Mandaat besluit burgemeester opleggen van gebiedsontzeggingen met bijbehorende instructie

Geldend van 26-03-2025 t/m heden

Intitulé

Mandaat besluit burgemeester opleggen van gebiedsontzeggingen met bijbehorende instructie

De burgemeester van Oldenzaal;

gelet op het bepaalde in titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2:78 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Oldenzaal;

b e s l u i t :

  • 1.

    mandaat te verlenen aan ambtenaren van politie die dienst doen in de gemeente Oldenzaal, tot het nemen van besluiten tot het opleggen van gebiedsontzeggingen op grond van artikel 2:78 APV;

  • 2.

    dat dit mandaat uitsluitend wordt verleend voor het opleggen van ontzeggingen binnen een vooraf bepaald gebied en voor een tijdvak van ten hoogste 24 uur vanwege overtreding van één of meer van de artikelen genoemd in de bij dit besluit horende instructie.

  • 3.

    dat de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid plaatsvindt overeenkomstig de gege-ven instructie.

Ondertekening

Vastgesteld op 13 februari 2025.

P.G. Welman

burgemeester

Instructies bij mandaat voor opleggen kortdurende gebiedsontzegging

Bij besluit (INTB-25-06704) van 13 februari 2025 is mandaat verleend aan ambtenaren van politie die dienst doen in de gemeente Oldenzaal, tot het opleggen van kortdurende gebiedsontzeggingen voor een tijdvak van ten hoogste 24 uur op grond van artikel 2:78 APV.

Deze instructie heeft betrekking op de uitoefening van dit mandaat.

Gebiedsontzegging

  • 1.

    Een gebiedsontzegging wordt, afhankelijk van de locatie waar de overtreding(en) is (zijn) gepleegd en/of naar verwachting mogelijk opnieuw zal (zullen) worden gepleegd, opgelegd voor het (centrum)gebied, aangegeven op de kaart die bij deze instructie is gevoegd.

  • 2.

    Een gebiedsontzegging wordt in beginsel slechts gegeven als een waarschuwing of verbaliserend optreden bij een overtreding niet het gewenste effect heeft gehad en opnieuw een overtreding plaatsvindt. In afwijking hiervan kan, afhankelijk van de feiten en omstandigheden, een gebiedsontzegging ook direct bij een eerste overtreding worden opgelegd. Dit om direct verdere overtredingen en openbare ordeverstoringen tegen te gaan;

  • 3.

    Een gebiedsontzegging wordt in beginsel opgelegd voor 24 uur;

  • 4.

    Een betrokkene wordt voorafgaand aan het opleggen van de gebiedsontzegging door de politie zo mogelijk gehoord over het voornemen tot het opleggen daarvan;

  • 5.

    Een gebiedsontzegging wordt aan de betrokkene opgelegd onder mededeling van de reden van oplegging en wordt schriftelijk uitgereikt. Hiervoor wordt een model gebruikt waarin het tijdvak waarvoor de gebiedsontzegging geldt, een omschrijving van het gebied/de gebieden, een kaart van het gebied en de reden van oplegging zijn opgenomen;

  • 6.

    Als het woon- of verblijfadres van betrokkene of de plaats van (legale) werkzaamheden is gelegen in het gebied waarvoor de gebiedsontzegging geldt, wordt op of bij de bij het bevel behorende kaart van dat gebied een route aangegeven of omschreven door het gebied die de betrokkene mag gebruiken om deze locatie(s) te bereiken;

  • 7.

    De politie houdt een registratie bij van de opgelegde gebiedsontzeggingen en informeert de burgemeester periodiek over de opgelegde gebiedsontzeggingen. Daarbij worden de gegevens van de opgelegde gebiedsontzeggingen verstrekt;

  • 8.

    Ten aanzien van de gedraging(en) van betrokkene wordt door de politie een interne registratie opgemaakt waarin onder meer wordt opgenomen de tijd en plaats en een omschrijving van de gedraging(en), zoveel mogelijk onder vermelding van relevante omstandigheden.

Overtredingen waarbij gebiedsontzegging kan worden toegepast

De kortdurende gebiedsontzegging kan toegepast worden bij overtreding van één of meer van de volgende artikelen:

  • 1.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:1 APV (samenscholing en ongeregeldheden);

  • 2.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:26a eerste lid APV (verstoren van de openbare orde bij een evenement);

  • 3.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:47 APV (hinderlijk gedrag en straatintimidatie op openbare plaatsen);

  • 4.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:48 eerste lid APV (openbare plaats alcoholhoudende drank nuttigen of bij zich hebben);

  • 5.

    het verbod als bedoel in artikel 2:49 (verboden gedrag bij of in gebouwen);

  • 6.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:50 APV (hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten)

  • 7.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:74 APV (Drugshandel op straat);

  • 8.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:74a APV (openlijk drugsgebruik);

  • 9.

    artikel 426 Sr, in staat van dronkenschap de openbare orde verstoren;

  • 10.

    artikel 453 Sr, openbare dronkenschap;

  • 11.

    artikel 350 Sr, vernieling;

  • 12.

    artikel 141 Sr, Openlijke geweldpleging;

  • 13.

    artikel 300 Sr, eenvoudige mishandeling;

  • 14.

    artikel 285 Sr, bedreiging;

  • 15.

    artikel 302, Zware mishandeling;

  • 16.

    uitlokking van de feiten genoemd onder 6 tot en met 12;

  • 17.

    verboden wapens in de zin van de Wet wapens en munitie en in de zin van artikel 2.2 APV;

  • 18.

    artikel 2 Opiumwet (verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben van verdovende middelen die voorkomen op lijst I van de Opiumwet);

  • 19.

    Artikel 3 Opiumwet (verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben van verdovende middelen die voorkomen op lijst II van de Opiumwet).

Kaart gebiedsontzegging centrum Oldenzaal

afbeelding binnen de regeling

Centrumgebied Oldenzaal: het gebied omsloten door de Kloosterstraat, Ootmarsumsestraat (tot aan de Eschstraat), Oostwal, Walstraat, Monnikstraat, Paradijsstraat, Ganzenmarkt, Gasthuisstraat, Kortestraat, Deurningerstraat, Langestraat, Vestingstraat zoals aangegeven op de kaart, met inbegrip van voornoemde straten voor zover aangrenzend aan het omsloten gebied.