Reglement van orde voor de vergaderingen van de commissies van Waterschap Vallei en Veluwe 2025

Artikel 2 Het commissielid

• 1. De artikelen 31, 31 a en 31 b (eisen lidmaatschap en formele incompatibiliteiten), artikel 32 (openbaar maken van nevenfuncties), artikel 33 lid 1,3,4 (materiële incompatibiliteiten), artikel 34 (eed voor ambtsaanvaarding) en Hoofdstuk VIIIa (opleggen geheimhoudingsplicht) van de Waterschapswet, dit reglement en het integriteitsbeleid van Waterschap Vallei en Veluwe zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden.

• 2. Commissieleden moeten een verklaring tekenen waarin zij aangeven zich te houden aan het in lid 1 genoemde.

• 3. Per fractie mag maximaal één commissielid worden aangewezen.

• 4. Per fractie bestaande uit één of twee algemeen bestuursleden kan aanvullend op het derde lid één extra commissielid worden aangewezen.

• 5. Per fractie bestaande uit maximaal drie algemeen bestuursleden kan aanvullend één extra commissielid worden aangewezen indien:

  • a.

    de fractie een heemraad levert en/of

  • b.

    een technisch voorzitter levert.

• 6. De zittingsperiode van een commissielid eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van het algemeen bestuur of:

  • a.

    wanneer een fractie gedurende een zittingsperiode ophoudt te bestaan;

  • b.

    het commissielid niet meer voldoet aan de vereisten zoals genoemd in artikelen 31 of 33 van de Waterschapswet;

  • c.

    het commissielid zelf ontslag neemt;

  • d.

    in geval van overlijden;

  • e.

    de fractie het commissielid terugtrekt.

• 7. Het algemeen bestuur kan een commissielid ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 33, het eerste lid, aanhef en onderdeel d van de Waterschapswet.

Bepalingen ten aanzien van het Beeldvormend overleg

Artikel 3 Beeldvormend overleg

• 1. Waterschap Vallei en Veluwe kent het beeldvormend overleg.

• 2. Het beeldvormend overleg vergadert met als doel zich een beeld te vormen van een onderwerp of thema en hierover informerend met elkaar van gedachten te wisselen.

• 3. Het beeldvormend overleg moet in de zin van de Waterschapswet en het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers worden geduid als een ‘commissie’.

• 4. Alle algemeen bestuursleden en commissieleden zijn lid van het beeldvormend overleg.

Artikel 4 Vergaderingen beeldvormend overleg

• 1. Het beeldvormend overleg vergadert in principe op een vaste avond volgens de jaarplanning. De dijkgraaf kan met redenen omkleed een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.

• 2. Aan de vergadering kan worden deelgenomen door meerdere leden per fractie.

• 3. De beeldvormende vergaderingen van het beeldvormend overleg zijn openbaar, tenzij de vorm of inhoud van bespreking zich daar naar het oordeel van de dijkgraaf niet voor leent.

• 4. Van deze vergaderingen wordt geen verslag gemaakt.

Bepalingen ten aanzien van de Adviescommissie

Artikel 5 Adviescommissie

• 1. Waterschap Vallei en Veluwe kent een adviescommissie.

• 2. De adviescommissie vergadert met als doel zich een oordeel te vormen van een onderwerp of thema en daarover advies uit te brengen.

• 3. Alle algemeen bestuursleden en commissieleden zijn lid van de adviescommissie.

Artikel 6 Vergaderingen adviescommissie

• 1. De adviescommissie vergadert oordeelsvormend.

• 2. De adviescommissie vergadert in principe op een vaste avond volgens de jaarplanning. De dijkgraaf kan met redenen omkleed een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.

• 3. Het college van dijkgraaf en heemraden stelt de voorlopige agenda van de adviescommissie vast.

• 4. Als de dijkgraaf het nodig acht of ten minste een vijfde van de algemeen bestuursleden, afkomstig uit ten minste twee fracties daarom verzoeken, wordt een extra vergadering van de adviescommissie uitgeschreven.

• 5. De vergaderingen van de adviescommissie zijn openbaar en worden voorgezeten door een voorzitter.

Artikel 7 Taken en bevoegdheden adviescommissie

• 1. Een adviescommissie heeft tot taak:

  • a.

    het uitbrengen van adviezen aan het college van dijkgraaf en heemraden over de algemeen bestuur voorstellen, die door het college van dijkgraaf en heemraden aan de commissie worden voorgelegd;

  • b.

    het adviseren aan het college van dijkgraaf en heemraden met betrekking tot de aangelegenheden waaromtrent het college van dijkgraaf en heemraden verzoekt;

  • c.

    het uitbrengen van adviezen aan het algemeen bestuur over initiatiefvoorstellen, die door een algemeen bestuurslid aan de commissie worden voorgelegd.

• 2. Een adviescommissie kan ongevraagd advies uitbrengen aan het college van dijkgraaf en heemraden.

• 3. In vergaderingen van adviescommissies worden geen besluiten genomen en wordt niet gestemd, met uitzondering van stemmingen over beslotenheid en geheimhouding en met betrekking tot de orde.

• 4. Bij stemming is sprake van één stem per fractie, waarbij iedere stem even zwaar weegt.

Artikel 8 Voorzitter adviescommissie

• 1. Het algemeen bestuur benoemt uit zijn midden drie voorzitters. Zij maken onderling nadere afspraken over de verdeling van hun taken.

• 2. De voorzitter is geen lid van het college van dijkgraaf en heemraden.

• 3. De voorzitter is geen woordvoerder tijdens de commissievergadering waarvoor hij fungeert als voorzitter.

• 4. Het algemeen bestuur kan de voorzitter ontslaan.

• 5. De voorzitter treedt van rechtswege af indien hij ophoudt deel uit te maken van het algemeen bestuur.

• 6. De voorzitter wordt in principe voor de duur van een bestuursperiode benoemd.

• 7. De voorzitter is belast met:

  • a.

    het leiden van de vergadering;

  • b.

    het handhaven van de orde;

  • c.

    bewaken van de vergadertijd;

  • d.

    zorgen voor het naleven van dit reglement van orde;

  • e.

    wat dit reglement hem verder opdraagt.

• 8. Bij verhindering of ontstentenis van alle drie de voorzitters, wordt het voorzitterschap waargenomen door de dijkgraaf.

Artikel 9 Deelnemen aan de adviescommissies

• 1. Tijdens een vergadering van de adviescommissie kunnen maximaal twee commissieleden per fractie gelijktijdig aan tafel zitten.

• 2. De fractie bepaalt per agendapunt wie het woord voert namens de fractie in de vergadering van de adviescommissie.

• 3. De secretaris en/of een door de secretaris aangewezen ambtenaar woont de vergadering van de adviescommissie bij en deze vervult voor deze vergadering de rol van secretaris.

Artikel 10 Vragenronde

• 1. Aan het begin van de vergadering van de adviescommissie is er een moment van in principe maximaal 20 minuten voor mondelinge vragen. In bijzondere gevallen kan de voorzitter bepalen dat dit moment op een ander tijdstip wordt gehouden of dat meer tijd beschikbaar wordt gesteld. De voorzitter bepaalt op welk tijdstip het moment voor mondelinge vragen eindigt.

• 2. Commissieleden die vragen willen stellen, melden dit bij voorkeur, onder vermelding van de vragen, ten minste om 10.00 uur op de dag dat de vergadering plaatsvindt bij de griffier.

• 3. Een mondelinge vraag is niet toegestaan als over die vraag al schriftelijke vragen zijn gesteld en de termijn voor beantwoording nog loopt.

• 4. De voorzitter bepaalt de volgorde waarin aangemelde vragen tijdens de vragenronde aan de orde worden gesteld alsmede de spreektijd voor de vragensteller en het college.

• 5. Per vraag wordt door de voorzitter aan de vragensteller het woord verleend om één of meer van de aangekondigde vragen aan het college of de voorzitter te stellen. Na de beantwoording daarvan krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

• 6. Tijdens vragenronde worden geen interrupties toegelaten.

Artikel 11 Aantal spreektermijnen

• 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de voorzitter anders beslist.

• 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

• 3. In geval van een voorstel van het dagelijks bestuur verloopt de orde van een termijn als volgt, tenzij de voorzitter bepaalt dat daarvan afgeweken wordt:

  • a.

    het college introduceert desgewenst het voorstel;

  • b.

    fracties krijgen het woord;

  • c.

    het college krijgt gelegenheid om te reageren.

• 4. In geval van een initiatiefvoorstel verloopt de orde van een termijn als volgt, tenzij de voorzitter bepaalt dat daarvan afgeweken wordt:

  • a.

    de indiener introduceert het voorstel en treedt op als woordvoerder van de fractie;

  • b.

    andere fracties krijgen het woord;

  • c.

    het college krijgt gelegenheid om te reageren;

  • d.

    de indiener krijgt het laatste woord.

• 5. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

• 6. Het vijfde lid is niet van toepassing op het lid van het college van dijkgraaf en heemraden of een indiener van een initiatiefvoorstel, dat in het bijzonder belast is met het in behandeling zijnde onderwerp.

• 7. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 12 Spreekregels

• 1. De leden van de adviescommissie spreken vanaf hun plaats of vanaf het spreekgestoelte en richten zich tot de voorzitter.

• 2. Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

• 3. Een lid van de adviescommissie of de secretaris voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

Artikel 13 Spreektijd

• 1. Op voorstel van de voorzitter of een commissielid kan de adviescommissie voor daarbij te bepalen onderwerpen de spreektijd per fractie vaststellen.

• 2. Zodra de aan de fractie gegeven spreektijd is verstreken, nodigt de voorzitter de fractie uit zijn rede te beëindigen. Het commissielid is gehouden daaraan direct gevolg te geven.

Artikel 14 Handhaving orde; schorsing

• 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

  • a.

    de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

  • b.

    een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

• 2. Als een spreker zich beledigend of onbetamelijk uitdrukt, als hij afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, of een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Als de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende die vergadering over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

• 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.

Artikel 15 Uitsluiting van de vergadering

• 1. De voorzitter kan aan de adviescommissie voorstellen een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, uit te sluiten van verdere bijwoning van de vergadering. Over dit voorstel wordt niet beraadslaagd.

• 2. Onmiddellijk na aanneming van het voorstel, als bedoeld in het eerste lid, verlaat dat lid de vergadering. In geval van weigering zorgt de voorzitter ervoor dat het lid uit de vergaderzaal wordt verwijderd.

• 3. Bij herhaling van zijn gedrag, als bedoeld in het eerste lid, kan het lid van de adviescommissie voor ten hoogste drie maanden door de dijkgraaf toegang tot de vergadering en de daarbij horende stukken worden ontzegd.

Artikel 16 Beraadslaging

• 1. De adviescommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid van de adviescommissie beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

• 2. Op verzoek van een lid van de adviescommissie of op voorstel van de voorzitter kan de adviescommissie besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college van dijkgraaf en heemraden of de commissieleden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 17 Deelname aan de beraadslaging door anderen

• 1. De adviescommissie kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden deelnemen aan de beraadslaging.

• 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden van de adviescommissie genomen voor dat met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 18 Verslag

• 1. De secretaris draagt zorg voor een beknopt verslag van een vergadering van de adviescommissie.

• 2. Het verslag bevat ten minste:

  • a.

    de namen van de voorzitter, de secretaris, de leden van de commissie evenals van de leden die afwezig waren en van overige personen die het woord gevoerd hebben;

  • b.

    een vermelding van de datum van de vergadering en de zaken die aan de orde zijn geweest;

  • c.

    een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de aanwezigen die het woord voerden;

  • d.

    een omschrijving van op algemeen bestuur-voorstellen overeengekomen adviezen, onder vermelding van de namen van leden die om de aantekening dat zij een afwijkend standpunt in nemen, hebben verzocht.

• 3. Het verslag wordt, na accordering door het college van dijkgraaf en heemraden, voor de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur aan de leden van het algemeen bestuur toegezonden en in de eerstvolgende vergadering van de adviescommissie aan de orde gesteld.

• 4. Na vaststelling wordt het verslag door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen advies

• 1. De adviezen van de adviescommissie worden ter kennis gebracht van het college van dijkgraaf en heemraden of aan het algemeen bestuurslid dat een initiatiefvoorstel aan de adviescommissie heeft voorgelegd.

• 2. Indien een advies niet bij eenstemmigheid wordt uitgebracht, wordt/worden op verzoek van één of meer leden de/het minderheidsstandpunt(en) bijgevoegd.

Artikel 20 Spreekrecht toehoorders

• 1. De voorzitter stelt toehoorders bij een openbare vergadering in de gelegenheid het woord te voeren over de geagendeerde onderwerpen.

• 2. Het woord kan niet gevoerd worden:

  • a.

    over een besluit van het bestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

  • b.

    over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen.

• 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk vier uur voor het begin van de vergadering bij de griffier, onder vermelding van zijn naam en het punt waarover hij het woord wil voeren.

• 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

• 5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als hij dit nodig acht. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

• 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.

• 7. De voorzitter geeft de leden van de adviescommissie gelegenheid vragen van feitelijke aard te stellen aan degene die van het spreekrecht gebruik heeft gemaakt, waarna betrokkene de vraag kan beantwoorden. Over gestelde vragen en gegeven antwoorden wordt niet beraadslaagd.

• 8. De voorzitter bewaakt met het oog op de rest van de vergadering de tijd ten aanzien van de vragen en antwoorden.

• 9. Na beraadslaging van de commissie en beantwoording vanuit het college van dijkgraaf en heemraden in eerste termijn over het betreffende agendapunt bestaat voor de spreker de mogelijkheid om aansluitend in tweede instantie, indien nodig en alleen ter verduidelijking, een korte toelichting te geven.

• 10. Op lid 9 zijn de leden 5 tot en met 8 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 21 Actualiteitendebat

• 1. Als ten minste één vijfde van het aantal zitting hebbende algemeen bestuursleden, afkomstig uit tenminste twee fracties, daartoe een verzoek indient bij de dijkgraaf, wordt een onderwerp oordeelsvormend geagendeerd op de voorlopige agenda van de adviescommissie.

• 2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid moet ten minste tien dagen voor de vergadering van het algemeen bestuur en met een concreet omschreven onderwerp schriftelijk worden ingediend bij de dijkgraaf.

• 3. Indien naar oordeel van de dijkgraaf sprake is van een bijzonder geval of spoedeisend belang, kan van de in lid 2 genoemde termijn worden afgeweken.

Algemene bepalingen ten aanzien van beeldvormend overleg en adviescommissie

Artikel 22 Uitnodiging vergadering

• 1. De dijkgraaf zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering een uitnodiging en agenda aan de leden van de commissie.

• 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in Hoofdstuk VIIIa, van de Waterschapswet bedoelde informatie, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden van de adviescommissie verzonden.

• 3. Van het genoemde in de leden 1 en 2 kan, indien naar oordeel van de dijkgraaf sprake is van een bijzonder geval of spoedeisend belang, worden afgeweken. Daarbij kan ook sprake zijn van uitbreiding van de voorlopige agenda of het laten vervallen van een vergadering.

Artikel 23 Ter inzage leggen van stukken

• 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda van een openbare vergadering dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder digitaal en op verzoek of indien noodzakelijk schriftelijk ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de adviescommissie en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

• 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het kantoor van het waterschap gebracht. In bijzondere gevallen kan de secretaris hiervan afwijken.

• 3. Als omtrent informatie in stukken op grond van Hoofdstuk VIIIa, van de Waterschapswet een verplichting tot geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de secretaris en verleent deze de leden van de adviescommissie inzage.

Artikel 24 Openbare kennisgeving

• 1. De vergadering wordt door aankondiging op de website van het waterschap openbaar gemaakt.

• 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

  • a.

    de datum, aanvangstijd en plaats, en de voorlopige agenda van de vergadering;

  • b.

    de wijze waarop en de plaats waar een ieder de bij de vergadering behorende stukken kan inzien;

  • c.

    op stukken waarop geheimhouding rust is artikel 23 lid 3 van toepassing.

• 3. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden, als digitaal beschikbaar, op de website van het waterschap geplaatst, tenzij op deze informatie een verplichting tot geheimhouding is opgelegd.

Artikel 26 Toehoorders en pers

• 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

• 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

Artikel 27 Besloten vergadering en geheimhouding

• 1. Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

• 2. De commissie vergadert met de deuren gesloten wanneer tenminste een vijfde van het aantal leden dat aanwezig is daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

• 3. Indien met gesloten deuren wordt vergaderd, geldt een verplichting tot geheimhouding omtrent informatie die in die vergadering ter kennis van de aanwezigen komt. De verplichting duurt voort, totdat de commissie of het algemeen bestuur haar opheft.

• 4. Naast de dijkgraaf en de secretaris en de griffier, zijn enkel algemeen bestuursleden en commissieleden aanwezig tijdens een besloten vergadering. De commissie kan op verzoek van de voorzitter toelaten dat andere personen de besloten vergadering mogen bijwonen.

• 5. De onder lid 4 genoemde personen zijn eveneens verplicht geheimhouding te bewaren over hetgeen ter vergadering aan de orde komt.

• 6. Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag gemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij het algemeen bestuur anders beslist.

• 7. Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt bij de secretaris ter inzage uitsluitend voor de commissieleden en degenen die aanwezig waren tijdens de vergadering.

• 8. Indien in de eerstvolgende openbare (commissie)vergadering geen opmerkingen zijn over het verslag van een besloten vergadering, wordt het vastgesteld. Zijn er wel opmerkingen, dan wordt het verslag direct na de openbare vergadering in een besloten vergadering aan de orde gesteld.

Artikel 29 Inwerkingtreding

• 1. Dit reglement treedt op 1 april 2025 in werking.

• 2. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit reglement, wordt Reglement van orde voor de vergaderingen van de adviescommissies van Waterschap Vallei en Veluwe 2021 ingetrokken.