Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736871
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736871/1
Beleidsregels schuldhulpverlening Westerkwartier
Geldend van 21-03-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels schuldhulpverlening WesterkwartierBurgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier
Overwegende dat
- -
Zij op grond van artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening tot taak heeft het bieden van schuldhulpverlening aan haar inwoners en;
- -
zij omwille van de zorgplicht inwoners in een zo vroeg mogelijk stadium wensen te ondersteunen bij geldzorgen en schulden;
- -
het gewenst is ter invulling van onze beleidsruimte beleidsregels vast te stellen over de toegang tot schuldhulpverlening en de te bieden ondersteuning, en
Gelet op
- •
artikel 4:81 lid 1, 4:83 en artikel 1:3 lid 4 Algemene wet bestuursrecht (Awb);
- •
de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs);
- •
het geldende Beleidsplan integrale schuldhulpverlening Westerkwartier
Artikel 1. Begripsbepalingen
Deze beleidsregel verstaat onder:
- A.
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
- B.
Besluit: besluit in het kader van tweedelijns schuldhulpverlening;
- C.
BRP: Basisregistratie Personen;
- D.
College: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Westerkwartier;
- E.
Inwoner: persoon die in de BRP in de gemeente Westerkwartier is ingeschreven;
- F.
NVVK: Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, de branchevereniging voor schuldhulpverlening;
- G.
Plan van Aanpak: plan van aanpak voor de schuldhulpverlening als bedoeld in artikel 4a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
- H.
Schuldhulpverlening: het integrale hulp- en ondersteuningsaanbod voor natuurlijke personen met betalingsachterstanden en schulden, preventief, curatief en de nazorg;
- I.
Problematische schulden: indien redelijkerwijs te voorzien is dat een natuurlijk persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schuld(en), of hij heeft opgehouden te betalen;
- J.
Eerstelijns schuldhulpverlening: omvat de toegang tot schuldhulpverlening, vroegsignalering en preventieve hulpverlening gericht op stabilisatie of curatie en nazorg (voorzover nog geen sprake is van problematische schulden);
- K.
Tweedelijns schuldhulpverlening: specialistische schuldhulpverlening in geval van problematische schulden;
- L.
Vroegsignalering: in een zo vroeg mogelijk stadium in beeld brengen van mensen met financiële problemen om vroegtijdige hulpverlening mogelijk te maken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van daadwerkelijke signalen en outreachende hulpverlening;
- M.
Hulpvrager: inwoner die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening;
- N.
Wgs: Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening;
- O.
Wsnp: Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen;
- P.
Zelfstandig ondernemer: inwoner die (mede)eigenaar is van een Eenmanszaak of Vennootschap onder Firma.
- Q.
Budgetbeheer: omvat alle activiteiten om de inkomsten van inwoners te beheren en betalingen te doen die zijn vastgelegd in een budgetplan.
Artikel 2. Uitvoering
De schuldhulpverlening wordt uitgevoerd door:
- •
een door de gemeente gecontracteerde organisatie voor de eerstelijns schuldhulpverlening;
- •
een gemandateerde organisatie voor schuldhulpverlening voor de tweedelijns schuldhulpverlening aan natuurlijke personen en zelfstandig ondernemers.
Artikel 3. Doelgroep
Inwoners van 18 jaar en ouder van de gemeente Westerkwartier.
Artikel 4. Toegang
-
1. Een gesprek met een schuldhulpverlener kan worden aangevraagd bij de toegang van de eerstelijns schuldhulpverlening;
-
2. Er is sprake van een hulpvraag schuldhulpverlening als de inwoner tijdens een afspraak met een schuldhulpverlener vraagt om hulp bij het voorkomen of oplossen van geldproblemen (waaronder problematische schulden);
-
3. Indien de schuldhulpverlener van de toegang constateert dat het problematische schulden betreft verwijzen zij door naar de tweedelijns schuldhulpverlening;
-
4. Het college verleent aan hulpvrager een schuldhulpverleningstraject indien het college dit noodzakelijk acht. Het college bepaalt de noodzaak en het instrument vanuit het uitgangspunt ‘zo licht mogelijk en zwaar waar nodig’;
-
5. Hulpvrager wordt, in geval van tweedelijns schuldhulpverlening hierover schriftelijk geïnformeerd middels een besluit en een plan van aanpak.
