Beleidsregels tegemoetkoming alleenverdieners ISD Bollenstreek 2025

Artikel 1 Begripsbepalingen

• 1. Aanvrager: de aanvrager van een tegemoetkoming, bedoeld in artikel 78gg Pw;

  Awir: de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;

  BSN: Burgerservicenummer;

  Huishouden: twee samenwonende personen die het gehele kalenderjaar waarover wordt aangevraagd fiscaal partner zijn en waarvan één der partners een meestverdienende partner is;

  Inkomen: het inkomen van beide fiscale partners, zoals bedoeld in artikel 32 lid 1 Pw uit of gerelateerd aan arbeid, eventueel aangevuld met een uitkering Pw;

  Peildatum: datum waarop de tegemoetkoming is aangevraagd;

  Referteperiode: de periode waarover het inkomen in aanmerking wordt genomen, zijnde de volledige kalendermaand, voorafgaande aan de peildatum;

  Tegemoetkoming: de tegemoetkoming, benoemd in artikel 78gg Pw en vastgesteld in artikel 15ba Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ;

  Toeslagen: het recht op toeslagen van de Belastingdienst;

  Vermogen: het vermogen, zoals bedoeld in artikel 31 Pw

  Wet: Participatiewet

• 2. De overige begrippen hebben dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht en de Participatiewet.

Artikel 2 Doelgroep ambtshalve

Vanaf 1 januari 2025 wordt de tegemoetkoming ambtshalve toegekend aan:

• 1. Huishoudens waarvan het BSN van één der partners staat op de lijst die door de Belastingdienst via het Inlichtingenbureau zijn geselecteerd en gedeeld met de ISD op grond van artikel 78gg Pw, en;

• 2. Op de peildatum woonachtig zijn in één van de gemeenten Hillegom, Lisse, Teylingen of Noordwijk, en;

• 3. Op de peildatum nog niet eerder in het betreffende kalenderjaar een tegemoetkoming hebben ontvangen.

• 4. Huishoudens die in 2026 of 2027 nog geen tegemoetkoming hebben ontvangen, wel een tegemoetkoming hebben ontvangen in 2025 of 2026 en waarvan bekend is dat de gegevens niet gewijzigd zijn sinds de laatste toekenning.

Artikel 3 Doelgroep aanvraag

• 1. Een huishouden dat bestaat uit twee (fiscale) partners kan op aanvraag in aanmerking komen voor de tegemoetkoming indien het huishouden voldoet aan de volgende voorwaarden:

• 2. Huishoudens die in de referteperiode voldoen aan de omschrijving uit artikel 78gg Pw:

  • a.

    het huishouden heeft een inkomen uit een uitkering, niet zijnde een uitkering op grond van deze wet, eventueel aangevuld met een uitkering op grond van artikel 19 Pw; en

  • b.

    vergeleken met een vergelijkbaar huishouden, waarvoor het inkomen uit enkel een uitkering bestaat op grond van artikel 19 Pw, ontvangt het huishouden een lager bedrag aan tegemoetkomingen met toepassing van de Awir, als gevolg van de verschillende afbouwpaden van de dubbele algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 37, tweede lid, en in artikel 8.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001; en

  • c.

    de som van het netto-inkomen en de ontvangen tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ligt lager dan bij een vergelijkbaar huishouden waarvoor het inkomen uit een uitkering enkel bestaat uit een uitkering op grond van artikel 19, vanwege hetgeen genoemd is onder b.

  en;

• 3. Het huishouden heeft op 1 januari van het jaar waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd, een vermogen dat lager is dan de in dat kalenderjaar geldende vermogensgrens voor zorgtoeslag1 ; en

• 4. Het huishouden is op de peildatum woonachtig in de gemeente Hillegom, Lisse, Noordwijk of Teylingen; en

• 5. Het huishouden heeft op de peildatum nog geen tegemoetkoming over het jaar waarover wordt aangevraagd toegekend gekregen.

• 6. Het dagelijks bestuur nodigt een huishouden uit om over 2025 een aanvraag in te dienen indien:

  • a.

    Een persoon van het huishouden niet voorkomt op de lijst van de Belastingdienst die is gedeeld met het dagelijks bestuur op grond van artikel 78gg Pw; en

  • b.

    het huishouden voor het kalenderjaar 2025 nog geen tegemoetkoming toegekend heeft gekregen; en

  • c.

    het dagelijks bestuur vermoedt, op basis van de bij het dagelijks bestuur bekende gegevens, dat het huishouden in aanmerking kan komen voor de tegemoetkoming.

• 7. Lid 6 is van gelijke toepassing in de jaren 2026 en 2027, over het dan betreffende kalenderjaar.

Artikel 4 Aanvraag

• 1. De aanvraag voor een tegemoetkoming kan worden ingediend vanaf 1 februari 2025.

• 2. De aanvraag voor een tegemoetkoming vindt plaats via een door het dagelijks bestuur daartoe aangewezen aanvraagformulier en wordt ingediend bij het dagelijks bestuur.

• 3. Het papieren aanvraagformulier is beschikbaar via de ISD website of kan bij de ISD opgevraagd worden.

• 4. Bewijsstukken die in elk geval moeten worden overgelegd bij de aanvraag zijn:

  • a.

    salarisstrook of uitkeringsspecificatie van alle inkomstenbronnen van de volledige kalendermaand voorafgaande aan de peildatum;

  • b.

    afschriften van alle bank- of spaarrekeningen van de volledige kalendermaand voorafgaande aan de peildatum, met daarop het saldo op de peildatum;

  • c.

    (voorlopige) aanslagen van de Belastingdienst in het kader van toeslagen van het jaar waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd;

  • d.

    opgave van de bankrekening waarop de tegemoetkoming moet worden uitbetaald;

  • e.

    indien deze bekend is; de definitieve aanslag inkomstenbelasting van het jaar waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd.

• 5. Als de definitieve aanslag inkomstenbelasting of definitieve beschikking voor toeslagen over het kalenderjaar waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd al bekend is, wordt het recht vastgesteld aan de hand van het belastbaar jaarinkomen waar deze aanslag of beschikking op is gebaseerd.

• 6. De aanvraag van een tegemoetkoming over een kalenderjaar moet voor 1 februari van het daaropvolgende kalenderjaar worden aangevraagd.

Artikel 5 Peildatum en referteperiode

• 1. De peildatum voor de doelgroep, genoemd in artikel 2 lid 1, is het jaar t-2 waarbij t staat voor het jaar van tegemoetkoming.

• 2. De peildatum voor de doelgroep, genoemd in artikel 2 lid 4, is het jaar t-1 waarbij t staat voor het jaar van tegemoetkoming.

• 3. De peildatum voor de doelgroep, genoemd in artikel 3, is de aanvraagdatum.

• 7. De referteperiode is de volledige kalendermaand voorafgaande aan de maand van aanvraag.

• 8. Het maandinkomen in de referteperiode wordt door het dagelijks bestuur omgerekend naar een geschat jaarinkomen.

• 9. Eenmaal toegekende tegemoetkoming wordt niet, vanwege een verandering in inkomen later in het jaar, teruggevorderd.

Artikel 6 Tegemoetkoming en uitbetaling

• 1. Het recht op de tegemoetkoming wordt per kalenderjaar vastgesteld, met maximaal één toekenning per kalenderjaar.

• 2. De tegemoetkoming is het bedrag, genoemd in artikel 15ba Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ2 .

• 3. Het bedrag wordt in één termijn uitbetaald.

• 4. Aan het huishouden, behorende tot de doelgroep genoemd in artikel 2, wordt de tegemoetkoming na opgave van het bankrekeningnummer binnen 2 weken uitbetaald.

• 5. Na toekenning van een aanvraag van de doelgroep, genoemd in artikel 3, wordt de tegemoetkoming zo snel mogelijk, doch binnen 2 weken uitbetaald.

Artikel 8 Slotbepalingen

• 1. Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels tegemoetkoming alleenverdieners ISD Bollenstreek 2025’

• 2. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na publicatie en werken terug tot en met 1 januari 2025.

• 3. Deze beleidsregels gelden zolang niet is voorzien in een landelijke oplossing voor de problematiek, aansluitend bij de geldigheid van artikel 78gg Participatiewet.

Besluit

Het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek heeft op 5 maart 2025 de Beleidsregels tegemoetkoming alleenverdieners ISD Bollenstreek 2025 vastgesteld.