Subsidieregeling Zwaarbelaste Voorschoolse Educatie-locaties gemeente ’s-Hertogenbosch

Geldend van 01-04-2025 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Zwaarbelaste Voorschoolse Educatie-locaties gemeente ’s-Hertogenbosch

Het college van burgemeester en wethouders,

In zijn vergadering van 18 maart 2025,

Gezien het voorstel met reg.nr. 17609097

Besluit vast te stellen

De Subsidieregeling Zwaarbelaste Voorschoolse Educatie-locaties gemeente ‘s-Hertogenbosch

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1.1. Wat is het doel van deze subsidie?

Deze subsidieregeling is bedoeld om zwaarbelaste Voorschoolse Educatie-locaties duurzaam te ondersteunen, zodat peuters de begeleiding krijgen die zij nodig hebben om goed voorbereid aan het basisonderwijs te beginnen.

Artikel 1.2. Begrippenlijst

In deze subsidieregeling komen de volgende begrippen voor:  

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening ’s-Hertogenbosch  

  • b.

    Aanvrager: Een kinderopvangorganisatie uit/ in de gemeente ’s-Hertogenbosch; 

  • c.

    College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch; 

  • d.

    Houder: Degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert; 

  • e.

    Kindercentrum: Een voorziening gevestigd in de gemeente ’s-Hertogenbosch waar kinderopvang van een kind ingeschreven bij de gemeente ’s-Hertogenbosch plaatsvindt, als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang en dat is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang; 

  • f.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang;

  • g.

    Peuter: Een kind in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar; 

  • h.

    Peutermonitor: Een digitaal systeem waarin het aantal (VE-doelgroep)peuters en de urendeelname per kindercentrum worden bijgehouden; 

  • i.

    Toezichthouder: De toezichthouder zoals bedoeld in artikel 1.61 van de Wet kinderopvang; 

  • j.

    Voorschoolse Educatie (VE): Beredeneerd verrijkt opvangaanbod aan VE-doelgroeppeuters, gebaseerd op een VVE-programma, en met minimaal 960 uur aanbod in anderhalf jaar; 

  • k.

    VVE: Voor- en vroegschoolse educatie; 

  • l.

    VE-peuter: Peuter met een VVE-indicatie; 

  • m.

    VVE-indicatie: Een indicatie voor VVE afgegeven door de Jeugdgezondheidszorg Hart voor Brabant die recht geeft op deelname aan het VVE-peuteraanbod; 

  • n.

    Zwaarbelaste VE-locatie: Een in het LRK geregistreerde VE-locatie waar minimaal 50% van de gesubsidieerde peuters een VVE-indicatie heeft èn waar op jaarbasis gemiddeld 13 peuters of meer een (VE-)peuteraanbod krijgen. Dit wordt vastgesteld via de Peutermonitor.

 

Paragraaf 2. Subsidie voor zwaarbelaste VE-locaties

Artikel 2.1. Wie kan deze subsidie aanvragen?

Deze subsidie kan worden aangevraagd door een houder van een VE-geregistreerd kindercentrum in de gemeente ’s-Hertogenbosch die voorschoolse educatie biedt aan kinderen ingeschreven in de gemeente ’s-Hertogenbosch in de leeftijd 2,5 – 4 jaar. 

Artikel 2.2. Waarvoor kunt u deze subsidie aanvragen?

Deze subsidie wordt verleend voor het verkleinen van de groepsgrootte en /of het inzetten van een extra (pedagogisch) medewerker èn het versterken van ouderbetrokkenheid bij de ontwikkeling van de peuters gerelateerd aan het VE-aanbod.

Artikel 2.3. Hoeveel subsidie kunt u aanvragen?

U kunt voor een heel kalenderjaar een subsidiebedrag aanvragen voor € 5.000,- per zwaarbelaste VE-locatie en € 1.250,- per VE-doelgroeppeuter.

Artikel 2.4. Aan welke voorwaarden moet u voldoen?

Om voor subsidieverlening in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De subsidie kan alleen worden aangevraagd voor een VE-locatie waar minimaal 50% van de gesubsidieerde peuters op de locatie een VVE-indicatie heeft èn waar op jaarbasis gemiddeld 13 peuters of meer een (VE-)peuteraanbod krijgen.

  • 2.

    De aanvrager is een in het LRK VE-geregistreerd kindercentrum, gevestigd in  de gemeente ’s-Hertogenbosch en waar een peuter, ingeschreven bij de gemeente ’s-Hertogenbosch, gebruik van maakt en: 

  • 3.

    Die voldoet aan alle voorschriften voor de basiskwaliteit van kindercentra, gesteld bij of krachtens de Wet kinderopvang, het Besluit kwaliteit kinderopvang en de Regeling wet kinderopvang; 

  • 4.

    Die voldoet aan de voorschriften gesteld of krachtens het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie; 

  • 5.

