Verordening op de raadscommissies Enkhuizen 2025

Geldend van 19-03-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening op de raadscommissies Enkhuizen 2025

De raad van de gemeente Enkhuizen;

gelezen het voorstel van het presidium van 27 januari 2025;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de raadscommissies ENKHUIZEN 2025

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissielid: een raadslid wat aanwezig is bij de commissie of een door de raad op voordracht van een raadsfractie beëdigd persoon die vooraf is getoetst aan de wettelijke vereisten die ook voor raadsleden gelden;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 34 Gemeentewet

  • -

    fractie: aanduiding voor het lid of de leden van dezelfde kandidatenlijst die door het centraal stembureau verkozen zijn verklaard of van hen die zich als een nieuwe fractie hebben gegroepeerd;

  • -

    fractievoorzitter: een lid van de raad dat tevens voorzitter is van een fractie;

  • -

    de commissie: een vergadering ex art 82 van de Gemeentewet;

  • -

    commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    woordvoerder: raads- of niet-raadslid dat bij een onderwerp in een raadscommissievergadering het woord voert namens een fractie;

  • -

    de raad: de gemeenteraad van Enkhuizen;

  • -

    wet: Gemeentewet;

  • -

    commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • -

    secretaris: de door de burgemeester en wethouders benoemde functionaris als bedoeld in artikel 100 van de Gemeentewet;

  • -

    BOB model: een vergaderstructuur waarbij de beraadslagingen bestaan uit de onderdelen beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming;

Artikel 2. Instelling raadscommissies

Er is een:

  • a.

    raadscommissie Bestuur, Openbare orde en Veiligheid, Erfgoed en Grondgebied, waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen:

    • Openbare orde en veiligheid

    • Erfgoed

    • Bestuur

    • Ruimtelijke ordening, bouwen en wonen

    • Toerisme en recreatie en havens

    • Visserij

    • Duurzaamheid en milieu

    • Vergunningen en handhaving

    • Economie

    • 10°

      Grondbeleid

    • 11°

      Beheer en infrastructuur

    • 12°

      Afvalinzameling

    • 13°

      Verkeer, bereikbaarheid en parkeren

    • 14°

      Begraafplaats

    • 15°

      Vastgoed

    • 16°

      Openbare ruimte

  • b.

    raadscommissie Sociaal Domein, Financiën, Bedrijfsvoering, waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen:

    • Bedrijfsvoering

    • Sport- en accommodatiebeleid

    • Inkoop

    • Arbeidsmarkt en ontwikkeling

    • Onderwijs en onderwijshuisvesting

    • Archief/informatie

    • Dienstverlening

    • Wmo

    • Jeugdzorg

    • 10°

      Participatiewet

    • 11°

      Gezondheid

    • 12°

      Bibliotheek

    • 13°

      Preventie

    • 14°

      Financiën belastingen

    • 15°

      Kunst en cultuur

    • 16°

      Subsidiebeleid

    • 17°

      Dierenwelzijn

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie:

  • a.

    brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

  • b.

    kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a, en

  • c.

    voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen, bedoeld onder a.

Artikel 4. Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

  • 1. De raadscommissies bestaan elk uit een voorzitter en een aantal leden.

  • 2. Ieder lid van de raad is lid van de raadscommissies met dien verstande dat in een vergadering van een raadscommissie ten hoogte twee leden namens een fractie aan de vergadering van de raadscommissie deelnemen.

  • 3. Zowel raadsleden als niet-raadsleden kunnen lid zijn. De artikelen 10, 11, 12 en 13 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn.

  • 4. Elke fractie kan aan de raad schriftelijk een voorstel indienen voor de bezetting van ten hoogste twee zetels door niet-raadsleden voor alle raadscommissies gezamenlijk.

  • 5. Een niet-raadslid dat wordt voorgedragen als lid van een raadscommissie overlegt zijn of haar geloofsbrieven aan de raad. De geloofsbrieven worden door de commissie voor de geloofsbrieven onderzocht. De raad gaat niet tot benoeming over dan nadat de commissie voor de geloofsbrieven heeft verklaard dat daartegen geen bezwaren bestaan.

  • 6. Commissieleden leggen na hun benoeming in de raadsvergadering de eed of belofte af.

  • 7. Commissieleden kunnen aan beide commissies deelnemen.

  • 8. De raad benoemt de commissievoorzitters of diens plaatsvervanger(s).

Artikel 5. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Het lidmaatschap van een commissielid eindigt als niet meer wordt voldaan aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4. De raad kan de commissievoorzitter ontslaan.

  • 5. Een commissielid en -voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de voorzitter van de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7. Het lidmaatschap van commissieleden, benoemd op voordracht van een fractie die niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt van rechtswege.

Artikel 6. De commissiegriffier

  • 1. Elke raadscommissie wordt bijgestaan door een commissiegriffier, zijnde de griffier of diens plaatsvervanger(s).

  • 2. Een commissiegriffier is aanwezig in de vergaderingen.

  • 3. In geval van afwezigheid wordt de commissiegriffier vervangen door een door de griffier daartoe aangewezen medewerker van de griffie.

  • 4. Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereiding

Artikel 7. Oproep en agenda

  • 1. De commissievoorzitter zendt ten minste 10 dagen voor een vergadering de commissieleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering, wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden.

  • 3. De agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

Artikel 8. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. De stukken zijn digitaal beschikbaar en worden op het raadsinformatiesysteem geplaatst.

  • 2. Informatie van de raad of aan de commissie verstrekte informatie waaromtrent op grond van de wet geheimhouding is opgelegd, worden in afwijking van het eerste lid digitaal vergrendeld beschikbaar gesteld aan de commissieleden.

Artikel 9. Openbare kennisgeving

Commissievergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging op het raadsinformatiesysteem.

Paragraaf 2. Vergadering

Artikel 10. Presentielijst

De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

Artikel 11. Advies; geen stemmingen

  • 1. Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies:

    • a)

      Het advies van de commissie wordt opgenomen in de besluitenlijst. Deze wordt gepubliceerd op het raadsinformatiesysteem.

    • b)

      In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van stemmingen over geheimhouding en met betrekking tot de orde van de vergadering.

Artikel 12. Vergaderstructuur en aantal spreektermijnen

  • 1. De commissie is bedoeld ter verduidelijking van de raadsvoorstellen, waarbij:

    • a)

      Op eerder ingediende technische vragen de commissieleden aanvullende vragen kunnen stellen;

    • b)

      De portefeuillehouder de gelegenheid heeft om onduidelijkheden weg te nemen;

    • c)

      De fracties onderbouwd aangeven of er nog pijnpunten in het voorstel zitten en welke dat zijn;

    • d)

      De commissie het college kan verzoeken het voorstel te verduidelijken ;

    • e)

      De leden van de commissie kunnen elkaar bevragen over politieke standpunten en eventuele discussiepunten voor het debat in de raad. Dit heeft een verkennend karakter, bijvoorbeeld over de aankondiging van raadsinstrumenten.

    • f)

      Het politieke debat en de besluitvorming vindt plaats in de gemeenteraad.

  • 2. De beraadslagingen vinden plaats volgens de structuur van het BOB model. De agendacommissie kan een voorstel doen voor de wijze van behandeling. De beraadslagingen vinden plaats in maximaal 2 termijnen per onderwerp, tenzij op voorstel van de voorzitter of de commissie anders wordt besloten.

  • 3. Technische vragen dienen uiterlijk 4 werkdagen voor de behandeling via de griffie te worden gesteld en worden bij voorkeur voor de commissievergadering beantwoord.

  • 4. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 5. Ter afsluiting van een termijn adviseert de commissie overeenkomstig één van de volgende mogelijkheden:

    • a)

      Als A-stuk (Akkoordstuk) naar de raad; als alle fracties dit adviseren

    • b)

      Als B-stuk (Bespreekstuk) naar de raad; als één van de fracties dit adviseert

    • c)

      Het stuk is niet rijp voor behandeling in de gemeenteraad, de raad wordt geadviseerd het van de raadsagenda te halen. Het vaststellen van de raadsagenda blijft voorbehouden aan de raad.

    • d)

      Het stuk is afdoende besproken (van toepassing indien geen raadsbehandeling volgt.)

  • 6. Een lid mag in één spreektermijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 7. Bij de bepaling hoeveel maal een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een ordevoorstel of de interrupties.

  • 8. Een fractie heeft per spreektermijn maximaal 1 woordvoerder.

Artikel 13. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 14. Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers kunnen in een vergadering het woord voeren over onderwerpen die geagendeerd zijn. Het woord kan door in- of meesprekers niet gevoerd worden:

    • a)

      Over een besluit waartegen een juridische procedure (civiele, bestuursrecht- en/of strafprocedure) bij de rechter openstaat;

    • b)

      Over zaken waar op dat moment een juridische procedure (civiele, bestuursrecht- en/of strafprocedure) tegen loopt;

    • c)

      Over zaken waar de gemeente en/of de gemeenteraad niet over gaat;

    • d)

      Over informatie waar geheimhouding op rust;

    • e)

      Over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • f)

      Over een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene Wet Bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • g)

      Over hetzelfde onderwerp waarover de inspreker al eerder heeft ingesproken.

  • 2. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit binnen 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wenst te voeren.

  • 3. De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding, tenzij afwijking van die volgorde in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 4. De inspreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 5. De commissievoorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de inspreker.

Artikel 15. Handhaving orde en schorsing

  • 1. De commissievoorzitter handhaaft de orde in de vergadering.

  • 2. Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

  • 3. Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 4. Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 16. Voorstellen van orde

Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over, nadat de voorzitter de deelnemers in de gelegenheid heeft gesteld kort hun standpunt hierover te geven.

Artikel 17. Verslag

  • 1. Een commissiegriffier draagt zorg voor verslaglegging van vergaderingen.

  • 2. Van de commissievergaderingen wordt een besluitenlijst en een videoverslag gemaakt. De besluitenlijst bestaat uit door de commissie uitgebrachte adviezen en een overzicht van actiepunten/toezeggingen.

  • 3. De commissie stelt de besluitenlijst in de eerst volgende vergadering vast.

  • 4. Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de commissievoorzitter en (commissie)griffier.

  • 5. Digitaal beschikbare openbare besluitenlijsten en videoverslagen worden op het raadinformatiesysteem geplaatst, behoudens de uitzonderingsgronden in artikel 5.1 van de Wet open overheid (Woo).

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 18. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 19. Verslag besloten vergadering

  • 1. Conceptverslagen van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de commissiegriffier.

  • 2. Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding op het verslag.

  • 3. De vastgestelde verslagen worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 20. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzocht, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 21. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 22. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 23. Intrekking oude verordening

De Verordening raadscommissies 2004 wordt ingetrokken.

Artikel 24. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 25 februari 2025.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissies Enkhuizen 2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 februari 2025.

De voorzitter,

J. Hoekstra – Sikkema

De griffier

P.T.J. Pels