Regeling vervalt per 01-01-2028

Uitvoeringsregeling subsidie baggerprojecten in de Oostelijke Vechtplassen Noord-Holland 2025

Geldend van 27-03-2025 t/m 31-12-2027

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie baggerprojecten in de Oostelijke Vechtplassen Noord-Holland 2025

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Overwegende dat het wenselijk is om uitvoering van baggerwerkzaamheden in de Oostelijke Vechtplassen te bevorderen;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie baggerprojecten in de Oostelijke Vechtplassen Noord-Holland 2025

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Baggerproject: publiek of privaat initiatief voor het baggeren door middel van het ontgraven van slib uit bodem of oever van de oostelijke Vechtplassen en het afvoeren van het slib naar een functionele toepassing of erkende verwerker;

  • b.

    Jachthaven: locatie in de Oostelijke Vechtplassen met ligplaatsen voor vaartuigen, waaronder in ieder geval zijn begrepen commerciële jachthavens, watersportverenigingen, Hotels en vakantieparken;

  • c.

    Oever: overgang tussen land en water waar hinder wordt ondervonden van slib;

  • d.

    Bagger: materiaal dat is vrijgekomen uit de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam en dat bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van 2 millimeter en organische stof in een verhouding en met een structuur zoals deze in de bodem van nature worden aangetroffen, alsmede van nature in de bodem voorkomende schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter;

  • e.

    Verontreinigde bagger: bagger welke niet voldoet aan de kwaliteit ‘algemeen toepasbaar’ zoals bedoeld in het Besluit Activiteit Leefomgeving (BAL);

  • f.

    Oostelijke Vechtplassen (OVP): De eerste tot en met de vijfde plas in het Oostelijk Vechtplassengebied met daarbij de Kievitsbuurten, Stille plas en de westkant van de Vuntus, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 1;

  • g.

    Slib: waterbodem in OVP, de bovenste laag waterbodem die de neiging heeft te verplaatsen als gevolg van stroming en opgehoopt slib op luwe plaatsen;

  • h.

    Deminimis-verklaring: door de aanvrager in te vullen modelverklaring met het oog op verstrekking van deminimis-steun.

  • i.

    Erkende verwerker: rijksbaggerspeciedepot, Baggerdepots (rijkswaterstaat.nl) of door RWS erkende verwerker voor de BRL 9335-1.

  • j.

    Functionele toepassing: toepassing zoals beschreven in artikel 4.1269 van het BAL.

  • k.

    Waterbodemonderzoek: onderzoek uitgevoerd conform de NEN 5720 en NEN 5717.

  • l.

    Begeleidingsbrief: brief met informatie over de ontdoener, transporteur en de ontvanger met daarbij ook informatie over de afvalstof zelf en de voorgenomen verwerkingsmethode hiervan. De transporteur geeft de begeleidingsbrief af aan de ontvanger (geadresseerde) bij het in ontvangst nemen van de afvalstoffen door de ontvanger.

Artikel 2

Subsidie wordt verstrekt voor de uitvoering van een baggerproject in wateren behorende bij de OVP.

Artikel 3

Subsidie kan worden verstrekt aan eigenaren en erfpachters van een jachthaven in de OVP.

Artikel 4

Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

  • a.

    een inhoudelijke beschrijving van de activiteit waaronder tenminste begrepen, de locatie waar gebaggerd zal worden, het onderbouwende waterbodemonderzoek, de baggerhoeveelheid in tonnen en de bestemming van het vrijkomende slib;

  • b.

    een offerte voor de uit te voeren baggerwerkzaamheden;

  • c.

    een begroting en een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

  • d.

    een natuurtoets. Toetsing van het effect van de werkzaamheden op de natuurwaarden;

  • e.

    Planning;

  • f.

    een deminimis-verklaring.

Artikel 5

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    reeds eerder subsidie is verleend voor dezelfde activiteiten op dezelfde locatie;

  • b.

    de subsidieverlening minder bedraagt dan € 10.000,-;

  • c.

    de activiteit financieel niet haalbaar is;

  • d.

    de uitvoering van de activiteit is gestart voor 1 oktober 2024;

  • e.

    de bagger niet verontreinigd is.

Artikel 6

Subsidie wordt, voor zover noodzakelijk voor de realisering van de in artikel 2 genoemde activiteiten, verstrekt voor de kosten van:

  • a.

    de uitvoering van het baggerproject, met inbegrip van transport, verwerking en acceptatie van verontreinigde bagger;

  • b.

    het onderbouwende waterbodemonderzoek, bedoeld in artikel 4, onderdeel a;

  • c.

    de natuurtoets, bedoeld in artikel 4 onderdeel d.

Artikel 7

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt € 1.750.000,=.

  • 2. Aanvragen kunnen worden ingediend van 8 april 2025 tot 31 december 2027.

Artikel 8

  • 1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag is ontvangen binnen de periode, bedoeld in artikel 7 lid 2.

  • 2. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt geweigerd.

  • 3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 9

  • 1. De subsidie bedraagt ten hoogste € 100.000,- per aanvraag.

  • 2. De subsidie voor de kosten bedoeld in artikel 6, onder a, bedraagt, onverlet het bepaalde in het eerste lid, 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 32,- per ton af te voeren bagger.

  • 3. De subsidie voor de kosten bedoeld in artikel 6 onder b en c bedraagt, onverlet het bepaalde in het eerste lid, 100% van de subsidiabele kosten.

  • 4. Indien toepassing van de leden 1, 2 en 3 van dit artikel zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Europese Commissie van 18 december 2013 (“de minimis-verordening”) verkregen kan worden.

Artikel 10

  • 1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4. Indien toepassing van het vorige lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 11

Aan de subsidieontvanger wordt in ieder geval de verplichting opgelegd om de bagger af te voeren naar een functionele toepassing of erkende verwerker waarbij middels begeleidingsbrieven de hoeveelheden en bestemming zoals bedoeld in artikel 1 onder i of f worden onderbouwd. Deze dient bij de aanvraag voor vaststelling te worden gevoegd.

Artikel 12

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2. Gedeputeerde staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het tweede lid een formulier vast.

  • 3. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 13

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2028.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie baggerprojecten in de Oostelijke Vechtplassen Noord-Holland 2025.

Ondertekening

Haarlem, 11 maart 2025

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

A.Th.H. van Dijk, voorzitter

M.J.H. van Kuijk, provinciesecretaris

Bijlage 1: Kaart OVP

afbeelding binnen de regeling