    Waarbij er niet handhavend is opgetreden naar aanleiding van een constatering van een overtreding door de toezichthouder. Als er een voornemen tot handhavend optreden bestaat, zal eerst een besluit op dit voornemen worden afgewacht, voordat de aanvrager voor een subsidie in aanmerking komt;  

  • 6.

    Die voldoet, of bij geval van een nieuwe aanbieder aannemelijk kan maken te voldoen, aan de vereisten van de Bossche Kwaliteitsstandaard; 

  • 7.

    Die deelneemt aan de Peutermonitor, aan gemeentelijke kennisdeling en afstemming rondom VVE-beleid, aan kwaliteitsgesprekken en intervisie, aan monitoring en andere gemeentelijke activiteiten gericht op kwaliteitsverbetering van het VVE-peuteraanbod.  

Artikel 2.6. Weigeringsgronden

Uw aanvraag komt niet in aanmerking voor deze subsidie wanneer: 

  • 1.

    U niet voldoet aan de voorwaarden als genoemd in deze regeling of aan de ASV. 

  • 2.

    Uw aanvraag onvoldoende bijdraagt aan de doelstelling van deze regeling zoals beschreven in artikel 1.

Artikel 2.7. Aanvraag subsidie

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie moet vóór 15 november voorafgaande aan het subsidiejaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, worden ingediend bij het college.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 moet een aanvraag voor het subsidiejaar 2025 (periode augustus 2025 tot en met december 2025) uiterlijk vóór 15 mei 2025 ingediend zijn bij het college.

  • 3.

    Bij een aanvraag voor subsidie wordt gebruik gemaakt van een door het college hiervoor beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 4.

    De aanvraag dient te worden gedaan op basis (van een reële inschatting) van het aantal VE-peuters gebaseerd op het voorgaande kalenderjaar. Hiervoor dient de Peutermonitor gebruikt te worden.

 

Artikel 2.8. Hoe en wanneer wordt de subsidie uitbetaald?

  • 1.

    De subsidie wordt uitbetaald op basis van de in het aanvraagformulier aangegeven zwaarbelaste VE-locatie(s) en (de reële inschatting van) het aantal VE-peuters op de betreffende locatie(s) gebaseerd op het voorgaande kalenderjaar.

  • 2.

    De vaststelling van het definitieve subsidiebedrag gebeurt op basis van de aangegeven zwaarbelaste VE-locatie(s) en het definitieve aantal deelnemende VE-peuters op de betreffende locatie(s) gebaseerd op het voorgaande kalenderjaar op basis van de gegevens uit de Peutermonitor.

Artikel 2.9. Verantwoording en definitieve vaststelling subsidie

  • 1.

    Na afloop van de subsidieperiode stuurt u een inhoudelijk en financieel verslag aan de gemeente.

  • 2.

    Om de effecten te meten, neemt u deel aan een monitor- en evaluatie programma welke zal bestaan uit een jaarlijkse vragenlijst en evaluatie-bijeenkomst. Dit dient tevens als instrument voor de inhoudelijke verantwoording.

  • 3.

    Voor de verantwoording en vaststelling van deze subsidie gebruikt u een door de gemeente opgesteld vaststellingsformulier.

  • 4.

    In het inhoudelijk verslag beschrijft u op welke wijze u de beoogde doelstellingen van deze subsidieregeling heeft behaald, in hoeverre er sprake is van afwijkingen ten opzichte van het inhoudelijke plan dat is ingediend bij de subsidieaanvraag.

  • 5.

    Als de subsidieverlening danwel de som van meerdere door de gemeente verstrekte subsidies € 50.000,- tot € 100.000,- bedraagt, overlegt de aanvrager een beoordelingsverklaring zoals beschreven in artikel 18 van de ASV.  

  • 6.

    Als de subsidieverlening danwel de som van meerdere door de gemeente verstrekte subsidies hoger is dan € 100.000,- overlegt de aanvrager een controleverklaring zoals beschreven in artikel 18 van de ASV.  

  • 7.

    Het verantwoordingsformulier moet uiterlijk voor 1 juni van het opvolgende jaar zijn ingediend.  

Artikel 2.10. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

Het college kan één of meer bepalingen uit deze regeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen

Paragraaf 3 Slotbepaling

Artikel 3. Slotbepalingen en citeertitel

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 april 2025.  

  • 2.

    Het college stelt de subsidieregelingen jaarlijks (veranderd of onveranderd) vast. Daarna  publiceert het college de subsidieregelingen voor het komende jaar.   

  • 3.

    Deze subsidieregeling heet: Subsidieregeling Zwaarbelaste Voorschoolse Educatie-locaties gemeente ‘s-Hertogenbosch.   

  • 4.

    De Algemene subsidieverordening ’s-Hertogenbosch (ASV) is op deze subsidieregeling van toepassing.   

 

Contact

Voor vragen over deze regeling kunt u contact opnemen de verantwoordelijk beleidsambtenaar via subsidies@s-hertogenbosch.nl .  

Ondertekening

Het college voornoemd,

De secretaris,

Drs. B. van der Ploeg

De burgemeester,

Drs. J.M.L.N. Mikkers