Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736849
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736849/2
Subsidieregeling ondersteuning sportverenigingen 2025
Geldend van 12-04-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 10-03-2025
Intitulé
Subsidieregeling ondersteuning sportverenigingen 2025Toelichting
Een sterke sportinfrastructuur is belangrijk om inwoners in Den Haag te verleiden in beweging te komen en te blijven. Daarom investeert de gemeente Den Haag in een stevige sportinfrastructuur. Met deze subsidieregeling ondersteunt de gemeente enerzijds sportverenigingen om de organisatiekracht te versterken en daardoor meer toekomstbestendig te maken. Anderzijds ondersteunt de gemeente sportverenigingen met een gecertificeerd opleidings- en topsportprogramma’s om prestaties op het hoogste niveau te bevorderen en talentvolle jeugd door te laten groeien binnen de sport.
Besluitvorming
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,
gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,
besluit vast te stellen de Subsidieregeling ondersteuning sportverenigingen Den Haag 2025:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- ASV: |
Algemene subsidieverordening Den Haag 2020; |
- Awb: |
Algemene wet bestuursrecht; |
- audit: |
een systematisch en onafhankelijk onderzoek in opdracht van het college dat wordt uitgevoerd door een door het college aangewezen onafhankelijke derde partij die het topsport- en opleidingsprogramma’s certificeert; |
- college: |
college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag; |
- gecertificeerd Haags opleidingsprogramma: |
opleidingsprogramma van een Haagse sportvereniging voor talentvolle sporters tussen 15 en 21 jaar oud die de potentie hebben om op termijn door te stromen naar het Haagse topsportprogramma of nationale selecties. |
- gecertificeerd Haags topsportprogramma: |
topsportprogramma van een Haagse sportvereniging dat de mogelijkheid biedt aan sporters om uit te komen op het hoogst mogelijke competitieniveau en dat voldoet aan de normen en kwaliteitseisen. |
- Haagse sportinfrastructuur |
een stelsel van faciliteiten, voorzieningen, verenigingen, activiteiten en netwerken waarmee sport en beweging in de stad worden ondersteund, gestimuleerd en gefaciliteerd. |
- Haagse sportvereniging: |
sportvereniging of -stichting met volledige rechtsbevoegdheid zonder winstoogmerk die statutair gevestigd is in Den Haag en die zich statutair richt op het in clubverband beoefenen van een sport; |
- hoofdcoach: |
de leidende functionaris binnen het gecertificeerde Haags topsportprogramma, verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van trainingsprogramma's, het identificeren en ontwikkelen van atleten, het managen van het sportteam en het voorbereiden van atleten op competities; |
- positieve sportcultuur: |
een sportcultuur, waarin de Haagse sportvereniging een gedragscode laat ondertekenen door trainers en begeleiders. Hierbij werkt de club met vrijwilligers, die, wanneer zij werken met jeugd of kwetsbare doelgroepen, in bezit zijn van een Verklaring Omtrent Gedrag. Ook heeft de club minimaal één vertrouwenspersoon aangesteld die hiertoe een opleiding van het NOC*NSF heeft gevolgd; |
- professionals: |
een hoofdcoach, technisch manager, talentcoach en technisch manager jeugd met hbo- werk en denkniveau; |
- review: |
een tussentijdse check waarbij door een door het college aangewezen onafhankelijke partij nagaat of het gecertificeerde Haagse topsport of opleidingsprogramma nog voldoet aan de in de audit gestelde criteria; |
- talentcoach: |
de leidende functionaris binnen het gecertificeerde Haags opleidingsprogramma, verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van trainingsprogramma's, het identificeren en ontwikkelen van atleten, het managen van het sportteam en het voorbereiden van atleten op competities; |
- technisch manager: |
de functionaris binnen de sportvereniging met een gecertificeerd Haags topsportprogramma, belast met het strategisch leiderschap en de operationele coördinatie van het technische aspect van het programma. De functie omvat het vaststellen en uitdragen van de visie en doelstellingen van het topsportprogramma, het ontwikkelen en onderhouden van strategische samenwerkingsverbanden, het sturen van het identificatie- en wervingsproces van kwalitatieve atleten, en het leiden van de technische staf, inclusief coaches en specialisten; |
- technisch manager jeugd: |
de functionaris binnen een sportvereniging met een gecertificeerd Haags opleidingsprogramma, verantwoordelijk voor het strategisch leiderschap en de operationele coördinatie van het technische aspect van het programma. De functie omvat het vaststellen en uitdragen van de visie en doelstellingen van het topsportprogramma, het ontwikkelen en onderhouden van strategische samenwerkingsverbanden, het aansturen van het identificatie- en wervingsproces van talentvolle atleten, en het leiden van de technische staf, waaronder coaches en specialisten |
- toekomstbestendig: |
sportverenigingen die nu en in de toekomst in staat worden of blijven om sportaanbod te bieden dat aansluit op de behoefte van sporters; |
- uitvoeringskosten: |
de kosten die de verenigingsmanager maakt ten behoeve van de ondersteuning en begeleiding van het vrijwilligerskader, niet zijnde loonkosten en overheadkosten. |
- verenigingsmanager: |
de functionaris binnen een Haagse sportvereniging die is gericht op het verbeteren, professionaliseren van de organisatiekracht binnen een sportvereniging; |
- versterken van de organisatiekracht: |
het versterken van de organisatiekracht bij sportverenigingen opgenomen in het Vitaliteitsonderzoek; |
- Vitaliteitsonderzoek: |
Vitaliteitsonderzoek Den Haag 2024. Een onderzoek naar de vitaliteit van Haagse sportverenigingen uitgevoerd door een door het college aangewezen onafhankelijke partij; |
- VOG |
Verklaring Omtrent Gedrag; |
- vrijwilligerskader: |
de vrijwilligers binnen de Haagse sportverenigingen die zich bezighouden met het versterken van de organisatiekracht van de sportvereniging. |
Artikel 1:2 Toepassingsbereik
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2:2 en 3:2 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Achterliggende maatschappelijke doel
Het achterliggende maatschappelijk doel van deze subsidieregeling is om te voorzien in een sterke Haagse sportinfrastructuur waardoor zoveel mogelijk Haagse inwoners in beweging komen en blijven.
Artikel 1:4 Indexatie
De subsidies op grond van hoofdstuk 2 en 3 worden niet geïndexeerd.
Hoofdstuk 2 Versterken van de organisatiekracht van Haagse sportverenigingen
Artikel 2:1 Doel van de subsidie
Het doel van de subsidieregeling is het versterken van de organisatiekracht van Haagse sportverenigingen zodat zij meer toekomstbestendig worden.
Artikel 2:2 Activiteiten
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de inzet van een verenigingsmanager met hbo werk- en denkniveau gericht op het ondersteunen en begeleiden van het vrijwilligerskader van Haagse sportverenigingen ten behoeve van het uitvoeren van plannen die de organisatiekracht van de vereniging versterken zoals versterking vrijwillig kader, positieve sportcultuur en open club.
Artikel 2:3 Doelgroep
Subsidie voor de activiteiten opgenomen in artikel 2:2 wordt uitsluitend verstrekt aan Haagse sportverenigingen die onvoldoende tot matig scoren op organisatiekracht, zoals blijkt uit het Vitaliteitsonderzoek.
Artikel 2:4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
- 1.
De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2:2.
- 2.
Voor subsidie in aanmerking komen:
a. de loonkosten van de verenigingsmanager tot een bedrag van maximaal € 100,- per uur;
b. de uitvoeringskosten voor ondersteuning en begeleiding van het vrijwilligerskader als bedoeld in artikel 2:2, met een maximum van 20% van de kosten van de subsidiabele activiteiten.
- 3.
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. de kosten voor overhead;
b. de kosten voor de vrijwilligersvergoeding- en waardering;
c. de BTW over de gesubsidieerde kosten;
d. de kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd.
Artikel 2:5 Hoogte van de subsidie
Een subsidie voor activiteiten bedoeld in artikel 2:2, bedraagt per aanvrager, per kalenderjaar, maximaal:
-
a. € 15.000,- voor sportverenigingen met 50 tot en met 250 leden;
b. € 30.000,- voor sportverenigingen met 251 tot en met 750 leden;
c. € 50.000,- voor sportverenigingen met meer dan 750 leden.
Artikel 2:6 Subsidieplafond
Voor subsidieverlening op grond van artikel 2:2 geldt voor de periode 1 januari 2025 tot en met 31 december 2027 een subsidieplafond van € 900.000,- voor het gehele subsidietijdvak.
Artikel 2:7 Wijze van verdeling van subsidie
- 1.
Het college verleent de subsidie in volgorde van ontvangst van de aanvraag bij het college, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
- 2.
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.
Artikel 2:8 Subsidietijdvak
Een aanvraag voor subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt ingediend voor het gehele subsidietijdvak, dat aanvangt op 22 april 2025 en eindigt op 31 december 2027.
Artikel 2:9 Aanvraag
- 1.
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager voor activiteiten als bedoeld in artikel 2:2 de volgende gegevens over:
a. een projectplan met daarin opgenomen:
1° een analyse van de thema’s uit het Vitaliteitsonderzoek waar de inzet van de verenigingsmanager zich op zal richten;
2° de verbeteraanpak die door de verenigingsmanager zal worden ingezet met daaraan verbonden de beoogde resultaten;
3° een beschrijving van de wijze waarop gebruik gemaakt wordt van andere door de gemeente aangeboden instrumenten ter versterking van de organisatiekracht van de sportvereniging;
4° beschrijving hoe de resultaten van de verbeteraanpak worden geborgd binnen de vereniging na afloop van de activiteit;
b. een begroting met daarin het onderscheid tussen loonkosten en overige uitvoeringskosten;
c. de behaalde score in het vitaliteitsonderzoek op het onderdeel organisatiekracht;
d. informatie waaruit blijkt dat de in te zetten verenigingsmanager aantoonbaar kennis heeft van sportverenigingen, beschikt over hbo werk- en denkniveau, beschikt over een VOG en de vereniging aantoonbaar de intentie heeft de professional in te huren of in dienst te nemen.
- 2.
De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde digitale aanvraagformulier.
Artikel 2:10 Aanvraagtermijn
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag voor subsidie op grond van dit hoofdstuk ingediend uiterlijk 30 juni2025.
Artikel 2:11 Beslistermijn
In afwijking van artikel 10, eerste lid, van de ASV beslist het college uiterlijk op 30 september 2025.
Hoofdstuk 3 Versterken van gecertificeerde Haagse topsport- en opleidingsprogramma’s
Artikel 3:1 Doel van de subsidie
Het doel van deze subsidieregeling is het versterken van de ontwikkeling van gecertificeerde Haagse topsport- en opleidingsprogramma’s bij Haagse sportverenigingen om prestaties op het hoogste niveau te bevorderen en talentvolle jeugd door te laten groeien binnen de sport.
Artikel 3:2 Activiteiten
- 1.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de ontwikkeling van de:
a. gecertificeerde Haagse topsportprogramma’s door de inzet van een hoofdcoach en een technisch manager; en
b. gecertificeerde Haagse opleidingsprogramma’s door de inzet van een technisch manager jeugd en een talentcoach.
- 2.
Bij het uitvoeren van de activiteiten, genoemd in het eerste lid, huurt de aanvrager voor de duur van de activiteiten de professionals in, of neemt deze in dienst.
Artikel 3:3 Doelgroep
Subsidie voor de activiteiten opgenomen in artikel 3:2 wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk, die goed scoren op organisatiekracht in het vitaliteitsonderzoek en uitvoering geven aan gecertificeerde Haagse topsport- en opleidingsprogramma’s.
Artikel 3:4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
- 1.
De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte loonkosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteiten als bedoeld in artikel 3:2.
- 2.
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. de kosten voor een technisch manager jeugd als bedoeld in artikel 3:2, eerste lid, onder b, wanneer ook subsidie wordt verleend voor de technisch manager jeugd als bedoeld in artikel 3:2, eerste lid, onder a.
b. de kosten voor overhead;
c. de kosten voor vrijwilligersvergoedingen- en waarderingen;
d. de BTW over de gesubsidieerde kosten;
e. de kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd.
Artikel 3:5 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie voor alle activiteiten bedoeld in artikel 3:2, eerste lid, onder a en onder b, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 50.000,- voor de periode 1 augustus 2025 tot en met 30 juli 2027, per aanvrager waarbij voor:
-
a. gecertificeerde Haagse topsportprogramma’s maximaal € 20.000,- kan worden aangevraagd voor de inzet van een hoofdcoach en maximaal € 20.000,- voor de inzet van een technisch manager; en
b. gecertificeerde Haagse opleidingsprogramma’s maximaal € 10.000,- voor de inzet van een talentcoach en € 10.000,- voor de inzet van een technisch manager jeugd.
Artikel 3:6 Subsidieplafond
Voor subsidieverlening op grond van artikel 3:2 geldt voor de periode 1 augustus 2025 tot en met 31 juli 2027 een subsidieplafond van € 600.000,- verdeeld over de volgende subsidieplafonds:
-
a. voor activiteiten, op grond van artikel 3:2, eerste lid, onder a, € 400.000,-;
b. voor activiteiten op grond van artikel 3:2, eerste lid, onder b € 200.000,- .
Artikel 3:7 Wijze van verdeling van subsidie
- 1.
Het college rangschikt de aanvragen aan de hand van de score in de audit, waarbij sportverenigingen die hoger scoren, voorgaan op sportverenigingen die lager scoren.
- 2.
Wanneer het totaalbedrag van de te honoreren aanvragen hoger is dan het vastgesteld subsidieplafond, verleent het college de subsidie in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
- 3.
Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die bij de beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast op basis van de volgorde van ontvangst van de aanvraag bij het college.
- 4.
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.
Artikel 3:8 Subsidietijdvak
Een aanvraag voor subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt ingediend voor het gehele subsidietijdvak, dat aanvangt op 1 augustus 2025 en eindigt op 31 juli 2027.
Artikel 3:9 Aanvraag
- 1.
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager voor activiteiten als bedoeld in artikel 3:2 de volgende gegevens over:
a. een projectplan met daarin opgenomen:
1° een analyse van de verbeterpunten uit de audit;
2° een aanpak van de verbeterpunten en de beoogde resultaten;
3° een beschrijving van de wijze waarop gebruik gemaakt wordt van andere door de gemeente aangeboden instrumenten ter versterking van de topsport- en opleidingsprogramma’s;
4° een beschrijving van hoe de resultaten van de verbeteraanpak worden geborgd binnen de vereniging na afloop van de activiteit;
b. het auditrapport waaruit blijkt dat het topsportprogramma en het opleidingsprogramma zijn gecertificeerd;
c. een toelichting van de aanvrager waaruit blijkt dat de Haagse sportvereniging voldoet aan de criteria van een positieve sportcultuur;
d. informatie waaruit blijkt dat de in te zetten professional aantoonbaar kennis heeft over topsport- en talentontwikkeling, beschikt over hbo werk- en denkniveau, beschikt over een VOG en de Haagse sportverenigingen of daaraan verbonden rechtspersonen aantoonbaar de intentie heeft de professional in te huren of in dienst te nemen.
- 2.
De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde digitale aanvraagformulier.
Artikel 3:10 Aanvraagtermijn
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag voor subsidie op grond van dit hoofdstuk ingediend vanaf 1 april 2025 tot en met 30 mei 2025.
Artikel 3:11 Beslistermijn
In afwijking van artikel 10, eerste lid, van de ASV beslist het college uiterlijk op 31 juli 2025.
Hoofdstuk 4 Weigeringsgronden
Artikel 4:1 Weigeringsgronden
- 1.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV kan het college subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2:2 en 3:2 weigeren:
a. wanneer de aanvrager naar het oordeel van het college niet of onvoldoende in staat is om de activiteiten naar behoren uit te voeren;
b. indien de activiteit naar het oordeel van het college voldoende wordt uitgevoerd;
c. indien de aangevraagde activiteit reeds gefinancierd is, of zou kunnen worden gefinancierd, al dan niet op basis van een andere subsidieregeling, door de gemeente of door derden.
- 2.
Onverminderd het eerste lid weigert het college subsidie voor activiteiten bedoeld in artikel 2:2 en 3:2 wanneer:
a. de organisatie gebruik maakt of kan maken van andere door het college aangeboden instrumenten ter verbetering van de organisatiekracht;
b. naar het oordeel van het college de in te huren professional onvoldoende kundig is om een bijdrage te leveren aan het versterken van het vrijwilligerskader.
- 3.
Onverminderd het eerste en tweede lid weigert het college subsidie voor activiteiten bedoeld in artikel 3:2 wanneer de sportvereniging de positieve sportcultuur niet onderschrijft.
Hoofdstuk 5 Verplichtingen en betaling
Artikel 5:1 Verplichtingen
Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV 2020, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
-
a. voor subsidies op grond van hoofdstuk 2 is de subsidieaanvrager verplicht om uiterlijk 1 september 2025 te voldoen aan de criteria positieve sportcultuur; en
b. voor subsidies op grond van hoofdstuk 3 is de subsidieaanvrager verplicht om een review uit te laten voeren op het topsport- en opleidingsprogramma dat wordt doorontwikkeld.
Artikel 5:2 Kostensoorten
Het college bepaalt in de verleningsbeschikking of de subsidie wordt verdeeld over verschillende kostensoorten. In dat geval mag de subsidieontvanger subsidie uitsluitend overhevelen van de kostensoort uitvoeringskosten naar de kostensoort loonkosten.
Artikel 5:3 Bevoorschotting
- 1.
Subsidie, als bedoeld in artikel 2:2, wordt per kalenderjaar in januari bevoorschot met 100% van de verleende subsidie in één keer.
- 2.
Subsidie, als bedoeld in artikel 3:2, wordt op de volgende wijze bevoorschot:
a. een voorschot van 50% van de verleende subsidie op uiterlijk 31 augustus 2025; en
b. een voorschot van 50% van de verleende subsidie op uiterlijk 31 augustus 2026.
- 3.
Indien de realisatie van de activiteiten een andere bevoorschotting vereist kan bij verlening van het eerste lid worden afgeweken.
Hoofdstuk 6 Tussentijdse verantwoording
Artikel 6:1 Indieningstermijn tussentijdse verantwoording
Gedurende de looptijd van het subsidietijdvak wordt jaarlijks tussentijds verantwoording afgelegd, waarbij geldt dat voor subsidie verleend op grond van:
-
a. artikel 2:2 tussentijds verantwoording wordt afgelegd op:
1° 31 januari 2026 over het kalenderjaar 2025;
2° 31 januari 2027 over het kalenderjaar 2026;
3° 30 april 2028 over het kalenderjaar 2027, waarbij de verantwoording over kalenderjaar 2027 met de eindverantwoording wordt ingediend;
b. artikel 3:2 tussentijds verantwoording wordt afgelegd op:
1° 1 oktober 2026 over de periode 1 augustus 2025 tot en met 31 juli 2026;
2° 1 oktober 2027 over de periode 1 augustus 2026 tot en met 31 juli 2027.
Artikel 6:2 Wijze van tussentijdse verantwoording
- 1.
Bij de tussentijdse jaarlijkse verantwoording worden de volgende stukken ingediend:
a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;
b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV;
c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Hiervoor wordt een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model; en
d. de facturen van de aangestelde of ingehuurde professional voor de activiteiten op grond van artikel 2:2 en 3:2.
- 2.
De ontvanger maakt voor de eindverantwoording gebruik van het voor deze regeling vastgestelde digitale aanvraagformulier en het bijbehorende begrotingsformat.
Hoofdstuk 7 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 7:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling
In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling van de subsidie als bedoeld in artikel 2:2 en 3:2 uiterlijk op 30 april 2028 in.
Artikel 7:2 Wijze van verantwoorden
- 1.
De aanvraag tot vaststelling bevat:
a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk eindverslag over het gehele subsidietijdvak conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;
b. een voor openbaarmaking geschikt financieel eindverslag over het gehele subsidietijdvak conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV;
c. een verklaring dat de eindverantwoording juist en volledig is. Hiervoor wordt een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model;
d. een toelichting op eventuele discrepanties tussen de tussentijdse verantwoordingsstukken en de eindverslagen en eindverantwoording; en
e. de facturen van de ingehuurde professional voor de activiteiten op grond van artikel 2:2 en 3:2.
- 2.
De ontvanger maakt voor de eindverantwoording gebruik van het voor deze regeling vaststelde digitale aanvraagformulier en het bijbehorende begrotingsformat.
Hoofdstuk 8 Overige bepalingen
Artikel 8:1 Evaluatie
Het college evalueert deze subsidieregeling uiterlijk 1 juli 2028.
Artikel 8:2 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt 31 december 2028.
Artikel 8:3 Overgangsrecht
De bepalingen van de Subsidieregeling ondersteuning sportverenigingen Den Haag 2025 blijven van kracht voor de tijdvakken waarvoor zij hebben gegolden.
Artikel 8:3 Citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling ondersteuning sportverenigingen Den Haag 2025.
Den Haag, 21 januari 2025
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
Ilma Merx
de burgemeester,
Jan van Zanen
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl