale omstandigheden werk te verrichten niet of voorshands niet aanwezig is;

    g.

    Werknemer

    degene die een dienstbetrekking heeft krachtens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht met het Werkvoorzieningschap op grond van de geldende Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) voor de sociale werkvoorziening en de wet;

    h.

    Gemeenten

    de aan deze regeling deelnemende gemeenten Kampen en Dronten;

    i.

    Wet

    Wet sociale werkvoorziening (Wsw).

  • 2.

    Waar in deze regeling artikelen van enige wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, dient in plaats van de gemeente, de raad, burgemeester en wethouders en burgemeester respectievelijk te worden gelezen het Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.

Hoofdstuk 2. RECHTSPERSOONLIJKHEID BEZITTEND LICHAAM EN BESTUURSORGANEN

Artikel 2. Naam en vestigingsplaats

Er is een openbaar lichaam, genaamd Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten, hierna te noemen Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten. Het openbaar lichaam is rechtspersoon en gevestigd te Kampen.

Artikel 3. Bestuursorganen

De bestuursorganen van het Werkvoorzieningschap zijn:

  • a.

    algemeen bestuur;

  • b.

    dagelijks bestuur;

  • c.

    voorzitter.

Hoofdstuk 3. TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 4. Belang en taak van de regeling

Het belang, ter behartiging waarvan de regeling is getroffen, omvat:

  • a.

    het ervoor zorg dragen dat aan zoveel mogelijk ingezetenen die geïndiceerd zijn, een dienstbetrekking wordt aangeboden, zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 van de Wet, voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden. De arbeid is gericht op het behouden, dan wel het bevorderen van de arbeidsgeschiktheid van de werknemer, mede met het oog op het kunnen gaan verrichten van arbeid onder normale omstandigheden.

  • b.

    het begeleid laten werken van in de deelnemende gemeenten woonachtige personen die voldoen aan de vereisten, zoals omschreven in de Wet.

Artikel 5. Bevoegdheden van de colleges

De colleges dragen aan het Werkvoorzieningschap over:

  • a.

    alle bevoegdheden met betrekking tot de Wet met uitzondering van de bevoegdheid tot het vaststellen van verordeningen en voor zover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken;

  • b.

    alle bevoegdheden als bedoeld in de Wet aangaande werknemers.

Artikel 6. Aanwijzing uitvoeringsorganisatie

  • 1.

    Het algemeen bestuur van het Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten wijst, ingevolge artikel 2, lid 2 van de wet, als feitelijk met de uitvoering belast orgaan aan Stichting IMpact.

  • 2.

    Het algemeen bestuur van het Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten zal in het kader van de in artikel 4 opgedragen taken met Stichting IMpact een sociaal-economisch contract afsluiten, waarin wederzijdse bevoegdheden en verplichtingen zijn vastgelegd.

Artikel 7. Taken en bevoegdheden

  • 1.

    Aan het algemeen bestuur behoren de taken en bevoegdheden toe die in deze regeling aan dit bestuur zijn opgedragen, alsmede alle bevoegdheden die niet aan het dagelijks bestuur of de voorzitter zijn opgedragen;

  • 2.

    Het algemeen bestuur kan aan het dagelijks bestuur bevoegdheden overdragen met uitzondering van de bevoegdheid tot:

    • a.

      het vaststellen en wijzigen van de begroting;

    • b.

      het vaststellen van de jaarrekening;

    • c.

      het instellen van commissies van advies;

    • d.

      het oprichten van of deelnemen in stichtingen, vennootschappen en coöperatieve en andere verenigingen, dan wel het ontbinden daarvan of het beëindigen van de deelneming.

Hoofdstuk 4. ALGEMEEN BESTUUR

Artikel 8. Samenstelling, onverenigbaarheid en einde/aanvang lidmaatschap

  • 1.

    Het algemeen bestuur bestaat uit door de colleges van de deelnemende gemeenten uit hun midden aan te wijzen leden.

  • 2.

    Iedere deelnemende gemeente heeft zitting in het algemeen bestuur. De gemeente Kampen wijst twee leden aan. Een lid heeft enkelvoudig stemrecht en één lid heeft meervoudig stemrecht van twee stemmen. Het door Dronten aangewezen lid van het algemeen bestuur heeft meervoudig stemrecht van twee stemmen.

  • 3.

    Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar of van een werknemer werkzaam op arbeidscontract naar burgerlijk recht, aangesteld door of vanwege een deelnemende gemeente of het Werkvoorzieningschap, met uitzondering van onderwijzend personeel.

  • 4.

    Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van de colleges afloopt. Zij blijven hun functie waarnemen tot het tijdstip waarop de colleges van de deelnemende gemeenten de nieuwe leden hebben aangewezen. De voorziening in een tussentijdse vacature geschiedt binnen twee maanden.

  • 5.

    De leden van het algemeen bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter van het algemeen bestuur, alsmede het college die hen heeft aangesteld, in kennis.

  • 6.

    Voor elk bestuurslid zal een plaatsvervanger worden aangewezen.

Artikel 9. Vergaderingen

  • 1.

    Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks tenminste tweemaal en voorts zo dikwijls als het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt.

  • 2.

    De Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen van het algemeen bestuur, met dien verstande dat de openbare kennisgeving op verzoek van de voorzitter door de colleges van de deelnemende gemeenten op de aldaar gebruikelijke wijze geschiedt.

  • 3.

    De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar.

  • 4.

    De deuren worden gesloten indien één van de aanwezige leden daarom verzoekt.

  • 5.

    Het algemeen bestuur beslist vervolgens of er met gesloten deuren zal worden vergaderd. In besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd noch een besluit worden genomen over:

    • a.

      het vaststellen of wijzigen van de begroting;

    • b.

      het voorlopig vaststellen van de jaarrekening.

Artikel 10. Huishoudelijk reglement

Het algemeen bestuur kan een huishoudelijk reglement vaststellen. Dit reglement mag geen bepalingen bevatten, welke in strijd zijn met deze regeling.

Artikel 11. Bevoegdheden en taken

  • 1.

    Ter uitvoering van zijn wettelijke taken en bevoegdheden is een tweederde meerderheid vereist inzake besluitvorming van het algemeen bestuur met betrekking tot besluiten inzake:

    • a.

      de begroting;

    • b.

      het jaarverslag en de jaarrekening;

    • c.

      het toelating- en plaatsingsbeleid;

    • d.

      Sociaal Economisch contract;

    • e.

      indicatiestelling en wachtlijstbeheer;

    • f.

      verantwoording aan deelnemende gemeenten en het Rijk.

  • 2.

    Het algemeen bestuur stelt een reglement vast. Dit reglement mag geen bepalingen bevatten, die in strijd zijn met deze regeling. In het reglement zijn de volgende zaken geregeld:

    • a.

      de mandatering c.q. delegatie van taken en bevoegdheden naar het dagelijks bestuur;

    • b.

      de verantwoording van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur.

Hoofdstuk 5. DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 12. Samenstelling

  • 1.

    Het dagelijks bestuur bestaat uit:

    • a.

      de voorzitter;

    • b.

      tenminste twee leden door het algemeen bestuur aan te wijzen.

  • 2.

    De voorzitter van het algemeen bestuur is voorzitter van het dagelijks bestuur.

  • 3.

    De leden van het dagelijks bestuur worden aangewezen in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in de nieuwe samenstelling.

  • 4.

    De leden van het dagelijks bestuur treden af op de dag van aftreden van het algemeen bestuur.

Artikel 13. Bevoegdheden en taken

In aansluiting op de betreffende wettelijke bepalingen zijn de bevoegdheden en taken van het dagelijks bestuur geregeld in het reglement, zoals bedoeld in artikel 11, tweede lid van deze regeling.

Hoofdstuk 6. VOORZITTER

Artikel 14. Aanwijzing

  • 1.

    Het voorzitterschap rouleert tussen de beide deelnemende gemeenten.

  • 2.

    De voorzitter wordt in de eerste vergadering van het algemeen bestuur door en uit zijn midden voor een periode van twee jaar aangewezen.

  • 3.

    Bij verhindering of ontstentenis wordt de voorzitter vervangen door een ander lid van het dagelijks bestuur, door en uit het midden van het algemeen bestuur aangewezen.

  • 4.

    Indien en voor zover het algemeen bestuur nog niet in de vervanging heeft voorzien, is het dagelijks bestuur bevoegd uit zijn midden een lid aan te wijzen, dat tijdelijk in de vervanging voorziet.

