Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736662
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736662/1
Geldend van 13-03-2025 t/m heden
Welkom bij de omgevingsvisie Boxtel!
Hoe ziet de gemeente Boxtel eruit in 2040? Deze vraag staat centraal in de omgevingsvisie. De omgevingsvisie gaat over de kwaliteiten, de groene omgeving en de leefbaarheid van Boxtel. Maar ook over nieuwe ontwikkelingen zoals woningbouw, bereikbaarheid en duurzame energie. De omgevingsvisie bekijkt deze onderwerpen in samenhang met elkaar en beschrijft de belangrijkste punten van het beleid voor een langere periode.
De ontwerp omgevingsvisie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
Thema's: De omgevingsvisie is opgebouwd aan de hand van vier hoofdthema’s. Alle aspecten van de leefomgeving komen hierin terug. De thema’s bieden structuur bij de invulling van de omgevingsvisie. De hoofdthema’s zijn: Aangenaam leven, Verbindend netwerk, Krachtige economie en Inclusieve duurzaamheid.
Dromen: Iedereen kon meedromen over zijn/ haar leefomgeving in 2040. Welke kwaliteiten moeten we behouden en waarvan dromen we nog? Deze dromen en kwaliteiten zijn samengevat in een dromentocht: en route door onze gemeente langs de hoogtepunten van onze bewoners. De ‘kernkwaliteiten’ van Boxtel zijn groen, verbonden en ondernemend. De dromen zijn uitgewerkt in ambities.
Ambities: Wat hebben we nodig en wat is er mogelijk om de dromen te bereiken? Welke keuzes zijn hiervoor nodig? We formuleerden ambities op basis van de dromen, kernkwaliteiten en de trends en ontwikkelingen. We zijn in gesprek gegaan over de kansen, dilemma’s en keuzes. In het ambitiedocument beschrijven we onze ambities voor 2040 per hoofdthema. Het ambitiedocument is eind 2022 door de gemeenteraad vastgesteld.
Scenario's: De ambities zijn vertaald naar twee scenario’s voor de toekomst van gemeente Boxtel. In de scenario’s hebben we de uiterste opgezocht: Boxtel als het groene hart van de stedendriehoek en Boxtel als werk- en woongemeente van de regio. De twee scenario’s zijn beoordeeld met een score in het omgevingseffectrapport. Dit hielp ons om keuzes te maken voor de omgevingsvisie. Van de scenario’s is één omgevingsvisie gemaakt.
Omgevingsvisie gemeente Boxtel: In de omgevingsvisie komt alles samen: de kernkwaliteiten, de ambities en de scenario’s. In de omgevingsvisie beschrijven we de uitgangspunten die gelden voor de hele gemeente en uitgangspunten die gelden voor specifieke deelgebieden. De omgevingsvisie is ook uitgewerkt op een interactieve kaart. Zo is in één oogopslag te zien wat we willen met onze omgeving op de lange termijn.
Omgevingseffectrapportage: Hier staat de informatie over het OER-traject dat is doorlopen.
Doorwerking: Hier beschrijven we hoe we de omgevingsvisie gaan gebruiken. De Omgevingswet biedt verschillende instrumenten om uitvoering te geven aan de omgevingsvisie. Voor de juiste inzet van de instrumenten is het belangrijk om stil te staan bij de rol die de gemeente hierin kan vervullen. De gemeente Boxtel neemt een positieve houding aan tegenover initiatieven die passen binnen de omgevingsvisie en een bijdragen leveren aan de kernkwaliteiten en ambities.
Totstandkoming: De omgevingswet gaat ervan uit dat we samen -samenleving en gemeente- verantwoordelijk zijn voor de fysieke leefomgeving. Daarom hebben we tijdens het maken van de omgevingsvisie meerdere keren geparticipeerd, zowel intern als extern. Daarmee zijn veel meningen en ideeën verzameld die in de ontwerp omgevingsvisie zijn meegenomen. Onze ontwerp omgevingsvisie hebben we daardoor echt samen gemaakt: met de gemeente, inwoners, ondernemers, (maatschappelijke) organisaties, verenigingen, deskundigen en belanghebbenden.
Waarom een omgevingsvisie?
Iedere gemeente in Nederland stelt op basis van de nieuwe Omgevingswet een omgevingsvisie op. De omgevingsvisie geeft aan hoe we de totale fysieke leefomgeving voor een lange periode willen inrichten. Denk hierbij aan gebouwen, wegen, water, bodem, landschappen, natuur en erfgoed.
Volgens de Omgevingswet moet de omgevingsvisie in elk geval het volgende beschrijven:
de grootste kwaliteiten van de leefomgeving;
de plannen voor ontwikkelingen;
de hoofdlijnen van het beleid.
De gemeenten bepalen zelf de verdere invulling en vorm van de omgevingsvisie. Voor de invulling van de omgevingsvisie van gemeente Boxtel hebben we gekozen voor een website: www.ovisie-boxtel.ireporting.nl/ De omgevingsvisie is ingedeeld in vier hoofdthema’s.
In de gemeente Boxtel zijn veel ontwikkelingen in de leefomgeving. Denk hierbij aan woningbouw, stoppende agrarische bedrijven, en het opwekken van duurzame energie. Soms kunnen deze ontwikkelingen worden gecombineerd, maar niet altijd. Er is weinig ruimte en niet alles kan zomaar overal. De omgevingsvisie helpt om de juiste balans te vinden tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving:
- a.
De visie geeft een integrale richting aan ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving, en de uitwerking van beleid in onder andere programma’s en het omgevingsplan;
- b.
De visie geeft een uitnodigend en inspirerend toekomstbeeld dat is opgesteld met en voor inwoners, organisaties en (maatschappelijke) ondernemers;
- c.
De visie geeft de werkwijze aan: wat doet de gemeente, wat laten we aan de markt over, wat laten we aan de samenleving over, en welke voorwaarden stellen we hierbij?
De gemeenteraad beslist
De gemeenteraad stelt de omgevingsvisie vast. Ook wijzigingen in de omgevingsvisie vragen om een besluit van de gemeenteraad. Dit gaat via de wettelijke procedure van inspraak:
Ter inzage leggen van de ontwerp omgevingsvisie;
Mogelijkheid indienen reacties/ zienswijzen;
Vaststellen omgevingsvisie door de gemeenteraad.
Omdat de omgevingsvisie algemeen beleid bevat, is na het vaststellen van de omgevingsvisie geen beroep/ bezwaar mogelijk.
Thema's
De omgevingsvisie bouwen we op aan de hand van vier hoofdthema’s. De hoofdthema’s zijn onderverdeeld in verschillende subthema’s. De thema’s bieden structuur en steun bij de invulling van de omgevingsvisie.
De omgevingsvisie behandelt de thema’s in samenhang met elkaar. De thema’s zijn bewust zo gekozen dat alle aspecten van de leefomgeving hierin terug kunnen komen. Zowel de sociale, ruimtelijke, economische als ecologische aspecten komen erin terug. Hiermee bieden de thema’s een goede basis om op zoek te gaan naar de juiste balans tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving. De effecten op de leefomgeving worden onderzocht in een Omgevingseffectrapportage.

Themacirkel omgevingsvisie
Aangenaam leven
Dit hoofdthema heeft betrekking op wonen en alles wat samenhangt met een aangename woonomgeving. Hieronder vallen onderwerpen, zoals het landschap, natuur, voorzieningen, gezondheid en veiligheid.
Verbindend Netwerk
Het hoofdthema verbindend netwerk gaat over de netwerken. In fysieke zin gaat het hierbij om netwerken voor verkeer- en vervoer, zowel boven- als ondergronds. In sociale zin gaat het om netwerken die eraan bijdragen dat iedereen volwaardig mee kan doen in de samenleving.
Krachtige economie
Dit hoofdthema gaat over de economische aspecten, zoals het vestigingsklimaat, kennis en innovatie en de arbeidsmarkt in de gemeente. Ook de transitie van duurzame landbouw en toerisme en recreatie zijn van belang in dit hoofdthema.
Inclusieve duurzaamheid
Inclusieve duurzaamheid is een breed thema dat ingaat op klimaatadaptatie en klimaatmitigatie. Het gaat hier over de omschakeling naar circulariteit en hernieuwbare energie (energie die afkomstig is uit natuurlijke bronnen die constant worden aangevuld, bijvoorbeeld door zonnepanelen of een warmtepomp). Ook biodiversiteit, bodem en water komen terug binnen dit hoofdthema.
Dromen
Wat vinden we belangrijk? In welke omgeving wonen en leven we prettig in 2040? En welke kwaliteiten zijn er nu al in de gemeente en moeten we behouden? Om daar achter te komen hebben we onze bewoners en andere betrokkenen uitgenodigd om mee te dromen over hun ideale toekomstbeeld. Door verschillende vormen van participatie hebben meer dan achthonderd mensen meegedacht over de dromen en kwaliteiten van de gemeente Boxtel. Deze dromen en kwaliteiten zijn samengevat in een dromentocht: een route door onze gemeente langs de hoogtepunten van onze bewoners.
Op de kaart hieronder kun je de dromentocht bekijken. Via deze link naar de webpagina kan je de dromentocht ook online beleven.

Dromentocht Boxtel
Het is ook mogelijk om de dromentocht in het echt te ervaren. De tocht maakt gebruik van de fietsknooppunten uit het fietsroutenetwerk. Je kunt de route overal oppakken, korter of langer maken, of een gedeelte van de route wandelen. De tocht stuurt je door de levendige dorpen en door het groen van het buitengebied, waardoor de dromen en kwaliteiten tot leven komen.
Meer informatie
De dromentocht met de dromen en kwaliteiten is de samenvatting van de dromen die we hebben opgehaald. Wil je meer weten? We hebben ook een verslag gemaakt van het verloop van de participatie. En een verslag van de manier waarop we alle inbreng hebben geanalyseerd. Voor wie graag alle details wil weten, zijn de ruwe data te downloaden via onze webpagina.
Kernkwaliteiten
Groen, verbonden en ondernemend Boxtel!”
Groen, verbonden en ondernemend zijn de belangrijkste kernkwaliteiten voor de gemeente Boxtel.
De gemeente Boxtel kenmerkt zich door een groene omgeving, typische Brabantse dorpen en de stadse voorzieningen in het centrum van Boxtel. Door de goede bereikbaarheid over het spoor en de weg is de gemeente goed verbonden met de stedendriehoek van ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg. Verbinding is bovendien ook terug te vinden in de saamhorigheid, de gezamenlijke activiteiten en tradities. In onze gemeente wordt er veel samengewerkt.
Groen

Sparrenrijk in Boxtel
Groen en water door het dorp
Onze gemeente staat bekend als een groene gemeente, zowel op het gebied van natuur als duurzaamheid. In onze dorpen vind je veel bomen, parken en water. De Dommel loopt dwars door het centrum van Boxtel en langs Liempde. Vanuit Esch en Lennisheuvel sta je zo aan de Esschestroom, de Kleine Aa of de Beerze. Het groen en het water zorgen voor een fijne leefomgeving en bieden ruimte voor recreatie. Ze dragen bij aan de
“De Hooibrug om 7 uur ’s morgens, helemaal alleen met de watervogels. Dat is het ultieme moment van geluk”
biodiversiteit, het vasthouden van regenwater en zorgen voor verkoeling in de zomer. Van oudsher is er in onze gemeente veel aandacht voor duurzaamheid. Van oudsher is er in onze gemeente veel aandacht voor duurzaamheid. Ook nu zijn er opvallend veel initiatieven uit de samenleving die zijn gericht op duurzaamheid.
Ring van natuur
“Het mooiste aan Boxtel vind ik het binnenrijden door de groene laan met bomen”
Er zijn veel bosgebieden en landgoederen in onze gemeente. Denk aan de Kampina, De Mortelen, De Scheeken, De Geelders, Landgoed Velder, Landgoed Heerenbeek, Venrode Eikenhorst en het Sparrenrijk. Samen vormen deze gebieden een groene ring in onze gemeente. We vinden ze vooral belangrijk vanwege de natuur en de cultuurhistorie. Maar ze zijn ook goed voor het klimaat en nodigen uit tot naar buiten gaan en bewegen.
Afwisselend landschap
Het landschap van onze gemeente is afwisselend. Je vindt er verspreide bebouwing, houtwallen, beekdalen, verschillende soorten bossen en historische gebouwen. Boxtel is één van de oudste kernen van Brabant en dat zie je aan de monumenten, zoals kasteel Stapelen en de Basiliek. Het buitengebied is prachtig, met graslanden, akkers en kleine weggetjes. Ook agrarische bedrijven hebben er een plaats. De variatie maakt het buitengebied erg geschikt voor recreatie en biedt tegelijk rust en ruimte. Er lopen projecten om het ouderwetse landschap te herstellen en het nóg mooier te maken.
Verbonden

NS-station in Boxtel
Centraal in de stedendriehoek
“Boxtel is aantrekkelijk om te wonen vanwege de goede treinverbinding met Den Bosch, Tilburg en Eindhoven”
Onze gemeente ligt centraal tussen ’s-Hertogenbosch, Tilburg en Eindhoven. De steden zijn goed bereikbaar met het openbaar vervoer door het NS-station in Boxtel en met de auto via de A2 en de N624. We zijn letterlijk verbonden met onze omgeving. De goede verbindingen brengen je snel van en naar de gemeente Boxtel. Onze inwoners kunnen gemakkelijk gebruik maken van de voordelen van de steden om ons heen. En onze gemeente is goed bereikbaar voor mensen die er komen werken of recreëren.
Actieve en betrokken inwoners
Onze kernen hebben een dorps karakter. Onze inwoners kijken naar elkaar om en zorgen voor elkaar. Er is veel sociale kracht en er zijn veel bewonersinitiatieven. Inwoners organiseren zich om hun ideeën, inzichten en wensen te verwezenlijken. Denk aan PEP in Esch, SPPiLL in Liempde, Samen Ouder Worden in Boxtel en de Herenboeren. Initiatieven zijn vaak gericht op sociale verbondenheid, duurzaamheid en samen iets bereiken. Creatieve en betrokken inwoners zorgen voor ontmoetingen en verbondenheid met elkaar en met de dorpen en het behouden van hun tradities.
“De enorm bevlogen en gedreven vrijwilligers- gemeenschap maakt Boxtel uniek!”
Diversiteit
In onze gemeente hebben inwoners veel verschillende achtergronden. Er zijn dorpelingen die al generaties lang hier wonen, maar ook inwoners die voor werk of om andere redenen zijn verhuisd naar onze kernen. Dat zorgt soms voor tegenstellingen en andere inzichten. Hierdoor is in onze gemeente altijd een tegenkracht aanwezig, die zorgt voor de noodzakelijke kritische noot.
Ondernemend
“Ontmoeten en
samenwerken: al een enorme traditie op zich!”

Jaarlijkse bierpompfeest in Esch
Levendige dorpskernen
Elk dorp heeft een eigen identiteit met bijbehorende voorzieningen en een rijk verenigingsleven. Deze verscheidenheid kenmerkt de gemeente als geheel. Onze gemeente kent veel (culturele) tradities en evenementen, zoals de unieke Heilige Bloedprocessie, Rondje Lennisheuvel, de Brabantse Boeremèrt in Liempde, het Bierpompfeest in Esch en het Brass'nWoods festival. Dat zorgt ervoor dat er vaak iets te doen is in onze dorpen, waar inwoners en bezoekers op af komen.
De kern Boxtel heeft veel (stadse) voorzieningen. Bijvoorbeeld veel goede en verschillende scholen, maar ook het Oertijdmuseum en andere musea. Het historische karakter van het dorp Boxtel en de gezellige terrassen maken een bezoek aantrekkelijk.
Veel bedrijvigheid
“Ga zo door met mooie, duurzame initiatieven een plekje te geven!”
Al in de twaalfde en dertiende eeuw vestigden mensen zich in onze gemeente, aan de doorgaande route tussen ’s-Hertogenbosch en Maastricht. Het centrum werd een plek voor ambacht en handel, met brouwerijen, boerderijen en slachterijen. Ook nu nog maakt de goede ligging de gemeente Boxtel een interessante plek voor bedrijven en ondernemers. Er is ruimte voor industrie, waardoor de gemeente veel verschillende soorten bedrijven aantrekt en werkgelegenheid creëert. Hierdoor is het mogelijk om in de gemeente Boxtel te wonen én te werken. Het duurzame karakter van de gemeente zorgt er bovendien voor dat lokale, duurzame ideeën aangemoedigd worden.
Dromen
Hoe moet de gemeente Boxtel er in 2040 uitzien? En wat is nodig om die toekomstdromen waar te maken? Om daarachter te komen hebben we onze inwoners en andere betrokkenen gevraagd om mee te dromen over hun ideale toekomstbeeld voor de gemeente Boxtel. De dromen kun je in vogelvlucht bekijken op de kaart van onze dromentocht door de gemeente Boxtel. Je kunt er hier ook in meer detail over lezen.
De dromen zijn verdeeld over de vier hoofdthema’s van de omgevingsvisie: Aangenaam leven, Verbindendnetwerk, Krachtige economie en Inclusieve duurzaamheid.
De verzameling van dromen is nog geen blauwdruk voor de omgevingsvisie. Niet alle dromen kunnen verwezenlijkt worden. Soms zijn dromen tegenstrijdig en soms zijn er randvoorwaarden die dromen in de weg staan. We moeten keuzes maken over welke dromen we willen verwezenlijken. Onze inwoners dromen van een ambitieuze gemeente met duidelijke doelen, die inwoners betrekt bij het maken en uitvoeren van plannen.
Aangenaam leven
We dromen van verschillende woningen die passen bij onze inwoners
In 2040 bestaan onze dorpen uit veel verschillende soorten huizen en nieuwe woonvormen. Er zijn bijvoorbeeld amfibiewoningen langs en op het water en hoogbouw rondom het treinstation. Onze woningen kunnen makkelijk worden aangepast aan veranderende behoeftes. Grote woningen worden opgesplitst in kleinere. Er zijn wooncombinaties van jong en oud en wonen wordt meer gecombineerd met (mantel)zorg. Hierdoor kan iedereen een geschikte, betaalbare woonplek vinden en is er genoeg doorstroming. Families kunnen bij elkaar in de buurt wonen en nieuwe inwoners worden verwelkomd.
We dromen van nog meer groen

“Richt de hele gemeente in vanuit een groene visie en maak er een stadspark van. Gemeente Boxtel ontwikkelt als eerste dorp een heus ‘dorpspark’!” - reactie via iReport reactiekaart
In 2040 zijn er in onze gemeente nog meer mooie, groene en beleefbare plekken. Het molenlandschap van Kasteren is hersteld. De binnendommeltjes zijn op verschillende plaatsen in de kern Boxtel te zien. Over het Duits lijntje kun je prachtig wandelen en fietsen. Allerlei wandel- en fietsroutes verbinden de parken met de beken, de bossen en de landgoederen. Onze inwoners maken daar veel gebruik van en zijn daardoor fitter en gezonder. De bermen langs de wegen vormen een aantrekkelijke bloemenzee.
We dromen ervan om als gemeente meer aandacht te hebben voor gezondheid en leefbaarheid

“Ik wens groene straten en voortuinen. Dat is goed voor natuur, bodemleven regenwater, CO2 reductie en voor het mentaal welbevinden van mensen!” - reactie via Swipocratie
In 2040 nodigt onze openbare ruimte uit om meer te bewegen. Overal zijn plaatsen waar inwoners samen kunnen sporten en elkaar kunnen ontmoeten. Sport- en andere verenigingen spelen daarbij een grote rol. De wegen zijn vooral geschikt om te wandelen of de fiets te pakken. Er is veel informatie beschikbaar over het verbeteren van de mentale en lichamelijke gezondheid, vooral van jongeren en ouderen. Onze gemeente heeft een hoge leefkwaliteit en hoge kwaliteit aan voorzieningen.
Verbindend netwerk
We dromen van duurzaam verkeer

“Ik droom van een stroompaal: stroom gaat omhoog en dan worden het goudstaafjes. Daar gaat de auto automatisch van rijden!” – reactie via BSO
In 2040 zijn er in onze gemeente minder auto’s. Onze inwoners maken meer gebruik van openbaar vervoer en reizen met deelauto’s, die aan de randen van de wijken staan. Een auto voor de deur is niet meer vanzelfsprekend. Op de fiets of te voet naar je bestemming of ander vervoer is de meest logische keuze. Met de (elektrische) fiets en te voet zijn voorzieningen voor iedereen goed te bereiken. De voertuigen die nog rondrijden zijn elektrisch of werken op waterstof en zelfrijdend. Door de autoluwe wegen zijn onze dorpen veiliger, milieuvriendelijker en gezelliger.
We dromen van nog betere bereikbaarheid

“Goede fietspaden voor snel verkeer Eindhoven-Den Bosch.” – reactie via Swipocratie
In 2040 is onze gemeente nog beter verbonden. Er zijn veilige verbindingen tussen de dorpen, maar het wordt ook steeds gemakkelijker en sneller om te reizen naar de grote stad. Het treinstation is een knooppunt van allerlei vormen van transport, waar je moeiteloos overstapt van het ene op het andere vervoermiddel (hub). De verbindingen per spoor zijn uitgebreid en de treinen rijder vaker. We dromen van brede snelfietspaden naar Eindhoven en ’s-Hertogenbosch. Rondwegen binnen de gemeente zorgen voor een goede doorstroming van het verkeer.
We dromen van nog meer verbondenheid en samenwerking
In 2040 is de gemeente Boxtel een plek waar iedereen op zijn eigen manier kan meedoen. Er zijn gelijke kansen voor iedereen. Onze inwoners delen meer spullen en verhalen en durven elkaar om hulp te vragen. Ze kijken nog meer naar elkaar om. Door de actieve inwoners, stichtingen en verenigingen die samenwerken is er veel te beleven in onze dorpen. En er zijn veel plekken waar jong en oud elkaar ontmoeten.
Krachtige economie
We dromen van duurzaam ondernemen
In 2040 is de gemeente Boxtel dé plek om als ondernemer aan de slag te gaan. Als ondernemer is er in onze gemeente veel ruimte om je te ontwikkelen en te vernieuwen. De gemeente luistert naar de wensen en behoeften van inwoners en ondernemers met ideeën. Waar het kan, ondersteunt de gemeente. Altijd geeft de gemeente een duidelijke reactie, ook als iets niet kan. De focus ligt op lokale samenwerkingen, tussen ondernemers binnen de gemeente. Daardoor is er verbondenheid tussen ambachten, bedrijvigheid en landbouw. In onze dorpen zijn goede winkels en detailhandel, zoveel mogelijk met lokale producten, bijvoorbeeld van de lokale duurzame landbouw.

“Ik droom van een plek waar verschillende kleine beginnende ondernemers zijn die spullen kunnen verkopen.” – reactie via iReport reactiekaart
We dromen van een sterke economie met genoeg banen
In 2040 is de gemeente Boxtel economisch sterk én duurzaam. We dromen van genoeg werk voor onze inwoners en mensen van buiten. Boxtel staat bekend als een gemeente waar je kan werken, waardoor er meer kansen zijn voor bedrijvigheid en industrie. Er is vooral veel werk in zakelijke dienstverlening, handel en horeca. Er zijn nieuwe economische mogelijkheden in het buitengebied en de ontwikkeling van Greentech Park Brabant gaat voorspoedig. Er zijn slimme (economische) verbindingen met de grote steden om ons heen.
We dromen van milieuvriendelijke industrie

“In 2040 hebben we meer serieuze aandacht voor schone lucht voor uitstoot reductie van schadelijke stoffen!” – reactie via bewonersavond
In 2040 is (bijna) alle industrie in onze gemeente toekomstbestendig. Dit betekent dat onze industrie zo duurzaam mogelijk is. Het is voor bedrijven aantrekkelijk om goederen per spoor te vervoeren, om lokale grondstoffen en producten te gebruiken en materialen te hergebruiken. Onze economie is goed op weg naar circulariteit en klimaatneutraliteit. De aanwezige industrie past bij het groene imago van onze gemeente met aandacht voor het milieu. De lucht is schoon en geur, geluid en trillingen leiden niet tot overlast voor onze inwoners.
Inclusieve duurzaamheid

“In 2040 is Boxtel een gemeente met groen in en om het dorp. Dit zorgt voor leefbare temperaturen en het verminderen van kans op overstromingen.” – reactie via sociale media
We dromen van klimaatbestendigheid
In 2040 staat Boxtel bekend als een klimaatbestendige gemeente. Asfalt en tegels zijn vervangen door groen. Onze bodem is gezond en er is veel bodemleven, zodat er meer regenwater vastgehouden wordt. De gemeente en inwoners werken samen om goed voor het groen te zorgen, waarbij kinderen en bezoekers worden betrokken bij allerlei creatieve ideeën. We zijn een voorbeeld voor andere gemeenten op het gebied van klimaatbestendigheid.
We dromen over combinaties met natuur
In 2040 combineren we natuur op allerlei manieren met andere functies. Inwoners wonen onder groene daken in een groene omgeving met veel foerageer-, schuil- en nestmogelijkheden voor allerlei dieren. Er zijn mogelijkheden voor ecotoerisme en duurzame recreatie. Natuur-inclusieve landbouw wint steeds meer terrein. We zijn een voorbeeld voor andere gemeenten op het gebied van duurzaamheid.
We dromen van energieneutraliteit

“In 2040 moet Boxtel natuurlijk energie neutraal zijn!” - reactie via Swipocratie
In 2040 maken we alleen nog maar gebruik van duurzame energie. Vooral zonne-energie is in onze gemeente populair en veel inwoners en bedrijven hebben zonnepanelen op hun daken. In het buitengebied wordt kleinschalig zonne-energie opgewekt, door natuur te combineren met zonneweides. We zijn een voorbeeld voor andere gemeenten op het gebied van energieneutraliteit.
Ambities
Wat is nodig om de dromen te bereiken? Kunnen alle dromen wel tegelijk waargemaakt worden? Op basis van de dromen formuleerden we mogelijke ambities. Een ambitie kan ook een reactie zijn op een trend of ontwikkeling. Of de ambitie kan zich richten op de kwaliteiten die behouden moeten worden. Op basis hiervan zijn wij in gesprek gegaan met stakeholders over de kansen en dilemma’s, en de voorliggende keuzes. De raad stelde dit ambitiedocument1 [1] vast.
De ambities
Per hoofdthema beschrijven we de ambities op hoofdlijnen:
Aangenaam leven
De gemeente Boxtel staat bekend als een groene gemeente, zowel op het gebied van natuur als duurzaamheid. In de kernen vind je veel bomen, parken en water. De Dommel loopt dwars door het centrum van Boxtel en langs Liempde. Vanuit Esch en Lennisheuvel sta je zo aan de Esschestroom, de Kleine Aa of de Beerze. Het groen en het water zorgen voor een fijne leefomgeving en bieden ruimte voor recreatie. De beschikbaarheid van woningen staat echter onder druk. Onder de inwoners is er ook behoefte aan ontmoeting, (basis-)voorzieningen in elke kern en mogelijkheden om te sporten en te bewegen.
De ambities die horen bij het thema Aangenaam leven zijn:
- 1.
Het woningaanbod past bij de behoefte. In alle kernen zijn woningen toegevoegd. Er worden woningen toegevoegd op basis van transformatie (bijvoorbeeld door leegstaande kantoren of winkels te verbouwen tot woningen), verdichting (bijvoorbeeld door het splitsen van grote woningen en percelen) en/of uitbreidingen aan de randen van de kernen. Er is aandacht voor de betaalbaarheid en geschiktheid voor alle doelgroepen door middel van een divers aanbod. Ook zijn er nieuwe en flexibele woonvormen bijgekomen.
- 2.
De basisvoorzieningenstructuur past bij de behoefte van de inwoners. Inwoners hebben vanuit hun kern toegang tot basisvoorzieningen door de nabijheid of goede bereikbaarheid van de basisvoorzieningen. De basisvoorzieningen, zoals bijvoorbeeld winkels, zorgorganisaties of onderwijsinstellingen, geven de bewoners de mogelijkheid om elkaar te tegen te komen.
- 3.
De buitenomgeving stimuleert mensen tot meer bewegen en elkaar vaker te ontmoeten. Er zijn goede fiets- en wandelroutes, (water)speelplaatsen, zitbankjes, pleintjes, open en groene schoolpleinen. De buitenruimte is zoveel mogelijk toegankelijk om te wandelen, fietsen en sporten, waardoor bewegen aantrekkelijker is voor jong en oud. Boxtel heeft een breed sportaanbod dat we in de toekomst willen behouden. Ook zijn er sportvoorzieningen en beweegroutes buiten de deur waar iedereen gebruik van kan maken en elkaar kan ontmoeten. Kunst en cultuur in de fysieke leefomgeving is toegankelijk voor iedereen.
- 4.
De leefomgeving is veilig en gezond. We nemen de gevolgen voor veiligheid (o.a risico’s bij de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen) en bescherming van de gezondheid mee bij de afweging van initiatieven. Overlast door stank en geluid is afgenomen en de kwaliteit van de lucht is verbeterd.
- 5.
Groen en water zijn robuust, verbonden en beleefbaar in ons landschap aanwezig. De cultuurhistorische waarden zijn geborgd en versterkt en de biodiversiteit is toegenomen. Groenstructuren en erfgoed, bijvoorbeeld oude bomenrijen en sloten, zijn versterkt en met elkaar verbonden. Dat geldt ook voor natuurgebieden en het groen binnen en buiten de bebouwde kom. Het gaat hierbij om de hoeveelheid en de kwaliteit van het groen en water. Er is meer aandacht voor het behouden, uitbreiden, beschermen en verbeteren van de kwaliteit van de natuurgebieden, landgoederen, monumenten en beekdalen. Dit is zowel voor de natuur (biodiversiteit) als voor de toegankelijkheid en beleving van inwoners. Het toevoegen van bijvoorbeeld hagen, bosjes en poelen, verbetert de biodiversiteit en de beleving. Bedrijven, inwoners en de gemeente werken samen om het groen te onderhouden.
- 6.
De veiligheid en de beleving van veiligheid is verbeterd. De -sociale- veiligheid is beter door zichtbare, goed onderhouden, aantrekkelijke en toegankelijke openbare ruimtes, zoals pleinen, wegen, fiets- en wandelpaden en groen. De fietsroutes en oversteekplaatsen zijn veilig. De verkeersveiligheid en het veiligheidsgevoel zijn verbeterd door te werken volgens de principes van Duurzaam Veilig Verkeer.
Verbindend netwerk
De gemeente Boxtel ligt te midden van de stedendriehoek ’s-Hertogenbosch, Tilburg en Eindhoven. De goede verbindingen brengen je snel van en naar de gemeente. Bewoners kunnen gemakkelijk gebruik maken van de voorzieningen van de steden om ons heen. De gemeente is aantrekkelijk en goed bereikbaar voor mensen die er komen werken of recreëren, maar er is nog ruimte voor groei. Ook op sociaal gebied wordt er gewerkt aan verbondenheid. Inwoners organiseren zich om hun ideeën, inzichten en wensen waar te maken. Initiatieven zijn vaak gericht op sociale verbondenheid, ontmoeten, duurzaamheid en samen iets bereiken. Er liggen veel kansen voor een fijn gemeenschapsgevoel binnen de kernen. Ook worden er samenwerkingen opgezocht, bijvoorbeeld met andere gemeenten, de regio of de provincie, om ambities waar te maken.
De ambities die horen bij het thema Verbindend netwerk zijn:
- 1.
Er wordt optimaal gebruik gemaakt van duurzame vormen van vervoer. Het hoogwaardige OV-netwerk (HOV) is uitgebreid met meer treinen en bussen naar ’s- Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg. Er zijn meer goede (snel)fietspaden tussen de kernen en de wandelroutes zijn beter en mooier. Dit betekent dat er een uitgebreid netwerk aan (snel)fietspaden en wandelpaden is, met duidelijke bewegwijzering en goede voorzieningen. Ook zijn er meer (elektrische) deelauto’s en laadpalen in de kernen te vinden. De kernen zijn autoluw ingericht en een (eigen) auto voor de deur wordt minder vanzelfsprekend. Het aandeel autoverplaatsingen is afgenomen.
- 2.
De bereikbaarheid is verbeterd door de lokale verbindingen tussen de kernen, het buitengebied en de natuurgebieden te optimaliseren. Hetzelfde geldt voor de regionale verbindingen naar Eindhoven, ’s- Hertogenbosch en Tilburg. Station Boxtel is de op- en overstaplocatie waar trein, bus, (deel)auto, fietspad en wandelpad samen komen. De kernen en bedrijven zijn goed bereikbaar en toegankelijk voor zowel bewoners als bezoekers van onze gemeente. Dit kan onder andere door slimme verkeersystemen en infrastructuur die geschikt is voor zelfrijdende auto’s.
- 3.
De kracht van de samenleving wordt optimaal benut door ondersteuning van lokale netwerken en (burger)initiatievenen. We stimuleren gelijke kansen, vrijwilligerswerk en burgerinitiatieven dicht bij de bewoners, in hun eigen netwerk. We ondersteunen het onderwijsnetwerk in onze gemeente en er is aandacht voor duidelijke communicatie. Zoveel mogelijk mensen kunnen langer meedoen met de maatschappij, want als je tot op hoge leeftijd mee kunt doen is er ook minder vereenzaming. Bewoners die een handje extra nodig hebben weten waar ze een helpende hand kunnen vinden, door contact in de buurt.
Krachtige economie
Al in de twaalfde en dertiende eeuw vestigden mensen zich in de gemeente Boxtel, aan de doorgaande route tussen ’s-Hertogenbosch en Maastricht. Het centrum werd een plek voor ambacht en ook nu maakt de goede ligging de gemeente Boxtel een interessante plek voor bedrijven en ondernemers. Er is ruimte voor industrie, waardoor de gemeente veel verschillende soorten bedrijven aantrekt en werkgelegenheid creëert. Hierdoor is het mogelijk om in de gemeente Boxtel te wonen én te werken. Er zijn kansen om een groeiende economie en duurzaamheid hand in hand te laten gaan. Er wordt aandacht besteed aan de verdere transitie binnen de landbouw en daarbij zoeken we ook naar oplossingen voor leegstaande stallen.
De ambities die horen bij het thema Krachtige economie zijn:
- 1.
Het landelijk gebied is vitaal en het gebruik van het land is in balans met natuurlijke systemen (bodem, water en lucht). Zo kunnen onze boeren aanvullende functies hebben zoals natuurbeheer, een zorgboerderij of recreatie. De cirkels bij de kringloop zijn zo klein als het kan en zo groot als noodzakelijk. Waar mogelijk combineren we de ontwikkelingen binnen duurzame landbouw met andere opgaven zoals klimaat, water, energie en natuur. Ook is er meer aandacht voor streekproducten en de kwaliteit van voedselproductie.
- 2.
De gemeente Boxtel staat bekend als recreatieve bestemming om Het Groene Woud en Van Gogh Nationaal Park te ontdekken. De aantrekkelijke en gastvrije kernen dienen ook als uitvalsbasis voor natuur, cultuur en erfgoed. De gemeente heeft aantrekkelijke, historische en compacte kernen die worden gekenmerkt door gastvrijheid en een divers aanbod van horeca, overnachtingsplekken, cultuur en winkels met lokale producten. De kernen vormen een uitvalsbasis voor bewoners, recreanten en toeristen om het landschap, de steden en de natuur (bijvoorbeeld de Kampina, Het Groene Woud, van Gogh Nationaal Park) in de buurt te ontdekken.
- 3.
De gemeente Boxtel onderscheidt zich door een goed vestigingsklimaat voor duurzame en inclusieve bedrijven. De gemeente biedt voldoende ruimte aan ondernemers die inzetten op de maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzame initiatieven en de circulaire economie. Er zijn binnen de gemeente broedplaatsen voor innovatie op het gebied van de circulaire en/of biobased economie. Doordat de gemeente samenwerkt met de Regio Noordoost Brabant, Noordoost Brabant Werkt, AgriFood Capital, Brainport, het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen, is er voor iedereen passend werk. Bedrijven die vooral leunen op goedkope arbeidsmigranten dragen niet bij aan de brede welvaart en vestigen in Boxtel zal worden ontmoedigd.
Inclusieve duurzaamheid
De gemeente draagt bij aan de doelen van het klimaatakkoord en er wordt bij woningen en bedrijven rekening gehouden met het milieu. Het duurzame karakter van de gemeente zorgt ervoor dat lokale, duurzame ideeën aangemoedigd worden. Het groen en het water draagt bij aan de biodiversiteit. Het vasthouden van regenwater zorgt voor vergroening en verkoeling in de zomer. Van oudsher is er in de gemeente veel aandacht voor duurzaamheid en ook nu zijn er veel initiatieven uit de samenleving die zich hierop richten. Het is belangrijk dat iedereen die dat wil hieraan mee kan doen.
De ambities die horen bij het thema Inclusieve duurzaamheid zijn:
- 1.
Er is sprake van een goede kwaliteit van de bodem en het water. De ondergrond (de bodem en watersystemen) speelt een belangrijke rol bij het maken van keuzes voor de inrichting van de leefomgeving. We houden rekening met de effecten van ontwikkelingen op de kwaliteit van de bodem en het watersysteem. Denk hierbij aan het beperken van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen en het zo min mogelijk verstoren van kwetsbare ondergrond. We stemmen het bovengronds-gebruik beter af op de (on)mogelijkheden die de ondergrond biedt. Er is geen nieuwe ernstige bodemverontreiniging bij gekomen en kansen worden benut om bestaande bodemverontreiniging op te lossen bij nieuwe ontwikkelingen.
- 2.
Wateroverlast, hittestress en verdroging gaan we zoveel mogelijk tegen met maatregelen. Water krijgt meer ruimte binnen de gemeente. Dat gaat niet alleen over de beekdalen, maar er is bijvoorbeeld ook meer afwisselend en passend groen dat we gebruiken om water op te vangen en langer vast te houden. Er is minder verhard oppervlak. Dat is goed voor de biodiversiteit en het draagt bij aan verkoeling in warme periodes. Ook zijn er bewoners die meehelpen met groenonderhoud in de straat. Door goede voorlichting weten bewoners hoe je om kan gaan met klimaatadaptie en kiezen ze steeds vaker voor groene daken en groene tuinen die regenwater opvangen. Ruimtelijke ontwikkelingen worden standaard klimaatbestendig uitgevoerd.
- 3.
Het hergebruiken van producten, materialen en grondstoffen is de standaard. Zo is er bijvoorbeeld minder restafval per inwoner. Bij de inkoop en uitvoering van bouwprojecten werken we ‘biobased’: een duurzame manier van bouwen waarbij we werken met hernieuwbare grondstoffen en natuurlijke bouwmaterialen (zoals hout, grassoorten of schimmels). Ook gebruiken we minder nieuwe spullen doordat we gebruik maken van lokale kringloop-initiatieven en doordat er steeds meer producten worden gedeeld. Iedereen kan meedoen met de circulaire economie, binnen een eigen woning of via mogelijkheden in de wijk. We helpen inwoners en ondernemers hierbij door goede voorlichting.
- 4.
De gemeente Boxtel is zo snel mogelijk energieneutraal en spant zich hiervoor maximaal in. Bestaande woningen en bedrijfspanden zijn verduurzaamd en gaan van het aardgas af. Daarmee besparen we energie en wordt er grootschalig energie opgewekt. Het duurzame imago van Boxtel is versterkt. Bewoners en ondernemers weten wat ze zelf kunnen doen om duurzamer te wonen of werken en ze weten wat de voordelen hiervan zijn. De gemeente faciliteert initiatieven, zodat deze haalbaar en betaalbaar zijn voor inwoners en ondernemers.
Het behalen van de ambities kan op verschillende manieren, en de thema’s hebben invloed op elkaar. We brengen daarom de ambities met elkaar in verband. Als voor een thema de situatie op dit moment nog ver weg ligt van onze ambitie, dan is dat een opgave. De zogeheten ‘foto van de leefomgeving’ in het OER helpt om de opgave scherp te krijgen. In deze ‘foto van de leefomgeving’ staat hoe de gemeente Boxtel er nu en in de toekomst uitziet als er geen omgevingsvisie zou zijn.
We bekijken de kansen om ambities en opgaven van verschillende thema’s te combineren. Niet alles is overal mogelijk. Het verbinden van de ambities kan daardoor ook tot dilemma’s leiden.
Beleidsanalyse
Het beleid van de gemeente Boxtel bestaat uit wetten, regels, afspraken en plannen die voor de gemeente gelden. Om daar een goed beeld van te krijgen heeft de gemeente een beleidsanalyse gemaakt. De gemeente gebruikt dit als vertrekpunt voor het opstellen van de omgevingsvisie. De kaart hieronder laat een overzicht zien van al het bestaande beleid. Een paar voorbeelden daarvan zijn;
Nieuwe woningen in alle kernen in de gemeente Boxtel
Een snelfietsroute tussen ‘s-Hertogenbosch en Eindhoven die loopt door de gemeente Boxtel
Samen aan de slag, beleidsakkoord 2021 – 2026
Toekomstig bedrijventerrein GreenTech Park Brabant
Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Boxtel

