Beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening gemeente Midden-Groningen

Geldend van 21-03-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening gemeente Midden-Groningen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening (hierna beleidsregels) voor de Kredietbank Midden-Groningen.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Woordomschrijving

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    De gemeente: de gemeente Midden-Groningen;

  • b.

    NVVK: Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren, voorheen de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet;

  • c.

    Sociale kredietverlening: een lening die verstrekt wordt in het kader van sociale kredietverlening aan de doelgroep van de Wet Fido, dat geen saneringskrediet is;

  • d.

    Kredietnemer: een natuurlijk persoon, die niet in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf handelt, waarmee de gemeente een overeenkomst tot kredietverlening sluit;

  • e.

    BKR: Bureau Kediet Registratie;

  • f.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

  • g.

    Kredietbank: de Kredietbank Midden-Groningen;

  • h.

    Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen; (Faillissementswet; Titel III)

  • i.

    Wet Fido: Wet financiering decentrale overheden;

  • j.

    Wft: Wet op het financieel toezicht;

Artikel 2 Doelstelling

Deze beleidsregels bieden de kredietnemer duidelijkheid over de voorwaarden waaronder een lening kan worden verstrekt. Met deze richtlijnen wordt invulling gegeven aan de gedragscode sociale kredietverlening van de NVVK. Het college voert met de beleidsregels een sociaal beleid en stelt burgers in staat te werken aan behoud of verbetering van hun positie bij zaken als werk, inkomen, zorg en welzijn.

De sociale kredietverlening onderscheidt zich van commerciële kredietverlening doordat de belangen van de burgers voorop worden gesteld. Bij sociale kredietverlening wordt rekening gehouden met de totale maatschappelijke en financiële situatie van de burger, waardoor overkreditering wordt voorkomen. De Kredietbank adviseert de kredietnemer een aflopende (persoonlijke) lening om daarmee de kredietnemer zicht te geven op een situatie zonder (of met minder) schulden. Indien van toepassing informeert de Kredietbank over en verwijst naar schulddienstverlening, bijzondere bijstand en eventuele andere toepasselijke regelingen en voorzieningen.

Hoofdstuk 2 Kredietverlening

Artikel 3 Sociale kredietverlening

Sociale leningen worden verstrekt aan hen die:

  • a.

    inwoner zijn van de gemeente Midden-Groningen en;

  • b.

    meerderjarig zijn en;

  • c.

    Nederlander zijn of in het bezit zijn van een geldige verblijfstitel. De looptijd van een lening kan de einddatum van de verblijfstitel niet overschrijden.

  • d.

    een inkomen hebben tot 130% van het brutominimumloon en/of door een beschadigd kredietverleden niet op een andere manier voor een lening in aanmerking kunnen komen, of

  • e.

    een leeftijd van 65 jaar of ouder hebben, waardoor men elders niet voor een lening in aanmerking komt.

Artikel 4 Kredietaanvraag

  • 1.

    De lening wordt schriftelijk aangevraagd bij de Kredietbank via het aanvraagformulier lening of via de website van de Kredietbank Midden-Groningen.

  • 2.

    De aanvrager is verplicht bij de aanvraag alle informatie te verstekken en gevraagde bewijsstukken in te leveren, die nodig zijn voor een juiste beoordeling van de aanvraag.

  • 3.

    Als de aanvrager niet alle gevraagde bewijsstukken heeft ingeleverd of niet alle gevraagde informatie heeft verstrekt, wordt de aanvrager de tijd gegeven om dit alsnog binnen 14 dagen in te leveren.

  • 4.

    Als de in lid 3 genoemde termijn ongebruikt verloopt wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld. Hiervan wordt mededeling gedaan aan de indiener van de aanvraag. Hierover ontvangt aanvrager een brief.

  • 5.

    In het kader van de kredietregistratie is de Kredietbank verplicht de gegevens van de kredietnemer op te nemen in de eigen persoonsregistratie. Hierop is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing.

Artikel 5 Beslissing op de aanvraag

  • 1.

    Bij de beoordeling van de lening aanvraag controleert de Kredietbank of de aanvrager gebruik maakt van de beschikbare inkomensvoorzieningen, zoals benoemd in de Gedragscode sociale kredietverstrekking van de NVVK.

  • 2.

    Alvorens een lening te verstrekken, vraagt de Kredietbank bij het Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel en/of diens rechtsopvolger, de daar geregistreerde gegevens van de aanvrager op. De Kredietbank bewaart deze gegevens in haar administratie.

  • 3.

    De Kredietbank kan aan de kredietverlening voorwaarden verbinden om een goede nakoming van de betalingsverplichtingen uit de kredietovereenkomst te waarborgen.

  • 4.

    De beslissing op de aanvraag wordt, als mogelijk, gegeven binnen 4 weken, uiterlijk binnen 6 weken na indiening van de aanvraag, of nadat alle bewijsstukken en informatie zijn ontvangen.

  • 5.

    Als de Kredietbank besluit de lening aanvraag af te wijzen, wordt dit onderbouwd medegedeeld aan de aanvrager.

Artikel 6 Beoordeling van de aanvraag

Getoetst wordt:

  • 1.

    de hoogte van het actuele inkomen en het inkomen van een eventuele partner;

  • 2.

    de kredietwaardigheid zoals onder andere blijkt uit informatie van het BKR en bankafschriften;

  • 3.

    het betalingsverloop bij eerder verstrekte leningen;

  • 4.

    de maatschappelijke en financiële situatie van de kredietnemer. Dit ter voorkoming van overkreditering.

Artikel 7 Afwijzing aanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt afgewezen als:

    • a.

      de aanvrager de Wsnp of een minnelijk schuldregelingstraject doorloopt;

    • b.

      er sprake is van onvolledige dan wel onjuiste informatieverstrekking;

    • c.

      de aanvrager een aanvraag voor een minnelijke schuldregeling, een verzoek tot toepassing van de Wsnp of een verzoek tot faillietverklaring heeft ingediend

    • d.

      de aanvrager enkel inkomsten heeft vanuit de Wet studiefinanciering 2000;

  • 2.

    De aanvraag kan worden afgewezen als:

    • a.

      er sprake is van een slecht betalingsverloop bij eerder verstrekte leningen;

    • b.

      eerdere schuldregelingen niet geslaagd zijn;

    • c.

      de aanvrager al 6 jaar onafgebroken aflost op een lening van de Kredietbank Midden-Groningen;

    • d.

      de aanvrager in een periode van 5 jaar voorafgaand aan de aanvraag eerdere leningen van de Kredietbank Midden-Groningen niet volledig heeft afgelost;

    • e.

      de aanvraag betreft het oversluiten van een lopende lening waarbij schulddelging het, of een van de, bestedingsdoel(en) was.

  • 3.

    Een afwijzing wordt schriftelijk gedaan, onder opgaaf van redenen, en onder vermelding van de klachtmogelijkheden.

Hoofdstuk 3 Kredietverstrekking

Artikel 8 Overeenkomst

  • 1.

    In de kredietovereenkomst wordt tenminste vermeld:

    • a.

      de naam, geboortedatum en het adres van ieder van de partijen;

    • b.

      de kredietsom in cijfers en in letterschrift;

    • c.

      het totaalbedrag van de kredietvergoeding;

    • d.

      het effectieve kredietvergoedingspercentage op jaarbasis;

    • e.

      de hoogte van de maandelijkse aflossing;

    • f.

      de bevoegdheid van de kredietnemer tot volledige of gedeeltelijke extra aflossing;

    • g.

      de plaats en datum van ondertekening. Als de kredietnemer gehuwd is moeten beiden ondertekenen.

  • 2.

    De Kredietbank verstrekt aan de kredietnemer een door de bank ondertekend afschrift van de kredietovereenkomst.

  • 3.

    De Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten tussen de Kredietbank en de kredietnemer en vormen daarmee een geheel van de overeenkomst.

Artikel 9 Ter beschikking stellen kredietbedrag

  • 1.

    Na ondertekening van de leningsovereenkomst door beide partijen en de bijbehorende specificatie wordt de kredietsom die bij deze overeenkomst is bepaald, door de Kredietbank in zijn geheel aan de kredietnemer ter beschikking gesteld.

  • 2.

    Als het een krediet betreft ter betaling van schulden, wordt het krediet aan de betreffende schuldeiser(s) betaalt. Dit wordt in de overeenkomst opgenomen.

Artikel 10 Overige bepalingen

  • 1.

    De looptijd van een persoonlijke lening bedraagt maximaal 60 maanden.

  • 2.

    In afwijking van artikel 10 lid 1 gelden verkorte looptijden voor:

    • a.

      kredietnemers van 70 tot 75 jaar: een maximale looptijd van 24 maanden.

    • b.

      kredietnemers van 75 tot 80 jaar: een maximale looptijd van 18 maanden.

    • c.

      kredietnemers van 80 jaar en ouder: een maximale looptijd van 12 maanden.

  • 3.

    De Kredietbank verstrekt op verzoek van de kredietnemer kosteloos een gespecificeerde afrekening.

  • 4.

    Het minimale leenbedrag is € 250,-.

  • 5.

    Bij kredietnemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt bij het vaststellen van het bedrag dat geleend kan worden gekeken naar de situatie van de kredietnemer en de aard van het contract.

  • 6.

    De maximale lening wordt verlaagd met het bedrag van de roodstand op de bankrekening, dat € 500,- te boven gaat.

  • 7.

    De maximale lening wordt verlaagd met het bedrag van het toestelkrediet voor een mobiele telefoon, dat € 500,- te boven gaat.

Hoofdstuk 4 Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 11 Intrekking oude beleidsregels

De Beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening Midden-Groningen 2022 worden ingetrokken per datum inwerkingtreding van deze beleidsregels.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 maart 2025

Burgemeester

Gemeentesecretaris

TOELICHTING

Beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening gemeente Midden-Groningen

Algemeen

Bij het opstellen van de beleidsregels is gebruik gemaakt van de modelbeleidsregels van de NVVK. In aanvulling op dit model bieden deze beleidsregels de kredietnemer duidelijkheid over de voorwaarden waaronder een lening kan worden verstrekt. Daarnaast bieden de beleidsregels duidelijkheid over de afhandelingstermijn van een aanvraag.

Artikel 2Doelstelling

De Kredietbank neemt bij sociale kredietverlening de volgende uitgangspunten in acht:

  • de kredietverlening levert een bijdrage aan een verbetering van de positie van de kredietnemer ten aanzien van werk, inkomen, zorg en/of welzijn;

  • de Kredietbank handelt zonder winstoogmerk;

  • de Kredietbank houdt zich bezig met maatschappelijk verantwoorde sociale kredietverlening en voorkomt overkreditering bij de kredietnemer;

  • de Kredietbank houdt rekening met de maatschappelijke en financiële situatie van de kredietnemer, waarbij in het bijzonder wordt gekeken of de kredietnemer gebruik heeft gemaakt van de beschikbare (inkomens)voorzieningen;

  • de Kredietbank verstrekt sociale leningen en beoogt dit te doen tot het werkelijk voor het doel van de aanvrager benodigde bedrag;

  • de Kredietbank adviseert de kredietnemer een aflopende (persoonlijke) lening om daarmee de kredietnemer zicht te geven op een situatie zonder (of met minder) schulden;

  • de Kredietbank is verplicht de kredietnemer een afwijzing van de kredietaanvraag te motiveren. Ook verplicht de Kredietbank zich de kredietnemer te adviseren nadat een kredietaanvraag is afgewezen. In geval van een problematische schuldsituatie vindt verwijzing naar de schuldhulpverlening plaats;

  • de Kredietbank voert, ter voorkoming van problematische schuldsituaties, een sociaal incassobeleid, gericht op het duurzaam oplossen van financiële problemen en de daaraan ten grondslag liggende oorzaken.

Sociale kredietverlening biedt mensen (ook) de mogelijkheid om aan hun financiële behoefte zelf invulling te geven, omdat persoonlijke leningen kunnen worden overgesloten en daarmee de gecreëerde kredietruimte opnieuw kan worden benut. Een persoonlijke lening biedt bij uitstek de mogelijkheid om de financiële positie van de kredietnemer te beoordelen en te bezien of gezien zijn financiële positie - deze is immers aan wisselingen onderhevig - de hernieuwde kredietverlening maatschappelijk en financieel verantwoord is.

Hoofdstuk 2 Kredietverlening

Artikel 3Sociale kredietverlening

Kredietverlening vindt alleen plaats aan natuurlijke personen die in Nederland verblijven. Er wordt geen lening verstrekt aan Nederlanders die in het buitenland verblijven. Kredietverlening aan natuurlijke personen die niet over de Nederlandse nationaliteit beschikken, is niet uitgesloten. Wel geldt als voorwaarde, dat sprake is van een rechtmatig verblijf in Nederland. De kredietnemer met een buitenlandse nationaliteit moet dus aan de hand van een verblijfsdocument kunnen aantonen dat er sprake is van een rechtmatig verblijf.

Artikel 4 Kredietaanvraag

In het kader van de kredietregistratie is de Kredietbank verplicht de gegevens van de kredietnemer op te nemen in de eigen persoonsregistratie. Hierop is de AVG van toepassing.

Artikel 5 Beslissing op de aanvraag

Bij de beoordeling van de kredietaanvraag controleert de Kredietbank of de aanvrager gebruik maakt van de beschikbare landelijke en regionale (inkomens) voorzieningen. Deze voorzieningen kunnen immers van belang zijn voor het bepalen van het uiteindelijke inkomen. De Kredietbank wijst een aanvraag voor een lening altijd af onder opgaaf van redenen. Er kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld aan het verstrekken van een lening, zoals bijvoorbeeld het tekenen van een incassovolmacht en/of het deelnemen aan budgetbeheer.

Artikel 6 Beoordeling van de aanvraag

In een situatie waar sprake is van een echtscheiding waarbij een uitkering nog in aanvraag is kan maatwerk geleverd worden door de Kredietbank. Afstemming wordt dan gezocht met BWRI voor het inschatten of iemand al dan niet in aanmerking gaat komen voor een uitkering. In Nederland bestaat er maar één stelsel van kredietregistratie, te weten Centraal Krediet Registratiesysteem van de Stichting Bureau Krediet registratie (BKR) te Tiel. De kredietbanken zijn in het kader van kredietregistratie gebonden aan de reglementering van BKR.

Artikel 7 Afwijzing aanvraag

De Kredietbank verstrekt geen nieuwe sociale lening als er al sprake is van lopende financiële verplichtingen en de volledige aflossingscapaciteit in beslag is genomen. Er wordt ook geen sociale lening verstrekt als de aanvrager een aanvraag voor een minnelijke schuldregeling, een verzoek tot toepassing van de Wsnp of een verzoek tot faillietverklaring heeft ingediend. Ook als een derde het faillissement van de aanvrager heeft ingediend, wordt geen sociale lening verstrekt. Als de kredietnemer(s) in de Wsnp zit(ten), kunnen ze alleen lenen met toestemming van de rechter-commissaris (hiertoe dient contact te worden opgenomen met de bewindvoerder).

De Kredietbank kan wel een sociale lening verstrekken, als er sprake is van het oversluiten van een bestaande lening, het gaat om herfinanciering in het kader van een minnelijke schuldregeling of de sociale lening dient ter financiering van een gerechtelijk of buitengerechtelijk akkoord.

Hoofdstuk 3 Kredietovereenkomst

Artikel 8Inhoud overeenkomst

Als de kredietnemer in scheiding is, moet de echtscheiding zijn ingeschreven bij de burgerlijke stand (BRP).

Artikel 10Overige bepalingen

Om langdurige afhankelijkheid van een lening te voorkomen is de maximale looptijd maximaal 60 maanden. Om overkreditering te voorkomen wordt rekening gehouden met daadwerkelijke roodstand op de betaalrekening. Indien gebruik wordt gemaakt van een kredietlimiet, wordt het meerdere boven € 500,- in mindering gebracht op de maximaal te verstrekken lening. Ook in het geval van een toestelkrediet van een mobiele telefoon wordt het meerdere boven € 500,- in mindering gebracht op de maximaal te verstrekken lening.