-
6. Het specialistische schuldhulpverlening kan bestaan uit producten die de NVVK beschrijft in modules. Indien die producten of trajecten niet toereikend blijken, kan gekeken worden naar de inzet van andere vormen van dienstverlening als dit naar het oordeel van het college noodzakelijk is.
Artikel 5. Termijnen
-
1. Na melding bij de toegang volgt een eerste gesprek zo snel als mogelijk, maar binnen 3 werkdagen ten behoeve van triage van de hulpvraag;
-
2. Indien uit triage blijkt dat verdere (schuld)hulpverlening gewenst is zal binnen 10 werkdagen een intake volgen waarin zo mogelijk een plan van aanpak wordt opgesteld. Daarin staat o.a. of de hulpverlening gericht op schulden in de eerste- of tweede lijn wordt opgepakt;
-
3. Bij verwijzing naar de tweedelijns schuldhulpverlening volgt binnen 10 werkdagen na doorverwijzing een (beperkte) intake;
-
4. In geval van een crisissituatie vindt binnen drie werkdagen na triage het intake gesprek plaats door de tweedelijns schuldhulpverlening. Onder een crisissituatie wordt verstaan: gedwongen woningontruiming, afsluiting gas/water/energie door netbeheerder en/of opzegging/ontbinding zorgverzekering, aangekondigde boedelverkoop of verkoop van de eigen woning, loon- of bankbeslag of een faillissementsaanvraag. Bij een ondernemer gaat het om beslag op roerende en/of onroerende zaken/goederen die het voortbestaan van de onderneming in gevaar brengt of een opzegging bankkrediet;
-
5. De beschikking tot schuldhulpverlening of de afwijzing daarvan, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, van de Wgs, wordt conform verordening beslistermijn schuldhulpverlening gemeente Westerkwartier 2021 genomen binnen een termijn van maximaal acht weken na de dag waarop het eerste gesprek , bedoeld in artikel 4, eerste lid, van die wet heeft plaatsgevonden.
Artikel 6. Verplichtingen van de hulpvrager in het kader van schuldhulpverlening
Hulpvrager is verplicht om alle medewerking te verlenen die nodig is om duurzaam schuldenvrij te worden. De medewerking bestaat onder andere uit:
- a.
het nakomen van afspraken;
- b.
geen nieuwe schulden aangaan of laten ontstaan;
- c.
zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst en het Plan van Aanpak;
- d.
de schuldhulpverlener tijdig informeren als er wijzigingen zijn in de financiële situatie, woonsituatie of gezinssituatie;
- e.
het actief deelnemen aan budgetcoaching of ander aanbod gericht op duurzame schuldenvrijheid en vergroten van financiële zelfredzaamheid;
- f.
zoveel mogelijk afloscapaciteit creëren door het verruimen van inkomen, inzetten van beschikbaar vermogen en minimaliseren van uitgaven, en deze afloscapaciteit gebruiken voor de afbetaling van de schulden;
- g.
inkomsten verwerven naar zijn volledige arbeidscapaciteit, passende arbeid aanvaarden of passende arbeid proberen te verkrijgen in de mate die redelijkerwijs van hem gevraagd kan worden.
Artikel 7. Budgetbeheer
Het college verleent op aanvraag of ambtshalve door GKB een (gedeeltelijke) vergoeding voor de kosten van budgetbeheer. Het college neemt daarbij, behoudens de inzet van tweedelijns schuldhulpverlening, in overweging de noodzaak, de hoogte van het inkomen van de aanvrager en de motivatie bij coaching.
- a)
Schuldenregeling
-
In geval van de inzet van tweedelijns schuldhulpverlening wordt budgetbeheer voor ten hoogste 3 jaren vergoed.
- b.
Noodzaak
-
Anderszins of na afloop van de tweedelijns schuldhulpverlening wordt de noodzaak van budgetbeheer objectief vastgesteld door de organisatie zoals genoemd in artikel 2 van deze beleidsregels.
- c)
Inkomen
-
De vaststelling van het inkomen gebeurt jaarlijks bij aanvang van het budgetbeheer. Vaststelling vindt plaats voor de duur van 12 maanden. Het inkomen wordt alsvolgt vastgesteld:
- •
bij een regelmatig inkomen wordt uitgegaan van het maandinkomen in de maand voorafgaand aan het moment van vaststelling;
- •
bij een onregelmatig inkomen wordt uitgegaan van de meest recente gegevens over de voorgaande drie maanden of (wanneer daar aanleiding toe is) een jaar (dit kan een boekhoudrapport zijn);
- •
voor de vaststelling van het inkomen wordt uitgegaan van het middelenbegrip als bedoeld in artikel 31 en het inkomensbegrip van artikel 32 en 33 van de Participatiewet.
