Nadere subsidieregels proceskosten Energiehubs 2025

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

• a.

  bedrijventerrein: a. een gebied binnen of buiten de bebouwde kom van ten minste 1ha bruto met 2 of meer aaneengesloten kavels;

• b.

  collectief van bedrijven en/ of maatschappelijke organisaties: een samenwerkingsverband van minimaal drie bedrijven en/of maatschappelijke organisaties met of zonder rechtspersoonlijkheid, dat is gevestigd op een bedrijventerrein in de Nederlandse provincie Limburg op grond van een intentieverklaring van alle deelnemende partijen die betrekking heeft op de samenwerking van partijen in het kader van het project waarvoor op grond van deze regeling subsidie wordt aangevraagd (hierna: een collectief);

• c.

  de-minimisverordening: Verordening (EU) 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun dan wel Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (Pb EU L 352 van 24 december 2013).

• d.

  energiegemeenschap: Energiegemeenschappen zijn een vorm van samenwerking tussen burgers, met deelname van lokale overheden zoals gemeenten en lokale ondernemingen. Energiegemeenschappen bezitten rechtspersoonlijkheid en zijn gevestigd in de Nederlandse provincie Limburg. Ze zijn bovendien gebaseerd op vrijwillige en open deelname. Hiermee onderscheiden energiegemeenschappen zich van bepaalde andere gemeenschapsvormen zoals bepaalde publiek-private partnerschappen. Ze zijn ten slotte gericht op het bieden van milieu-, economische of sociale gemeenschapsvoordelen aan haar leden of aan de lokale gebieden waar ze actief zijn.

• e.

  energiehub: een slim gestuurd, decentraal energiesysteem waarin verduurzaming van het energiesysteem voor een gebied mogelijk wordt gemaakt en tegelijk het bovenliggende energiesysteem wordt ontlast en/of versterkt. Dit door lokaal zoveel mogelijk vraag en aanbod van verschillende energiedragers in balans te brengen door lokale productie, consumptie, opslag en het omzetten van energie (conversie) te combineren;

• f.

  haalbaarheidsfase: het onderzoek naar en de analyse van de mogelijkheden om te komen tot een energiehub onder meer door het op orde krijgen van de informatievoorziening, het koppelen van geïnteresseerde initiatiefnemers, het in beeld brengen van het toekomstige energiegebruik, het verrichten van energieanalyses en het verkrijgen van inzicht in de technische inpasbaarheid en de technische haalbaarheid.

• g.

  hubregisseur: externe procesbegeleider die de betrokken partijen bijstaat in de uitvoering van het project en zorg draagt voor de afstemming tussen de onderlinge stakeholders.

• h.

  maatschappelijke organisatie: semipublieke organisaties zonder winstoogmerk met een maatschappelijke doelstelling die op bedrijfsmatige wijze diensten aanbieden. Elke mogelijke waardeontwikkeling wordt volledig ingezet voor het maatschappelijke doel;

• i.

  ontwerpfase: het opwerken van de resultaten van een haalbaarheidsstudie naar een ontwerpstudie voor de te realiseren energiehub, waaronder maar niet uitsluitend het opstellen van een schetsontwerp, businessplan, concept samenwerkingsovereenkomsten of concept leveringscontracten en mogelijke juridische structuren een en ander met als doel om een go/no-go beslissing over de daadwerkelijke realisering van een energiehub te kunnen nemen.

• j.

  project: in de tijd begrensde activiteit of geheel van activiteiten gericht op een vooraf gedefinieerde prestatie;

• k.

  samenwerkings- en kennisdelingstraject: een door LIOF gecoördineerd structureel overleg met als doel het samenwerken ten behoeve van en delen van kennis omtrent de realisering van energiehubs.

• l.

  pre-realisatiefase: werkzaamheden met betrekking tot de realisering van een energiehub vanaf het moment van een positieve investeringsbeslissing tot aan het moment van daadwerkelijke fysiekerealisatie. Dan gaat het bijv. om kosten t.b.v. projectmanagement, aanvragen vergunningen, en aanbestedingen.

Artikel 3 Doelgroep/aanvrager

Subsidie op grond van deze regeling kan worden aangevraagd door:

• a.

  een collectief van bedrijven en/of maatschappelijke organisaties;

• b.

  een energiegemeenschap;

• c.

  gemeenten in de Nederlandse provincie Limburg.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Op grond van deze nadere subsidieregels kan subsidie verstrekt worden voor de volgende activiteiten:

• a.

  het inschakelen van een hubregisseur;

• b.

  het verrichten van onderzoeken in verband met de realisering van een energiehub en;

• c.

  het inschakelen van overige adviseurs ter ondersteuning bij de onder b. genoemde activiteiten en voorbereidende werkzaamheden in verband met de realisering van een energiehub.

Artikel 5 Vooroverleg

Subsidieverlening is een manier waarop de Provincie Limburg de in artikel 4 genoemde activiteiten kan stimuleren en ondersteunen. Het is noodzakelijk dat vóór het indienen van een subsidieaanvraag een vooroverleg wordt gevoerd op basis van een door aanvrager te overleggen activiteitenplan (projectplan) en bijbehorende stukken, zoals beschreven in het subsidieaanvraagformulier.

Artikel 6 Subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende criteria:

• 1.

  Alle bedrijven waarvoor de subsidie wordt aangevraagd beschikken over voldoende inzicht in hun energiehuishouding op basis van een energiescan of –advies die/dat op het moment van indiening van de aanvraag maximaal vijf jaar oud is.

• 2.

  Indien een of meerdere betrokken ondernemingen voor hun activiteiten onder provinciaal bevoegd gezag vallen, dienen zij aantoonbaar te voldoen aan alle wettelijke verplichtingen die voortkomen uit de energiebesparingsplicht.

• 3.

  De aanvraag heeft betrekking op de inhuur van een hubregisseur en/of overige adviseurs al dan niet gecombineerd met de uitvoering van onderzoeken in de haalbaarheidsfase, óf in de ontwerpfase, óf in de pre-realisatiefase (zie hiervoor art. 9).

• 4.

  Indien de aanvraag wordt gedaan door een gemeente respectievelijk een collectief, wordt de aanvraag door middel van een schriftelijke verklaring gesteund door het betreffende collectief resp. de betreffende gemeente.

Artikel 8 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

• a.

  het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

• b.

  het project niet is gericht op de doelgroep zoals gesteld in artikel 3;

• c.

  er geen vooroverleg heeft plaatsgevonden, zoals gesteld in artikel 5;

• d.

  niet wordt voldaan aan (één van) de criteria in artikel 6;

• e.

  de Provincie Limburg dezelfde activiteit al op een andere wijze subsidieert en/of financiert;

• f.

  de subsidieaanvraag betrekking heeft op activiteiten die gericht zijn op de continuïteit van een onderneming/instelling;

• g.

  de te verstrekken subsidie lager is dan € 25.000,00;

• h.

  de subsidieaanvraag is ingediend door een collectief dat - of gemeente die - reeds subsidie op grond van deze nadere subsidieregels heeft ontvangen.

• i.

  de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 14;

• j.

  voor zover er sprake is van staatssteun en toekenning van de aanvraag strijdig zou zijn met de van toepassing zijnde de-minimisverordening.

Artikel 9 Fasering

Subsidie kan worden aangevraagd voor één van de drie fases in het ontwikkelingstraject van een energiehub:

Fase 1: Haalbaarheidsfase

• 1.

  Haalbaarheidsstudies en marktonderzoek voor de inrichting van een energiehub.

• 2.

  Organiseren van coalitievorming en betrokkenheid van relevante stakeholders.

Fase 2: Ontwerpfase

• 1.

  Ontwikkelen van een schetsontwerp en het opstellen van een businessplan voor de energiehub.

• 2.

  Opstellen van samenwerkingsovereenkomsten, juridische structuren, en contracten.

Fase 3: Pre-realisatiefase

• 1.

  Kosten voor de coördinatie en ondersteuning voorafgaande aan de daadwerkelijke totstandkoming van de energiehub (zoals projectmanagement, vergunningen, aanbestedingen, etc.).