Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR737287
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR737287/1
Subsidieregeling Warmtetransitie projecten provincie Groningen 2025
Geldend van 15-04-2025 t/m heden
Intitulé
Subsidieregeling Warmtetransitie projecten provincie Groningen 2025GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN
Overwegende dat:
- -
in het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2050 de gebouwde omgeving in Nederland verduurzaamd is;
- -
dit betekent goed geïsoleerde woningen en gebouwen, die met duurzame warmte worden verwarmd en waarin schone elektriciteit wordt gebruikt of zelfs zelf wordt opgewekt;
- -
de Klimaatagenda Provincie Groningen 2030 de ambitie is uitgesproken om dit te versnellen en in de provincie Groningen in 2035 voor een groot deel de gebouwde omgeving aardgasvrij te hebben;
- -
Provinciale Staten het Provinciaal programmaplan Nationaal Programma Groningen 2024-2029 als kader hebben vastgesteld;
- -
het Provinciaal programmaplan inhoudelijk aansluit op keuzes in het Hoofdlijnenakkoord 2023-2027;
- -
Gedeputeerde Staten een uitvoeringsprogramma hebben ingediend bij het Nationaal Programma Groningen om middelen vrij te maken om subsidie te verstrekken aan projecten die de Warmtetransitie in de gebouwde omgeving stimuleren en versnellen;
- -
Gedeputeerde Staten uit het Nationaal Programma Groningen een bijdrage hebben ontvangen voor het ondersteunen van projecten waarvoor een subsidieregeling dient te worden opgesteld.
- -
veel projecten in het kader van de Warmtetransitie zonder overheidssteun nog niet rendabel zijn;
- -
deze regeling beoogt voorlopers in de provincie Groningen te ondersteunen met een subsidie ter hoogte van maximaal de Onrendabele top voor de uitvoering van hun project;
- -
andere partijen en overheden in de provincie kunnen leren van de ervaringen.
Gelet op:
- -
titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
- -
artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;
- -
de Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;
Besluiten:
Vast te stellen de:
Subsidieregeling Warmtetransitie projecten provincie Groningen 2025
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
Aanvang werkzaamheden: aanvang van de werkzaamheden als bedoeld in artikel 2, onder 23, van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV);
- b.
AGVV: Verordening EU 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, laatstelijk gewijzigd op bij Verordening EU 2023/1315 van de Commissie van 23 juni 2023;
- c.
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
- d.
Businesscase: de uitwerking van het plan tot investering bezien vanuit financieel perspectief, hieruit moet het financieringstekort en de Onrendabele top blijken;
- e.
Gebiedsgericht project: een project gericht op een samenhangende aanpak voor de Warmtetransitie in een wijk of ander afgebakend gebied;
- f.
Gebouwde omgeving: alle woningen en utiliteitsbouw, waaronder ook kantoren, bedrijven, en maatschappelijk vastgoed.
- g.
Kaderverordening: Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;
- h.
Onrendabele top: het aantoonbare bedrag dat nodig is om de netto contante waarde van de investering over de betrokken levensduur van de investering nul te doen zijn. Dit is inclusief rendement op het eigen vermogen;
- i.
Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;
- j.
Provincie: provincie Groningen;
- k.
SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland
- l.
Warmtetransitie: de omschakeling die erop is gericht de Gebouwde omgeving klimaatneutraal en aardgasvrij te maken.
- m.
Woningequivalent: een eenheid afgekort met "WEQ" die gebruikt wordt om de warmtevraag (zowel ruimteverwarming als warm tapwater) van verschillende woningen en andere panden (utiliteitsbouw) met elkaar te kunnen vergelijken. Waarbij een woning gelijk is aan 1 WEQ (ongeacht de grootte). Voor utiliteitsgebouwen worden WEQ's op basis van oppervlakte toegekend, waarbij 1 WEQ gelijk staat aan 130 m2 oppervlakte1 , en in termen van warmtevraag wordt uitgegaan van 1 WEQ = 30 GJ.
Artikel 2 Doel
Deze regeling heeft tot doel het stimuleren van de uitvoering van Gebiedsgerichte projecten die leiden tot het gebruik van klimaatneutrale en aardgasvrije warmte in het kader van de Warmtetransitie van de Gebouwde omgeving in de provincie Groningen.
Artikel 3 Doelgroep
Subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon.
Artikel 4 Subsidievorm
Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor, mits voldaan aan artikel 46 AGVV, de bouw, uitbreiding of upgrade van systemen voor energie-efficiënte stadsverwarming en/of stadskoeling met inbegrip van:
- a.
de bouw, uitbreiding of upgrade van installaties voor warmte- of koude opwekking;
- b.
thermische opslaglossingen;
- c.
distributienet.
Artikel 6 Weigeringsgronden
-
1. Onverminderd de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:
- a.
reeds eerder op grond van deze regeling of van de voorloper van deze regeling - de Subsidieregeling Warmtetransitie projecten provincie Groningen - een subsidie is verleend voor hetzelfde project;
- b.
het project niet past binnen doelstelling van artikel 2;
- c.
het project biomassaverbranding inzet voor laagwaardige warmte of de productie van elektriciteit;
- d.
het project nieuwbouw betreft;
- e.
het project niet voldoet aan de vereisten genoemd in artikel 7;
- f.
het project minder dan het minimumvereiste punten in het beoordelingsformulier als bedoeld in artikel 8, tweede lid, behaalt.
- g.
het een aanvrager betreft tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;
- h.
aanvrager een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert als bedoeld artikel 2, onder 18 van de AGVV;
- i.
de subsidieverstrekking geen stimulerend effect heeft als bedoeld in artikel 6 AGVV;
- j.
de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met de AGVV omdat de subsidieverstrekking tot gevolg zou hebben dat, gelet op artikel 8 van de AGVV, één of meer van de in artikel 4, eerste lid, van de AGVV genoemde aanmeldingsdrempels of de op grond van de AGVV toepasselijke maximale steunintensiteit zou worden overschreden.
- a.
Artikel 7 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
- a.
de uitstoot van het project wordt gereduceerd ten opzichte van de huidige energievoorziening en is na afloop van de werkzaamheden (en uiterlijk in 2030) niet hoger dan 25 kg CO2 per geleverde GJ (gigajoule);
- b.
het project heeft een warmtevoorziening met een minimale omvang van 20 aansluitingen.
- c.
aanvrager stemt in met kennisverspreiding door de resultaten en leerpunten van het project publiek beschikbaar te maken en actief te delen;
- d.
projecten bevinden zich in een vergevorderde (plan)fase. Binnen 1 jaar na de subsidieverlening start u met de Aanvang van werkzaamheden.
Artikel 8 Beoordelingscriteria
-
1. Voor de beoordeling van een aanvraag gelden de volgende beoordelingscriteria:
- a.
bewonersparticipatie: de mate waarin het project de bewoners betrekt waarop het project betrekking heeft (maximaal 20 punten),
- i.
dit criterium vervalt indien er bij het warmteproject geen sprake is van betrokken bewoners;
- ii.
de aanvrager dient het ontbreken van bewonersparticipatie te onderbouwen in de aanvraag;
- i.
- b.
de betaalbaarheid van de energievoorziening voor bewoners en andere afnemers van de warmtevoorziening (maximaal 20 punten);
- c.
ketenpartners: de mate van aantoonbare betrokkenheid van benodigde derde partijen voor de uitvoering van het project (woningcorporaties, overheden, (netwerk)bedrijven etc.) (maximaal 20 punten);
- d.
verduurzaming: de mate waarin het project een CO2-besparing oplevert en bijdraagt aan de versnelling van de Warmtetransitie (maximaal 20 punten);
- e.
innovatie: de mate waarin het project bijdraagt aan de toepassing van (nieuwe) technieken in het kader van de Warmtetransitie in de Gebouwde omgeving en/of bestaande technieken (of een combinatie daarvan) toepast die vernieuwend zijn wat betreft omvang, schaal of toepassing (maximaal 10 punten).
- f.
leereffect en kennisverspreiding (maximaal 10 punten): het beoogde leereffect. Het dient voldoende aannemelijk te zijn dat aanvragers zich inzetten voor actieve kennisverspreiding richting derden. In ieder geval stemt de aanvrager in met kennisdeling.