Beleidsanalysekaart Boxtel
Trends en ontwikkelingen
Trends en ontwikkelingen
Voor alle vier de thema’s hebben we in grote lijnen trends en ontwikkelingen in beeld gebracht. Deze laten zien hoe de thema’s in de toekomst veranderen of hetzelfde blijven. Veranderingen kunnen ontstaan door bijvoorbeeld nieuwe ideeën en uitvindingen, of veranderingen in normen en waarden. Belangrijke trends en ontwikkelingen maken het nodig om afspraken te maken hoe we hiermee omgaan. Dit kan gaan over maatschappelijke ontwikkelingen binnen Nederland. Het kan ook gaan over wereldwijde ontwikkelingen en afspraken, zoals over de opwarming van de aarde. Deze afspraken leiden tot wetten en regels vanuit de Europese Unie, het Rijk en de provincie. Met het maken van de omgevingsvisie moeten we hier rekening mee houden.
Trends en ontwikkelingen binnen Nederland
Energietransitie: de energietransitie is de overgang van het gebruik van fossiele energie naar hernieuwbare energie. De energietransitie is een opgave die voortkomt uit de Klimaatwet. In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt over het terugbrengen van CO2 -uitstoot, zodat de opwarming van de aarde wordt beperkt tot onder 2 graden Celsius. Voor Nederland betekent dit dat onze uitstoot van CO2 in 2030 met 49% moet worden teruggebracht, en met 95% in 2050. De huidige energiecrisis, die is ontstaan door een wereldwijd tekort aan energie, maakt energiebesparing en het haalbaar en betaalbaar maken van de energietransitie extra belangrijk. De gemeente werkt op dit moment samen met de regio Noordoost-Brabant aan de Regionale Energiestrategie (RES). Het doel is om gezamenlijk te komen tot keuzes voor de grootschalige opwekking van duurzame elektriciteit, het gasloos maken van gebouwen en de infrastructuur die hiervoor nodig is. Deze maatregelen hebben gevolgen voor de leefomgeving.
Klimaatadaptatie: is een opgave die ook voortkomt uit de Klimaatwet. Als gevolg van klimaatverandering nemen de kansen op extreme hitte, wateroverlast en droogte toe. Bij klimaatadaptatie gaat het er niet om de klimaatverandering te beperken, maar om ons voor te bereiden op de gevolgen ervan. In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie is afgesproken dat heel Nederland in 205S0 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht. Op lokaal niveau moeten we hiervoor maatregelen nemen, bijvoorbeeld door meer waterberging aan te leggen.
Landelijk gebied: vanuit het Rijk wordt geïnvesteerd in een duurzaam landelijk gebied en in robuuste natuur. Het doel is om de natuur te beschermen en het verlies van biodiversiteit te herstellen. De aanpak richt zich niet alleen op stikstof, maar ook op het behalen van de (Europese) normen voor de waterkwaliteit, bodem, klimaat en biodiversiteit. Tegelijkertijd willen we perspectief bieden voor de boeren. De provincies moeten hier gebiedsplannen voor opstellen.
Duurzame Verstedelijking: Een belangrijk onderdeel van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) gaat over ‘verstedelijking en verstedelijkingsopgaven’. Ook in Brabant ligt een forse bouw-, transformatie en herstructureringsopgave. Brabantbreed willen we naast de grote vraag naar ruimte voor woningen en bedrijvigheid ook andere opgaven oplossen met betrekking tot klimaatadaptatie, energietransitie, slimme mobiliteit, biodiversiteit, gezondheid en circulaire economie. Eén van de stedelijke regio’s in Brabant is de stedelijke regio ’s-Hertogenbosch. De regio maakt afspraken met provincie en Rijk over een duurzame verstedelijking. De gemeente Boxtel maakt deel uit van deze regio.
Trends en ontwikkelingen in Boxtel
Er zijn trends en ontwikkelingen die meer specifiek voor Boxtel gelden. Deze trends en ontwikkelingen hebben we verdeeld over de vier hoofdthema’s van de omgevingsvisie. Hieronder zijn de trends en ontwikkelingen in relatie tot Boxtel beschreven:
Aangenaam leven
De gemeente Boxtel kenmerkt zich door een groene omgeving met de typisch Brabantse kernen Esch, Lennisheuvel en Liempde en de kern Boxtel met een meer stedelijk karakter. De gegevens van het CBS laten zien dat er voor gemeente Boxtel een middelmatige groei van inwoners wordt verwacht tussen nu en 2035. De gemeente is aantrekkelijk om in te wonen en daarom is er ook een strijd om ruimte te zien. Bovendien wordt het verschil tussen het stedelijk gebied en het buitengebied steeds kleiner. Er is scheefgroei waarbij huishoudens goedkoper of duurder wonen dan bij hun inkomen past en ouderen wonen langer thuis. Gezinnen worden kleiner en er is meer immigratie. Hierdoor neemt de drukte op de woningmarkt toe en is er te weinig aanbod voor starters en senioren. Het lukt jonge gezinnen niet altijd om te wonen op de plek waar ze willen. Een andere trend is de vergrijzing. Er wordt daarom ook gezocht naar andere manieren van wonen, waarbij gekeken wordt naar nieuwe vormen van samenwonen ( jong-oud, woon-zorg) en nieuwe vormen van gezond wonen in/met groen.
Verbindend netwerk
De gemeente ligt centraal tussen ’s-Hertogenbosch, Tilburg en Eindhoven. Per weg en per spoor is de gemeente letterlijk verbonden met de omgeving. De drukte op de omliggende wegen (A2, N65, A50, A58) neemt toe en daardoor wordt Boxtel minder goed bereikbaar. Tegelijkertijd biedt het treinstation in de gemeente genoeg ruimte voor groei en kan het station de verwachte reizigersstromen verwerken. De verwachting is dat station Boxtel in de toekomst een belangrijker knooppunt wordt en dat woningen en werkgelegenheden steeds beter bereikbaar worden via het openbaar vervoer. De gemeente zal groeien in het aantal verbindingen, zowel fysiek als sociaal. Als gevolg van sociale media en moderne werkvormen werken meer mensen thuis en verandert de manier van contact hebben met elkaar. Ook zien we de verschillen tussen jong en oud en arm en rijk groter worden. Hier tegenover staat dat veel inwoners een actieve houding hebben en met nieuwe ideeën komen om elkaar toch te ontmoeten of om iets bij te dragen aan de gemeenschap. De invloed van inwoners neemt toe en de gemeente denkt mee met haar inwoners.
Krachtige economie
De goede ligging van de gemeente Boxtel maakt het een interessante plek voor bedrijven en ondernemers. Er is een redelijke hoeveelheid bedrijventerreinen aanwezig, waardoor de gemeente veel verschillende soorten bedrijven aantrekt en werkgelegenheid creëert. Vooral de maakindustrie en de zakelijke dienstverlening zijn goed aanwezig. Met GreenTech Park Brabant creëert de gemeente een bedrijventerrein voor bedrijven die bezig zijn met circulariteit en/of natuurlijke grondstoffen. Ook biedt het ruimte voor innovatie en herstructurering op Ladonk. Het aantal arbeidsmigranten binnen de gemeente neemt toe door de aanwezigheid van werkzaamheden waar geen werknemers meer voor te vinden zijn. Daarnaast ontstaat er bij steeds meer mensen een mix van thuiswerken en op kantoor werken. Bovendien zorgt de verandering van boerenbedrijven voor ander soort werk in de landbouw.
Inclusieve duurzaamheid
Op landelijk niveau wordt de doelstelling om energieneutraal te zijn op 2050 gelegd. De gemeente Boxtel streeft ernaar om zo snel mogelijk energieneutraal te zijn en daarmee haar duurzame samenleving te bevestigen. Er is daarom steeds meer ruimte voor duurzaam verkeer, duurzaam toerisme, duurzaam wonen en duurzame industrie. Klimaatadaptatie wordt steeds belangrijker en er is een toename in circulaire landbouw en bedrijvigheid en deel-mobiliteit. Tegelijkertijd zijn er uitdagingen met betrekking tot water en hittestress. Er wordt gezocht naar nieuwe manieren voor duurzame energie, door bijvoorbeeld natuur-inclusieve zonneparken, of een warmtenet.
Scenario's
De ambities zijn vertaald naar twee scenario’s voor de gemeente Boxtel. In de scenario’s hebben we de uiterste opgezocht. Is bijvoorbeeld in één variant gekozen voor weinig woningen bouwen, dan is in de andere variant gekozen voor heel veel woningen bouwen. Samen met o.a. bewoners en maatschappelijke partijen hebben we allebei de scenario’s aangescherpt.
De twee scenario’s zijn:
Deze scenario’s zijn met een score beoordeeld in een omgevingseffectrapport. Doordat we in allebei de scenario’s de uiterste hebben opgezocht, geeft de beoordeling van het omgevingseffectrapport ons een goed beeld over welke ambities we wel en niet kunnen realiseren. Dit helpt om tot een voorkeursscenario te komen. Het voorkeursscenario (de omgevingsvisie) is een mix van de twee scenario’s.
Scenario 1: Boxtel als het groene hart van de stedendriehoek
Dit scenario gaat uit van de ontwikkeling van de gemeente Boxtel als het groene hart van de stedendriehoek tussen Den Bosch, Tilburg en Eindhoven. De meeste nadruk ligt hierbij op de ambities die horen bij de hoofdthema’s: Aangenaam leven en Inclusieve duurzaamheid.

Visualisatie van Scenario 1: Boxtel als het groene hart van de stedendriehoek
Hieronder worden per hoofdthema de leidende principes beschreven voor dit scenario. Deze zijn gebaseerd op de vastgestelde ambities.
Aangenaam leven
De groene kwaliteit van Boxtel wordt versterkt door een robuuste ‘ring’ van natuur in en om de gemeente. De Kampina, Eikenhorst, de Geelders en de Scheeken worden nog beter met elkaar verbonden door versterking van het landschap (aanleg van hagen, struweel, poelen, natuurvriendelijke oevers), de aanleg van nieuwe natuur en de omschakeling naar natuur inclusieve landbouw. De nieuwe natuur bestaat voornamelijk uit ecologische verbindingszones: deels versterking van autonome verbindingen en eventueel toevoeging van nieuwe verbindingen. Hiermee worden meerdere doelen gediend. De groene kwaliteit wordt gewaardeerd door inwoners. Daarnaast worden leefgebieden van planten en dieren vergroot en vooral beter met elkaar verbonden. Dit is goed voor de biodiversiteit. De versterking van deze natuur gaat bovendien hand in hand met het creëren van een klimaatrobuuste leefomgeving, zoals het langer vasthouden van water in beekdalen.
Voor een passend woningaanbod wordt gewerkt aan herstructurering van de naoorlogs buurten in Boxtel. Herstructurering kan bestaan uit renovatie van woningen en het opnieuw inrichten van het groen en de straten. Herstructurering kan ook gaan over hele buurten, waarbij ‘slechte’ woningen worden gesloopt. Dit biedt kansen om de buurten te verbeteren, bijvoorbeeld door meer woningen terug te laten komen als hier genoeg ruimte voor is. Ook komen er meer soorten woningen, waardoor de buurten minder eentonig worden. Er wordt uitgegaan van autonome groei van woningen, dus plannen die al vastgesteld zijn. Er is ook aandacht
voor water (klimaat robuuste inrichting met mogelijkheden om water op te vangen, langer vast te houden en hittestress te verminderen), een kwalitatieve verbetering van het bestaande groen, kwantitatieve toevoeging van groen en er worden mogelijkheden toegevoegd om buiten te kunnen bewegen. Hierdoor ontstaat er een aantrekkelijkere en gezondere leefomgeving.
De herstructurering van naoorlogse buurten zorgt voor een verbetering van de bestaande woningen en openbare ruimte en creëert tegelijkertijd ruimte voor nieuwe passende woningen in de wijk. Wel vinden er als gevolg van herstructurering van de buurten ook verhuizingen plaats, waardoor mensen in sommige gevallen niet meer op precies dezelfde plek kunnen wonen.
Er wordt ingezet op voorzieningen voor jong en oud in elke buurt. We streven minimaal naar het behouden van de huidige voorzieningen op buurt en wijkniveau, zoals de buurthuizen. Zo nodig worden bestaande voorzieningen geoptimaliseerd, zodat beter aan de behoefte voldaan wordt.
Verbindend netwerk
De focus binnen dit scenario ligt op het verbeteren van het fietsnetwerk in de dorpen. Bestaande routes worden waar nodig aangepast en er wordt uitgebreid met nieuwe routes. Dit om ervoor te zorgen dat autogebruik zoveel mogelijk wordt beperkt. Ook wordt er ingezet op goed gebruik van openbaar vervoer. Het toevoegen van woningen in de buurt van het station zorgt voor goede bereikbaarheid. Het treinstation wordt doorontwikkeld tot een moderne en duurzame mobiliteitshub (een locatie waar meer mobiliteiten samenkomen) met goed en passend vervoer (deelauto's en deelscooters). Tot slot wordt er gekeken naar verbetering van het (regionale) fietsnetwerk voor recreanten.
Krachtige economie
Binnen dit scenario krijgen boeren die willen stoppen ruimte om van functie te veranderen. Hierbij ligt de nadruk op recreatie en duurzame energieopwekking. De gemeente heeft een faciliterende rol en werkt dit uit in programma’s.
Er wordt ingezet op het versterken van de recreatieve activiteiten die passen bij Boxtel als het groene hart. Bijvoorbeeld wandelen en fietsen in de natuur en recreëren rondom het water. Ook wordt er ingezet op kleinschalige en bijzondere overnachtingsmogelijkheden zoals natuurhuisjes of een bed and breakfast.
Voor bedrijventerreinen ligt de nadruk op verduurzaming en verbetering van de bestaande terreinen. Verduurzaming bestaat uit een klimaat robuuste inrichting (met mogelijkheden om water op te vangen, langer vast te houden en hittestress te verminderen), meer aandacht voor groen en het terugdringen van het energieverbruik. Er komt geen verdere uitbreiding van bedrijventerreinen en het type bedrijvigheid blijft hetzelfde.
De transitie van het landelijk gebied krijgt vorm door een omschakeling van intensieve landbouw naar natuur inclusieve landbouw. Natuur inclusieve landbouw betekent dat de landbouw samen gaat met meer biodiversiteit. De boeren worden in staat gesteld om de natuur te ontwikkelen en beheren. De bodem en het watersysteem zijn leidend voor de mogelijkheden. Dit betekent dat er minder intensief gebruik wordt gemaakt van (kunst)mest. Chemische gewasbeschermingsmiddelen worden zo min mogelijk gebruikt. Er is aandacht voor een gezond bodemleven met genoeg bodemdieren. De gemeente gaat dit ruimtelijk en procesmatig faciliteren.
Op de nattere en vruchtbare bodems wordt ook biomassa en hout geteeld, zoals de voor de regio kenmerkende populierenbossen.
In andere vruchtbare gronden is er ruimte voor verschillende vormen van natuur inclusieve landbouw, zoals akkerbouw en boomteelt. De producten worden zo dicht mogelijk bij de consument geteeld, verwerkt en verkocht.
Inclusieve duurzaamheid
Op minder geschikte gronden en plekken waar landbouw niet langer mogelijk is wordt gekeken naar een combinatie met andere functies zoals natuur en/of recreatie. Vrijkomende agrarische bebouwing kan worden gebruikt voor recreatieve functies. Er wordt maximaal ingezet op zon op daken, zowel bij gemeentelijk vastgoed als bij bedrijven en woningen door voorlichting en stimulatie. De inschatting is dat hiermee 143 TJ (Terajoule) kan worden opgewekt. Dan is nog 145 TJ nodig waarvoor zon op land wordt toegepast. Het gebied ten noordwesten van Boxtel, grenzend aan het stedelijk gebied en de grootschalige infrastructuur is een zoekgebied voor natuur inclusieve zonneparken.
Scenario 2: Boxtel als werk- en woongemeente van de regio
Dit scenario gaat uit van de ontwikkeling van de gemeente Boxtel als werk- en woongemeente van de regio, waarbij maximaal wordt ingezet op een ondernemend Boxtel. Hierbij ligt de meeste nadruk op de ambities die horen bij de thema’s: Krachtige economie en Verbindend netwerk.

Visualisatie van Scenario 2: Boxtel als werk- en woongemeente van de regio
Hieronder worden per hoofdthema de leidende principes beschreven voor dit scenario. Deze zijn gebaseerd op de vastgestelde ambities.
Aangenaam leven
Boxtel levert op regionaal niveau haar bijdrage aan de woningmarkt in de vorm van inbreiding, kleinschalige en hoogwaardige uitbreidingen van de kernen en de ontwikkeling van één of twee nieuwe woonwijken nabij de kern Boxtel. De locaties ten noordoosten van Boxtel en ten zuiden van Boxtel komen in aanmerking voor een meer grootschalige uitbreiding van enkele honderden tot enkele duizenden woningen. Daarnaast zijn meer kleinschalige uitbreidingen mogelijk aan de randen van de dorpskernen van Liempde, Esch en Lennisheuvel. Het uitgangspunt is een toevoeging van maximaal 3000 nieuwe woningen met een mix van woningtypen.
Bij een goed vestigingsklimaat en een aantrekkelijke woonomgeving horen ook voldoende groen en passende voorzieningen. Bestaande voorzieningen worden behouden en bij nieuwe woonwijken worden voorzieningen toegevoegd die passen bij de behoefte, zoals een winkel, buurthuis, basisschool of multifunctioneel centrum. Er wordt ingezet op behoud van het huidige groen en eventuele toevoegingen van groen in lijn met autonoom beleid.
Verbindend netwerk
Boxtel zet in op haar kwaliteiten en de centrale ligging in de stedendriehoek met uitstekende verbindingen in alle richtingen. Naar de Brainport regio in het zuiden, naar Midpoint Brabant ten westen van Boxtel en naar de AgriFood capital (waar Boxtel zelf binnen valt) ten oosten en ten noorden. Er wordt ingezet op alle typen vervoer (openbaar vervoer, fiets en gemotoriseerd verkeer). Het treinstation wordt doorontwikkeld tot een moderne en duurzame mobiliteitshub (een locatie waar meer mobiliteiten samenkomen) met goed en passend vervoer (deelauto's en deelscooters).
Werklocaties zijn goed ontsloten en verbonden met de omgeving. De ligging nabij de A2 wordt goed benut voor werken en bedrijvigheid.
Door de nieuwe woonwijken zal de vraag naar mobiliteit toenemen. De ontwikkeling van Boxtel Noordwest zal samen gaan met de ontwikkeling van een nieuwe randweg. De ontwikkeling van het gebied ten zuiden van Boxtel zal samen gaan met een aanpassing van de Keulsebaan. Een nieuwe ontsluitingsweg zal een nieuw bedrijventerrein langs de A2 beter bereikbaar maken. Daarbij wordt naar alle vormen van mobiliteit gekeken. Nieuwe wandel- en fietspaden in lijn met autonoom beleid en nieuwe bushaltes krijgen ook een plek.
Krachtige economie
Boxtel is van oudsher een gemeente waar niet alleen gewoond, maar ook gewerkt wordt. Het ondernemende Boxtel koestert het goede vestigingsklimaat.
De werkgelegenheid en het aanbod aan werklocaties groeit mee met het aantal nieuwe woningen. Er wordt de komende jaren uitgegaan van een jaarlijkse toename van 2 hectare bedrijventerrein per jaar. Op Ladonk kan ruimte beschikbaar gemaakt worden door een betere indeling en door meer de hoogte in te bouwen. Voor de langere termijn wordt ruimte gereserveerd voor een nieuw bedrijventerrein. Hierbij wordt gekeken naar een locatie aan de A2 in combinatie met een nieuwe ontsluitingsweg en het gebied ten zuiden van Boxtel in combinatie met woningbouw en aanpassing van de Keulsebaan.
Er wordt ook ingezet op innovatie, bio-economie en circulariteit door het ontwikkelen van Green Tech Park Brabant. Dit is autonoom beleid.
Het landelijk gebied heeft nadrukkelijk een functie als ‘uitloopgebied’ en ‘landschapspark’ voor de kernen. De ontwikkeling van natuur en recreatie gaan hierbij hand in hand. Bijvoorbeeld door het toevoegen van hagen, bosjes, waterbergingsgebieden en wandelpaden.
Daarnaast is er ook ruimte voor een toekomstige bestendige agrarische sector waarbij verschillende mogelijkheden zijn: omschakeling naar natuur inclusieve landbouw, innovatieve vormen van landbouw of landbouw in combinatie met alternatieve functies zoals energieopwekking en recreatie.
Er wordt ingezet op het behoud en waar nodig versterken van recreatieve mogelijkheden om te wandelen en fietsen. Ook wordt er ingezet op het aantrekken van recreanten en toeristen uit de regio door het behouden en het versterken van trekpleisters zoals het Oertijdmuseum, ontmoetings- en bezoekerscentra en congressen op bijv. de landgoederen.
Inclusieve duurzaamheid
Voor de energietransitie wordt ingezet op meervoudig ruimtegebruik, in verband met de schaarse beschikbare ruimte. De opgave om energieneutraal te worden krijgt vooral vorm door zon op daken en windenergie. In de regionale energiestrategie is onderzoek gedaan naar geschikte gebieden voor windmolens. Hieruit zijn drie gebieden naar voren gekomen als zoekgebied voor windmolens. De resterende opgave wordt ingevuld door goed ingepaste zonnevelden in het landelijk gebied, die ook andere functies hebben zoals recreatief medegebruik, bevordering van de biodiversiteit of waterberging.
Omgevingsvisie gemeente Boxtel
Het groenblauwe, verbonden en ondernemende hart van de regio
In de gemeente Boxtel is het prettig wonen én goed werken. De gemeente heeft een rijke cultuurhistorie, prachtige natuurgebieden en een landelijk gebied met karakteristieke dorpen, die grotendeels met elkaar verbonden zijn door de meanderende Dommel, de Essche Stroom en de Beerze. Elk dorp heeft een eigen identiteit met bijbehorende voorzieningen. Ook zorgt het rijke en diverse verenigingsleven voor veel saamhorigheid. Deze belangrijke kwaliteiten willen we in de toekomst behouden en versterken. Tegelijkertijd bieden we ruimte aan belangrijke trends en ontwikkelingen die op ons afkomen. De uitstekende ligging van de gemeente midden in de stedendriehoek Den Bosch, Tilburg en Eindhoven willen we hierbij nog beter benutten. Het ondernemershart van de gemeente Boxtel moet ook in de toekomst blijven kloppen.
We beschrijven de algemene uitgangspunten per hoofdthema voor de omgevingsvisie 2040. De algemene uitgangspunten gelden voor heel de gemeente Boxtel. Ze zijn gebaseerd op de kwaliteiten, de vastgestelde ambities en bevatten onderdelen van beide scenario’s die zijn onderzocht in de Omgevingseffectrapportage. Dit met het oog op het zo veel mogelijk behalen van de ambities én het zoveel mogelijk beperken van negatieve effecten.
Een deel van de uitgangspunten is uitgewerkt in ruimtelijke keuzes die voor een groot deel op de kaart zijn ingetekend. Hoewel de tekst leidend is, laat de kaart in één oogopslag te zien wat we willen met onze omgeving op de lange termijn.
Naast de algemene uitgangspunten zijn er ook specifieke gebiedsgerichte ontwikkelingen, deze zijn beschreven bij de deelgebieden op de kaart. Bij de deelgebieden zijn de uitgangspunten in samenhang verder uitgewerkt.

Omgevingsvisiekaart Boxtel
Uitgangspunten
Aangenaam leven
De uitgangspunten voor de omgevingsvisie 2040 zijn:
De natuur en groene kwaliteit van Boxtel wordt behouden en versterkt. Dit gaat om het groen binnen de dorpen, het groen buiten de dorpen en de verbinding daartussen. De groene kwaliteit wordt hoog gewaardeerd door de inwoners en draagt bij aan een aangenaam leven. Bodem en water zijn sturend bij ontwikkeling. Dit wordt verder beschreven onder het hoofthema Inclusieve duurzaamheid.

Nieuwe ontwikkelingen houden rekening met de identiteit van de plek. Er zijn veel plaatsen met een rijke cultuurhistorie, zoals de landgoederen en de historische gebouwen in de dorpen. Deze worden gekoesterd en een nieuwe ontwikkeling staat in dienst van het behoud van de cultuurhistorische waarde. Voor andere gebieden kan ontwikkeling juist leiden tot nieuwe kwaliteiten, zoals woningen of zonnevelden in combinatie met de ontwikkeling van nieuwe natuur of de aanleg van waterberging.
De gemeente Boxtel levert haar bijdrage aan de woningmarkt door woningen te realiseren die aansluiten bij de behoefte en duurzame verstedelijking. Tussen 2023 en 2027 willen we maximaal 1.300 woningen toevoegen; in lijn met de trend van de afgelopen jaren. Van 2028 tot en met 2032 zetten we in op maximaal 985 woningen. Tussen 2032 en 2040 is het aantal woningen nog nader te bepalen, dit wordt opgenomen in het nog op te stellen woonprogramma voor die periode. We richten ons vooral op woningen waar nu en in de toekomst behoefte aan is: betaalbare huur- en koopwoningen voor met name starters en woningen voor één- en tweepersoonshuishoudens in alle leeftijdscategorieën van starters tot senioren. Duurzaam betekent dat er slim met de ruimte wordt omgegaan. Het toevoegen van woningen door inbreiding, herstructurering en transformatie heeft de voorkeur. Hierbij worden bestaande gebouwen met een andere functie en bedrijfspercelen binnen de kernen verbouwd tot woonlocatie als dat wenselijk is, omdat aan de bestaande functie geen behoefte meer is. Ook wordt gekeken naar het splitsen van grote woningen. Mogelijkheden om woningen te bouwen binnen de bestaande kernen worden benut, in combinatie met verduurzaming van de woningen en de openbare ruimte. Om de ambities te behalen is er meer nodig. Daarom zijn er ook kleinschalige uitbreidingen mogelijk aan de randen van Esch, Liempde en Lennisheuvel, waarbij de kwaliteit van de omgeving behouden blijft. Bij de kern Boxtel zijn enkele meer grootschalige woninguitbreidingen mogelijk. Dit wordt verder beschreven bij de deelgebieden.
Bij een aantrekkelijke woonomgeving horen ook passende voorzieningen voor alle kernen. Er wordt ingezet op voorzieningen voor jong en oud, zoals basis, voortgezet en beroepsonderwijs, sport-, kunst- en cultuurvoorzieningen, zorgfuncties en buurthuizen. Dat kunnen nieuwe voorzieningen zijn, maar ook het verbeteren en behouden van bestaande voorzieningen. Bijvoorbeeld door verduurzaming van de faciliteiten en aanpassingen waardoor meerdere functies en verenigingen er gebruik van kunnen maken (multifunctioneel gebruik). Om dit succesvol toe te passen is samenwerken door alle verschillende partijen heel belangrijk. Het aantal te bouwen woningen vraagt ook om te onderzoeken of extra voorzieningen toegevoegd dienen te worden. Dit onderzoek is een integraal onderdeel bij de ontwikkeling van woonlocaties.

De gemeente Boxtel zet in op een gezonde leefomgeving. Bij ontwikkelingen houden we altijd rekening met de gezondheidseffecten. Dit doen we door gezondheid te bevorderen en te beschermen. Het bevorderen van de gezondheid is gericht op het mogelijk maken en stimuleren van een gezonde levensstijl. Het versterken van de groene en culturele kwaliteit heeft een positief effect op de gezondheid. De inrichting van de openbare ruimte stimuleert om zelf te bewegen. De voorzieningen dragen bij aan sport en ontmoeting en hebben daarmee een positief effect. Bescherming van de gezondheid is noodzakelijk. Klimaat adaptieve maatregelen helpen tegen hittestress. Overlast door stank, geluid en luchtverontreiniging is afgenomen. We voldoen minimaal aan de wettelijke eisen en verbeteren ons op het gebied van geur, lucht- en geluidskwaliteit. We ontwikkelen beleid om overlast tegen te gaan en om invulling te geven aan het Schone Lucht Akkoord. Bij grootschalig onderhoud en herinrichting van drukkere wegen met een hogere geluidsbelasting op de woningen, worden geluidsmaatregelen afgewogen zoals het verlagen van de snelheid en het toepassen van geluidsreducerend wegdek.
Een gezonde leefomgeving is ook een veilige leefomgeving. Het gaat hierbij dan om het terugbrengen van risico’s tot een acceptabel niveau en om verkeersveiligheid. Voor de fysieke leefomgeving wordt bij ontwikkelingen in een zo vroeg mogelijk stadium rekening gehouden met de veiligheidsrisico’s van branden, rampen en crises, verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Het spoor, de A2, de LPG- tankstations, energiedragers, zoals accu’s en waterstof, en ondergrondse buisleidingen zijn hierbij belangrijke aandachtsgebieden. Alle hiervoor relevante ontwikkelingen worden getoetst aan de bijbehorende aandachtsgebieden voor externe veiligheid. De gemeente stelt zich kritisch op richting ProRail en het Rijk om de toename van het aantal goederentreinen dat gevaarlijke stoffen vervoert en door Boxtel rijdt aan de kaak te stellen. En zo nodig dringt de gemeente aan op het nemen van maatregelen om overlast en veiligheidsrisico’s te beperken.
Verbindend netwerk
De uitgangspunten voor de omgevingsvisie 2040 zijn:
De omgeving is zo ingericht dat iedereen deel kan nemen aan de maatschappij. De gemeente Boxtel is sociaal inclusief en stelt mensen in staat om elkaar te ontmoeten en volwaardig mee te doen, waarbij verschillen in afkomst, leeftijd, inkomen of beperking geen rol spelen. Het verenigingsleven, evenementen en vrijwilligerswerk spelen hierin een belangrijke rol en worden door de gemeente gestimuleerd. Voorzieningen (fysiek en maatschappelijk) en de openbare ruimte zijn integraal toegankelijk zodat ook mensen met een beperking hier gelijkwaardig gebruik van kunnen maken.
Mobiliteit, waaronder de ontsluitingsfunctie, is een integraal onderdeel bij de ontwikkeling van uitbreidingslocaties. De gemeente Boxtel benut haar centrale ligging in de stedendriehoek 's- Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg. En gaat een onderzoek doen naar een nieuwe ontsluiting en naar de mogelijkheden van aangrenzende bedrijvigheid. Er wordt volop ingezet op deelmobiliteit, het (openbaar) vervoer, de fiets en wandelen, waaronder ook gedragsverandering van de samenleving. Het treinstation van Boxtel wordt verder ontwikkeld naar een mobiliteitshub. Het station groeit door als op- en overstap locatie met meer ruimte voor deelmobiliteit en voorzieningen. De bereikbaarheid van het station per fiets wordt verbeterd en de omgeving en bijbehorende voorzieningen worden aantrekkelijk en veilig ingericht. Autobereikbaarheid en -parkeren blijft ook van belang, maar heeft minder prioriteit en wordt meer naar de randen verplaatst. Er wordt hier rekening gehouden met het karakter van elke kern. Er komt meer ruimte voor duurzame vormen van vervoer, zoals deelmobiliteit en laadpunten voor elektrische fietsen en -auto's. Fossiele brandstofpunten verdwijnen op termijn uit de kernen en worden meer aan de randen (hoofdwegenstructuur) gesitueerd. Kansen voor de omslag naar duurzame energie voor vervoer worden benut. Dit wordt verder toegelicht onder het hoofdthema Krachtige economie.

Een veilig en ordenend fietsnetwerk in en tussen de kernen is van belang. Bestaande fietspaden worden behouden en waar nodig aantrekkelijker en veiliger gemaakt. Ontbrekende schakels in het netwerk van fietspaden worden toegevoegd, onderdeel daarvan is verbetering van het (regionale) fietsnetwerk voor recreanten en woon-werk verkeer. Ook goede wandelpaden, ommetjes en ontmoetingsplekken met aandacht voor koelte en schaduw worden gestimuleerd. Bij nieuwbouw van woningen worden ook altijd wandelpaden, ommetjes en ontmoetingsplekken toegevoegd.
Krachtige economie
De uitgangspunten voor de omgevingsvisie 2040 zijn:
Het ondernemende Boxtel koestert het goede vestigingsklimaat, zowel voor de bedrijven als de horeca en de detailhandel.
De optimale ligging van de gemeente Boxtel met een goede bereikbaarheid per spoor, snelweg en de energie infrastructuur wordt beter benut. Dit door de bedrijventerreinen bereikbaar te houden en te investeren in duurzame maatregelen. Specifiek worden de kansen onderzocht om een energie-, en waterstofhub te ontwikkelen. De waterstofhub is gekoppeld aan de Delta Rhine Corridor.
De gemeente Boxtel blijft naast een aantrekkelijk woongemeente ook een aantrekkelijk gemeente om te werken en te ondernemen met voldoende aanbod aan werklocaties. Het brede aanbod van voortgezet en beroepsonderwijs dragen bij aan het goede vestigingsklimaat. Voor nieuwe bedrijventerreinen of uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen wordt ingezet op bedrijven die iets toevoegen. In de eerste plaats voor wat betreft de werkgelegenheid. We zetten in op banen die aansluiten bij de opleidingsachtergrond van de inwoners. Kenmerkend voor Boxtel zijn hierbij de midden en klein bedrijven en de maak en creatieve industrie. Aanvullend zetten we in op kenniswerkers en werklocaties gericht op bedrijven die inzetten op duurzame innovatie, gezonde voeding, bio-economie en de circulaire economie. We kijken ook naar de toegevoegde waarde van bedrijven voor de regio en werken hierin samen met de Regio Noordoost-Brabant, Brainport en Agrifoodcapital. We bieden geen ruimte aan bedrijven die veel ruimte innemen en weinig meerwaarde hebben voor de gemeente Boxtel, zoals grote logistieke dienstverleners.

Agrariërs die willen stoppen krijgen de mogelijkheid om binnen bepaalde randvoorwaarden van functie of verdienmodel te veranderen. Voor de gebouwen en erven ligt hierbij de nadruk op kleinschalige recreatieve voorzieningen en duurzame energieopwekking. Ontwikkelingen, zoals de Transformatie naar kleinschalige woningenbouwontwikkeling, moeten passen binnen de identiteit en ontwikkelingsrichting van een gebied. Als de ontwikkelrichting kleinschalige woningbouw- ontwikkeling mogelijk maakt is dit onder voorwaarden mogelijk. De agrarische gronden dienen indien mogelijk behouden te blijven voor de omslag naar duurzame landbouw en niet te worden ingezet voor teelten die veel water en/of chemische gewasbeschermingsmiddelen nodig hebben. Dit is verder beschreven onder het hoofdthema Inclusieve duurzaamheid.
Voor bestaande bedrijventerrein ligt de nadruk op verduurzaming, zoals efficiënt ruimtegebruik, maatregelen voor klimaatadaptatie en de energietransitie. Losse bedrijven in of nabij de kernen die overlast veroorzaken komen in aanmerking voor transformatie naar wonen.
Inclusieve duurzaamheid
De uitgangspunten voor de omgevingsvisie 2040 zijn:
Water en bodem zijn sturend voor het gebruik van gronden en voor nieuwe ontwikkelingen. De beken krijgen de ruimte, en de kwaliteit van het water verbetert. De beekdalen en de meest natte gebieden komen niet in aanmerking voor ontwikkeling, zoals woningbouw. De meest vruchtbare gronden blijven zoveel mogelijk beschikbaar voor duurzame landbouw zoals kringlooplandbouw en natuurinclusieve landbouw. Verstoring van de bodem wordt zoveel mogelijk voorkomen.
Klimaatadaptieve maatregelen, zoals het beter vasthouden van water en vergroening, zijn randvoorwaarden voor ontwikkeling in de kernen en het landelijk gebied. Deze gaan gepaard met maatregelen om de biodiversiteit te verbeteren. Er wordt ingezet op de sponswerking van het landelijk gebied, om water te kunnen vasthouden in tijden van droogte. Binnen de kernen worden maatregelen genomen om water beter vast te houden en te bergen. Bijvoorbeeld door hemelwater niet in het riool te laten gaan, maar in de bodem te infiltreren en door groene daken.
Voor de energietransitie wordt ingezet op meervoudig ruimtegebruik, in verband met de schaarse beschikbare ruimte. De opgave om energieneutraal te worden krijgt vooral vorm door zon op daken, zonnevelden en windenergie in het landelijk gebied met dubbelgebruik. Het dubbelgebruik kan bestaan uit agri-pv (gecombineerd gebruik landbouw – energie), recreatie, bevordering van de biodiversiteit of waterberging. Waar dat kan wordt zonne-energie toegepast in het bestaande bebouwde gebied, en waar het nodig is wordt het buitengebied ingezet. Volgens het geldende beleid zijn zonnevelden onder de juiste voorwaarden mogelijk. Zonnevelden mogen niet ten koste gaan van de omslag naar duurzame landbouw.

Er is ruimte voor verschillende vormen van duurzame landbouw, zoals natuurinclusieve landbouw en kringlooplandbouw, maar niet voor teelten die veel water en/of chemische gewasbeschermings- middelen nodig hebben. Dit betekent dat de landbouw zich aanpast op beschikbaar (grond)water, energie en grondstoffen zonder deze uit te putten. Kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen worden zo min mogelijk gebruikt. De landbouw draagt bij aan de biodiversiteit. De producten worden zo dicht mogelijk bij de consument geteeld, verwerkt en verkocht.
In 2040 is er minder restafval per inwoner en gebruiken we hernieuwbare grondstoffen bij de inkoop en uitvoering van bouwprojecten. Bij het bedrijventerrein GreenTech Park Brabant worden voorwaarden gesteld aan toekomstige bedrijven om de circulaire economie te bevorderen. Doordat er gebruik gemaakt wordt van lokale kringloopinitiatieven en steeds meer producten worden gedeeld, worden er minder nieuwe spullen gebruikt. Iedereen kan meedoen met de circulaire economie, thuis of via mogelijkheden in de wijk. We helpen inwoners en ondernemers hierbij door middel van goede voorlichting.
Deelgebieden
Stedelijk centrum
Het stedelijk centrum van Boxtel heeft meerdere functies. Het is een aantrekkelijke omgeving om te wonen, te werken en elkaar te ontmoeten. Het is ook een plaats met unieke cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten die worden gekoesterd. Het centrum ontwikkelt zich ook als ‘Poort’ functie voor het aantrekken van toeristen die onder ander het Groene Woud bezoeken. Een aantrekkelijk, bereikbaar centrum is een voorwaarde om recreanten en toeristen aan te trekken. Het station werkt hierbij ook als toegang naar het centrum (en omgeving) met een goede op- en overstaplocatie.
De kern Boxtel heeft een stedelijk centrum met een rijke cultuurhistorie. Dit is te zien met onder andere Kasteel Stapelen, de markt en de Sint-Petrus basiliek. De Cultuurhistorische As verbindt deze belangrijke historische plekken en de economische as door het centrum. Boxtel heeft al stappen gezet om de kern aantrekkelijker te maken, zoals de herinrichting van de markt en de Rechterstraat. In de toekomst zal de Cultuurhistorische As nog verder worden benadrukt om deze unieke kwaliteiten een impuls te geven. Ook de Dommel die dwars door het centrum van Boxtel stroomt is een unieke kwaliteit die beter wordt benut. Boxtel heeft al stappen gezet om de kern aantrekkelijker te maken. De Dommel is in de toekomst nog zichtbaarder, er is meer recreatie en er zijn nieuwe wandelpaden langs De Dommel. De groene, recreatieve en culturele verbindingen langs en op de Dommel zorgen ook voor de verbinding met het landelijk gebied.
Kansen worden benut om woningen voor met name senioren dicht bij de voorzieningen toe te voegen. Deze kansen spelen in het centrum vooral in de stationsomgeving van Boxtel en bij vrijkomende winkels of bedrijven aan de randen van het centrum. Met het oog op een aantrekkelijk en compact centrum worden de winkels en horeca zoveel mogelijk in het centrum geconcentreerd. In de omgeving van de Stationsstraat zijn verschillende functies mogelijk. Een toekomstige herinrichting van de Stationsstraat wordt benut om de verbinding tussen het station en het centrum te verbeteren. Binnen het centrum staat ontmoeting centraal. Er wordt ingezet op ruimte voor openbare zitgelegenheid, brede stoepen, informatievoorziening voor recreanten, terrassen en parkeergelegenheid voor fietsen. Inclusief ontwerpen voor toegankelijkheid door ouderen en mindervaliden is hierbij van belang. Autobereikbaarheid en -parkeren blijft ook van belang, maar heeft minder prioriteit (meer naar de randen van het centrum).

Veerkrachtige woonwijken
De kern Boxtel is hard gegroeid in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw. Deze wijken zijn deels verouderd en minder duurzaam. Er wordt ingezet op duurzame herontwikkeling van verouderde woonwijken. Een grootschalige aanpak biedt kansen om de (her)ontwikkeling van woningen hand in hand te laten gaan met een betere, gezondere leefomgeving. Bij het inrichten van bereikbaarheid gaan we eerder uit van andere vormen van vervoer dan autogebruik. Hierdoor kan (fysieke) ruimte worden gevonden voor veerkrachtige woonwijken waarin:
het afkoppelen van hemelwater en gescheiden opvangen van afvalwater en hemelwater de standaard is. In het openbaar gebied komen meer groenstroken, wadi’s, vijvers, bomen en waterdoorlatend straatwerk om hemelwater langer vast te houden en hittestress te bestrijden;
groen toegevoegd is en de kwaliteit van het bestaande groen verbeterd is met meer aandacht voor biodiversiteit en mogelijkheden om te bewegen en elkaar te ontmoeten, het bevorderen van de gezondheid; Bij hoge temperaturen in de zomer zorgen bomen voor schaduw en koelere plekken.
woningen verduurzaamd zijn door beter te isoleren en woningen van het gas af te halen, voorzieningen voor elektrische fietsen en auto’s te faciliteren en het gebruik van duurzame en zoveel mogelijk circulaire materialen;
de (zorg)voorzieningen toegankelijk en bereikbaar zijn voor inwoners die daarop aangewezen zijn;
er meer mogelijkheden zijn om elkaar te ontmoeten en te bewegen, zoals speeltuinen, picknickplaatsen en mogelijkheden om te sporten in de openbare ruimte.
Gelet op de ambities voor een passend woningaanbod is het wenselijk om naast de herontwikkeling van bestaande wijken nieuwe woonwijken te realiseren. Nabijheid ten opzichte van het station, voorzieningen en fiets- en autobereikbaarheid zijn hierbij van groot belang. Er zijn twee mogelijke locaties. Het gebied ten noordwesten van Boxtel, zogenaamd Boxtel Noordwest, is een zoekgebied voor de korte tot middellange termijn. Op de middellange tot langere termijn is het gebied ten zuiden van Boxtel, tussen het Dommeldal en de A2, in beeld voor wonen, werken en voorzieningen.

Vitale kernen Esch, Lennisheuvel en Liempde
Voor de vitale kernen is het belangrijk dat jong en oud een passende woning kunnen vinden en voorzieningen zoals buurthuizen, basisscholen en sportvoorzieningen behouden blijven. Het eigen karakter van elk dorp is waardevol. In Esch geeft Broxven en in Liempde Daasdonk mogelijkheden voor bedrijvigheid. Aan de rand van Liempde zijn er mogelijkheden voor woon-werk-kavels. Om de leefbaarheid te verbeteren kan het wenselijk zijn om één of enkele bedrijven die overlast veroorzaken te verplaatsen naar een andere locatie. Verplaatsen van een bedrijf kan ook wenselijk zijn om andere ontwikkelingen te realiseren.
In bruisende dorpskernen, zoals Esch, Lennisheuvel en Liempde zijn ontmoetingsmogelijkheden in de openbare ruimte belangrijk. Ruimte voor parken, pleintjes, ommetjes, sport en spel en kunst en cultuur versterken de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten en stimuleren samen bewegen. Het nadrukkelijke streven is om deze plekken binnen de kernen te behouden en waar mogelijk te versterken, waarbij ook maatregelen worden genomen voor klimaatadaptatie. Voor nieuwe woningen zijn in Liempde, Esch en Lennisheuvel kleinschalige uitbreidingen aan de randen mogelijk. Deze uitbreidingen moeten passen bij het eigen groene en dorpse karakter. De ontwikkelingen gaan hand in hand met maatregelen om het landschap te versterken en met het toevoegen van groene en recreatieve verbindingen met het landelijk gebied. Deze verbindingen bestaan bijvoorbeeld uit nieuwe wandelpaden in combinatie met de aanleg van bosjes en hagen. Met name Liempde speelt hierin een rol voor het toerisme als gastvrije kern met een divers aanbod van horeca, overnachtingsplekken, cultuur en winkels met lokale producten.
Voor de leefbaarheid wordt doorgaand gemotoriseerd verkeer in de kernen zoveel mogelijk geweerd. De fietsverbinding tussen de kernen wordt beter benut en waar nodig uitgebreid, zoals tussen Esch en Boxtel en Lennisheuvel en Boxtel.

Bedrijfsfuncties
Het lokale bedrijfsleven wordt gekoesterd. De bedrijven zorgen in de eerste plaats voor werkgelegenheid en zijn een pijler onder het verenigingsleven. De nabijheid van het station wordt in de toekomst beter benut door deelmobiliteit te faciliteren en goede fiets- en wandelvoorzieningen richting Ladonk te realiseren. De verbinding van de bedrijventerreinen met de A2 wordt verbeterd met de geplande ontsluitingsmogelijkheid via de verbindingsweg tussen Ladonk en de Kapelweg.
Voor Ladonk, Vorst A en Daasdonk ligt op de korte termijn de nadruk op verduurzaming en verbetering van de bestaande terreinen. Hierbij kan gedacht worden aan de terreinen en gebouwen te vergroenen. De aangelegde bomen, bermen, perken en waterdoorlatende verharding op parkeerplaatsen zorgen ervoor dat hemelwater direct infiltreert in de grond en wateroverlast en droogte worden tegengegaan. Bedrijven verminderen hun eigen watergebruik door innovatieve wateropvang- en hergebruiksystemen. Werknemers en bezoekers kiezen meer duurzame vervoersopties zoals fiets, openbaar vervoer en deelvervoer, waardoor er minder parkeerplekken nodig zijn. Nieuwe ontwikkelingen worden standaard klimaatbestendig ingericht. Werknemers stimuleren we zo ook een ommetje te maken Ook worden binnen het openbaar gebied van het bedrijventerreinen klimaat adaptieve maatregelen genomen om hittestress en wateroverlast te voorkomen. Ook is er meer aandacht voor groen en biodiversiteit. Dit alles leidt tot een fijnere, veiligere en gezondere werk- en leefomgeving.
Daarnaast wordt ook een duurzamere bedrijfsvoering gestimuleerd, waarbij geur, geluid en luchtemissies worden teruggedrongen. Door het gebruik van de best beschikbare technieken en maatregelen zal de industrie in de toekomst minder lawaai produceren. Op het bedrijventerrein Ladonk zullen wij de geluidszonering op termijn opheffen. Grote lawaaimakers mogen zich dan niet meer op Ladonk vestigen. De gemeenten faciliteert de verduurzaming van de bedrijven. Voor de bedrijventerreinen Ladonk, Vorst A en Daasdonk zijn er kansen om het terrein efficiënter te gebruiken door bijvoorbeeld te intensiveren en de hoogte in te gaan. Deze kansen worden benut en door de gemeente (ruimtelijk) mogelijk gemaakt.
Er zijn mogelijkheden voor uitbreiding grenzend aan Ladonk. Deze bestaat ten eerste uit de ontwikkeling van GreenTech Park Brabant, ook bekend als Vorst-B. Dit is ook een voorbeeld van een werklocatie gericht op duurzame innovatie en de circulaire economie. Het aangrenzende gebied (bekend als Vorst-C) is gereserveerd als mogelijke werklocatie voor de lange termijn. Dit gebied kan ook een rol spelen in de energietransitie, met tijdelijke zonnevelden, en als zoekgebied voor een waterstof-hub.
Het gebied ten zuiden van Boxtel is gereserveerd als een duurzame woon-, werklocatie voor de langere termijn. Hier kan wonen worden gecombineerd met het midden- en kleinbedrijf.

Natuurgebieden
De bestaande natuurgebieden worden behouden en kwalitatief verbeterd. De verschillende natuurgebieden worden bovendien beter met elkaar verbonden. Een voorbeeld is het verbinden van de Kampina met Eikenhorst (lokaal bekend als Sparrenrijk) en De Geelders met De Scheeken. Waar nodig gebeurt dit in goede samenwerking met de buurgemeenten. Het verbinden van de natuur wordt gerealiseerd door de aanleg van natuurlijk groen, nieuwe natuur, of door natuurinclusieve landbouw. Ook nieuwe elementen in het landschap, zoals natuurlijke hagen, natuurvriendelijke oevers van sloten, grasland met veel kruiden, bosjes of poelen dragen bij aan de verbinding tussen de natuurgebieden. Dit kan goed samengaan met natuurinclusieve landbouw, zoals beschreven onder landelijk gebied.
De natuurgebieden zoals de Kampina en De Scheeken (met de aanwezige edelherten) zijn trekpleisters voor de regio. De natuurgebieden worden, met respect voor de natuur en de biodiversiteit, zoveel mogelijk toegankelijk gemaakt en beter te beleven. We voorkomen hierbij verstoring van de natuur door niet te veel recreatie op één plek toe te staan. De recreatie wordt beter verspreid binnen de verschillende natuurgebieden en het landelijk gebied.
In het bijzonder zijn maatregelen nodig voor de Kampina waar de biodiversiteit onder grote druk staat door verdroging, te veel stikstof en verstoring. In een bufferzone rondom de Kampina wordt water beter vastgehouden om verdroging tegen te gaan. Stikstof wordt teruggedrongen door in te zetten op natuurinclusieve landbouw. De daling van grondwater wordt voorkomen en waar mogelijk gaat de grondwaterstand omhoog. Recreatie wordt gestimuleerd in gebieden rondom de Kampina, zoals in de bufferzone. Dit om het meest kwetsbare deel van de Kampina te ontlasten. Hoe de bufferzone er precies uit gaat zien moet nog worden uitgewerkt. Zie beschrijving onder het deelgebied landelijk gebied.
De beken en beekdalen hebben ook een belangrijke functie voor de natuur. Deze vormen een belangrijke verbinding tussen natuurgebieden, binnen de gemeente en ver daarbuiten.

Beekdalen
Beken zoals De Beerze, de Essche Stroom en de Dommel dragen bij aan de kwaliteiten van de gemeente en krijgen de ruimte. Dit is goed voor de natuur, de waterkwaliteit, het beter vasthouden van water en voor recreatie. Er worden al veel maatregelen genomen, zoals de Essche stroom die de ruimte krijgt om door het landschap te kronkelen. Met het oog op klimaatverandering worden nieuwe ontwikkelingen in de beekdalen waarbij bouwwerken of verharding wordt toegevoegd tegengegaan. Dit is noodzakelijk voor het bergen van water bij piekbuien en het beperken van overstromingsrisico's stroomafwaarts. De beekdalen zorgen ook voor verbinding tussen de kernen, het landelijk gebied en de natuurgebieden. De beken en beekdalen zijn daarmee ook belangrijk voor de biodiversiteit. Door het bieden van ruimte aan de beekdalen, het nemen van inrichtingsmaatregelen en de omslag naar natuurinclusieve landbouw wordt ingezet op verbetering van de waterkwaliteit.

Landelijk gebied
De toekomst van het landelijk gebied vraagt om keuzes. Dit met het oog op de grote opgaven op het gebied van natuur en biodiversiteit, klimaatadaptatie en een goede kwaliteit van water en bodem. Evenzeer gaat het om de leefbaarheid van het landelijk gebied en perspectief voor de agrariërs.
De landbouw is en blijft een belangrijke landschappelijk drager als voedselproducent. Voedselproductie in coöperatief verband kan ook perspectief bieden voor de agrariërs, zorgt voor meer circulariteit en tevens voor mogelijkheden voor zelfvoorzienendheid voor Boxtelse gemeenschap.
Hierbij wordt wel de omslag naar duurzame landbouw gemaakt. Hierin zijn water en bodem leidend. De meest vruchtbare gronden blijven zo veel mogelijk beschikbaar voor duurzame landbouw. De lagere en natte delen werden van oudsher al gebruikt voor de productie van populierenhout en voor weiden. In de gebieden wordt het water zo goed mogelijk vastgehouden. De landbouw kan hier in de toekomst een bijdrage leveren aan de circulaire economie met onder andere de productie van duurzaam geteeld hout en andere biobased bouwmaterialen.
Het agrarisch natuurbeheer draagt bij aan de kwaliteit van het landschap door bijvoorbeeld natuurlijke hagen weer meer terug te brengen, zoals de vlechthagen die helpen om Eikenhorst en de Kampina te verbinden. De gronden in de beekdalen, de bufferzone rondom de Kampina en zones rondom de andere natuurgebieden zoals De Scheeken en De Geelders kunnen hiervoor worden ingezet. Agrarisch natuurbeheer kan een goede alternatieve inkomstenbron vormen voor de landgoederen en agrariërs die op zoek zijn naar een andere bedrijfsvoering.
Het landelijk gebied krijgt ook een belangrijke recreatieve functie. Dit als ‘uitloopgebied’ voor de kernen. Het groen en de recreatieve routes binnen de kernen worden meer verbonden met het landelijk gebied. Bestaande zandpaden worden (ook uit ecologisch oogpunt) beschermd en verbeterd. Zo ontstaan er meer mogelijkheden om te wandelen en fietsen dichtbij huis. Recreatie en toerisme worden een belangrijkere economische drager voor een deel van het landelijk gebied. Denk hierbij aan kamperen bij de boer, de verkoop van streekproducten en andere kleinschalige recreatieve activiteiten. Niet alleen de natuurgebieden, maar ook het landelijk gebied worden een trekker voor kleinschalige recreatie en toerisme. De landgoederen spelen hierbij een belangrijk rol. In het noorden van de gemeente Boxtel ligt een cluster van de landgoederen: Venrode, Beukenhorst, Eikenhorst, Wilhelminapark en Halse Barrier. Het Noordwestelijke cluster loopt over in aangrenzende landgoederen. In het zuiden ligt landgoed Velder. Eeuwenoude bomen, parktuinen, oude landhuizen en cultuurhistorie kunnen hier optimaal worden beleefd met respect voor de omgeving.
Het landelijk gebied heeft dus meerdere mogelijkheden voor ontwikkeling en verschillende functies krijgen er een plek. Hoe dit er precies uit komt te zien verschilt van gebied tot gebied en wordt de komende jaren uitgewerkt in het programma Landelijk gebied. Dit doen we met de agrarische sector, natuur- en landschappenorganisaties, landeigenaren, inwoners, het waterschap en andere belanghebbenden.
Omgevingseffectrapport
Nieuw beleid uit de omgevingsvisie kan leiden tot belangrijke veranderingen. Als dat zo is, dan is het in Nederland verplicht om het beleid uit de omgevingsvisie te toetsen door middel van een milieueffectrapport. Omdat de omgevingsvisie over de hele leefomgeving gaat, wordt in het milieueffectrapport ook gekeken naar de hele leefomgeving. Het milieueffectrapport bij een omgevingsvisie wordt een omgevingseffectrapport (OER) genoemd.
Als er problemen kunnen optreden, dan laat het OER zien waar en hoe erg die zijn. Deze informatie kan de gemeente gebruiken bij het schrijven van ambities of bij het maken van keuzes voor nieuw beleid. Als de gemeente vindt dat problemen of ambities nog niet genoeg worden behandeld, dan kan zij ervoor kiezen om het nieuwe beleid verder aan te vullen. Ook kan ervoor gekozen worden om goede dingen nog beter te maken. Als er gevolgen zijn van nieuw beleid, dan kan de gemeente zien wat kan helpen om problemen weg te nemen of te verminderen. Ook laat het OER zien of ambities gehaald kunnen worden. Van het uiteindelijk gekozen nieuwe beleid laat het OER zien wat de gevolgen zijn voor de leefomgeving en voor het behalen van ambities.
Het OER bestaat uit 9 stappen. We beschrijven hier de stappen op hoofdlijnen.
De samenvatting van het OER en het complete OER voor de omgevingsvisie van Boxtel is te downloaden via https://ovisie-boxtel.ireporting.nl/downloads
- a.
Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). De NRD beschrijft welke onderscheidende alternatieven in het OER onderzocht gaan worden (‘reikwijdte’). Daarnaast staat er in de NRD welke beoordelingsaspecten onderzocht gaan worden, de manier waarop de beoordelingsaspecten onderzocht worden en met welke diepgang (‘detailniveau’) dat gebeurt. Het uitbrengen van de NRD is het officiële startpunt van de m.e.r.-procedure. De m.e.r.-procedure staat voor het hele proces dat gevolgd moet worden, het omgevingseffectrapport (OER) is daar een product van. In deze notitie staat welke onderwerpen (reikwijdte) in het OER onderzocht worden en op welke manier (detailniveau). Als de NRD klaar is, wordt er gestart met het maken van het OER. De NRD is ter inzage gelegd. Dat betekent dat iedereen deze NRD kon bekijken en zijn/haar mening hierover mocht geven. De binnengekomen vragen en opmerkingen zijn na de ter inzagelegging beantwoord in de 'Nota van Antwoord'. Hierna is het NRD vastgesteld. Het NRD is te downloaden via https://ovisie-boxtel.ireporting.nl/downloads
- b.
Beoordelingskader. Thema's die belangrijk zijn voor de omgevingsvisie zijn in het OER vertaald naar zogenaamde beoordelingsaspecten. Deze beoordelingsaspecten beschrijven hoe een bepaald thema in het OER beoordeeld wordt. Door de beoordelingsaspecten goed aan te laten sluiten op ambities kan het OER goed helpen om te laten zien of ambities gehaald kunnen worden. Het overzicht van alle beoordelingsaspecten heet het beoordelingskader. Het vormt een kader om te beschrijven hoe de leefomgeving nu is en hoe de leefomgeving er in de toekomst uitziet of uit kan zien door de effecten van de omgevingsvisie.
- c.
Foto van de leefomgeving. Om de gevolgen van de omgevingsvisie te kunnen inzien is het belangrijk te weten hoe de leefomgeving van Boxtel nu en in de toekomst is. De beschrijving van de situatie nu en in de toekomst heet de ‘foto van de leefomgeving’. In deze ‘foto’ is er voor elk beoordelingsaspect beoordeeld wat de kwaliteit nu is en hoe de kwaliteit in de toekomst wordt als er geen omgevingsvisie zou zijn. Hoe de leefomgeving nu is wordt de huidige situatie genoemd. Hoe het zal zijn in de toekomst zonder omgevingsvisie wordt de autonome ontwikkeling genoemd. In het OER hebben we de autonome ontwikkeling beschreven voor het jaar 2030, met een aanvullende doorkijk naar 2040.
- d.
Kansen en risico’s voor nieuwe beleid in beeld brengen: effectbeoordeling scenario’s en concept- voorkeursalternatief. De keuze voor nieuw beleid dat de gemeente in de omgevingsvisie opneemt wordt in het OER vergeleken met de situatie zonder omgevingsvisie. In het OER zijn twee scenario’s voor nieuw beleid onderzocht. Beide scenario’s zijn ingevuld vanuit een bepaalde invalshoek en beschrijven verschillende keuzes voor nieuw beleid. Aan de hand van het beoordelingskader zijn de kansen en risico’s (effecten) van de scenario’s in beeld gebracht. Op basis van de resultaten van de effectbeoordeling van de scenario’s heeft de gemeente Boxtel een concept-voorkeursalternatief opgesteld. Daarbij zijn onderdelen uit de twee scenario’s samengevoegd tot één alternatief. Ook dit concept-voorkeursalternatief wordt getoetst op kansen en risico’s.
- e.
Effectbeoordeling van definitief voorkeursalternatief. De resultaten van de effectbeoordeling van het concept-voorkeursalternatief heeft de gemeente gebruikt bij het opstellen van de concept-omgevingsvisie. Hierin staat nieuw beleid om op basis van het definitieve voorkeursalternatief in de omgevingsvisie op te nemen. Dit is één omvattend geheel van strategische, richtinggevende uitgangspunten voor nieuw omgevingsbeleid. Aan de hand van het beoordelingskader zijn de effecten van het nieuwe beleid in beeld gebracht.
- f.
Passende beoordeling Natura 2000. Omdat op voorhand niet kan worden uitgesloten dat het nieuwe beleid van de omgevingsvisie een negatief effect heeft op beschermde natuurgebieden (Natura 2000) is een Passende Beoordeling gemaakt. Daarin is beoordeeld of het nieuwe beleid tot aanmerkelijk negatieve effecten op de zogenaamde instandhoudingsdoelen van Natura 2000-gebieden kan leiden en zo ja, hoe die negatieve effecten voorkomen kunnen worden (‘mitigerende maatregelen’).
- g.
Botsproeven en mitigerende maatregelen. Het is belangrijk om te weten of al het nieuwe beleid goed bij elkaar past. Dit is beoordeeld met botsproeven. Het kan namelijk zijn dat er op een plek meerdere ideeën zijn. De plannen kunnen elkaar sterker maken, maar kunnen ook leiden tot conflict. Voor het concept- en definitieve voorkeursalternatief zijn botsproeven uitgevoerd. Voor sommige aspecten leidt het nieuwe beleid alsnog tot risico’s op negatieve effecten of tot een te laag kwaliteitsniveau. Voor deze aspecten zijn mogelijkheden voor verbetering gegeven. Dit is gedaan met opties voor beleid of concrete mitigerende maatregelen.
- h.
Doelbereik. Op basis van de beoordelingsaspecten van het OER die samenhangen met de ambities van de omgevingsvisie, is beoordeeld in hoeverre het nieuwe beleid bijdraagt aan het behalen van die ambities. Voor de twee scenario’s en het concept-voorkeursalternatief is een doorkijk gegeven naar het doelbereik, het definitieve voorkeursalternatief is beoordeeld op doelbereik.
- i.
Monitoring. Monitoring is een belangrijk onderdeel van de omgevingsvisie volgens de Omgevingswet. Door middel van monitoring worden de effecten van het beleid uit de omgevingsvisie inzichtelijk en wordt de kans geboden om op tijd bij te sturen in de gewenste richting. Monitoring maakt geen onderdeel uit van het OER, maar er is wel een eerste begin gemaakt. Meer informatie over monitoring en evaluatie lees je bij de Doorwerking van de omgevingsvisie.
Doorwerking
Doorwerking van de omgevingsvisie
De omgevingsvisie vertelt de hoofdlijnen van het beleid en de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving op de lange termijn. Tegelijkertijd biedt de omgevingsvisie het kader voor het koesteren en versterken van de kernwaarden en het realiseren van de ambities. De omgevingsvisie draagt hiermee bij aan het vinden van de balans tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving.
Op het hoge schaalniveau van de omgevingsvisie zijn de kernkwaliteiten, ambities en de opgaven vaak goed met elkaar te combineren. Bij de concretere uitwerking van de omgevingsvisie kan het behouden van de kernwaarden of het niet realiseren van de ambities op gespannen voet staan met de opgaven. Het leidende principe is dat initiatieven en projecten een bijdrage leveren aan de kernkwaliteiten van de gemeente. Een beperkte plaatselijke afname van een of meerdere kernkwaliteiten kan verdedigbaar zijn, als hiermee een zwaarwegend gemeenschappelijk belang is gediend. Deze afweging is in elke situatie anders en zal dus per geval moeten worden gemotiveerd.
Die balans behouden is echter een continu proces en daarvoor is veel meer nodig dan alleen het vaststellen van de omgevingsvisie. Daarom is het goed om vooruit te kijken: hoe komt de gewenste ontwikkeling tot stand? Wie staat daarvoor aan de lat? En hoe kan de kwaliteit worden gewaarborgd? Hoe halen we de ambities? De Omgevingswet biedt verschillende instrumenten om uitvoering aan de omgevingsvisie te geven. Voor de juiste inzet van de instrumenten is het van belang stil te staan bij de rol die de gemeente hierin wil en kan vervullen, de zogeheten 'sturingsfilosofie'.
Rolverdeling (sturingsfilosofie)
De omgevingsvisie is bij uitstek het kaderstellende instrument onder de Omgevingswet
De sturingsfilosofie gaat over de rolverdeling tussen de gemeente en de samenleving. Deze is de afgelopen jaren veranderd. Onze samenleving is complex, verandert snel en inwoners zijn goed geïnformeerd. Visies en plannen zijn niet langer een mededeling, maar worden steeds vaker een uitnodiging aan de samenleving om met ons mee te denken over (creatieve) oplossingen. Als gemeente zoeken we de balans tussen hoe we initiatieven kunnen steunen en hoe we waarborgen dat de kwaliteit van onze leefomgeving zo hoog mogelijk blijft. Per onderwerp, project of initiatief zoeken we daarom naar de meest geschikte vorm.
Manieren om te sturen
In het schema op de volgende pagina benoemen we vier vormen waarop we als gemeente kunnen sturen. We kunnen de nadruk leggen op het behalen van resultaten of op het creëren van randvoorwaarden. Ook maken we onderscheid in de betrokkenheid van de samenleving bij de ambities van de gemeente.
Voor Boxtel is het van ‘buiten naar binnen’ werken een belangrijk speerpunt. Dit komt ook terug in het merk ‘Ondernemend Boxtel’. De gemeente Boxtel is in eerste instantie kaderstellend, maar we willen een faciliterende, ondersteunende gemeente zijn. Waar mogelijk zullen we ook loslaten en meer verantwoordelijkheid leggen bij de inwoners en ondernemers. We willen dat inwoners en (maatschappelijke) organisaties initiatief nemen om zelf vorm te geven aan hun leefomgeving en er meer verantwoordelijkheid en zorg voor dragen. We stimuleren initiatieven, terwijl we als gemeente duidelijk zijn in wat wel en wat er niet mogelijk is. Dit is bijvoorbeeld te zien aan:
Er ligt steeds meer verantwoordelijkheid bij de inwoners en ondernemers
We willen dat inwoners en (maatschappelijke) organisaties meer initiatief gaan nemen om zelf vorm te geven aan hun leefomgeving en hier verantwoordelijkheid voor nemen
Onze inwoners kijken naar elkaar om en zorgen voor elkaar
Er zijn veel bewonersinitiatieven waarbij inwoners ideeën organiseren en realiseren (bijv. PEP in Esch, SPPiLL in Liempde, Samen Ouder Worden in Boxtel of de Herenboeren)

We geloven dat onze omgevingsvisie het beste tot zijn recht komt als we er samen met onze inwoners aan werken. Met ons merk 'meewerkend Boxtel' onderstrepen we onze rol, die we als gemeente willen pakken. Ondersteunend, faciliterend, dicht bij de inwoners, (maatschappelijke) organisaties en ondernemers. Wij werken graag mee.
We willen een faciliterende gemeente zijn, waarin alle belangen gehoord kunnen worden. Omdat goede participatie daarbij onmisbaar is, hebben we participatiebeleid vastgesteld. Hierin staat omschreven wat onze visie op participatie is.
Instrumenten
De Omgevingswet bestaat uit zes instrumenten:
Omgevingsvisie
Omgevingsprogramma
Omgevingsplan
Algemene Rijksregels
Omgevingsvergunningen
Projectbesluit
Hieronder vertellen we meer over het omgevingsprogramma en het omgevingsplan. Meer informatie over de andere instrumenten kan je vinden op Informatiepunt Leefomgeving.
Omgevingsprogramma’s
De omgevingsvisie is gericht op de lange termijn. Voor de uitvoering op korte en middellange termijn worden programma’s gemaakt. Een programma helpt bij het behalen van de ambities van de omgevingsvisie.
Aanleiding
We maken een omgevingsprogramma als er een wettelijke verplichting is, of bij een langjarige, belangrijke en/of complexe opgave. Een opgave is belangrijk en/of complex als er meerdere (type) maatregelen nodig zijn, als er bestuurlijke prioritering en het toewijzen van budget vereist is, of als de opgave een grote impact heeft op de samenleving of de fysieke ruimte (bij deze programma’s is er ook een m.e.r. verplichting).
Uitgangpunten
In aanvulling op de wettelijke vereisten worden de volgende uitgangspunten gebruikt bij het maken van nieuwe programma’s:
De programma’s moeten passen binnen de omgevingsvisie van Boxtel. Dit betekent dat de programma’s bijdragen aan de opgaven en ambities van de omgevingsvisie en rekening houden met de kernkwaliteiten van Boxtel;
De programma’s maken de ambities uit de omgevingsvisie meer concreet door het stellen van (meetbare) doelen voor de korte- en middellange termijn. Door middel van monitoring van het programma wordt gecontroleerd of de doelen behaald worden;
Het maken van een programma doen we met behulp van participatie. Bij programma’s is er een motiveringsplicht. Dit betekent dat de programma’s beschrijven hoe inwoners, bedrijven, organisaties en andere overheden en marktpartijen betrokken zijn bij het maken van het programma en hoe zij bijdragen aan de doelen van het programma.
Na de vaststelling van de omgevingsvisie wordt er een procedure/ uitvoeringsdocument vastgesteld waarbij de rol van de raad bij het opstellen en vaststellen van omgevingsprogramma’s nader wordt bepaald. Dit document wordt vastgesteld in overleg met de raad. In elk programma wordt beschreven wat de rolverdeling (sturingsfilosofie) is en wie het programma vaststelt (het college van burgemeester en wethouders of de gemeenteraad).
De raad wordt nauw betrokken in het traject om de werkwijze voor het opstellen en werken met omgevingsprogramma’s en de prioritering van de omgevingsprogramma’s vast te stellen.
De programma’s richten zich op een bepaald onderwerp of gebied. Dit moet in afstemming met andere programma’s die een bijdrage leveren aan dat onderwerp of gebied.
Omgevingsprogramma’s in Boxtel
De komende jaren werken we in elk geval aan programma’s voor de volgende onderwerpen. Bij elk programma benoemen we ook aan welke ambitie het programma bijdraagt.
Programma |
Aanleiding |
Programma Wonen |
Ambitie Aangenaam Leven 1: Het woningaanbod past bij de behoefte. In alle kernen zijn woningen toegevoegd. Ambitie Algemeen Leven 6: De veiligheid en de beleving van veiligheid is verbeterd. Ambitie Verbindend Netwerk 3: De kracht van de samenleving wordt optimaal benut door ondersteuning van lokale netwerken en (burger)initiatievenen. Ambitie Inclusieve Duurzaamheid 1: Er is sprake van een goede kwaliteit van de bodem en het water. |
Gezondheid |
Ambitie Aangenaam Leven 3: De buitenomgeving stimuleert mensen tot meer bewegen en elkaar vaker te ontmoeten Ambitie Aangenaam Leven 4: De leefomgeving is veilig en gezond. Ambitie Inclusieve Duurzaamheid 1: Er is sprake van een goede kwaliteit van de bodem en het water. |
Recreatie en toerisme |
Ambitie Krachtige Economie 2: De gemeente Boxtel staat bekend als recreatieve bestemming om Het Groene Woud en Van Gogh Nationaal Park te ontdekken. De aantrekkelijke en gastvrije kernen dienen ook als uitvalsbasis voor natuur, cultuur en erfgoed. |
Economie |
Ambitie Krachtige Economie 1: Het landelijk gebied is vitaal en het gebruik van het land is in balans met natuurlijke systemen (bodem, water en lucht). |
|
Ambitie Krachtige Economie 3: De gemeente Boxtel onderscheidt zich door een goed vestigingsklimaat voor duurzame en inclusieve bedrijven. |
Duurzame mobiliteit |
Ambitie Verbindend Netwerk 1: Er wordt optimaal gebruik gemaakt van duurzame vormen van vervoer. Ambitie Verbindend Netwerk 2: De bereikbaarheid is verbeterd door de lokale verbindingen tussen de kernen, het buitengebied en de natuurgebieden te optimaliseren. Hetzelfde geldt voor de regionale verbindingen naar Eindhoven, ’s- Hertogenbosch en Tilburg. |
Klimaatadaptatie en water |
Ambitie Aangenaam Leven 5: Groen en water zijn robuust, verbonden en beleefbaar in ons landschap aanwezig. De cultuurhistorische waarden zijn geborgd en versterkt en de biodiversiteit is toegenomen Ambitie Krachtige Economie 3: De gemeente Boxtel onderscheidt zich door een goed vestigingsklimaat voor duurzame en inclusieve bedrijven. Ambitie Inclusieve Duurzaamheid 1: Er is sprake van een goede kwaliteit van de bodem en het water Ambitie Inclusieve Duurzaamheid 2: Wateroverlast, hittestress en verdroging gaan we zoveel mogelijk tegen met maatregelen. Ambitie Inclusieve Duurzaamheid 3: Het hergebruiken van producten, materialen en grondstoffen is de standaard. Ambitie Inclusieve Duurzaamheid 4: De gemeente Boxtel is zo snel mogelijk energieneutraal en loopt minstens gelijk op met de regio Noordoost Brabant, het Rijk en de Regionale Energiestrategie (RES) opgave. |
Duurzaamheid |
Ambitie Aangenaam Leven 5: Groen en water zijn robuust, verbonden en beleefbaar in ons landschap aanwezig. De cultuurhistorische waarden zijn geborgd en versterkt en de biodiversiteit is toegenomen Ambitie Krachtige Economie 3: De gemeente Boxtel onderscheidt zich door een goed vestigingsklimaat voor duurzame en inclusieve bedrijven. Ambitie Inclusieve Duurzaamheid 1: Er is sprake van een goede kwaliteit van de bodem en het water Ambitie Inclusieve Duurzaamheid 2: Wateroverlast, hittestress en verdroging gaan we zoveel mogelijk tegen met maatregelen. Ambitie Inclusieve Duurzaamheid 3: Het hergebruiken van producten, materialen en grondstoffen is de standaard. Ambitie Inclusieve Duurzaamheid 4: De gemeente Boxtel is zo snel mogelijk energieneutraal en loopt minstens gelijk op met de regio Noordoost Brabant, het Rijk en de Regionale Energiestrategie (RES) opgave. |
Natuur, landschap en biodiversiteit |
Ambitie Aangenaam Leven 5: Groen en water zijn robuust, verbonden en beleefbaar in ons landschap aanwezig. De cultuurhistorische waarden zijn geborgd en versterkt en de biodiversiteit is toegenomen. Ambitie Krachtige Economie 1: Het landelijk gebied is vitaal en het gebruik van het land is in balans met natuurlijke systemen (bodem, water en lucht). Ambitie Inclusieve Duurzaamheid 1: Er is sprake van een goede kwaliteit van de bodem en het water. |
Accommodatie & voorzieningen |
Ambitie Aangenaam Leven 2: De basisvoorzieningenstructuur past bij de behoefte van de inwoners. Ambitie Verbindend Netwerk 3: De kracht van de samenleving wordt optimaal benut door ondersteuning van lokale netwerken en (burger)initiatievenen. |
Warmte |
Ambitie Inclusieve Duurzaamheid 4: De gemeente Boxtel is zo snel mogelijk energieneutraal en loopt minstens gelijk op met de regio Noordoost Brabant, het Rijk en de Regionale Energiestrategie (RES) opgave. |
Kostenverhaal en Financiële bijdragen |
Specifiek programma ter onderbouwing van de financiêle bijdragen bij private ontwikkelingen. Meer hierover lees je bij het kopje Kostenverhaal. |
Gebiedsgerichte programma’s
We gaan ook werken met gebiedsgerichte programma’s. Dit doen we in ieder geval voor de kern van Boxtel en stationsgebied (aan de voor- als achterzijde van het station) en voor het Vitaal landelijk gebied, maar er kunnen de komende jaren meer gebiedsgerichte programma’s bijkomen. In een gebiedsgericht programma behandelen we meerdere onderwerpen en opgaven in samenhang, om zo bij te dragen aan de ambities van de omgevingsvisie.
Omgevingsplan
Het omgevingsplan vervangt de bestemmingsplannen en lokale verordeningen die we eerder hadden. Het nieuwe omgevingsplan bevat (samen met de waterschapsverordening van het waterschap) alle regels voor de fysieke leefomgeving op lokaal niveau.
Onze omgevingsvisie is een langetermijnvisie. Bij het maken van het omgevingsplan houden we rekening met de keuzes en uitgangspunten uit de omgevingsvisie. Het omgevingsplan geeft invulling aan de ambities uit onze omgevingsvisie, met name voor thema’s waarbij de gemeente een sturende rol heeft.
Het omgevingsplan kan helpen om de ambities van de omgevingsvisie of een programma te stimuleren, door meer ruimte te bieden aan ontwikkelingen die hierbij passen. Ook de uitwerking van een omgevingsprogramma kan leiden tot regels in het omgevingsplan.
Overgangsfase
De omgevingsvisie is een visie op hoofdlijnen. Het geeft richting, schetst ambities en legt dilemma’s bloot. De omgevingsvisie geeft niet op alle vragen een antwoord. De concrete invulling van deze visie komt terug in de omgevingsprogramma’s en het omgevingsplan.
De Omgevingswet geldt vanaf 1 januari 2024. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet moeten veel omgevingsprogramma’s nog worden opgestart. Toch is er al veel over de fysieke leefomgeving vastgelegd in ander bestaand beleid, bijvoorbeeld de visie recreatie en toerisme. Zolang de concrete invulling van de omgevingsvisie nog niet is vastgelegd in programma’s, blijft het bestaande beleid voor de van kracht voor zover dit niet strijdig is met de omgevingsvisie. Wanneer de programma’s worden vastgesteld dan wordt het oude beleid ingetrokken. Bestaand beleid kan ook worden ingetrokken wanneer het achterhaald is en er geen programma nodig is.
Toetsen van initiatieven in de overgangsfase
Nieuwe ruimtelijke initiatieven worden tijdens de overgangsfase o.a. getoetst aan het oorspronkelijke bestemmingsplan en/of aan de lijst met vergunningsvrije activiteiten. Als het initiatief binnen die regels past, wordt er niet aan de omgevingsvisie getoetst.
Ruimtelijke initiatieven die niet aan de geldende regelgeving voldoen worden wél beleidsmatig aan de omgevingsvisie getoetst en de programma’s die daaruit voortvloeien.
De overgangsfase van de Omgevingswet duurt tot eind 2031. Vanaf dat moment moet elke gemeente een omgevingsplan hebben vastgesteld.
Beleidscyclus en monitoring
Beleidscyclus
De Omgevingswet maakt het verplicht om beleid te monitoren en te evalueren. Hiermee wordt duidelijk of de uitwerking van het beleid ook daadwerkelijk bijdraagt aan het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. Hiervoor maken we gebruik van een beleidscyclus:

Onderdelen
- a.
Beleidsontwikkeling: Het opstellen van de Omgevingsvisie. Deze stap is met het vaststellen van de Omgevingsvisie Boxtel voltooid;
- b.
Beleidsdoorwerking: Uitspraken uit de Omgevingsvisie maken we concreet met de instrumenten van de Omgevingswet (in bijvoorbeeld een omgevingsprogramma of omgevingsplan);
- c.
Uitvoering: We passen concrete besluiten en regels toe. Dat gebeurt niet alleen door de gemeente, juist de uitvoering van activiteiten en projecten van initiatiefnemers staat in deze stap centraal;
- d.
Terugkoppeling: Met behulp van monitoring en evaluatie reflecteren we op de behaalde resultaten. Uit de terugkoppeling blijkt of bijstelling van de beleidsdoelen of het anders inzetten van de instrumenten nodig is om de ambities te halen. Daarna gebruiken we de reflectie voor de volgende beleidscyclus.
Monitoring
In stap 4 van de beleidscyclus (Terugkoppeling) gebruiken we monitoring. We letten op of de ambities en doelen uit de omgevingsvisie worden behaald, dat noemen we monitoring. Dit helpt ons om goede en snelle besluiten te nemen. Monitoring doen we aan de hand van ons OER (Omgevingseffectrapportage). Hierin staat een beoordelingskader waarmee we kunnen controleren of we als gemeente de juiste richting op groeien. Ook de omgevingsprogramma’s helpen bij de monitoring. Een voorbeeld hiervan is het programma Volkshuisvestiging. Hiermee monitoren we elk jaar hoeveel woningen en wat voor woningen er in elk dorp gerealiseerd zijn. We gebruiken zoveel mogelijk informatie die openbaar toegankelijk is. Een voorbeeld hiervan is de informatie die de GGD beschikbaar stelt. De GGD meet regelmatig de mening van inwoners op onderwerpen zoals gezondheid en veiligheid.
Actualisering Omgevingsvisie
De omgevingsvisie is gericht op de lange termijn, met een stip op de horizon in 2040. Doordat de omgevingsvisie voornamelijk op hoofdlijnen een toekomstvisie schetst, zal deze niet snel verouderen. Wel is het mogelijk dat de monitoring of nieuwe ontwikkelingen vragen om een aanpassing van de omgevingsvisie.
Omdat we nu nog niet weten hoe de situatie er over een enkele jaren uit ziet, kiezen we er als gemeente voor om onze omgevingsvisie zo actueel mogelijk te houden. We gaan uit van bijstelling van de omgevingsvisie, vier jaar na vaststelling. Het actualiseren van de omgevingsvisie kan door bijvoorbeeld het toevoegen van nieuwe ambitie of door het geven van duidelijkere kaders op een bepaald onderwerp. Hieruit kan ook volgen dat een programma moet worden aangepast. Of dat een nieuw programma moet worden opgestart.
Kostenverhaal
Om de ambities uit de Omgevingsvisie waar te maken, zijn investeringen nodig om de kwaliteit van de fysieke leefomgeving te verbeteren. Denk hierbij aan de verbetering van het landschap, de aanleg van infrastructuur voor verkeers- en openbare vervoersnetwerken van gemeentelijk of regionaal belang of de aanleg van recreatievoorzieningen. Ook stuurt de gemeente om een evenwichtige samenstelling van de woningvoorraad te bereiken.
De Omgevingswet geeft de gemeente de bevoegdheid om financiële bijdragen te vragen voor deze investeringen. Dit kan bij aangewezen activiteiten waarvoor de gemeente het Omgevingsplan wijzigt of de activiteit mogelijk maakt met een buitenplanse omgevingsplan activiteit, de zogenaamde ontwikkelopgave. De onderbouwing van de financiële bijdragen werkt de gemeente uit in het programma kostenverhaal en financiële bijdragen. Het programma geeft inzicht in de investeringsopgave en de functionele samenhang met de ontwikkelopgave. In het programma onderbouwt de gemeente het tarief voor de financiële bijdragen en geeft zij aan hoe ze dit tarief actualiseert en verantwoording aflegt over de uitvoering van de investeringen. Het programma gaat ook in op het volkshuisvestingsfonds. Initiatiefnemers kunnen als hun initiatief niet voldoet aan het woningbouwprogramma van het ‘programma wonen en zorg’ het college verzoeken om af te wijken. Het is een bevoegdheid van het college om dit beargumenteerd toe te staan. De initiatiefnemer doet dan een storting in het volkshuisvestingsfonds. De gemeente neemt vervolgens de verantwoordelijkheid op zich om op een andere locatie extra betaalbare woningen toe te voegen. Dit kan met een gemeentelijke grondexploitatie of via een privaat initiatief. De locatie waar de compensatie plaatsvindt kan een bijdrage uit het volkshuisvestingsfonds krijgen.
Heb je een initiatief?
We willen graag samenwerken aan de leefomgeving van Boxtel en daarom verwelkomen we nieuwe initiatieven en projecten. Wel moeten nieuwe ontwikkelingen passen binnen de randvoorwaarden uit deze omgevingsvisie. Om na te gaan of de gemeente je initiatief wil ondersteunen, letten we op de volgende punten:
- a.
Onderbouwing: Het initiatief draagt bij aan de ambities van gemeente Boxtel, zoals beschreven in deze omgevingsvisie. Ook doet het initiatief geen afbreuk aan de kernkwaliteiten. Waar mogelijk helpt het initiatief juist om de kernkwaliteiten te versterken. Je bent als initiatiefnemer verantwoordelijk om te onderbouwen dat je initiatief aan de punten voldoet.
- b.
Intaketafel: Tijdens een gemeentelijke intaketafel bespreken we of het initiatief wenselijk is en of het initiatief past binnen de kaders van de omgevingsvisie. Of we bepalen wat er nog nodig is om het initiatief te laten bijdragen aan de omgevingsvisie.
Omgevingsdialoog: Naast de omgevingsvisie heb je als initiatiefnemer ook te maken met de regels van het omgevingsplan. Als er voor je initiatief een omgevingsvergunning nodig is, dan is het voeren van een omgevingsdialoog verplicht. Een omgevingsdialoog is een overleg tussen de initiatiefnemer, omwonenden en andere stakeholders.
Totstandkoming
De Omgevingswet gaat ervan uit dat we samen met de gemeenschap verantwoordelijk worden voor de fysieke leefomgeving. We hebben de omgevingsvisie samen met inwoners, ondernemers en partners gemaakt. We zijn in vier fasen tot een omgevingsvisie gekomen.

Fase 1: Bouwstenen verzamelen (Beleidsanalyse)
Er is begonnen met het verzamelen van informatie, waarvan een beleidsanalyse is gemaakt. De beleidsanalyse was het ‘vertrekpunt’ van de omgevingsvisie: alle bestaande kwaliteiten, trends, ontwikkelingen en beleidsregels zijn in kaart gebracht en samengevat.
Fase 2: Bouwvoorbereiding (Dromen en ambities)
Samen met de inwoners en andere betrokkenen gedroomd over hoe de gemeente Boxtel er in 2040 uit moet zien: wat is er in 2040 belangrijk en welke kwaliteiten moeten we behouden? Ook is er gekeken naar wat er nodig is om de dromen te bereiken, en of alle dromen wel tegelijk waargemaakt kunnen worden. Op basis van de dromen zijn ambities geformuleerd, samen met stakeholders en ketenpartners. In december 2022 is het ambitiedocument vastgesteld door de gemeenteraad.
In fase 2 zijn we ook gestart met het omgevings- effectrapport.
Fase 3: Bouwen (Keuzes en afronding)
De ambities zijn vertaald naar twee scenario’s voor de gemeente Boxtel. In deze scenario’s zijn de uitersten opgezocht, om zo tot keuzes te komen. Samen met bewoners, maatschappelijke partijen, ketenpartners, de ambtelijke organisatie, het college en de raad zijn de scenario’s aangescherpt. Beide scenario’s zijn beoordeeld in het OER om een goed beeld te krijgen over welke ambities wel en niet gerealiseerd kunnen worden. Vervolgens is een concept-voorkeursalternatief opgesteld. Deze is beoordeeld en daarna zijn de laatste aanscherpingen gemaakt tot een definitief voorkeurs- scenario, wat nu de omgevingsvisie is.
Fase 4: Oplevering
De laatste fase is het vaststellen van de omgevingsvisie. Tijdens deze fase kunnen inwoners, ondernemers, ketenpartners, maatschappelijke organisaties nog één keer hun mening geven tijdens de officiëleinspraakprocedure. Daarna stelt de gemeenteraad de omgevingsvisie vast. Hierna is geen beroep meer mogelijk.
De omgevingsvisie is een visie voor de lange-termijn. Na de vaststelling vormt de omgevingsvisie de basis voor omgevingsprogramma’s en het omgevingsplan.
Verklarende woordenlijst
Begrip |
Uitleg |
Agrarisch natuurbeheer |
Agrarisch natuurbeheer is een concept waarbij agrarische ondernemers verschillende maatregelen nemen op en rond hun bedrijf ten gunste van natuur en landschap. |
Agri-pv |
Een combinatie van landbouw en het opwekken van zonne-energie. |
Algemene Rijksregels |
Het Rijk heeft algemene regels, voor een effectieve uitvoering van de doelen van de Omgevingswet. De Algemene Rijksregels zijn regels die gelden voor iedereen die een activiteit aanvraagt of uitvoert. |
Autoluw |
Een gebied met een minder prominente rol van geparkeerde en rijdende auto. |
Biodiversiteit |
Biodiversiteit omvat alle soorten planten, dieren en micro-organismen, maar ook de genetische variatie binnen die soorten en de variatie aan ecosystemen waarvan ze deel van uitmaken. |
Duurzame landbouw |
Natuurinclusieve (kringloop) landbouw en kringlooplandbouw zijn beide vormen van de overkoepelende term duurzame landbouw. Onder duurzame landbouw verstaan we: "geen teelten die veel water en/of chemische gewasbeschermingsmiddelen nodig hebben. Dit betekent dat de landbouw zich aanpast op beschikbaar (grond)water, energie en grondstoffen zonder deze uit te putten. Kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen worden zo min mogelijk gebruikt. De landbouw draagt bij aan de biodiversiteit. De producten worden zo dicht mogelijk bij de consument geteeld, verwerkt en verkocht." |
Gewasbeschermings- middelen |
Chemische gewasbeschermingsmiddelen (pesticiden) zijn stoffen die gebuikt worden bij het bestrijden van plagen en bij het beschermen van gewassen tegen ziekte, insecten en onkruid. |
Circulaire economie |
Systeem waarin afval niet meer bestaat en alle producten (of onderdelen daarvan) worden hergebruikt. |
Cultuurhistorie |
De geschiedenis van alles dat door mensen gemaakt is en niet op natuurlijke wijze ontstaan is. |
Deelmobiliteit |
Vervoermiddelen die met verschillende gebruikers worden gedeeld. Bijvoorbeeld auto’s, fietsen of bromfietsen, zijn (tegen betaling) voor een korte periode voor iedereen toegankelijk. |
Ecologische verbindingszones |
Een verbinding tussen natuurgebieden met nieuwe of herstelde natuur. |
Energietransitie |
De overgang van een energiesysteem gebaseerd op fossiele energiebronnen naar een energiesysteem gebaseerd op duurzame en CO2-neutrale energiebronnen. Dit betekent de overgang van het gebruik van kolen, olie en gas naar het gebruik van zon, wind en water als bron van energie. |
Erosie |
Het wegwaaien of wegspoelen van de bovenste bodemlaag (toplaag) door wind of (regen)water. |
Hernieuwbare grondstoffen |
Hernieuwbare grondstoffen zijn onuitputtelijk, groeien weer aan en kunnen telkens opnieuw worden gewonnen. Bijvoorbeeld hout, katoen en wol. |
Hittestress |
Negatieve effecten die zich voordoen in een periode van zeer warm weer. |
Infiltreren |
Het weg laten zakken van regenwater in de bodem. |
Ketenpartners |
Partners die nauw betrokken zijn bij de totstandkoming van de omgevingsvisie |
Klimaatadaptatie |
Maatregelen waarmee de negatieve effecten van klimaatverandering worden beperkt. |
Klimaatbestendig |
Hoe goed is iets beschermd tegen de effecten van klimaatverandering. |
Kringlooplandbouw |
Een vorm van landbouw waarbij alles dat door het landbouwsysteem wordt gebruikt (grondstoffen, voedingsstoffen, energie) in datzelfde systeem weer wordt aangevuld. Bij kringlooplandbouw komt zo min mogelijk afval vrij, is de uitstoot van schadelijke stoffen zo klein mogelijk en worden grondstoffen en eindproducten met zo min mogelijk verliezen benut (ook wel circulaire landbouw genoemd). |
Meervoudig ruimtegebruik |
Het gebruiken van een stuk grond- of wateroppervlakte voor meer dan één doel. |
Mobiliteitshub |
Een plek waar verschillende vervoersvormen samenkomen en waar je kan overstappen van het ene vervoerstype op een ander vervoerstype. |
Natuur |
Het begrip natuur omvat alle levende organismen, hun habitat, het ecosysteem waarvan zij deel uitmaken en de daarmee verbonden uit zichzelf functionerende ecologische processen, ongeacht of ze al dan niet voorkomen onder invloed van menselijk handelen, met uitsluiting van de cultuurgewassen, de landbouw- en huisdieren. |
Natuurinclusief |
Manier van bouwen waarmee de biodiversiteit en leefbaarheid in de omgeving worden behouden of versterkt. |
Omgevingsplan |
In de omgevingsvisie zegt de gemeente hoe zij het leefgebied wil ontwikkelen en beschermen. Die keuzes werkt zij uit in haar omgevingsplan. Het omgevingsplan bevat zo de regels voor de fysieke leefomgeving. De gemeente kan voor ieder gebied zeggen welke activiteiten zij wel of niet toestaat, bijvoorbeeld wonen, recreatie of bedrijvigheid. |
Omgevingsvergunning |
Een officiële (noodzakelijke) toestemming van een overheidsorganisatie om bepaalde activiteiten te mogen uitvoeren. |
Omgevingswet |
De Omgevingswet is bedoeld om een goed evenwicht te vinden tussen het gebruiken en beschermen van de fysieke leefomgeving. De nieuwe wet zorgt voor minder en duidelijkere regels. Ook zorgt de wet ervoor dat de leefomgeving als één samenhangend geheel wordt behandeld. De wet geeft ruimte voor lokaal maatwerk en zorgt ervoor dat besluiten sneller en beter kunnen worden genomen. |
Projectbesluit |
Het projectbesluit is een instrument voor waterschappen, provincies en het Rijk. Het projectbesluit is bedoeld om complexe projecten met een publiek belang mogelijk te maken. Bijvoorbeeld de aanleg of uitbreiding van een snelweg of de versterking van een primaire waterkering. |
Programma’s |
Om de gewenste kwaliteit van de fysieke leefomgeving te bereiken kan de gemeente een Programma opstellen met beleid en maatregelen. Die maatregelen kunnen van alles zijn. Denk aan beleidsregels en geldzaken, maar ook aan communicatie en de uitvoering van projecten. |
Schone Lucht Akkoord |
Het Schone luchtakkoord is een akkoord tussen Rijk, provincies en een groot aantal gemeenten. Het doel van het Schone Lucht Akkoord is om gezamenlijk de luchtkwaliteit in Nederland permanent te verbeteren. |
Wadi |
Een WADI (Water Afvoer Drainage en Infiltratie) is een met grind en zand gevulde sloot of greppel, die water kan vasthouden en infiltreren. |
Warmtenet |
Een netwerk van leidingen onder de grond waar warm water doorheen stroomt. Het warme water verwarmt gebouwen. |
Colofon
Titel: Omgevingsvisie Boxtel
Status: Definitief
Uitgevoerd door: Royal HaskoningDHV Nederland B.V.
In opdracht van en in samenwerking met: Gemeente Boxtel
Projectreferentie: BH7677
Auteurs: Royal HaskoningDHV Nederland B.V
Beelden: Royal HaskoningDHV Nederland B.V
Gecontroleerd door: Royal HaskoningDHV Nederland B.V (d.d. 11 februari 2025) Vrijgegeven door: Royal HaskoningDHV Nederland B.V (d.d. 12 februari 2025) Projectleider gemeente: Gemeente Boxtel
- [1]
Het ambitiedocument is te downloaden via https://ovisie-boxtel.ireporting.nl/downloads Terug naar link van noot.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl