Beleidsregel Zonnepanelen en -collectoren in het beschermd stads- en dorpsgezicht gemeente Zutphen 2025

Geldend van 20-03-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel Zonnepanelen en -collectoren in het beschermd stads- en dorpsgezicht gemeente Zutphen 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

gelet op de Omgevingswet, het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl);

gelet op de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Zutphen;

gelet op de Welstandsnota, in het bijzonder artikel 5.2.8, waarin het Beleid Zonnepanelen en -collectoren in het beschermd stads- en dorpsgezicht gemeente Zutphen 2024 is neergelegd;

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Beleidsregel Zonnepanelen en -collectoren in het beschermd stads- en dorpsgezicht gemeente Zutphen 2025

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze beleidsregel verstaat onder:

  • a.

    achterzijde van een pand: de achterzijde van een pand wordt bepaald door de ligging van de voorzijde. De achterzijde is de zijde die geen voorzijde of zijkant is, en niet direct is verbonden met de voorzijde. Als deze definitie in uitzonderlijke gevallen niet opgaat, zoals bij panden met een ronde of driehoekige plattegrond, geldt dat er voor deze beleidsregel geen sprake is van een achterzijde;

  • b.

    architectonische en/ of cultuurhistorische waarden: waarden van het pand of de omgeving waarbij artistieke, historische, geestelijke, geografische, stedenbouwkundige, sociaaleconomische, bestuurlijke en/ of technische ontwikkelingen een rol spelen;

  • c.

    beschermd stads- en dorpsgezicht: een gebied in Zutphen of Warnsveld met een bijzonder cultuurhistorisch karakter, zoals aangewezen bij besluiten van 9 januari 1986, 15 september 2011 en 7 september 2015;

  • d.

    beschermd monument: een gebouwd monument dat op grond van wet- en regelgeving is aangewezen als rijks- en/ of gemeentelijk monument;

  • e.

    bouwblok: een geheel van (geschakelde) pand(en)/ bouwwerk(en);

  • f.

    bouwwerken: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • h.

    dakenlandschap: ruimtelijke verschijningsvorm van het geheel aan daken van zowel historische als niet historische bouwwerken, zoals opgenomen in de redengevende beschrijving van het beschermde stads- en dorpsgezicht;

  • i.

    gemeente: gemeente Zutphen;

  • j.

    indaksysteem zonnepanelen: systeem waarbij gewone zonnepanelen niet bovenop, maar in plaats van de dakpannen, op het dak worden geplaatst;

  • k.

    initiatief: een informatieverzoek, principe-verzoek, vooradvies of een aanvraag om omgevingsvergunning;

  • l.

    legplan: een tekening, op schaal en voorzien van maatvoering, van het dakvlak of de dakvlakken inclusief eventuele obstakels zoals een schoorsteen, rookgasafvoerpijp, dakraam of dakkapel, waarop in de juiste afmetingen, verhoudingen en kleuren te zien is hoe de initiatiefnemer de zonnepanelen op het dak wil aanbrengen;

  • m.

    legpatroon; een eenduidig patroon waar de zonnepanelen in worden gelegd;

  • n.

    mansardekap: dakvorm waarbij het onderste deel steiler is dan het bovenste deel;

  • o.

    noklijn: de nok is de bovenste scherpe, meestal horizontale snijlijn van twee dakvlakken; de bovenste rand van een dak;

  • p.

    openbaar toegankelijk gebied; wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b. van de Wegenverkeerswet 1994, en pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, uitgezonderd wegen alleen bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;

  • q.

    photovoltaïsche en thermische panelen: een paneel voor elektriciteits- en warmte opwekking uit zonne-energie, inclusief eventuele bijbehorende leidingen en bedrading;

  • r.

    plat dak: een, bij benadering, horizontaal dakvlak;

  • s.

    reversibiliteit: een toevoeging aan een monument dat ongedaan kan worden gemaakt zonder dat daarbij cultuurhistorisch waardevol materiaal en/ of waarden verloren zijn gegaan;

  • t.

    schildkap: een kap met dakvlakken aan alle vier de zijden bestaande uit twee driehoekige schilden aan de smalle zijden en twee trapeziumvormige schilden aan de lange zijden;

  • u.

    voorzijde van een pand: wat de voorzijde van een pand is, wordt bepaald door de voorgevelrooilijn. Als een pand twee voorgevelrooilijnen heeft, geldt de zijde waar de hoofdentree van het pand zich bevindt als voorzijde;

  • v.

    Welstandsnota: de gemeentelijke welstandsnota;

  • w.

    zonnedakpannen: dakpannen met daarop geïntegreerde zonnecellen;

  • x.

    zonnecollector: een paneel voor warmteopwekking uit zonne-energie, inclusief eventuele bijbehorende leidingen en bedrading. In deze beleidsregel valt een zonnecollector onder de noemer: zonnepaneel;

  • y.

    zonnepaneel: een paneel voor elektriciteitsopwekking uit zonne-energie, inclusief eventuele bijbehorende leidingen en bedrading. Onder zonnepaneel wordt in deze beleidsregel ook een zonnecollector en photovoltaïsche en thermische panelen verstaan;

  • z.

    zijdakvlak: een hellend dakvlak dat zich aan de zijkant van een pand bevindt;

  • aa.

    zijkant van een pand: de zijde van een pand die de achterzijde met de voorzijde verbindt.

Artikel 2 Toepassingsgebied

  • 1. Een initiatief voor het aanbrengen van zonnepanelen op een pand binnen een beschermd stads- en dorpsgezicht wordt getoetst aan de in artikel 3 vermelde voorwaarden.

  • 2. De in artikel 3 vermelde voorwaarden geven kaders en richtlijnen aan een initiatiefnemer voor het aanbrengen van zonnepanelen op een pand binnen de grenzen van het beschermde stads- en dorpsgezicht, zoals aangegeven in de bijlagen 1, 2 en 3.

Artikel 3 Voorwaarden voor verlening omgevingsvergunning

  • 1. Het college kan een omgevingsvergunning verlenen voor het plaatsen van zonnepanelen als aan de volgende voorwaarden voor zichtbaarheid, plaatsing, compositie en kleurstelling wordt voldaan:

    • a.

      Zichtbaarheid, plaatsing en compositie:

      • i.

        zonnepanelen op bouwwerken gelegen in paars gebied (1e categorie, zie kaart bijlage 1) zijn niet zichtbaar vanaf openbaar toegankelijk gebied;

      • ii.

        zonnepanelen op bouwwerken gelegen in oranje gebieden (2e categorie, zie kaart bijlagen 1, 2 en 3) mogen slechts beperkt zichtbaar zijn vanaf openbaar toegankelijk gebied, zolang:

        • 1.

          de zonnepanelen en -collectoren voor slechts een klein deel zichtbaar zijn, en daardoor zeer ondergeschikt in het straatbeeld;

        • 2.

          de zonnepanelen geplaatst zijn op een zijdakvlak, dat niet naar de straat gekeerd is en de panelen minimaal 2 meter achter de voorgevel liggen van een bouwwerk dat deel uitmaakt van een aaneengesloten rij bouwwerken. Deze bouwwerken zijn in dezelfde rooilijn geplaatst en hebben een vergelijkbare goot- en nokhoogte;

        • 3.

          de zonnepanelen niet geplaatst zijn tussen voorgevel en de nok bij een schildkap;

        • 4.

          de zonnepanelen niet op het zijdakvlak van een aangekapt dak dat naar de straat is gekeerd worden geplaatst;

      • iii.

        zonnepanelen op bouwwerken gelegen in gele gebieden (3e categorie, zie kaart bijlagen 1, 2 en ), mogen zichtbaar zijn, zolang:

        • 1.

          ze de samenhang in het straatbeeld van een bouwblok niet aantasten;

        • 2.

          de zonnepanelen per bouwblok onderling op elkaar zijn afgestemd qua type, legpatroon en plaatsing;

      • iv.

        de plaatsing van zonnepanelen op bouwwerken binnen het beschermd stads- en dorpsgezicht levert geen onevenredige verstoring op van aanwezige monumentale, architectonische en/ of cultuurhistorische en/ of stedenbouwkundige waarden van het bouwwerk of de omgeving;

      • v.

        de monumentale, architectonische en/ of cultuurhistorische en/ of stedenbouwkundige waarden van het bouwwerk of de omgeving van de beschermde stads- en dorpsgezicht blijven zo goed mogelijk behouden en worden niet onevenredig aangetast;

      • vi.

        dakconstructie- of bedekking wordt behouden; zonnepanelen moeten zodanig worden gemonteerd dat er geen onomkeerbare schade aan dakconstructie- of bedekking ontstaat door de dakconstructie- en bedekking te verwijderen of te beschadigen. Dit mag alleen in uitzonderlijke gevallen om de zonnepanelen en -collectoren te verankeren;

      • vii.

        zonnepanelen mogen zichtbaar zijn vanaf de Wijnhuistoren en de Walburgistoren;

      • viii.

        zonnepanelen worden altijd in een rustig legpatroon gelegd, om een onevenredige aantasting van het beschermde dakenlandschap tegen te gaan;

      • ix.

        bij grotere/ complexe dakvlakken of bij woningbouwblokken zijn de vlakken of stroken met zonnepanelen systematisch geplaatst in een patroon ten opzichte van elkaar, de dakranden en andere elementen in het dak;

      • x.

        bij de noklijn op schuine daken worden de zonnepanelen minimaal 1 pan onder de nokpan geplaatst;

      • xi.

        bij de goot op schuine daken worden de zonnepanelen minimaal 2 pannen boven de goot geplaatst;

      • xii.

        zonnepanelen op een schuin dak worden geplaatst onder dezelfde hellingshoek als het dakvlak;

      • xiii.

        zonnepanelen op een plat dak, moeten op minimaal 50 centimeter vanaf de rand gemeten worden geplaatst. De exacte afstand hangt van de hoogte en hellingshoek van de panelen en de hoogte van de dakrand;

      • xiv.

        bij mansardekappen worden zonnepanelen geplaatst op het bovenste gedeelte tenzij andere dakvlakken zich daar beter voor lenen;

      • xv.

        bij schildkappen of dakschilden worden zonnepanelen onder (de verticale projectie van) de nok- of dakrand geplaatst;

      • xvi.

        indaksysteem zonnepanelen of zonnedakpannen worden niet toegepast;

      • xvii.

        de activiteit moet voldoen aan het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

    • b.

      Kleurstelling:

      • i.

        zonnepanelen zijn volledig in één kleur en gematteerd uitgevoerd;

      • ii.

        zonnepanelen hebben geen rasterpatroon, lichte randen of lichte accenten;

      • iii.

        bij complexe dakvlakken of een rij waarbij de panden erg op elkaar lijken worden de zonnepanelen in eenzelfde kleur gelegd.

  • 2. Bij (rijks) monumenten gelden aanvullend als voorwaarden:

    • a.

      historische materialen en constructies blijven behouden; zonnepanelen moeten zodanig worden gemonteerd dat geen onomkeerbare schade aan historisch materiaal ontstaat. Het aanbrengen van zonnepanelen is reversibel;

    • b.

      er mogen geen zonnepanelen geplaatst worden op daken met een bijzondere vorm of afwerking.

Artikel 4 Aanvraag om omgevingsvergunning, aanvullende gegevens

  • 1. Bij een aanvraag om omgevingsvergunning moet de initiatiefnemer aanvullend de volgende gegevens overleggen:

    • a.

      welke, waar en hoe de zonnepanelen worden geplaatst;

    • b.

      documentatie over het type zonnepaneel en de kleurstelling;

    • c.

      een tekening van het legplan;

    • d.

      indien mogelijk: een fotomontage van de leverancier. Als dit een realistische weergave betreft en voldoende inzicht biedt dan kunnen tekeningen genoemd onder c, achterwege blijven;

    • e.

      foto’s (op ooghoogte) die duidelijk maken of en in hoeverre de zonnepanelen zichtbaar zijn vanaf openbaar toegankelijk gebied;

    • f.

      documentatie over hoe de panelen worden gemonteerd en uit cultuurhistorisch oogpunt waardevolle materialen en detailleringen worden behouden.

  • 2. Bij plaatsing van zonnepanelen op een plat dak moeten aanvullend op de in het eerste lid vermelde gegevens overgelegd worden: gegevens over de hellingshoek waaronder de zonnepanelen gelegd worden ten opzichte van het platte dak. Deze gegevens zijn nodig om te kunnen bepalen of de zonnepanelen boven de dakrand uitsteken.

  • 3. Bij een aanvraag om omgevingsvergunning voor het plaatsen van zonnepanelen op een (rijks)monument moeten aanvullend op de in het eerste lid vermelde gegevens de volgende gegevens overgelegd worden:

    • a.

      hoe de zonnepanelen gemonteerd worden;

    • b.

      een beschrijving hoe leidingen en dergelijke worden doorgevoerd;

    • c.

      hoe de brand- en constructieveiligheid wordt gewaarborgd;

    • d.

      een beschrijving hoe historische materialen en constructies behouden worden.

  • 4. Bij een (rijks)monument kan het college extra gegevens verlangen die naar het oordeel van het college nodig zijn om een aanvraag te kunnen beoordelen in relatie tot de monumentale waarden van het bouwwerk.

Artikel 5 Afwijkingsbevoegdheid

  • 1. Het college kan bij bijzondere omstandigheden van één of meer artikelen van deze beleidsregel afwijken.

  • 2. Het college kan in uitzonderlijke gevallen gemotiveerd afwijken van het bepaalde in artikel 3 als het van belang is dat monumentale, architectonische en/ of cultuurhistorische en/ of stedenbouwkundige waarden van het bouwwerk of de duurzaamheidsmaatregel voorgaan.

  • 3. Het college kan gemotiveerd afwijken van het bepaalde in artikel 3 bij een aanvraag voor het opwekken van energie met een zonnepaneel dat een aantoonbare grote kwalitatieve bijdrage levert aan de verduurzamingssopgave of de omgeving of naar aanleiding van gewijzigde inzichten, technische ontwikkelingen en innovatieve oplossingen en/ of in situaties die zijn veranderd na een (her)ontwikkeling.

Artikel 6 Integrale toetsing

Het college toetst een initiatief, naast aan de in artikel 3 vermelde voorwaarden en geldende wet- en regelgeving, ook aan:

  • a.

    het gemeentelijke duurzaamheidsbeleid;

  • b.

    het gemeentelijke welstandsbeleid;

  • c.

    aspecten van cultuurhistorie en monumentenzorg;

  • d.

    het (geldende) Omgevingsplan;

  • e.

    overige van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Zonnepanelen en -collectoren in het beschermd stads- en dorpsgezicht gemeente Zutphen 2025.

Ondertekening

Aldus besloten op 11 maart 2025.

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester,

de secretaris,

Bijlage 1 Kaart Binnenstad Zutphen

Begrenzing rijksbeschermd stadsgezicht Zutphen - binnenstad

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Kaart Coehoornsingel - Deventerweg

Begrenzing rijksbeschermd stadsgezicht Coehoornsingel - Deventerweg

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3 Kaart Warnsveld

Begrenzing gemeentelijk beschermd dorpsgezicht Warnsveld

afbeelding binnen de regeling

Algemene toelichting

Doel

Deze beleidsregel heeft tot doel om de verduurzaming van panden in een van de beschermde stads- en dorpsgezichten van de gemeente Zutphen te ondersteunen door bewustwording, inspiratie, duidelijkheid en voorspelbaarheid te geven in de mogelijkheden voor plaatsing van zonnepanelen. De cultuurhistorische waarden van de beschermde stads- en dorpsgezichten in Zutphen en Warnsveld vormen het vertrekpunt. Voor het opstellen van het kader is bekeken in hoeverre deze waarden in het geding zijn bij de plaatsing van zonnepanelen op daken. Onderzocht is welke dakvlakken meer of minder relevant zijn voor het beschermde gezicht. Vervolgens wordt een aantal ordes onderscheiden. Dit is vertaald in kaarten waarop dit zichtbaar wordt. Daarbij worden de volgende categorieën onderscheiden:

  • 1e

    categorie (paars): niet zichtbaar vanaf openbaar toegankelijk gebied;

  • 2e

    categorie (oranje): beperkt zichtbaar vanaf openbaar toegankelijk gebied, mits:

    • -

      de zonnepanelen en -collectoren voor slechts een klein deel zichtbaar zijn en daardoor zeer ondergeschikt in het straatbeeld;

    • -

      de zonnepanelen en -collectoren zijn geplaatst op een zijdakvlak, dat niet naar de straat gekeerd is en de panelen achter de voorgevel van een bouwwerk liggen dat deel uitmaakt van een aaneengesloten rij bouwwerken. Deze bouwwerken zijn in dezelfde rooilijn geplaatst en hebben een vergelijkbare goot- en nokhoogte;

    • -

      de zonnepanelen en -collectoren niet zijn geplaatst tussen voorgevel en de nok bij een schildkap;

    • -

      de zonnepanelen en -collectoren niet op het zijdakvlak van een aangekapte dak dat naar de straat is gekeerd worden geplaatst;

  • 3e

    categorie (geel): zichtbaar vanaf openbaar toegankelijk gebied, mits:

    • -

      de zonnepanelen en -collectoren de samenhang in het straatbeeld van een bouwblok niet aantasten. De zonnepanelen en -collectoren worden per bouwblok onderling op elkaar afgestemd qua type, legpatroon en plaatsing.

Daarnaast zijn voorwaarden benoemd voor plaatsing, compositie en kleurstelling. Voor het plaatsen van zonnepanelen op (rijks)monumenten zijn specifieke voorwaarden opgenomen. Deze beleidsregel geeft daarmee meer duidelijkheid aan een initiatiefnemer waar en onder welke voorwaarden er mogelijkheden zijn; daarnaast geeft het toetsingskader waarlangs kan worden beslist over vergunningaanvragen. Met de beleidsregel wordt ook aansluiting gezocht bij het nieuwe beleid op dit vlak van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).

Beleidskader

Deze beleidsregel is een uitwerking van het door de raad vastgestelde Beleid ‘Zonnepanelen- en -collectoren in het beschermd stads- en dorpsgezicht gemeente Zutphen 2024’, zoals dit is opgenomen in artikel 5.2.8 van de Welstandsnota.

Procedure

Een initiatiefnemer kan een plan voor van vooroverleg indienen bij het college. Toetsing vindt plaats voordat een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt ingediend. De initiatiefnemer voorkomt hiermee verrassingen tijdens de aanvraagprocedure van een vergunning en kan beoordelen of en in hoeverre het initiatief kans van slagen heeft. Het staat een initiatiefnemer vrij om zonder vooradvies een aanvraag om omgevingsvergunning in te dienen. Met de behandeling van een vooroverleg is invulling gegeven aan het informele voortraject in de geest van de Omgevingstafel. Hiermee wordt aan de wenselijkheid en haalbaarheid van een initiatief invulling gegeven, zodat het formele vergunningenproces binnen de wettelijke termijnen doorlopen kan worden.

Bij het plaatsen van zonnepanelen is het wenselijk, voorafgaand aan de aanvraag om omgevingsvergunning, aan de initiatiefnemer een vastgesteld kader mee te geven. Zo wordt in grote lijnen duidelijk binnen welke kaders mogelijkheden gezocht kunnen worden. De vermelde voorwaarden dienen als leidraad voor (bouw)plannen. Een initiatiefnemer bepaalt zelf aan de hand van de kaarten (bijlage 1, 2 en 3) welke categorie (1, 2 of 3) van toepassing is en welke uitgangspunten gelden voor het plaatsen van zonnepanelen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Onder c.: De Zutphense binnenstad is in 1986 aangewezen door het rijk als beschermd stadsgezicht als erkenning van de monumentale kwaliteit van de historische binnenstad. In 2011 is het beschermd stadsgezicht door het rijk uitgebreid met de 19e en 20e-eeuwse stadsuitbreiding langs de Coehoornsingel en Deventerweg. In 2015 heeft de gemeenteraad de historische dorpskern van Warnsveld als gemeentelijk beschermd dorpsgezicht aangewezen.

Artikel 2 Toepassingsgebied

Deze beleidsregel geldt voor alle bouwwerken binnen de beschermde stads- en dorpsgezichten van gemeente Zutphen.

Artikel 3 Voorwaarden voor verlening omgevingsvergunning

De in dit artikel vermelde voorwaarden zijn eisen waaraan een initiatief voor het plaatsen van zonnepanelen moet voldoen. Hieronder worden enkele onderdelen van deze randvoorwaarden, waar nodig, toegelicht.

Eerste lid, onder a,iii.1.: samenhang in het straatbeeld kan worden bereikt door zonnepanelen per bouwblok onderling op elkaar af te stemmen qua type, legpatroon en plaatsing.

Eerste lid, onder a.viii.: er is sprake van een rustig legpatroon als panelen met dezelfde opwekfunctie per dakvlak worden gebruikt, zonnepanelen in dezelfde richting geplaatst worden en/ of zonnepanelen in een vierkant of rechthoekig patroon worden gelegd. Een enkele onderbreking in het patroon mag, voor bijvoorbeeld een dakdoorvoer, -licht of -raam.

Eerste lid, onder a.xvi.: ervan uitgaande dat zonnepanelen slechts een beperkte levensduur hebben en op termijn weer worden verwijderd, weegt behoud van historisch materiaal zwaarder dan esthetiek. Er worden daarom geen indak-systemen of zonnedakpannen geplaatst, omdat daarbij historische materialen worden verwijderd.

Eerste lid, onder b.i.: De kleur van de panelen heeft impact op de mate van verstoring. Wanneer de kleur van de zonnepanelen overeenkomst met de kleur van het dakvlak is er in sommige gevallen meer mogelijk.

Tweede lid, onder b.: dit betreft bijvoorbeeld (niet limitatief) ronde, spitse of veelhoekige daken, daken met een bijzonder decoratief patroon of daken van bijzondere materialen, zoals zeldzame dakpannen, leien daken en daken van riet, koper, zink of lood.

Artikel 4 Aanvraag om omgevingsvergunning, aanvullende gegevens

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 5 Maatwerk en afwijking

Op grond van dit artikel kan het college bij bijzondere omstandigheden van één of meer artikelen van deze beleidsregel afwijken.

Artikel 6 Integrale toetsing

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 8 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.