Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR737230
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR737230/1
Regeling vervalt per 01-12-2028
Beleidsregels tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek Westerkwartier
Geldend van 28-03-2025 t/m 30-11-2028 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025
Intitulé
Beleidsregels tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek WesterkwartierBurgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier
Gelet op artikel 78gg Participatiewet
overwegende, dat het college van burgemeester en wethouders (hierna het college):
- •
het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een huishouden een vaste tegemoetkoming kan worden verstrekt of geweigerd en
- •
daartoe beleidsregels wenst vast te stellen;
besluit:
Artikel 1. Begripsbepalingen
-
1.1 In deze beleidsregels wordt verstaan onder
- •
Alleenverdiener: het huishouden dat:
- a.
een inkomen heeft uit een uitkering, niet zijnde een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, eventueel aangevuld met een uitkering op grond van de Participatiewet en;
- b.
vergeleken met een vergelijkbaar huishouden, waarvoor het inkomen uit enkel een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet bestaat, een lager bedrag aan tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt, als gevolg van de verschillende afbouwpaden van de dubbele algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 37, tweede lid, Participatiewet en in artikel 8.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en;
- c.
een netto-inkomen en tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt dat in totaal lager ligt dan bij een vergelijkbaar huishouden waarvoor het inkomen uit een uitkering enkel bestaat uit een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, vanwege hetgeen genoemd is onder sub b.
- a.
- •
Huishouden: twee personen die fiscaal partner en toeslagpartner van elkaar zijn voor het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft.
- •
Vaste tegemoetkoming: het bedrag dat over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 per jaar wordt vastgesteld bij ministeriële regeling in het kader van artikel 78gg, Participatiewet.
- •
TOEGANG
Artikel 2 Ambtshalve toekenning
-
2.1 Het college kent aan ieder huishouden waarvan voor het betreffende kalenderjaar het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet, ambtshalve de vaste tegemoetkoming voor dat kalenderjaar toe.
-
2.2 Het college kent de vaste tegemoetkoming over 2025 ambtshalve toe aan het huishouden, indien:
- a.
het huishouden voor 2025 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;
- b.
voor 2025 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;
- c.
op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming;
- d.
er zich tussentijds geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het huishouden of de achterliggende wetten; en
- e.
de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente op 15 januari 2025.
- a.
-
2.3 Het college kent de vaste tegemoetkoming over de jaren 2026 en/of 2027 ambtshalve toe aan het huishouden, indien:
- a.
het huishouden voor 2026 en/of 2027 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;
- b.
voor 2026 en 2027 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;
- c.
op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming;
- d.
er zich tussentijds geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het huishouden of de achterliggende wetten; en
- e.
de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente op 15 januari van het betreffende jaar.
- a.
Artikel 3 Aanvraag op uitnodiging
-
3.1 Het college nodigt beide partners van een huishouden uit om over 2025 een aanvraag voor de vaste tegemoetkoming in te dienen indien:
- a.
het huishouden voor het kalenderjaar 2025 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;
- b.
voor het kalenderjaar 2025 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;
- c.
op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming en
- d.
de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente op 15 januari van het betreffende jaar.
- a.
-
3.2 Het college nodigt beide partners van het huishouden uit om over 2026 en/of 2027 een aanvraag voor de vaste tegemoetkoming in te dienen, indien:
- a.
het huishouden voor 2026 en/of 2027 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;
- b.
voor 2026 en 2027 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;
- c.
op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming en
- d.
de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente op 15 januari van het betreffende jaar.
- a.
Artikel 4 Aanvraag zelfmelder
-
4.1 Beide partners van het huishouden kunnen gezamenlijk een aanvraag om een vaste tegemoetkoming indienen bij het college.
-
4.2 De aanvraag om een vaste tegemoetkoming dient te worden ingediend bij het college voorzien van ondertekening en bevat ten minste:
- a.
de naam en het adres van de aanvragers;
- b.
de dagtekening;
- c.
een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.
- a.
-
4.3 Het college beoordeelt of de aanvragers, als bedoeld in artikel 1.1 alleenverdieners zijn.
-
4.4 Het college beoordeelt of de meestverdienende partner in het huishouden op de datum van aanvraag inwoner van de gemeente is en het huishouden voor het betreffende jaar nog geen vaste tegemoetkoming heeft ontvangen.
-
4.5 Bij de vaststelling van het inkomen om te bepalen of het huishouden tot de doelgroep van alleenverdieners behoort, telt alleen het netto-inkomen van beide fiscale - en toeslagpartners zoals gehanteerd door de Belastingdienst mee.
-
4.6 Als er sprake is van een vast maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente maand van het jaar voorafgaand aan de datum van aanvraag. Het college rekent dit maandinkomen om naar een verwacht jaarinkomen.
-
4.7 Als er sprake is van een variabel maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente drie achtereenvolgende maanden voorafgaand aan de datum van aanvraag. Het college rekent deze maandinkomens om naar een verwacht jaarinkomen.
-
4.8 Als de definitieve aanslag inkomstenbelasting of definitieve beschikking voor toeslagen over het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd al bekend is, dan gebruikt het college het belastbaar jaarinkomen waar deze aanslag of beschikking op is gebaseerd.
-
4.9 Bij de vaststelling van het vermogen hanteert het college het vermogensbegrip en de vermogensgrens van de zorgtoeslag zoals die geldt voor het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd. Het peilmoment van het vermogen is 1 januari van het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd.
-
4.10 De vaste tegemoetkoming over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 dient uiterlijk 1 december van het jaar volgend op het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft te worden aangevraagd.
TOEKENNING EN VERSTREKKING
Artikel 5 Toekenning
-
5.1 Het college kent de vaste tegemoetkoming eenmaal voor het betreffende kalenderjaar toe en voor het gehele bedrag.
Artikel 6 Verstrekking
-
6.1 Het college verstrekt de vaste tegemoetkoming jaarlijks in één keer.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 7 Ingangsdatum en uittredingsdatum
-
7.1 Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2025.
-
7.2 Deze beleidsregels treden uit werking met ingang van 1 december 2028.
Artikel 8 Citeertitel
-
8.1 Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek Westerkwartier.
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering
van burgemeester en wethouders
van de gemeente Westerkwartier,
d.d. 18 maart 2025,
A. van der Tuuk, burgemeester
R. Kleijnen, secretaris
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl