Referendumverordening gemeente Renkum 2025

Geldend van 15-03-2025 t/m heden

Intitulé

Referendumverordening gemeente Renkum 2025

De raad van de gemeente Renkum,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2024.

Gelet op artikel 84, 149, 154 van de Gemeentewet.

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Referendumverordening gemeente Renkum 2025

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de gemeenteraad van Renkum;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Renkum;

  • c.

    kiesgerechtigd: de inwoners van de gemeente Renkum van 18 jaar of ouder die stemrecht hebben.

  • d.

    referendum: volksraadpleging waarbij de kiesgerechtigden zich uitspreken over een ontwerp raadsbesluit.

Artikel 2. Referendum, initiatief, onderwerpen

  • 1.

    Er kan een referendum worden gehouden op initiatief van de raad.

  • 2.

    Onderwerp van een referendum bepaalt de raad met een ontwerp raadsbesluit, met uitzondering van besluiten:

    • a.

      over individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen, kwijtscheldingen en schenkingen;

    • b.

      over de hoogte van geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers en hun nabestaanden;

    • c.

      over de vaststelling, wijziging of intrekking van de arbeidsvoorwaardenregeling en daaruit voortvloeiende besluiten met betrekking tot de griffier en de medewerkers van de griffie;

    • d.

      over het voor de kennisgeving aannemen van notities en rapporten;

    • e.

      in het kader van deze verordening;

    • f.

      over de vaststelling van de gemeentelijke begroting en de rekening;

    • g.

      over de vaststelling van gemeentelijke tarieven en belastingen;

    • h.

      ter uitvoering van een besluit van een hoger bestuursorgaan of de wetgever waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

    • i.

      die naar het oordeel van de raad hun grondslag vinden in een eerder genomen besluit.

Artikel 3. Samenstelling referendumcommissie

  • 1.

    De raad stelt een referendumcommissie in en benoemt haar leden.

  • 2.

    De referendumcommissie bestaat uit drie leden en kiest uit haar midden een voorzitter.

  • 3.

    De referendumcommissie wordt ondersteund door de griffie.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de referendumcommissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van bestuursorganen van de gemeente.

  • 5.

    De leden worden benoemd voor een periode van zes jaar. Aftredende leden kunnen eenmalig worden herbenoemd.

Artikel 4. Taken en vergaderingen referendumcommissie

  • 1.

    De referendumcommissie heeft tot taak:

    • a.

      de raad te adviseren over:

      • I.

        de vraag of sprake is van een uitgezonderd besluit als bedoeld in artikel 2, tweede lid;

      • II.

        de vraagstelling van een referendum inclusief de antwoordmogelijkheden en stemprocedure, en

      • III.

        de datum van het te houden referendum;

    • b.

      de voorzitter van de raad te adviseren over het papieren en digitale formulier voor de ondersteuningsverklaringen;

    • c.

      burgemeester en wethouders te adviseren over:

      • I.

        de stembiljetten.

    • d.

      toezicht te houden op:

      • I.

        de uitvoering van deze verordening, en

      • II.

        het objectieve of neutrale karakter van de door de gemeente te verstrekken voorlichting over het referendum;

    • e.

      klachten te behandelen in het kader van de toezichttaak, genoemd onder d;

    • f.

      binnen 6 maanden na de dag waarop het referendum wordt gehouden dan wel binnen 3 maanden nadat duidelijk is dat er geen referendum plaatsvindt, een evaluatie uit te brengen over het referendumproces.

  • 2.

    De referendumcommissie kan op eigen initiatief advies uitbrengen over aanpassingen van deze verordening, over de bij referenda en referendumverzoeken te volgen procedure en over alle overige zaken die het referendum betreffen en die zij van belang acht.

  • 3.

    De referendumcommissie vergadert in beslotenheid.

  • 4.

    De adviezen van de referendumcommissie zijn openbaar.

Artikel 5. Initiatief van de raad

  • 1.

    De raad kan besluiten tot het houden van een referendum.

  • 2.

    Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 3 maanden nadat dit besluit is genomen, behandelt de raad het ontwerp raadsbesluit waarover het referendum zal worden gehouden. Het ontwerp raadsbesluit zoals dat luidt na verwerking van eventuele aangenomen amendementen, wordt vervolgens aangehouden totdat de uitslag van het referendum bekend is gemaakt.

Artikel 6. Datum stemming

  • 1.

    De raad bepaalt met het besluit om een referendum te houden, of zo spoedig mogelijk daarna, de dag waarop de stemming over het referendum plaatsvindt.

  • 2.

    De stemming vindt plaats uiterlijk zes maanden na de dag waarop besloten is tot het houden van een referendum. De raad kan deze termijn met ten hoogste drie maanden verlengen.

Artikel 7. Vraagstelling referendum

  • 1.

    De raad stelt tegelijk met het besluit om een referendum te houden, of zo spoedig mogelijk daarna, de vraagstelling vast.

  • 2.

    Bij een referendum wordt aan de kiesgerechtigden de vraag voorgelegd of zij voor of tegen het ontwerp raadsbesluit zijn en/of kan de vraag bestaan uit verschillende antwoordcategorieën of oplossingsrichtingen.

  • 3.

    Bij een referendum met verschillende antwoordcategorieën of oplossingsrichtingen stelt de raad de stemprocedure vast.

Artikel 8. Budget

Onmiddellijk nadat is besloten tot het houden van een referendum, stelt de raad een budget vast voor de organisatie van en de voorlichting over het referendum.

Artikel 9. Procedure voorbereiding, stemming, uitslagbepaling en bekendmaking

Op de procedure ter voorbereiding, stemming, en de vaststelling en bekendmaking van de uitslag van het referendum zijn de hoofdstukken E, paragrafen 2 en 4, J, L, N, paragraaf 1, en P, paragrafen 1 en 4 van de Kieswet van overeenkomstige toepassing, voor zover bij deze verordening niet anders is bepaald.

Artikel 10. Uitslag

  • 1.

    Het centraal stembureau berekent de uitslag van het referendum en geeft aan hoeveel stemmen voor en tegen het ontwerp raadsbesluit zijn uitgebracht alsmede het aantal blanco en ongeldige stemmen en het aantal stemmen bij volmacht. Het centraal stembureau stelt vast of een meerderheid voor dan wel tegen het ontwerp raadsbesluit heeft gestemd waarbij blanco en ongeldige stemmen buiten beschouwing worden gelaten.

  • 2.

    Het centraal stembureau brengt de uitslag over aan de raad, vergezeld van het proces-verbaal, en maakt beide onverwijld bekend op een algemeen toegankelijke wijze.

  • 3.

    De raad doet op basis van het door het centraal stembureau vastgestelde proces-verbaal een uitspraak over of de stemming op wettige wijze is geschied.

  • 4.

    De raad neemt het definitieve besluit over het voorgenomen raadsbesluit niet later dan 2 maanden na de datum waarop het referendum heeft plaatsgevonden.

Artikel 11. Strafbepaling

Met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:

  • a.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • b.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken;

  • c.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen voorhanden heeft met het oogmerk om deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • d.

    als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden;

  • e.

    bij een referendum door gift of belofte een kiesgerechtigde omkoopt om volmacht te geven tot het uitbrengen van zijn stem;

  • f.

    stelselmatig personen aanspreekt of anderszins persoonlijk benadert ten einde hen te bewegen het formulier op hun oproepingskaart, bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze kaart af te geven.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Referendumverordening gemeente Renkum 2025.

Ondertekening

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 26 februari 2025.

De raadsgriffier,

Dr.J.(Juul) Cornips

De voorzitter,

A.M.J. (Agnes) Schaap