- 1.
Bij vastgestelde noodzaak en een inkomen beneden 130% toepasselijke bijstandsnorm blijft de deelnemer de volledige vergoeding houden. Bij een inkomen boven deze grens wordt de deelnemer voor de helft van de kosten zelfbetaler.
- 2.
Bij ontbreken van noodzaak en een inkomen beneden de 130% toepasselijke bijstandsnorm houdt de deelnemer de helft van de vergoeding en wordt de deelnemer voor de helft van de kosten zelfbetaler voor ten hoogste 3 aansluitende jaren. Bij een inkomen boven de genoemde grens wordt de deelnemer zelfbetaler.
- 1.
- •
- d)
Motivatie
-
Het niet of onvoldoende willen meewerken aan het bepalen van de noodzaak en/of coaching leidt tot het stoppen van de vergoeding. Een deelnemer wordt dan de opvolgende maand na vaststelling van ontbreken motivatie zelfbetaler.
- e)
Overgangsrecht
-
Trajecten budgetbeheer welke zijn ingegaan voor 15 maart 2025 behouden de vergoeding voor tenminste 3 jaren vanaf ingangsdatum budgetbeheer en daarnaast tenminste totdat de beoordeling op noodzaak, inkomen en motivatie heeft plaatsgevonden. Bij onvoldoende of geen medewerking hieraan stopt de vergoeding van budgetbeheer met ingang van de eerste van de opvolgende maand en wordt de deelnemer zelfbetaler.
Artikel 8. Weigeren schuldhulpverlening
Schuldhulpverlening kan worden geweigerd indien:
- 1.
Motivatie
- a.
hulpvrager niet gemotiveerd blijkt de schulden op te lossen. Voorwaarde is dat de hulpvrager beschikt over een inkomen, of dit op zeer korte termijn verkrijgt;
- b.
hulpvrager vanwege in de persoon gelegen factoren niet in staat is een schuldhulpverleningstraject te volgen;
- c.
uit houding en gedragingen van hulpvrager ondubbelzinnig blijkt dat hij zijn beschikbare middelen niet wil gebruiken ter delging van zijn schulden, dan wel op andere wijze niet mee wil meewerken aan het schuldhulpverleningstraject.
- a.
- 2.
Agressie
Hulpvrager zich ten opzichte van medewerkers, belast met de werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt.
- 3.
Recidive
- 1.
Indien aan hulpvrager, voorafgaande aan de dag waarop de aanvraag om schuldhulpverlening wordt ingediend, eerder toegang tot schuldhulpverlening is verleend wordt behoudens lid 2 de toegang tot schuldhulpverlening voor een periode van maximaal 5 jaar geweigerd.
- 2.
De uitsluitingstermijn uit het vorige lid wordt verkort indien:
- a.
er sprake is van “plotselinge onvoorziene omstandigheden met inkomensachteruitgang als gevolg” en deze wijziging niet uitsluitend en in zeer ernstige mate te wijten is aan belanghebbende zelf;
- b.
er sprake is van schulden die ontstaan zijn door in de persoon gelegen factoren, waarbij duidelijk is dat zich de eerder voorgedane situatie zich niet meer kan voordoen doordat de klant in tegenstelling tot eerdere situatie maatregelen heeft getroffen waardoor een nieuwe terugval voorkomen wordt;
- c.
belanghebbende slechts in geringe mate te verwijten is dat een eerdere toegang tot schuldhulpverlening is geweigerd dan wel een eerder schuldhulpverleningstraject is beëindigd.
- a.
- 3.
Bij bepaling van de uitsluitingstermijn, bedoeld in het eerste lid, wordt rekening gehouden met de intensiteit en de duur van het eerdere schuldhulpverleningstraject.
- 4.
In gevallen waarbij sprake is van herhaaldelijk en stelselmatig weigeren van de toegang tot schuldhulpverlening of het beëindigen van het schuldhulpverleningstraject op grond van het in zeer ernstige mate verwijtbaar niet nakomen door belanghebbende van verplichtingen of voorwaarden, wordt belanghebbende gedurende maximaal 5 jaar de toegang geweigerd.
- 1.
- 4.
Fraude
Iemand die fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft gehad en als die persoon daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie is op opgelegd komt niet in aanmerking voor schuldhulpverlening. De voorwaarden om iemand af te wijzen voor schuldhulpverlening zijn dus:
- ○
de schuldenaar moet fraude hebben gepleegd;
- ○
die fraude moet hebben geleid tot een financiële benadeling;
- ○
er moet sprake zijn van financiële benadeling van een bestuursorgaan; en
- ○
de schuldenaar moet in verband met de fraude onherroepelijk strafrechtelijk zijn veroordeeld OF er moet een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, zijn opgelegd.
- ○
fraude met een bijstandsuitkering voldoet eigenlijk niet aan bovenstaande definitie. Er is namelijk geen sprake van een bestuurlijke boete of een strafrechtelijke veroordeling. De Centrale Raad van Beroep heeft meerdere malen geoordeeld dat afstemming van de bijstandsuitkering (het opleggen van een maatregel of bijvoorbeeld een terugvordering) wel geldt als punitieve sanctie. De maatregel voegt leed toe en behoort daarom wel tot de definitie van fraude.
Onder fraude wordt verstaan: een opzettelijk handelen of nalaten waarbij misleiding wordt gebruikt om een wederrechtelijk voordeel te behalen ten koste van een bestuursorgaan.
Indien het gaat om kleine bedragen of een klein deel van de totale schuldenlast aan fraudeschuld, wordt iemand wel toegelaten tot schuldhulpverlening. Deze beoordeling wordt overgelaten aan de schuldhulpverlener.
Indien de fraude is ontdekt binnen vijf jaar voorafgaand aan het verzoek tot schuldhulpverlening, wordt het verzoek afgewezen. Ligt de ontdekkingsdatum van de fraude vóór vijf jaar terug, dan wordt het verzoek tot schuldhulpverlening in principe toegekend, mits er geen andere gronden tot afwijzing aanwezig zijn.
- 5.
Onrechtmatig verblijf
Hulpvrager geen rechtmatig verblijf heeft in de zin van artikel 8, aanhef en onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000.
Artikel 9. Beëindiging van de schuldhulpverlening
-
1. Een schuldhulpverleningstraject eindigt van rechtswege:
- a.
bij het overlijden van de belanghebbende.
- a.
-
2. Het college besluit tot beëindiging van een schuldhulpverleningstraject:
- a.
bij het succesvol afronden van een schuldhulpverleningstraject;
- b.
indien belanghebbende zelf verzoekt om beëindiging van het schuldhulpverleningstraject.
- a.
-
3. Het college kan besluiten tot beëindiging van een schuldhulpverleningstraject;
- a.
indien belanghebbende de voor de aanvang of voortzetting van het schuldhulpverleningstraject van belang zijnde gegevens of de gevraagde bewijsstukken niet, niet tijdig of onvolledig heeft verstrekt en hem dit te verwijten valt;
- b.
indien belanghebbende niet voldoet aan de aan het schuldhulpverleningstraject verbonden voorwaarden of verplichtingen;
- c.
indien belanghebbende na aanvang van het schuldhulpverleningstraject nieuwe schulden heeft gemaakt, zonder hier vooraf toestemming te hebben gevraagd en verkregen;
- d.
hulpvrager in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;
- e.
indien belanghebbende anderszins onvoldoende medewerking verleent aan het schuldhulpverleningstraject;
- f.
bij verhuizing van de belanghebbende naar het buitenland;
- g.
bij verhuizing naar een gemeente buiten Westerkwartier, voor zover er nog geen sprake is van een lopende schuldregeling;
- h.
indien tijdens het schuldhulpverleningstraject blijkt dat belanghebbende niet langer tot de doelgroep behoort dan wel dat op belanghebbende alsnog een van de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 7 van toepassing is.
- a.
Artikel 10. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
-
1. Het college handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen;
-
2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.
Artikel 11. Inwerkingtreding
-
1. De Beleidsregels Schuldhulpverlening Westerkwartier treden in werking op 15 maart 2025.
Artikel 12. Citeertitel
Deze beleidsregels worden geciteerd als “Beleidsregels Schuldhulpverlening Westerkwartier”.
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier,
d.d. 11 maart 2025,
A. van der Tuuk, burgemeester
R. Kleijnen, secretaris
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl