Subsidieregeling aanplantregeling buitengebied gemeente Beek 2025

Geldend van 01-04-2025 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling aanplantregeling buitengebied gemeente Beek 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beek;

overwegende dat het gemeentebestuur wil vergroenen en de biodiversiteit wil bevorderen door het verstrekken van subsidies die daaraan bijdragen;

gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Beek 2022;

besluit vast te stellen de subsidieregeling aanplantregeling buitengebied gemeente Beek 2025.

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanplantregeling: een regeling waarmee perceeleigenaren met hulp en financiële ondersteuning bomen, struiken en bosplantsoen kunt aanplanten.

  • b.

    Kleine landschapselementen: Kleine landschappelijke elementen zijn streekeigen bomen (inclusief eventueel benodigde boombescherming en boompalen, hierna te noemen dode materialen), een meidoorn/Limburgse hagen en bosplantsoenen (ten behoeve van bos, of graft).

  • c.

    Buitengebied: een begrip uit de ruimtelijke ordening dat betrekking heeft op grond buiten de bebouwde kommen van steden en dorpen. Het buitengebied betreft het gebied zoals dat is vastgesteld in het bestemmingsplan Buitengebied Beek 2011 op 7 juli 2011.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsi-dies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten en vereisten

Subsidie kan worden aangevraagd voor de aanleg van kleine landschappelijke elementen op geschikt bevonden plekken rond de woonkern gekoppeld aan bebouwing (niet zijnde tuin) en in het buitengebied.

Om voor subsidie in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de volgende vereisten:

  • 1.

    Het plantmateriaal is streekeigen, waar mogelijk en bij voorkeur autochtoon, kli-maatbestendig en passend bij het bodemtype. Indien autochtone beplanting niet be-schikbaar is, kan naar inheemse beplanting worden uitgeweken als alternatief.

  • 2.

    De aanvrager houdt het kleine landschappelijke element minimaal 20 jaar in stand en beheert dit.

  • 3.

    De verplichting onder lid 2 wordt middels een kettingbeding doorgegeven naar even-tuele rechtsvolgers.

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaren van percelen die zich bevinden of direct grenzen aan het buitengebied van de gemeente Beek waarop kleine landschappelijke ele-menten kunnen worden aangelegd.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op materiaalkosten van plantmateriaal van het kleine landschappelijke element en boombescherming, boompalen en andere benodigdheden die nodig zijn voor het kleine landschappelijke element.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie en wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van inschrijving, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Per aanvrager wordt er een maximum gehanteerd van € 2500,- excl. BTW

  • 3. De aanvrager ontvangt een subsidiebijdrage van 75% van de totale materiaalkosten in natura. De aanvrager kan hierdoor het toegekende plantmateriaal en de overige benodigdheden afhalen bij een door de gemeente Beek geselecteerde, leverancier van de producten.

  • 4. De resterende 25% van de materiaalkosten komen voor rekening van de aanvrager en dienen bij het afhalen voldaan te worden bij de kweker.

  • 5. Indien het subsidieplafond na sluiting van de aanvraagtermijn nog niet bereikt is worden aanvragers benaderd die het maximum bedrag van € 2.500,- bereikt hebben maar in hun eerdere aanvraag een groter verzoek voor realisatie hebben ingediend. Hierbij worden de contacten met de aanvragers gelegd op basis van ontvangst oorspronkelijke aanvraag totdat het subsidieplafond bereikt is.

Artikel 7. Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 50.000 voor de periode van 1 april 2025 tot 1 maart 2026 (inclusief kosten inzet CNME).

Artikel 8. Aanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag wordt schriftelijk ingediend met gebruikmaking van het hier-voor bestemde aanvraagformulier.

  • 2. De subsidieaanvraag wordt beoordeeld door het Centrum voor Natuur- en Milieu-educatie (Het CNME). Het CNME beoordeeld of:

    • a.

      De aanvraag binnen de doelgroep bedoeld in artikel 4 valt; en

    • b.

      Het een subsidiabele activiteit als bedoeld in artikel 3 is;

  • 3. De gemeente toetst de voorgenomen locatie van aanleg kleine landschappelijke elementen op provinciale regelgeving en omgevingsplan.

  • 4. CNME adviseert de aanvrager en maakt afspraken ter plaatse en stemt de beno-digde beplanting en dode materialen met de aanvrager af.

  • 5. De aanvrager ontvangt een overeenkomst van de gemeente en stuurt bij akkoord een ondertekend exemplaar retour, hierna is de overeenkomst bindend.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Er wordt geen subsidie verleend voor kleine landschappelijke elementen als:

  • 1.

    Deze ten gevolge van een compensatie- of herplantplicht moeten worden aangelegd en/of;

  • 2.

    Deze ter invulling van siertuin worden aangelegd en/of;

  • 3.

    Niet wordt voldaan aan de voorwaarden zoals benoemd in artikel 3, artikel 4 en arti-kel 5 van deze subsidieregeling.

Artikel 9 Openstelling regeling

  • 1. De aanvraagperiode start met ingang van inwerkingtreding van deze regeling, maar niet eerder dan 1 april 2025 en eindigt per 1 oktober 2025.

  • 2. De afhaalperiode wordt per project bepaald en valt tussen 1 november 2025 en 1 maart 2026.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling aanplantregeling bui-tengebied gemeente Beek 2025.

Ondertekening

Beek, 19 maart 2025

Burgemeesters en wethouders van Beek,

Paul de Jonge,

Gemeentesecretaris

Christine van Basten-Boddin

Burgemeester