  • 5.

    Het voorzitterschap eindigt indien betrokkene ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn. Het algemeen bestuur voorziet dan onmiddellijk in de vervanging.

Artikel 15. Bevoegdheden en taken

  • 1.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur.

  • 2.

    De voorzitter ondertekent met het bestuurslid van de andere deelnemende gemeente alle stukken die van het algemeen en het dagelijks bestuur uitgaan.

  • 3.

    De voorzitter vertegenwoordigt het Werkvoorzieningschap in en buiten rechte. Hij kan de vertegenwoordiging aan een door hem gemachtigde opdragen.

Hoofdstuk 7. COMMISSIE

Artikel 16. Commissie van advies

Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter kunnen een commissie van advies instellen, met inachtneming van artikel 24 Wet gemeenschappelijke regelingen.

Hoofdstuk 8. VERANTWOORDING BESTUURSLEDEN

Artikel 17. Inlichtingen en verantwoordingsverplichtingen

  • 1.

    Een lid van het algemeen bestuur is aan het college, dat hem heeft aangewezen, verantwoording verschuldigd voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid.

  • 2.

    Het college van een deelnemende gemeente kan een door hem aangewezen lid ontslag verlenen indien deze het vertrouwen van het college niet meer geniet. De Gemeentewet is hierop van toepassing.

  • 3.

    De leden van het dagelijks bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd over het door hen gevoerde beleid, naar door het algemeen bestuur te stellen regels.

  • 4.

    Het algemeen bestuur kan een door hem aangewezen lid van het dagelijks bestuur ontslag verlenen, indien deze zijn vertrouwen niet meer geniet. De Gemeentewet is hierop van toepassing.

  • 5.

    De leden van het algemeen en het dagelijks bestuur, tezamen en ieder afzonderlijk, verstrekken op de in de desbetreffende gemeente gebruikelijke wijze aan de raden van de deelnemende gemeenten alle inlichtingen die door een of meer leden van die raden worden verlangd.

Hoofdstuk 9. WERKNEMERS

Artikel 18. Rechtspositie werknemers

  • 1.

    De rechtspositie van de werknemers is geregeld in de Wet en de CAO voor de sociale werkvoorziening.

  • 2.

    Toelating tot de personenkring van werknemers geschiedt door het dagelijks bestuur.

  • 3.

    De opzegging van de dienstbetrekking van SW-werknemers geschiedt door of namens het dagelijks bestuur van het Werkvoorzieningschap, als bedoeld in artikel 6 van de Wet.

Hoofdstuk 10. FINANCIËN EN BEHEER

Artikel 19. Beheer

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt een regeling vast betreffende financiën van het Werkvoorzieningschap. In deze regeling worden bepalingen opgenomen over:

    • a.

      De wijze waarop de organisatiekosten van het Werkvoorzieningschap over de deelnemende gemeenten worden verspreid;

    • b.

      het verzekeren van de gelden en andere eigendommen van het Werkvoorzieningschap en van derden;

    • c.

      de inrichting van de financiële administratie;

    • d.

      de wijze waarop de invordering der inkomsten plaats heeft en de wijze waarop de betalingen geschieden;

    • e.

      de controle op de organisatie van de financiële administratie en van het middelenbeheer.

  • 2.

    Het algemeen bestuur stelt bij verordening regels vast met betrekking tot de controle op de organisatie van de financiële administratie en van het middelenbeheer Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten.

  • 3.

    De deelnemende gemeenten zullen er steeds zorg voor dragen dat het Werkvoorzieningschap te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

  • 4.

    Indien aan het algemeen bestuur blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de gemeentelijke begroting te zetten, doet het algemeen bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.

Artikel 20. Begroting

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks voor 15 april een ontwerpbegroting op voor het volgende kalenderjaar en zendt deze, voorzien van een toelichting, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 2.

    De ontwerpbegroting wordt door de zorg van de colleges van de deelnemende gemeenten voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld.

  • 3.

    In de ontwerpbegroting wordt de door elke gemeente verschuldigde geraamde bijdrage aangegeven.

  • 4.

    De raden van de deelnemende gemeenten kunnen voor 15 juni bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze uiterlijk 1 juli wordt aangeboden aan het algemeen bestuur.

  • 5.

    Het algemeen bestuur stelt de begroting voor 15 juli vast en zendt afschriften aan de deelnemende gemeenten.

  • 6.

    Het dagelijks bestuur zendt de vastgestelde begroting voor 15 juli aan Gedeputeerde Staten van Overijssel en Flevoland. Van de goedkeuring doet het dagelijks bestuur mededeling aan de raden vande deelnemende gemeenten.

  • 7.

    De Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 21. Begrotingswijziging

  • 1.

    Voordat een begrotingswijziging wordt vastgesteld, zendt het dagelijks bestuur het ontwerp daarvan, voorzien van een toelichting en een raming van de verschuldigde bijdrage, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 2.

    De raden van de deelnemende gemeenten kunnen het dagelijks bestuur binnen een periode van twee maanden van hun gevoelen doen blijken.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur zendt zo spoedig mogelijk na sluiting van de in lid 2 bedoelde periode de opmerkingen van de raden en de begrotingswijziging, eventueel voorzien van een nota van wijzigingen, ter vaststelling toe aan het algemeen bestuur.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur zendt de begrotingswijziging na vaststelling toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 5.

    Het bepaalde in artikel 20 lid 6 en 7 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 22. Bijdrage in beheerskosten

De gemeenten betalen bij wijze van voorschot jaarlijks voor 16 februari hun deel in de begrote bijdrage door gemeenten ten behoeve van het bestuur en beheer van het Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten over het betreffende jaar.

Artikel 23. Jaarrekening

  • 1.

    Van de inkomsten en uitgaven wordt door het dagelijks bestuur over elk kalenderjaar verantwoording afgelegd aan het algemeen bestuur onder overlegging van de daarbij behorende bescheiden.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur voegt daarbij een accountantsverklaring, evenals wat het te zijner verantwoording dienstig acht.

  • 3.

    Het algemeen bestuur stelt de rekening van het voorafgaande jaar voor 1 juli vast en zendt deze uiterlijk voor 15 juli aan Gedeputeerde Staten van Overijssel. Van de vaststelling doet het dagelijks bestuur mededeling aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 4.

    De vaststelling van de rekening strekt het dagelijks bestuur tot decharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden.

  • 5.

    In de rekening wordt het door elk van de deelnemende gemeenten over het desbetreffende jaar verschuldigde bedrag opgenomen.

  • 6.

    De gemeenten staan gezamenlijk garant voor de tijdige betaling van rente en aflossing van door het Werkvoorzieningschap afgesloten geldleningen. De garantstelling per gemeente wordt berekend naar rato van het aantal arbeidsjaren gedurende welke toegelaten werknemers uit de betrokken gemeenten bij het Werkvoorzieningschap in het betreffende exploitatiejaar werkzaam waren bij Stichting IMpact.

  • 7.

    Verrekening van het verschil van het op grond van artikel 22 betaalde bedrag en het werkelijk verschuldigde bedrag vindt plaats terstond na de mededeling aan de raden over de vaststelling van de jaarrekening.

Hoofdstuk 11. ARCHIEF

Artikel 24. Archiefbepalingen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt regels vast betreffende de wijze waarop de zorg voor de archiefbescheiden van het Werkvoorzieningschap dient te worden verricht.

  • 2.

    Voor de bewaring van de op grond van de Archiefwet 1995 over te brengen bescheiden wijst het dagelijks bestuur een bewaarplaats aan.

Hoofdstuk 12. TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING

Artikel 25. Toetreding

  • 1.

    Het College van burgemeester en wethouders van een gemeente die wenst toe te treden, dient hiertoe een verzoek in bij het dagelijks bestuur. Het college van de desbetreffende gemeente voegt hierbij het besluit tot toestemming van de gemeenteraad als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur van het Werkvoorzieningschap brengt het verzoek ter kennis van het algemeen bestuur en geeft daarbij een advies over de toetreding.

  • 3.

    De toetreding kan geschieden nadat het algemeen bestuur hiertoe heeft besloten. De toetreding kan afhankelijk worden gesteld van door het algemeen bestuur te stellen voorwaarden.

Artikel 26. Uittreding

  • 1.

    Voor uittreding uit de regeling wordt een opzegtermijn van ten minste twee jaren in acht genomen.

  • 2.

    Het voornemen tot uittreding wordt bij aangetekende kennisgeving aan het dagelijks bestuur van het Werkvoorzieningschap meegedeeld.

  • 3.

    Na ontvangst van de in het tweede lid vermelde kennisgeving wordt een in overleg met de uittredende deelnemer aan te wijzen onafhankelijke registeraccountant opdracht verleend een liquidatieplan op testellen als ware tot opheffing van de regeling besloten.

  • 4.

    Op grond van het in het derde lid opgestelde liquidatieplan besluit het college dat een kennisgeving als bedoeld in het tweede lid heeft gedaan of daadwerkelijk tot uittreding wordt overgegaan. Het college besluit hier niet toe dan nadat het toestemming van zijn raad heeft gekregen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 5.

    Wanneer toepassing wordt gegeven aan het vierde lid, stelt het algemeen bestuur het liquidatieplan vast. De in het liquidatieplan omschreven financiële verplichtingen zijn voor de uittredende deelnemer bindend.

  • 6.

    Nadat het liquidatieplan is vastgesteld is de uittredende deelnemer gehouden om binnen zes maanden de daarin voor hem omschreven financiële verplichtingen aan het Werkvoorzieningschap te voldoen.

  • 7.

    De kosten voor het opstellen van het liquidatieplan komen voor rekening van de deelnemer die het voornemen heeft om uit te treden.

Artikel 27. Wijziging

  • 1.

    Het dagelijks bestuur, één of meer leden van het algemeen bestuur en de colleges van de deelnemende gemeenten kunnen een voorstel tot wijziging van de regeling indienen bij het algemeen bestuur.

  • 2.

    Het algemeen bestuur zendt het wijzigingsvoorstel aan de colleges van de deelnemende gemeenten.

  • 3.

    Wijziging kan geschieden nadat het algemeen bestuur hiertoe bij tweederde meerderheid heeft besloten.

  • 4.

    Indien het voorstel uitgaat van het algemeen bestuur zendt het algemeen bestuur het voorstel, voor zover hun dit aangaat, aan de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de deelnemende gemeenten, die binnen twee maanden na ontvangst van dit voorstel een besluit nemen en dit terstond aan het algemeen bestuur meedelen.

  • 5.

    Indien het voorstel uitgaat van een of meer gemeentebesturen zendt/zenden dit/deze gemeentebestuur/gemeentebesturen het voorstel aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur doet het voorstel met zijn beschouwingen ter zake binnen twee maanden aan de besturen van de beide gemeenten toekomen, waarna verder wordt gehandeld als hierboven beschreven.

  • 6.

    Het algemeen bestuur bepaalt zelf wanneer de wijziging in werking treedt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 26 en 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 28. Opheffing

  • 1.

    De regeling kan worden opgeheven bij daartoe strekkende besluiten van de colleges en met toestemming van de gemeenteraden van beide deelnemende gemeenten.

  • 2.

    In geval van opheffing van de regeling besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt daarvoor de nodige regels. Hierbij kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken.

  • 3.

    Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur, de raden van de deelnemende gemeenten gehoord, vastgesteld. Dit plan moet worden toegezonden aan Gedeputeerde Staten.

  • 4.

    Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de gemeente tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing. Het liquidatieplan voorziet tevens in de gevolgen voor de archieven.

  • 5.

    Het liquidatieplan voorziet in de gevolgen die de opheffing heeft voor Stichting IMpact.

  • 6.

    De organen van het Werkvoorzieningschap blijven, zo nodig, na de beëindiging van de regeling in functie, totdat de liquidatie is voltooid.

  • 7.

    De opheffing gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de datum van schrapping uit de registers.

  • 8.

    In geval van liquidatie van Stichting IMpact neemt het Werkvoorzieningschap onverwijld de feitelijke uitvoering van de wettelijke taken en bevoegdheden op zich, als bedoeld in artikel 6 van deze regeling.

Hoofdstuk 13. SLOTBEPALINGEN

Artikel 29. Tijdsduur van de regeling

Deze regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd.

Artikel 30. Inwerkingtreding van de regeling

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2011.

  • 2.

    Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen zendt de regeling aan Gedeputeerde Staten van Overijssel en Flevoland.

  • 3.

    Met de vaststelling van de regeling genoemd in lid 1 wordt de oude regeling ingetrokken.

Artikel 31. Citeerartikel

Deze regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten”.

Ondertekening