Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736936
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736936/1
Beleidsregels schulddienstverlening Midden-Groningen 2025
Geldend van 21-03-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels schulddienstverlening Midden-Groningen 2025Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;
Gelet op:
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
Artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Het beleidsplan Kredietbank Midden-Groningen 2022-2026.
Besluit vast te stellen:
Beleidsregels schulddienstverlening Midden-Groningen 2025
Artikel 1 Woordomschrijvingen
In deze beleidsregels wordt bedoeld met:
- a.
Aanvrager: de persoon die schulddienstverlening aanvraagt;
- b.
Basisbetaalrekening: een betaalrekening volgens de betekenis van artikel 1:1 van de Wet op financieel toezicht;
- c.
Budgetbeheer: alle activiteiten voor het beheren van de inkomsten van een inwoner en het doen van betalingen, zoals afgesproken in het budgetplan;
- d.
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;
- e.
Herfinanciering: een lening om de schulden van een aanvrager in een keer en helemaal te betalen, zodat de aanvrager maandelijks minder hoeft terug te betalen aan schuldeisers. Het overzicht van schulden wordt duidelijker;
- f.
Informatie & advies: het geven van vrijblijvende informatie en adviezen, zonder dat er een overeenkomst wordt gesloten.
- g.
Inwoner: de inwoner die volgens de Wet Basisregistratie Personen is ingeschreven bij de gemeente Midden-Groningen;
- h.
Nazorg: alle activiteiten die als doel hebben om nieuwe financiële problemen tegen te houden;
- i.
Ondernemer: een persoon die voor diens beroep of bedrijf ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel;
- j.
Saneringskrediet: een lening die door de Kredietbank aan een aanvrager wordt gegeven om diens schulden voor een deel te betalen. De rest van de schulden wordt kwijtgescholden door de schuldeisers;
- k.
Schuldakkoord: er is een schuldakkoord als alle schuldeisers van een aanvrager schriftelijk hebben laten weten akkoord te gaan met het betalingsvoorstel dat is gedaan voor het bereiken van een schuldregeling of als de Wsnp is uitgesproken door de rechter;
- l.
Schuldbemiddeling: er is een schuldbemiddeling als er een schuldakkoord is bereikt met de schuldeiser(s) van een aanvrager, waarbij de afloscapaciteit van de aanvrager jaarlijks wordt uitbetaald aan de schuldeisers van de aanvrager (voor een periode van 18 maanden). Om dit te doen kan financieel beheer uitgevoerd worden door de Kredietbank;
- m.
Schulddienstverlening: het helpen bij het vinden van een oplossing voor de schulden als de verwachting is dat aanvrager zijn schulden niet meer kan betalen of al is opgehouden met betalen;
- n.
Schuldpreventie: een mix van maatregelen, activiteiten en hulpmiddelen die als doel hebben dat inwoners financieel ervaren worden en de eigen financiën op orde kunnen houden;
- o.
Schuldregeling: als er een schuldakkoord bereikt is met de schuldeisers van een aanvrager, dan is er sprake van een schuldregeling. De schuldregeling kan een schuldbemiddeling of een saneringskrediet zijn;
- p.
Aanvrager: de persoon die schulddienstverlening aanvraagt;
- q.
Wet: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
- r.
Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen;
Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening
- 1.
Met uitzondering van lid 2 van dit artikel kunnen alle inwoners van 18 jaar en ouder, bij het college schulddienstverlening aanvragen. Activiteiten voor schuldpreventie en informatie & advies kunnen wel aangeboden worden aan inwoners onder 18 jaar;
- 2.
Ingezeten zonder adres als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens kunnen alleen schulddienstverlening aanvragen als het college is aangewezen voor bijstandsverlening en vreemdelingen alleen als ze rechtmatig in Nederland verblijven in de zin van artikel 8, onder t/m e en l, van de Vreemdelingenwet 2000.
Artikel 3 Aanbod schulddienstverlening
- 1.
Aanvragen kunnen worden ingediend door middel van een aanvraagformulier, via de website, per telefoon, e-mail of in persoon;
- 2.
Het college besluit of, en zo ja, welke vorm van schulddienstverlening wordt aangeboden aan de aanvrager op basis van de aanvraag;
- 3.
De keuze van het college voor een aanbod van een vorm van schulddienstverlening wordt bepaald door verschillende factoren en verschilt per situatie. Factoren, die hierbij een rol kunnen spelen, zijn onder andere;
- a.
de aard, zwaarte, regelbaarheid en/of omvang van de schuldpositie;
- b.
de aanwezige psychosociale problemen van de aanvrager;
- c.
de motivatie van de aanvrager;
- d.
een eventueel eerder gebruik van een minnelijk of een wettelijk schulddienstverleningstraject;
- e.
de mate van zelfredzaamheid van de aanvrager en zijn netwerk;
- f.
de aard en/of hoogte van het inkomen van de aanvrager.
- a.
- 4.
Het college kan voorwaarden stellen bij het doen van een aanbod schulddienstverlening aan de aanvrager. Voorwaarden, die gesteld kunnen worden, zijn;
- a.
het accepteren van hulpverlening, die het college noodzakelijk vindt om te komen tot een duurzaam resultaat van de schulddienstverlening;
- b.
het opleggen van de verplichting tot het openen van een basisbetaalrekening, als de aanvrager geen betaalrekening op eigen naam heeft of een betaalrekening heeft met een roodstand.
- a.
Artikel 4 Verplichtingen aanvrager
- 1.
De aanvrager doet aan het college op verzoek en uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, die van invloed kunnen zijn op de schulddienstverlening, zowel gedurende de aanvraagperiode als tijdens de looptijd van het schulddienstverleningstraject;
- 2.
De aanvrager is verplicht om zich te houden aan de volgende voorschriften en om alle medewerking te verlenen, die nodig is gedurende de aanvraagperiode en gedurende het schulddienstverleningstraject;
- a.
het nakomen van afspraken;
- b.
geen nieuwe schulden maken;
- c.
het zich houden aan de overeenkomsten die gesloten zijn voor het schulddienstverleningstraject;
- d.
het geven van toestemming om belangrijke informatie voor de schulddienstverlening op te vragen bij en te verstrekken aan andere organisaties of personen;
- e.
het zich tot het uiterste inspannen om de afloscapaciteit zo hoog mogelijk te krijgen en/of te houden;
- f.
Het reageren op een hersteltermijn.
- a.
Artikel 5 Afwijzings- en beëindigingsgronden
- 1.
Als de aanvrager niet of onvoldoende zijn verplichtingen nakomt, zoals beschreven in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om de schulddienstverlening af te wijzen of te beëindigen;
- 2.
Voordat er vanwege lid 1 wordt besloten tot afwijzing dan wel beëindiging, wordt de aanvrager wanneer mogelijk een redelijke termijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of de gevraagde informatie te verstrekken;
- 3.
Een aanvraag schulddienstverlening kan worden afgewezen, als minder dan één jaar voorafgaand aan de dag waarop de aanvraag is ingediend;
- a.
de aanvrager de verplichtingen uit artikel 4 niet of onvoldoende is nagekomen;
- b.
of de schulddienstverlening is beëindigd op basis van artikel 5 lid 4 sub e, f, g of sub n;
- c.
of een schulddienstverleningstraject tussentijds door toedoen van de aanvrager is beëindigd.
- a.
- 4.
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot afwijzing van de aanvraag tot schulddienstverlening, of beëindiging van schulddienstverlening in één van de volgende situaties;
- a.
het schulddienstverleningstraject is succesvol afgerond;
- b.
de aanvrager in staat is om zijn schulden zelf te regelen of te beheren;
- c.
schulddienstverlening is, door persoonlijke omstandigheden van de aanvrager, niet (langer) passend;
- d.
de aanvrager niet langer voldoet aan artikel 2;
- e.
de schulddienstverlening is op basis van onjuiste en/of onvolledige gegevens aan de aanvrager toegekend. Wanneer deze gegevens ten tijde van de besluitvorming bekend waren geweest bij het college was er een ander besluit genomen;
- f.
de aanvrager wil zijn afloscapaciteit niet gebruiken voor het aflossen van schulden;
- g.
de aanvrager misdraagt zich ten opzichte van medewerkers van de gemeente of anderen die namens de gemeente belast zijn met werkzaamheden die voortkomen uit het uitvoeren van het schulddienstverlenerstraject;
- h.
de schulddienstverlening niet langer noodzakelijk is;
- i.
de aanvrager verzoekt om beëindiging van het traject;
- j.
de aanvrager is overleden;
- k.
de aanvrager verkeert in staat van faillissement;
- l.
er sprake is van onderbewindstelling of onder curatelestelling van de vermogensrechtelijke bestandsdelen van de aanvrager;
- m.
er sprake is van het opzetten van een schuldregeling en de schuldeisers weigeren om mee te werken aan een schuldakkoord;
- n.
de aanvrager zijn schuldeisers verwijtbaar benadeelt tijdens het traject.
- a.
Artikel 6 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.
Artikel 7 Duur en inwerkingtreding
Deze beleidsregels gelden voor onbepaalde tijd en treden in werking met ingang van de dag nadat de beleidsregels bekend zijn gemaakt.
Artikel 8 Intrekking oude beleidsregel
De Beleidsregels schulddienstverlening Midden-Groningen 2022 worden ingetrokken per datum inwerkingtreding van deze beleidsregels.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 maart 2025
Burgemeester
Gemeentesecretaris
Toelichting beleidsregels schulddienstverlening
Toelichting algemeen
Op basis van de Wet gemeentelijke schulddienstverlening (hierna Wgs ) is de gemeente verplicht een beleidsplan op te stellen. Het beleidsplan schulddienstverlening 2022-2026 gemeente Midden-Groningen is een meerjarenbeleidskader voor de komende vier jaar en ook een plan met concrete voorstellen.
Daarnaast heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen beleidsregels opgesteld, zodat de uitvoering van schulddienstverlening zorgvuldig plaats kan vinden en er heldere regels voor inwoners zijn. Deze beleidsregels brengen onder andere duidelijk over de doelgroep en wanneer een aanvrager in aanmerking kan komen voor schulddienstverlening.
Op basis van de Wgs zijn de beleidsregels ook om juridische redenen nodig. Als gevolg van deze wet doet de Algemene wet bestuursrecht (hierna AwB) zijn intrede in schulddienstverlening. Een besluit tot het doen van een aanbod, tot het beëindigen of tot het afwijzen van schulddienstverlening is een besluit in de zin van de Awb. De beleidsregels bieden samen met de Awb de basis om tot zorgvuldige besluitvorming in schulddienstverlening te komen.
Toelichting artikelsgewijs
Artikel 1 |
Woordomschrijvingen |
De artikelsgewijze toelichting van de Wgs beschrijft nauwkeurig hoe breed de definitie van schulddienstverlening is; Schulddienstverlening omvat zowel het voorkomen van problematische schulden (preventie), het helpen van een schuldenaar bij het vinden van een oplossing voor zijn problematische schulden als het voorkomen van terugval in de oude situaties (nazorg). Schulddienstverlening dient een integraal karakter te hebben. Zowel materiële als immateriële aspecten maken onderdeel uit van schulddienstverlening. Integrale schulddienstverlening is een samenhangend hulpaanbod van preventie tot en met zorg gericht op zowel de financiële- als psychosociale en andere oorzaken van schulden. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om relatieproblemen, de woonsituatie, de gezondheid, de verslaving en de gezinssituatie. Schulddienstverlening is toegankelijk voor natuurlijke personen. Natuurlijke personen kunnen schulddienstverlening krijgen voor zowel hun privé schulden als voor zakelijke schulden |
Artikel 2 |
Doelgroepgemeentelijkeschulddienstverlening |
Eerste lid |
De gemeentelijke schulddienstverlening van Midden-Groningen is laagdrempelig en breed toegankelijk. Minderjarigen komen niet in aanmerking voor schulddienstverlening, aangezien deze groep in principe geen overeenkomsten kan sluiten zonder toestemming van een ouder of een voogd, waardoor er in feite geen schuldensituatie kan ontstaan. Ook kan de minderjarige geen overeenkomsten van de schulddienstverlening tekenen. Tot de doelgroep behoren daarom alle ingezetenen van 18 jaar en ouder. Jongeren met een leeftijd jonger dan 18 jaar komen wel in aanmerking voor schuldpreventie en informatie & advies. Educatie over geld voor jongeren kan namelijk juist financiële problematiek voorkomen. |
Artikel 3 |
Aanbodschulddienstverlening |
|
Derde lid |
Het college bepaalt de aard van de ondersteuning. Verschillende producten van schulddienstverlening zijn mogelijk. Daarnaast kan de schulddienstverlening alleen effectief zijn als deze producten geboden worden in een traject van gestandaardiseerd maatwerk. |
|
Vierde lid |
De zaken genoemd in het derde lid, onder a tot en met f, bepalen onder andere hoe het college komt tot het besluiten over de vorm van de aangeboden ondersteuning en hiermee wordt inzichtelijk waarmee er rekening gehouden kan worden om maatwerk te kunnen bieden. Er is geen limitatief overzicht gegeven van factoren, die mee kunnen spelen in besluitvorming van het college. |
|
Vijfde lid |
Om een traject schulddienstverlening te brengen tot een duurzaam en effectief resultaat kan het nodig zijn, dat het college voorwaarden stelt bij het doen van een aanbod tot schulddienstverlening. Er wordt geen limitatieve opsomming gegeven, omdat in schulddienstverlening maatwerk wordt geboden. |
|
Sub a |
Het aanvaarden van hulp kan noodzakelijk zijn om immateriële problemen aan te pakken, die oorzakelijk en/of in stand houdend werkt voor de schuldproblemen en daardoor onmisbaar is voor het komen tot een duurzaam resultaat van schulddienstverlening. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om hulp bij een verslaving. Sub a onderschrijft de integraliteitsgedachte van de Wgs. |
|
Sub b |
Het openen van een basisbetaalrekening door de aanvrager kan een voorwaarde zijn, als de aanvrager niet beschikt over een betaalrekening op eigen naam of zonder roodstand bij een reguliere bank. Dit is bepaald, omdat het beschikken over een eigen bankrekening onmisbaar is om uiteindelijk tot komen tot financiële zelfredzaamheid van de aanvrager. |
|
Sub c |
Het liquideren van vermogensbestanddelen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het bezit van een eigen auto, eigen woning of levensverzekering. |
Artikel 4 |
Verplichtingenaanvrager |
Eerste lid |
In het eerste lid wordt de inlichtingenplicht van de aanvrager genoemd. De inlichtingenplicht staat ook geformuleerd in artikel 6 van de Wgs. De inlichtingenplicht is noodzakelijk om een effectieve schulddienstverlening te kunnen bieden en geeft vorm aan de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager. |
Tweede lid |
In het tweede lid wordt de medewerkingsplicht van de aanvrager genoemd. Dit is gebaseerd op artikel 7 van de Wgs. Sub a tot en met e omschrijven een aantal verplichtingen. Dit is geen limitatieve opsomming. |
Artikel 5 |
Afwijzings- en beëindigingsgronden |
Eerste lid |
Dit is geformuleerd als een ‘kan’-bepaling, aangezien het college de bevoegdheid heeft tot afwijzen of tot beëindigen, maar dit is geen verplichting. Dit geeft het college een benodigde ruimte om te besluiten. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn in situaties, waar elke verwijtbaarheid ontbreekt. |
Tweede lid |
Alvorens het college een besluit ingevolgde lid 1 van dit artikel neemt, krijgt de aanvragereen redelijke termijn om alsnog zijn verplichtingen na te komen. Er is geen vaste termijn hier opgenomen, omdat de lengte van een redelijke termijn afhangt van de aard van de verplichting. |
Derde lid |
Dit lid bepaalt dat als een aanvrager een aanvraag indient, terwijl in het voorgaande jaar de hulpverlening is beëindigd door een verwijtbaar handelen, dat de aanvraag geweigerd kan worden. Het gaat er hier expliciet om dat er sprake is van verwijtbaar handelen en het artikel biedt ruimte om ten voordele van de aanvrager af te wijken. |
Vierde lid |
In dit artikel staat ook beschreven wanneer de schulddienstverlening beëindigd of geweigerd kan worden. Ook hier is sprake van een ‘kan’-bepaling en is het college dus niet verplicht om in elke genoemde situatie over te gaan tot afwijzing of beëindiging van de schulddienstverlening. Als er sprake is van een afwijzing of beëindiging van schulddienstverlening op basis van de onder c genoemde situatie, dan is extra aandacht voor de motivering van het besluit noodzakelijk. |
Artikel 6 |
Onvoorzieneomstandigheden |
Dit artikel behoeft geen toelichting. Er is uitdrukkelijk geen lid met een hardheidsclausule opgenomen, aangezien artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht hierin voorziet. |
Artikel 7 |
Duur en inwerkingtreding |
Dit artikel behoeft geen toelichting. |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl