Verordening voor de behandeling van bezwaarschriften De Bilt 2025

Geldend van 26-03-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening voor de behandeling van bezwaarschriften De Bilt 2025

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente De Bilt;

ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van het college van 7 januari 2025;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten vast te stellen de volgende verordening:

Verordening voor de behandeling van bezwaarschriften De Bilt 2025

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bestuursorgaan: gemeentelijk orgaan dat het bestreden besluit heeft genomen: de raad, -college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, bestuurscommissies en de leerplichtambtenaar;

  • c.

    bezwaarmaker: indiener van een bezwaarschrift;

  • d.

    commissie: adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb;

  • e.

    voorzitter: voorzitter van de commissie.

Artikel 2. Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Het bestuursorgaan registreert het ingediende bezwaarschrift met de datum van ontvangst.

  • 2. Het bestuursorgaan stuurt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie werkdagen na ontvangst van het bezwaarschrift, een ontvangstbevestiging aan de bezwaarmaker en eventuele andere belanghebbenden. Hierbij geeft het bestuursorgaan een uitleg over het vervolg van de procedure en de duur van de behandeling van het bezwaarschrift.

Paragraaf 2. Informele behandeling

Artikel 3. Vooronderzoek en informele behandeling

  • 1. Het bestuursorgaan onderzoekt of het bezwaarschrift informeel kan worden afgehandeld alvorens deze ter behandeling naar de commissie te sturen.

  • 2. De informele aanpak start door binnen een week na ontvangst van het bezwaarschrift hierover contact op te nemen met de bezwaarmaker en de voorbereider van het primaire besluit.

  • 3. Als het bezwaar in der minne wordt geschikt, legt het bestuursorgaan de gemaakte afspraken schriftelijk vast en neemt het zo nodig een nieuw besluit.

  • 4. lndien één van de betrokkenen niet akkoord gaat met de informele aanpak of de resultaten daarvan, wordt het bezwaarschrift, met de daarbij behorende stukken, zo spoedig mogelijk ter advisering in handen van de commissie gesteld.

Paragraaf 3. Commissie

Artikel 4. Horen en adviseren door de commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften.

  • 2. De commissie is belast met het horen en adviseren over de volledige heroverweging van bestreden besluiten.

  • 3. De commissie is niet belast met de behandeling van bezwaarschriften ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen;

    • b.

      een wettelijk voorschrift inzake de Wet Waardering Onroerende Zaken.

Artikel 5. Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder het bestuursorgaan.

  • 3. De voorzitter, leden en plaatsvervangende leden worden door het college van burgemeester en wethouders benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 6. Secretaris

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders wijst een medewerker van de gemeente of een door de gemeente ingehuurde medewerker aan als secretaris.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders wijst ook een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 7. Zittingsduur

  • 1. De voorzitter, leden en plaatsvervangende leden worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te worden. De maximale benoemingstermijn bedraagt daarmee acht jaar.

  • 2. De voorzitter en de leden kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 3. De aftredende of ontslagnemende voorzitter of leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 8. Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend, namens de voorzitter, door de secretaris van de commissie:

  • a.

    verzoeken om een schriftelijke machtiging aan een gemachtigde (artikel 2:1 derde lid);

  • b.

    stellen van een termijn aan de bezwaarmaker (artikel 6:6);

  • c.

    verzenden van stukken tijdens de behandeling door de commissie (artikel 6:17);

  • d.

    ter inzage leggen van het bezwaarschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken, dan wel toezenden daarvan aan een belanghebbende (artikel 7:4, tweede lid);

  • e.

    al dan niet op verzoek van een belanghebbende afzien van het op de hoogte stellen van een andere belanghebbende van het verhandelde tijdens een hoorzitting, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden (artikel 7:6, vierde lid).

Artikel 9. Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

  • 4. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Als daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 10. Uitnodiging hoorzitting

  • 1. De secretaris verstuurt namens de voorzitter een uitnodiging aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan. Dit gebeurt ten minste drie weken voor de zitting.

  • 2. Binnen drie werkdagen na verzending van de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 11. Onpartijdigheid leden

De voorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift als daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden aanwezig is.

Artikel 13. Openbaarheid hoorzitting

  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten als de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Als de commissie naar aanleiding van het tweede lid beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats achter gesloten deuren.

Artikel 14 Verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb is digitaal en bestaat uit een geluidsopname van de hoorzitting.

  • 2. De geluidsopname wordt niet schriftelijk uitgewerkt.

  • 3. Op verzoek van een belanghebbende of het verwerend orgaan stelt de commissie de geluidsopname digitaal ter beschikking. Indien er sprake is van omstandigheden die daartoe aanleiding geven, kan de commissie toezending weigeren. In dat geval wordt een schriftelijk verslag verstrekt.

  • 4. In afwijking van het tweede lid wordt de geluidsopname alsnog schriftelijk uitgewerkt wanneer een gerechtelijke instantie daar om verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.

Artikel 15. Nader onderzoek

  • 1. De commissie is bevoegd nader onderzoek te doen als zij dit na afloop van de hoorzitting wenselijk acht.

  • 2. De uit nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan toegezonden.

  • 3. De bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan kunnen een week na verzending van de nadere informatie schriftelijk reageren en indien gewenst aan de voorzitter vragen om een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op dit verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16. Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van de stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies geen melding gemaakt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17. Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, wordt tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien de voorzitter op grond van artikel 7:3 van de Awb besluit af te zien van het horen kan het uitbrengen van het advies geschieden door de voorzitter.

  • 3. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 4. Van een besluit tot verdaging ontvangen de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 18. Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks in het tweede kwartaal aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 19. Intrekking oude regeling

De verordening adviescommissie bezwaarschriften De Bilt 2010 wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

Artikel 20. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking van deze verordening.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voor de behandeling van bezwaarschriften De Bilt 2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 maart 2025

de raad voornoemd,

de griffier,

drs. T.B.W.M. van der Torre

de voorzitter,

M.A. Fränzel, Msc

het college van burgemeester en wethouders,

de gemeentesecretaris,

drs. I.M. Schuurman

de burgemeester,

M.A. Fränzel, Msc

de burgemeester,

M.A. Fränzel, Msc