- a.
-
2. Een aanvraag dient minimaal 60 punten te behalen om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen. Bij projecten waarbij aantoonbaar geen bewoners betrokken zijn is het minimumaantal punten 45. De uitwerking van de beoordelingscriteria zijn opgenomen in bijlage I van deze subsidieregeling en maken integraal onderdeel uit van deze subsidieregeling.
Artikel 9 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de investeringskosten voor subsidie in aanmerking. De in aanmerking komende kosten zijn de investeringskosten voor de bouw of upgrade van een energie-efficiënt systeem voor stadsverwarming en/of stadskoeling.
Artikel 10 Niet subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
- a.
voorbereidings- en ontwikkelkosten;
- b.
interne loonkosten;
- c.
onderhoudskosten;
- d.
advieskosten.
Artikel 11 Indieningsvereisten
-
1. Een subsidieaanvraag kan met ingang van 15 april 2025 worden ingediend bij SNN via www.snn.nl en wordt voorzien van een projectplan en alle op de website benoemde bijlagen.
-
2. Gedeputeerde Staten besluiten binnen een termijn van 22 weken op een aanvraag tot subsidieverlening.
-
3. Onverminderd artikel 2.1, lid 1 en 2 van de Procedureregeling bevat een aanvraag:
- a.
een projectbeschrijving op activiteiten niveau. Gebruik deze om alle belangrijke onderdelen te onderbouwen of toelichting te geven op de andere bijlagen van uw aanvraag;
- b.
een Businesscase, waaruit per kalenderjaar de omvang van de investeringen blijkt (inclusief geplande investeringsbesluit). In ieder geval bevat deze Businesscase een investerings- en exploitatiebegroting. Ook moet de Onrendabele top duidelijk inzichtelijk zijn gemaakt. Indien andere subsidies worden aangetrokken voor het project, dient u duidelijk inzichtelijk te maken welke subsidies aangevraagd dan wel beschikt zijn;
- c.
een berekening met behulp van het door de minister vastgestelde model, bedoeld in artikel 7a, vierde lid, van de Warmteregeling of een EMG verklaring waarbij kan worden aangetoond dat de duurzaamheid van de geleverde warmte uiterlijk in 2030 onder de 25 kg CO2 per geleverde GJ ligt;
- d.
een toelichting waarom de aanvraag past binnen artikel 46 van de AGVV inclusief verklaring geen financiële moeilijkheden en geen openstaand bevel tot terugvordering;
- e.
mits de benodigde vergunning al in bezit is, dient deze te worden toegevoegd bij de aanvraag.
- f.
het door Gedeputeerde Staten vastgestelde beoordelingsformulier van de beoordelingscriteria 8 ingevuld door de aanvrager inclusief toelichting op gegeven aantal punten.
- a.
-
4. Indien er documenten zijn waarnaar wordt verwezen in het beoordelingsformulier bedoeld in het derde lid onderdeel f dan dient deze ook te worden toegevoegd. Het is van belang dat in de projectbeschrijving duidelijk wordt gemaakt waar de bijlagen voor dienen / waar de bijlagen toelichting op geven. Anders kunnen de bijlagen niet meegenomen worden in de beoordeling.
Artikel 12 Indieningstermijn
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend met ingang van 15 april 2025 tot en met 31 december 2025.
Artikel 13 Subsidieplafond
Het subsidieplafond bedraagt voor de periode genoemd in artikel 12 in totaal €15.494.000
Artikel 14 Subsidiehoogte
-
1. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 5, bedraagt in alle gevallen maximaal 50% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 4 miljoen per project. Daarnaast bedraagt de subsidie bedraagt nooit meer dan de Onrendabele top van het project.
-
2. Bij toepassing van artikel 46 van de AGVV bedraagt de subsidie maximaal 30% van de investeringskosten voor de bouw of upgrade van een energie-efficiënt systeem voor stadsverwarming en/of stadskoeling;
-
3. Het percentage als bedoeld in het tweede lid kan worden verhoogd met 20% voor kleine ondernemingen en 10% voor middelgrote ondernemingen. Daarnaast kan het percentage met 15% worden verhoogd voor investeringen die uitsluitend hernieuwbare energiebronnen, afvalwarmte, of een combinatie daarvan, daaronder begrepen hernieuwbare warmtekrachtkoppeling, gebruiken. De hoogte van de subsidie is maximaal 50% van de subsidiabele kosten.
-
4. Als alternatief voor het derde lid kan bij toepassing van artikel 46 AGVV de steunintensiteit oplopen tot 100% van de financieringskloof. De steun wordt beperkt tot het minimum dat noodzakelijk is om het gesteunde project of de gesteunde activiteit uit te voeren. Deze voorwaarde is vervuld indien de steun overeenkomt met de financieringskloof zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 118 van de AGVV. De hoogte van de subsidie is maximaal 50% van de subsidiabele kosten.
Artikel 15 Staatssteun
Subsidie kan worden verstrekt met toepassing van artikel 46 AGVV.
Artikel 16 Verdeelcriteria
-
1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de volledige subsidieaanvragen.
-
2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
-
3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op basis van registratie van binnenkomst van de volledige subsidieaanvragen in het webportaal van het SNN. De registratie vindt plaats op dag, uur en minuut.
-
4. Indien subsidieaanvragen gelijk zijn gerangschikt op de wijze als bedoeld in het derde lid dan vindt rangschikking van die aanvragen plaats door middel van loting.
Artikel 17 Bevoorschotting
Bevoorschotting van subsidie vindt plaats na het overleggen van de benodigde vergunningen door aanvrager. Het voorschot bedraagt 80% van de verleende subsidie, het resterende bedrag wordt overgemaakt als uit het verzoek tot vaststelling, zoals beschreven in artikel 19, blijkt dat de subsidiabele activiteiten en bijbehorende kosten zijn gerealiseerd zoals gepland.
Artikel 18 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
- a.
de uitvoering van het project dient uiterlijk één jaar na het verlenen van de subsidie te zijn gestart;
- b.
de projecten moeten uiterlijk afgerond zijn op 1 juli 2029. De aanvragende partij moet binnen uiterlijk 13 weken na afronding van het project een vaststellingsverzoek hebben ingediend.
- c.
subsidieontvanger verspreidt kennis over het project door de resultaten en leerpunten van het project publiek beschikbaar te maken en actief te delen;
- d.
de resultaten in stand te houden voor een periode van vijf jaar na het besluit tot subsidievaststelling;
- e.
de subsidieontvanger overlegt jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt;
- f.
de subsidieontvanger houdt een projectadministratie bij van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder b, van de Awb en overlegt deze desgevraagd aan Gedeputeerde Staten;
- g.
het delen van de opgedane kennis met de provincie Groningen.
Artikel 19 Subsidievaststelling
-
1. Na afronding van het project dient de aanvrager een verzoek tot subsidievaststelling in conform hoofdstuk 3 van de Procedureregeling en binnen de in artikel 3.7 van de Procedureregeling gestelde termijn.
-
2. Binnen 13 weken na afronding van het project dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in via www.snn.nl. Het vaststellingsverzoek omvat in ieder geval het digitale vaststellingsformulier en alle op de website benoemde bijlagen.
-
3. Het subsidiebedrag wordt vastgesteld op basis van de subsidiabele kosten die door de subsidieontvanger zijn gemaakt en betaald, voor het indienen van het vaststellingsverzoek, ten behoeve van het project.
-
4. Gedeputeerde Staten nemen binnen een termijn van 13 weken een beslissing op de aanvraag tot vaststelling.
-
5. Indien de subsidie lager wordt vastgesteld dan het totaal aan verstrekte voorschotten, kunnen Gedeputeerde Staten de onverschuldigd betaalde voorschotten terugvorderen.
-
6. De subsidieontvanger dient ten minste 5 jaar nadat de vaststelling van de subsidie onherroepelijk is geworden, haar administratie ten aanzien van de kosten van de uitvoering van het project te bewaren en toegankelijk te houden.
Artikel 20 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 april 2025.
Artikel 21 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Warmtetransitie projecten provincie Groningen 2025.
Ondertekening
Groningen, 4 maart 2025
Gedeputeerde Staten van Groningen:
René Paas
Johan Koopmans
Bijlage I
Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van een zes criteria (100 punten in totaal):
Criteria |
aantal punten |
Omschrijving |
Ketenpartners (maximaal 20 punten) |
0 |
Stakeholders zijn nog niet betrokken |
5 |
Stakeholders worden benoemd en hun rol wordt geduid in het projectplan. Eerste kennismakingsgesprekken zijn gevoerd. Belanghebbende partijen zijn op de hoogte van de plannen |
|
10 |
Er zijn meerdere gesprekken gevoerd met de belanghebbende partijen, de gemeente is betrokken en ondersteunt het project. De verantwoordelijkheid en het commitment van betrokken partijen kan schriftelijk worden aangetoond. |
|
20 |
Alle relevante stakeholders zijn betrokken in het proces en er zijn concrete (samenwerkings)afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn geformaliseerd in een intentie-of samenwerkingsovereenkomst. |
|
Verduurzaming en versnelling Warmtetransitie (maximaal 20 punten) |
5 |
Voldoet aan de minimum vereisten van de regeling |
10 |
CO-2 uitstoot na afloop van de werkzaamheden lager dan 20 kg CO2 per geleverde GJ (gigajoule) |
|
20 |
CO-2 uitstoot na afloop van de werkzaamheden lager dan 15 kg CO2 per geleverde GJ (gigajoule) |
|
Bewoners (maximaal 20 punten) |
0 |
Er is nog geen Plan van Aanpak en/of lokale analyse van het gebied waar het project betrekking op heeft opgesteld voor het betrekken van inwoners. Bewoners zijn nog niet meegenomen/geïnformeerd over de plannen. |
5 |
Er is een eerste aanzet gedaan voor een Plan van Aanpak voor de participatie op basis van een lokale analyse. Er is nog niet gekeken naar specifieke eigenschappen en behoeften van verschillende doelgroepen, of de koppeling van de analyse met de aanpak is nog niet duidelijk. |
|
10 |
Er is een lokale analyse gedaan, de doelgroepen en bijbehorende behoeften zijn benoemd de koppeling met de aanpak is aanwezig. Ook is er een koppeling met gemeentelijk participatiebeleid. |
|
20 |
Er is een participatie strategie opgesteld waarbij wordt gekeken naar de behoefte bij inwoners en aansluiting wordt gezocht bij de sociale structuur van de wijk. Er zijn al bijeenkomsten georganiseerd voor de betreffende bewoners waarbij inwoners zijn geïnformeerd over en/of betrokken bij het project. |
|
Betaalbaarheid (maximaal 20 punten) |
0 |
Er worden in het kader van het project geen afspraken gemaakt ten aanzien van de betaalbaarheid van de energievoorziening |
10 |
Er wordt gezorgd voor een lage "instapprijs" er worden geen afspraken gemaakt voor de (middel)lange termijn |
|
20 |
Er wordt gezorgd voor een lage "instapprijs" en daarnaast worden er afspraken gemaakt en voorzieningen getroffen voor de (middel)lange termijn |
|
Innovatie (maximaal 10 punten) |
0 |
Bestaande techniek |
5 |
Bestaande techniek, maar vernieuwend wat betreft omvang, schaal of toepassing |
|
10 |
Nieuwe techniek of innovatieve combinatie van bestaande technieken/ toepassingen |
|
Leereffect en kennisverspreiding (maximaal 10 punten) |
0 |
Aanvragers geven toestemming voor kennisdeling, maar er wordt geen voorstel gedaan voor (actieve) kennisverspreiding |
5 |
Er wordt een voorstel gedaan voor actieve kennisverspreiding. Dit voorstel is vrijblijvend. |
|
10 |
Er worden concrete afspraken gemaakt over kennisverspreiding. |
|
Totaal aantal punten (maximaal 100) Bij het vervallen van bewonersparticipatie criteria (maximaal 80): |
Minimaal te behalen punten: 60 Bij het vervallen van bewonersparticipatie criteria: 45 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl