Beleidsregels aanwezigheidsvergunningen kansspelautomaten gemeente Zaltbommel

Geldend van 19-03-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels aanwezigheidsvergunningen kansspelautomaten gemeente Zaltbommel

De burgemeester van Zaltbommel;

overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen waarmee rekening wordt gehouden bij het nemen van besluiten op aanvragen voor een aanwezigheidsvergunning van kansspelautomaten in de gemeente Zaltbommel;

gelet op artikel 2:40 van de Algemene Plaatselijke Verordening Zaltbommel 2022 en artikel 4:81 van Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het nemen van besluiten op aanvragen voor het plaatsen van kansspelautomaten in de gemeente Zaltbommel.

1. Het begrip “speelautomaten”

Speelautomaten worden onderscheiden in kansspelautomaten en behendigheidsautomaten. Voor het spelen op een kansspelautomaat geldt een minimumleeftijdsgrens van 18 jaar.

2. Vergunningplicht voor kansspelautomaten

In artikel 30b van de Wet op de Kansspelen staat dat het is verboden om zonder vergunning van de burgemeester één of meer kansspelautomaten aanwezig te hebben op voor publiek toegankelijke plaatsen of in niet voor het publiek toegankelijke inrichtingen, waarvoor op grond van artikel 3 van de Alcoholwet een vergunning voor de uitoefening van het horecabedrijf is vereist.

3. Hoogdrempelige en laagdrempelige inrichtingen

Om te kunnen bepalen of men voor een vergunning in aanmerking komt is het nodig een onderscheid te maken in hoogdrempelige en laagdrempelige inrichtingen. Daarnaast is er nog een categorie inrichtingen waarin zowel laagdrempelige als hoogdrempelige inrichtingen zijn opgenomen. Deze worden dan samengestelde inrichtingen genoemd.

In artikel 2:40 van de Algemene Plaatselijke Verordening Zaltbommel 2022 (APV) is bepaald dat in hoogdrempelige inrichtingen twee kansspelautomaten zijn toegestaan en in laagdrempelige inrichtingen zijn kansspelautomaten niet toegestaan.

Met het onderscheid tussen hoogdrempelige, laagdrempelige en samengestelde inrichtingen kan worden voorkomen dat jongeren onder de 18 jaar in aanraking komen met de verslavende aspecten van kansspelen. Hoogdrempelige inrichtingen kennen een uitgaanspubliek met een gemiddelde hogere leeftijd. Dit verkleint de kans dat jongeren in aanraking komen met de kansspelautomaat.

Artikel 30, sub d en e van de Wet op de kansspelen verstaat onder een hoogdrempelige inrichting: een inrichting met alcoholvergunning, waar het café en restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend. Daarnaast moeten deze activiteiten gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder.

Cafés en restaurants zijn over het algemeen hoogdrempelig. Discotheken, eetcafés, cafetaria’s en snackbars zijn in de regel laagdrempelig. Bij de beoordeling of er sprake is van een hoog- of laagdrempelige inrichting moet worden gekeken naar de feitelijke situatie in de inrichting en niet alleen naar de benaming van de inrichting.

Eetgelegenheden

  • 1.

    Een eetgelegenheid is hoogdrempelig en wordt als restaurant beoordeeld als:

    • a.

      het eten aan tafel wordt geserveerd;

    • b.

      het een volwaardige menukaart met meerdere gangen (voor-, hoofd- en nagerechten) heeft;

    • c.

      het interieur en de inrichting de sfeer van restaurant heeft;

    • d.

      er sprake is van een gemiddelde tafelbezetting van minimaal één uur.

  • 2.

    Een eetgelegenheid is laagdrempelig en wordt niet als restaurant beoordeeld als:

    • a.

      het fastfood dan wel snelle happen serveert en/of de uiterlijke kenmerken van kortstondig verblijf heeft (presentatie is gericht op een 'snelle hap');

    • b.

      het een menukaart heeft op lichtbakken en/of borden (uitgezonderd gerechten 'buiten de kaart om' en dagmenu's)

    • c.

      er sprake is van toonbankverkoop (vitrine in de inrichting);

    • d.

      er sprake is van afhaalmogelijkheden, tenzij er sprake is van een samengestelde inrichting met een voldoende mate van afscheiding zoals hierna wordt aangegeven;

    • e.

      er sprake is van een grillroom of shoarmazaak met afhaalmogelijkheden;

    • f.

      er gebruik wordt gemaakt van wegwerpservies.

Café’s

Een café met eten/eetcafé is hoogdrempelig als het café geen zelfstandige bezoekersstroom aantrekt anders dan voor cafébezoek en het eten een ondersteunende dan wel ondergeschikte functie heeft aan het cafébezoek. Op grond van artikel 14, derde lid, onderdeel b van de Alcoholwet is het verboden diensten aan te bieden in een horecalokaliteit. Als het café meer dan drie computers heeft, waarop (tegen betaling) van het internet gebruik gemaakt kan worden, is dit het bedrijfsmatig aanbieden van diensten. Daarmee is het internetcafé (met meer dan drie aansluitingen) een laagdrempelige inrichting. Een café met maximaal drie internetaansluitingen kan wel hoogdrempelig zijn, als het aan de overige vereisten voor hoogdrempelige inrichtingen voldoet. De grens van drie internetaansluitingen is analoog gekozen aan het aantal pooltafels in een poolcafé (artikel 2 van het Speelautomatenbesluit). Een café met meer dan drie pooltafels is laagdrempelig omdat het een zelfstandige stroom bezoekers trekt. Voor cafés met dartboards is voor de beoordeling of het café hoogdrempelig is van belang of de aanwezigheid van dartboards een zelfstandige stroom van bezoekers trekt. Indien het café zich profileert als dartcafé is het laagdrempelig. Als de dartboards een ondersteunende functie hebben aan het cafébezoek is het café hoogdrempelig.

Hotels

De bar of het restaurant in een hotel is hoogdrempelig als het een afzonderlijke horecalokaliteit als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Alcoholwet betreft en er is voldaan aan de voorwaarden in artikel 30, sub d, van de Wet op de kansspelen. Daarnaast moeten de overige ruimten –die laagdrempelig zijn, immers, hoofddoel is logiesverstrekking– van het hotel uitsluitend door het publiek te bereiken zijn zonder eerst de bar of het restaurant te betreden (artikel 30c, vierde lid, onder d Wet op de Kansspelen). Als er in het hotel congresruimten zijn, in welke lokalen tevens drank wordt verstrekt (en die dus ook op de vergunning staan), dan mogen deze ruimten ook niet via de (hoogdrempelige) bar te bereiken zijn.

Dansgelegenheden

Als een disco/dansgelegenheid een zelfstandige stroom van bezoekers aantrekt, die niet primair komt voor eten en/of drinken is het in principe een laagdrempelige inrichting en mogen er geen kansspelautomaten worden geplaatst. Een dansschool is eveneens laagdrempelig. De praktijk kent echter een aantal gemengde bedrijven, dat naast gewone caféfaciliteiten ook gelegenheid biedt tot dansen. Het dansen is dan van ondergeschikte betekenis waardoor de inrichting als hoogdrempelig kan worden beschouwd. De activiteit dansen trekt in dat geval geen zelfstandige bezoekersstroom.

4. Samengestelde inrichtingen

Kansspelautomaten mogen in beginsel alleen worden geplaatst in hoogdrempelige inrichtingen. Onder voorwaarden is het ook toegestaan kansspelautomaten te plaatsen in samengestelde inrichtingen. Een samengestelde inrichting is een inrichting die bestaat uit verschillende ruimten, waarin hoog- en laagdrempelige activiteiten plaatsvinden. Het is mogelijk dat in één inrichting zich meerdere lokaliteiten bevinden. Hierbij kan worden gedacht aan een restaurant met een afhaalcentrum of een bowlingcentrum met een café.

In de regel geldt dat de hele inrichting aangeduid wordt als laagdrempelig. Hierop wordt een uitzondering gemaakt als de ruimten kunnen worden aangemerkt als afzonderlijke horecalokaliteiten in de zin van art. 1 van de Alcoholwet. Het café wordt in het voorbeeld van café met bowlingcentrum wel aangemerkt als hoogdrempelig.

Het hoog- en laagdrempelige deel moeten duidelijk van elkaar zijn afgescheiden. Om te beoordelen of sprake is van voldoende mate van afscheiding worden de volgende criteria gehanteerd:

  • a.

    de laagdrempelige ruimten moeten voor bezoekers bereikbaar zijn zonder een hoogdrempelige ruimte te betreden;

  • b.

    in de hoogdrempelige ruimte(n) mogen geen voorzieningen, zoals toiletten of kassa aanwezig zijn ten behoeve van de bezoekers van het laagdrempelige gedeelte. Afhaalzaken hoeven in beginsel niet te beschikken over toiletten voor de afhalende klant;

  • c.

    de kansspelautomaten mogen niet zichtbaar zijn vanuit de laagdrempelige ruimte(n);

  • d.

    tussen de hoog- en laagdrempelige ruimten dient een gesloten afscheiding/wand (van vloer tot plafond) geplaatst te zijn. De afscheiding is tot een hoogte van 1,25 meter gemeten vanaf de vloer niet transparant. Boven de 1,25 meter kan de afscheiding bestaan uit zowel niet-transparant als transparant materiaal, mits de speelautomaten niet zichtbaar zijn vanuit de laagdrempelige ruimte(n);

  • e.

    de hoogdrempelige ruimte is alleen toegankelijk met een deur of deuren, die is/zijn voorzien van een dranger zodat deze uit zichzelf sluit. De hoogdrempelige ruimte mag niet in open verbinding staan met de laagdrempelige ruimten(n);

  • f.

    de oppervlakte van de hoog- en laagdrempelige ruimten worden los van elkaar berekend. In het bedrijf is een lokaliteit aanwezig met een minimale oppervlakte van 35 m2;

  • g.

    het is toegestaan dat personeelsleden vanachter een doorlopende bar, balie, toonbank of gelijksoortige voorziening (hierna: bar) zowel de hoog- als laagdrempelige ruimte bedient, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

    • 1.

      er bestaat geen zicht op de kansspelautomaten en:

    • 2.

      de bar is voorzien van een verticale afscheiding die het onmogelijk maakt voor bezoekers van het laagdrempelige deel om contact te hebben met bezoekers van het hoogdrempelige deel en omgekeerd bijvoorbeeld in de vorm van een voorportaal met twee deuren, één naar het hoogdrempelige deel en één naar het laagdrempelige.

Met name bij de samengestelde inrichtingen is de kans aanwezig dat op voorhand niet duidelijk is of het gaat om een hoogdrempelige of laagdrempelige inrichting. In die gevallen moet worden bekeken wat de drempel in de feitelijke situatie inhoudt. De beoordeling zal per situatie moeten worden gedaan en mede afhankelijk zijn van andere criteria die spelen bij de vraag of het maatschappelijk wenselijk is dat er kansspelautomaten in de inrichting aanwezig zijn (uitgangspunt van de Wet op de kansspelen).

Maatwerk bij de beoordeling of sprake is van een samengestelde inrichting

Er zijn situaties waarin vooraf onvoldoende duidelijk is of een inrichting of een deel daarvan hoog- of laagdrempelig is. De beoordeling zal dan per situatie worden gedaan, waarbij de vraag of het maatschappelijk wenselijk is, gelet op de bezoekersstroom, dat er kansspelautomaten in de inrichting aanwezig zijn, een belangrijke rol.

5. Wie vraagt de aanwezigheidsvergunning aan en waar moet de aanvrager aan voldoen

De kansspelautomaten waarvoor de aanwezigheidsvergunning wordt aangevraagd, dienen afkomstig te zijn van een speelautomatenexploitant die een exploitatievergunning van de minister van Economische Zaken heeft. Deze exploitant dient het aanvraagformulier mede te ondertekenen.

De aanwezigheidsvergunning wordt verleend aan de houder van de Alcoholvergunning.

Bij het verlenen van de aanwezigheidsvergunning wordt rekening gehouden met de volgende feiten en omstandigheden:

  • a.

    de ondernemer en leidinggevenden van de inrichting waar de kansspelautomaten worden geplaatst voldoen aan de zedelijkheidseisen?

  • b.

    leidinggevenden van deze inrichting moeten in elk opzicht van onberispelijk gedrag zijn, dus recent geen strafbare feiten hebben gepleegd;

  • c.

    het verlenen van de aanwezigheidsvergunning mag geen ernstig gevaar opleveren voor openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

6. De periode waarvoor de aanwezigheidsvergunning wordt verleend

  • a.

    De aanwezigheidsvergunning wordt verleend voor een periode van maximaal drie jaar met dien verstande dat 31 december van enig jaar de datum is, waarop een aanwezigheidsvergunning eindigt.

  • b.

    Een aanwezigheidsvergunning die gedurende de looptijd van een enig jaar wordt verleend, geldt eveneens voor een periode die eindigt op 31 december.

7. De aanwezigheidsvergunning is persoons- en inrichtinggebonden

De aanwezigheidsvergunning is persoonsgebonden en gebonden aan de inrichting waar de kansspelautomaten worden geplaatst.

Dit betekent dat het in de volgende situaties noodzakelijk is om een (nieuwe) aanwezigheidsvergunning aan te vragen:

  • a.

    het plaatsen van speelautomaten;

  • b.

    wijziging in het aantal en/of soort speelautomaten;

  • c.

    overname of nieuwe vestiging van een horecabedrijf, waarin speelautomaten waren, respectievelijk worden geplaatst;

  • d.

    wijziging van de ondernemersvorm met de noodzaak van wijziging van de alcoholvergunning voor de inrichting waar de kansspelautomaten zijn geplaatst;

  • e.

    bij het aflopen van de geldigheidsduur van de aanwezigheidsvergunning.

8. Aantal behendigheidsautomaten

Voor behendigheidsautomaten is geen aanwezigheidsvergunning nodig. Bij een behendigheidsautomaat heeft de speler invloed op het verloop van het spel. Een flipperkast is een voorbeeld van een behendigheidsautomaat. Een speler kan bij een behendigheidsautomaat alleen de speelduur verlengen of een gratis spel winnen. Het maximaal aantal behendigheidsautomaten is in de gemeente Zaltbommel niet gereguleerd.

9. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Gemeenteblad.

10. Citeertitel

De regels die in dit document zijn opgenomen worden aangehaald als: ”Beleidsregels aanwezigheidsvergunningen kansspelautomaten gemeente Zaltbommel”.

Ondertekening

Zaltbommel, 10 maart 2025

De burgemeester van Zaltbommel,

M.C. (Marnix) Bakermans