Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736658
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736658/1
Beleidsregels Standplaatsen Texel 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 15-03-2025
Intitulé
Beleidsregels Standplaatsen Texel 2025Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Texel;
Gelet op artikel 5:17 van de Algemene plaatselijke verordening Texel 2016 (APV) en artikel 1:3, lid 4 Algemene wet bestuursrecht (Awb);
Besluit de volgende beleidsregels vast te stellen:
Beleidsregels Standplaatsen Texel 2025
Artikel 1. Definities
- a.
Standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen zoals een kraam, een wagen of een tafel;
- b.
Standplaatshouder: de houder van een vergunning van het college van burgemeester en wethouders voor het innemen van een standplaats;
- c.
Vaste standplaats: een aangewezen locatie voor het innemen van een standplaats die het hele jaar beschikbaar is;
- d.
Seizoenstandplaats: een aangewezen locatie voor het innemen van een standplaats die gedurende een bepaalde periode van het jaar beschikbaar is, namelijk in juli en augustus;
- e.
Incidentele standplaats: een standplaats die eenmalig of gedurende maximaal één maand wordt ingenomen.
Artikel 2. De standplaatsvergunning en -duur en -omvang
-
1. Er kan een vergunning worden verleend voor een vaste standplaats of een seizoenstandplaats of een incidentele standplaats.
-
2. De aanvrager heeft de mogelijkheid voor meerdere locaties een vergunning aan te vragen.
-
3. De aanvraag moet voldoen aan de indieningsvereisten van artikel 5.
-
4. Een vergunning voor een vaste standplaats of seizoenstandplaats wordt verleend voor een periode van maximaal vijftien jaar waarbij de standplaats tenminste één dag per week wordt ingenomen.
-
5. Een vergunning voor een incidentele standplaats kan worden verleend in de volgende gevallen:
- a.
voor de branche ‘gebak en oliebollen’ uitsluitend voor de maand december;
- b.
voor de branche ‘kerstbomen’ uitsluitend in de maand december;
- c.
voor tijdelijke diensten en producten voor de duur van maximaal één maand;
- d.
de viering van ‘Ouwe Sunderklaas’ op 12 december (*) op de Groeneplaats en Vismarkt met een maximum van vijf vergunningen.
- a.
-
6. Nadat de duur van de vergunning is verstreken of de vergunning is ingetrokken, stelt het college de standplaats opnieuw open en volgt de aanvraagprocedure zoals genoemd in artikel 5.
(*) Het gaat om 12 december doorlopend in de nacht van 13 december. Wanneer ‘Ouwe Sunderklaas’ op een andere dag wordt gevierd dan geldt de mogelijkheid voor het verlenen van een vergunning voor die dag.
Artikel 3. Standplaatslocaties
-
1. Een standplaatsvergunning voor een vaste- en een seizoenstandplaats wordt uitsluitend verleend voor één van de locaties die op grond van artikel 4, eerste lid, zijn aangewezen. Het college kan een standplaats op verschillende dagen aan verschillende standplaatshouders uitgeven.
-
2. Een standplaatsvergunning voor een tijdelijke standplaats kan verleend worden op locaties buiten de locaties die op grond van artikel 4, eerste lid, zijn aangewezen, mits de locatie voldoet aan de voorwaarden omtrent openbare orde, (verkeers)veiligheid, uiterlijk aanzien van de omgeving en anderszins geen overlast veroorzaakt.
-
3. Een nieuwe vergunning bij bestaande standplaatsen (op een standplaatslocatie voor dezelfde dag) kan worden verleend, indien:
- a.
er plek beschikbaar is en;
- b.
het aan te bieden product of dienst anders is dan de bestaande producten of diensten.
- a.
-
4. In de volgende gevallen kan de standplaats niet worden ingenomen:
- a.
tijdens de warenmarkt conform de Marktverordening (‘Maandagmarkt’);
- b.
tijdens vergunde evenementen (*) op de locatie van de standplaats;
- c.
wegens bijzondere omstandigheden zoals weg- en rioleringswerkzaamheden.
- a.
-
5. Standplaatsen mogen worden ingenomen en geëxploiteerd van maandag tot en met zondag tussen 06.00 en 22.00 uur met inachtneming van verboden op bijzondere dagen zoals genoemd in de Winkeltijdenverordening Texel en het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet. Uitzondering op de termijn geldt voor standplaatsen ten behoeve van ontnuchtering.
-
6. De vergunninghouder maakt gebruik van fysieke middelen zoals een kraam, wagen of tafel. Deze fysieke middelen zijn eenvoudig verplaatsbaar.
-
7. Aan het einde van iedere dag dient de standplaats te worden ontruimd en moeten de fysieke middelen worden verwijderd, tenzij het college in de vergunning anders heeft bepaald.
-
8. De oppervlakte van het verkoopmiddel is maximaal 24 m². De maximum oppervlakte van de standplaats is 32 m² inclusief terras met maximaal twee stoelen en maximaal twee (sta-, picknick)tafels, opslag van goederen. De vergunninghouder plaatst maximaal één dubbelzijdig bedrukt bord van maximaal 1 m² op de standplaats en/of maximaal 2 vlaggen van elk maximaal 1 m² aan het fysieke middel.
(*) Hiermee wordt gelijkgesteld een evenement dat vergunningsvrij mag worden gehouden of waarvoor een melding moet worden gedaan.
Artikel 4. Standplaatsenlijst
-
1. In bijlage 1 zijn de locaties opgenomen waarvoor een standplaatsvergunning voor een vaste- en seizoenstandplaats kan worden verleend.
-
2. Vergunningen kunnen per locatie voor één of meerdere dagen per week worden verleend.
-
3. Vergunningen kunnen worden verleend als voor de betreffende locatie en dag het maximum aantal vergunningen nog niet is bereikt.
-
4. Voor aanvragen die niet gehonoreerd kunnen worden, stelt het college geen wachtlijst op.
Artikel 5. Aanvraagprocedure vrijkomende vaste standplaatsen en seizoenstandplaatsen
-
1. Het vrijkomen van een vergunning voor een vaste standplaats of een seizoenstandplaats wordt tijdig bekend gemaakt via de gebruikelijke bekendmakingskanalen van de gemeente (*). Hierbij wordt in iedere geval vermeld:
- a.
omschrijving van de vrijkomende standplaatslocatie en dag of dagen;
- b.
binnen welk tijdvak een aanvraag kan worden ingediend;
- c.
op welke wijze een aanvraag kan worden ingediend en welke gegevens overgelegd moeten worden;
- d.
op welke wijze de selectie plaats zal vinden.
- a.
-
2. Een vergunning wordt aangevraagd door middel van het daartoe vastgestelde formulier ( Texel - Aanvraag standplaatsvergunning).
-
3. Als voor dezelfde standplaatslocatie en dag twee of meer volledige aanvragen binnen het tijdvlak genoemd in lid 1 worden ontvangen, worden deze beoordeeld aan de hand van de kwaliteitscriteria zoals bedoeld in bijlage 3. Als meer aanvragers hetzelfde aantal punten hebben, wordt er tussen die aanvragers geloot. Aanvragers hebben de gelegenheid hierbij aanwezig te zijn.
-
4. Aan een vergunning worden standaardvoorschriften verbonden waarvan bijlage 2 een voorbeeld is. Het college kan aanvullende voorschriften opleggen of in de vergunning bepalen dat van de standaardvoorschriften wordt afgeweken.
-
5. Als er nog locaties beschikbaar zijn, nadat de aanvraagprocedure is doorlopen, kan een aanvraag voor vergunning elk moment van het jaar worden gedaan.
(*) Hieronder vallen in ieder geval officiële bekendmakingen in het Gemeenteblad en in de Texelse Courant.
Artikel 6. Innemen standplaats en waarneming
-
1. Een standplaatsvergunning wordt verleend aan een persoon die:
- a.
aantoont als natuurlijke persoon te zijn ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Voor een incidentele standplaats kan hiervan worden afgeweken, en;
- b.
minimaal 18 jaar, handelingsbekwaam en gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.
- a.
-
2. Een vergunning kan ook worden verleend aan natuurlijke personen die een Vennootschap onder Firma vormen of anderszins onderdeel van een rechtspersoon, stichting of vereniging uitmaakt.
-
3. De vergunninghouder neemt de standplaats persoonlijk in en mag deze niet aan een ander afstaan of in gebruik geven. Hij mag zich laten bijstaan door anderen. Daarnaast is het mogelijk dat een ander dan de vergunninghouder de standplaats inneemt als dat vooraf door de vergunninghouder is aangegeven. Hierbij worden in de vergunning of als aanhangsel bij de vergunning de naam, geboortedatum en geboorteplaats opgenomen.
-
4. De instemming zoals bedoeld in het derde lid wordt alleen gegeven voor een persoon die voldoet aan de volgende voorwaarden:
- a.
een bloed- of aanverwant in de eerste of tweede graad van de vergunninghouder;
- b.
een medewerker van vergunninghouder.
- a.
-
5. De vergunninghouder is verplicht de standplaats in te nemen op de dagen waarvoor vergunning is verleend. ‘Innemen’ is daadwerkelijk aanwezig zijn voor verkoop van de goederen of diensten.
-
6. Als de vergunninghouder wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden is verhinderd de standplaats in te nemen, deelt deze dit schriftelijk mee voorafgaande aan de eerste dag van verhindering of zo spoedig als mogelijk is. Hierbij wordt de te verwachten duur van afwezigheid aangegeven.
-
7. Op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder kan ontheffing worden verleend van het bepaalde in lid 3 door zich te laten waarnemen door personen die voldoen aan het bepaalde in artikel 6 lid 1b. Als waarnemer komen in aanmerking:
- a.
een bloed- of aanverwant in de eerste of tweede graad van de vergunninghouder;
- b.
de medewerker van de vergunninghouder.
- a.
-
8. De ontheffing als bedoeld in lid 7 wordt voor maximaal één jaar verleend.
-
9. De vergunninghouder die zijn standplaats laat waarnemen, blijft hoofdelijk aansprakelijk en verantwoordelijk voor de inrichting van de standplaats en de naleving van deze nadere regels en van de vergunningvoorschriften door de waarnemer.
Artikel 7 Standplaatsen Staatsbosbeheer en Hoogheemraadschap
-
1. De artikelen 5 en 6 zijn niet van toepassing op standplaatsen die zijn gelegen op gronden die in beheer zijn bij Staatsbosbeheer en Hoogheemraadschap en die zijn opgenomen in bijlage 1.
-
2. Voor de standplaatsen die zijn gelegen op gronden in beheer bij Staatsbosbeheer of Hoogheemraadschap en zijn opgenomen in bijlage 1 geldt dat de vergunning wordt aangevraagd door en verleend aan Staatbosbeheer of Hoogheemraadschap, waarbij geldt dat Staatsbosbeheer of Hoogheemraadschap het college in kennis stelt van de persoon die de standplaats daadwerkelijk inneemt. Staatsbosbeheer en Hoogheemraadschap worden voor toepassing van deze beleidsregels aangemerkt als standplaatshouder. Voor het overige moet wel worden voldaan aan het gestelde in deze beleidsregels.
-
3. Staatsbosbeheer en Hoogheemraadschap kunnen strengere regels – dan de vastgestelde gemeentelijke beleidsregels - opleggen aan de persoon die de standplaats daadwerkelijk inneemt.
Artikel 8. Overdragen vergunning
-
1. Als een vergunninghouder komt te overlijden, kunnen de nabestaanden in de eerste en tweede graad vragen om overdracht van de vergunning.
-
2. Een standplaats kan worden overgedragen aan:
- a.
een bloed- of aanverwant in de eerste en tweede graad van de vergunninghouder;
- b.
de mede-eigenaar of vennoot van het bedrijf van de vergunninghouder, mits hij langer dan een jaar mede-eigenaar of vennoot is.
- a.
-
3. Een aanvraag tot het overdragen van een standplaatsvergunning kan tot zes maanden na de gebeurtenis, als bedoeld in het eerste lid.
-
4. Het overdragen van de standplaatsvergunning heeft geen invloed op de inhoud van de vergunning anders dan het wijzigen van de vergunninghouder. De vergunning wordt overgedragen voor maximaal de resterende termijn waarvoor deze is verleend.
Artikel 9. Weigeringsgronden
-
1. Een standplaatsvergunning wordt geweigerd als:
-
a. een vergunning wordt gevraagd voor een locatie en dag die niet beschikbaar is;
-
b. de afmeting van het fysieke middel groter is dan volgens deze beleidsregels is toegestaan of groter is dan op de locatie mogelijk is;
-
c. het aan te bieden product of dienst van dezelfde soort is waarvoor op dezelfde locatie al een vergunning is verleend.
Artikel 10. Intrekkingsgronden
Een standplaatsvergunning of ontheffing kan worden ingetrokken:
- 1.
bij bedrijfsbeëindiging of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder;
- 2.
na diens overlijden, als geen aanvraag is gedaan tot het overdragen van de vergunning als bedoeld in artikel 8 lid 3;
- 3.
indien de vergunninghouder – zonder ontheffing - gedurende twee aaneengesloten maanden geen gebruik heeft gemaakt van de vergunning;
- 4.
vanwege zwaarwegende algemene distributieplanologische redenen;
- 5.
als de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.
Artikel 11. Overige bepalingen
-
1. Het is verboden om zonder toestemming van het college op een standplaats:
- a.
gebruik te maken van versterkt geluid;
- b.
gebruik te maken van een op fossiele brandstof aangedreven aggregaat;
- c.
een terras in te richten dat uit meer voorwerpen bestaat dan twee statafels of twee (picknick)tafels met elk twee stoelen in de directe nabijheid van de verkoopwagen of -kraam;
- d.
3D-reclame objecten en/of beachvlaggen geplaatst te hebben.
- a.
-
2. Het is verboden alcoholhoudende dranken op de standplaats aanwezig te hebben om deze ter plaatse of elders te verkopen of te verstrekken.
-
3. De vergunninghouder is verplicht de standplaats binnen een uur na beëindiging van de termijn genoemd in de vergunning te hebben ontruimd.
-
4. Van het bepaalde in het derde lid kan worden afgeweken om redenen van openbare orde, (verkeers)veiligheid, volksgezondheid, bescherming van het milieu, bescherming van de natuur, redelijke eisen van welstand, de fysieke toestand van de bestrating of het te gebruiken verkoopmiddel.
Artikel 12. Intrekking oude regeling
De Nota Standplaatsenbeleid Gemeente Texel, vastgesteld op 3 december 2013 en 1e wijziging, vastgesteld op 7 augustus 2015, wordt ingetrokken.
Artikel 13. Overgangsbepaling
De duur van bestaande vergunningen wordt ten tijde van de inwerkingtreding van deze beleidsregels verlengd met maximaal 15 jaar. Daarna volgen (ook) voor deze vergunninghouders de regels van artikel 5.
Artikel 14. Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na de bekendmaking.
Artikel 15. Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels standplaatsen Texel 2025
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethuders van de gemeente Texel op 4 maart 2025.
De secretaris, mevrouw E. Wolfkamp
De burgemeester, de heer M. Pol Msc
Bijlage 1 Locaties. Op de bijbehorende overzichtskaarten zijn indicatief de bedoelde gebieden aangegeven
Den Burg
Plek |
Maximum aantal vaste standplaatsen per dag |
Maximum aantal seizoenstandplaatsen per dag |
Groeneplaats |
3 |
1 |
Vismarkt |
1 |
1 |
Waalderstraat nabij Albert Heijn |
1 |
2 |
Vogelenzang nabij Jumbo |
0 |
2 |
De Cocksdorp
Plek |
Maximum aantal vaste standplaatsen per dag |
Maximum aantal seizoenstandplaatsen per dag |
Hoek Molenlaan – Klimpstraat – Kikkertstraat |
1 |
0 |
De Koog
Plek |
Maximum aantal vaste standplaatsen per dag |
Maximum aantal seizoenstandplaatsen per dag |
Nikadel |
2 |
0 |
Oudeschild
Plek |
Maximum aantal vaste standplaatsen per dag |
Maximum aantal seizoenstandplaatsen per dag |
Haven |
2 |
2 |
De Waal: geen locaties
Den Hoorn: geen locaties
Oosterend: geen locaties
Locaties op gronden van Staatsbosbeheer of Hoogheemraadschap
Maximaal 1 vaste of seizoenstandplaats per dag
- •
Botgrasweg/Randweg nabij barbecueveld in De Dennen
- •
Boodtlaan, bij parkeerterrein Paal 21
- •
Kruising Ruigendijk / fietspad Waalenburgerdijkje
Bijlage 2 Voorbeeld voorschriften standplaatsen
Voorschriftenstandplaatsen
Algemeen
- 1.
Het innemen van de standplaats gebeurt door de vergunninghouder persoonlijk, hij mag zich echter op de standplaats laten bijstaan. Daarnaast is het mogelijk dat een ander dan de vergunninghouder de standplaats inneemt als dat vooraf duidelijk is. De naam van deze persoon wordt in de vergunning of als aanhangsel bij de vergunning opgenomen.
- 2.
De vergunninghouder vrijwaart de gemeente van aansprakelijkheid voor elke vorm van schade, toegebracht aan zaken van de gemeente (zoals bestrating), aan derden en aan zaken van derden, die is toe te rekenen aan het gebruikmaken van de vergunning.
- 3.
Aanwijzingen van daartoe bevoegde ambtenaren (onder andere van politie, brandweer en gemeentewerken) worden stipt opgevolgd.
- 4.
De vergunninghouder doet er alles aan om stankoverlast te voorkomen. Zo nodig kan het college van burgemeester en wethouders nadere voorzieningen eisen.
- 5.
De verkoopwagen mag, indien buiten gebruik, niet op de standplaats blijven staan.
- 6.
De bepalingen van de winkeltijdenwet, winkeltijdenverordening Texel en het vrijstellingenbesluit winkeltijdenwet zijn van toepassing.
- 7.
De vergunninghouder houdt er rekening mee dat, op momenten dat er (feest)markten, braderieën en dergelijke of andere evenementen gehouden worden op de toegewezen locatie, geen gebruik gemaakt kan worden van de vergunning, tenzij voor het innemen van de standplaats toestemming is verkregen van de organisatie van het evenement.
- 8.
De vergunninghouder plaatst geen reclameobjecten op de standplaats.
- 9.
Voor de standplaats mag maximaal 32 m² worden ingenomen, waarop maximaal 24 m² voor het verkoopmiddel.
- 10.
De vergunning is locatiegebonden. Dit betekent dat de standplaats alleen ingenomen kan worden op de locatie waarvoor de vergunning geldt.
- 11.
De vergunninghouder verkoopt geen andere waren dan waarvoor vergunning is verleend.
- 12.
Er zijn geen alcoholhoudende dranken in de standplaats aanwezig om deze ter plaatse, of elders dan ter plaatse te verkopen of deze ter plaatse, of elders dan ten plaatse te verstrekken.
- 13.
De vergunninghouder is voldoende verzekerd tegen vorderingen uit schadevergoeding waartoe hij i.v.m. wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen kan worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade. De vergunninghouder overlegt een inschrijvingsbewijs en/of verzekeringspolis op verzoek.
Veiligheid
Bereikbaarheidhulpdiensten
Zieookartikel 4.19. 4.25/4.26 Besluitbrandveiliggebruikenbasishulpverleningoverigeplaatsen (BBGBOP)
- 1.
Er is altijd een vrije doorgang voor hulpdiensten van minimaal 3,5 meter breed met een vrije hoogte van 4,2 meter.
- 2.
Bij het innemen van een standplaats belemmert u de looproutes niet.
- 3.
Tuien, scheerlijnen en overhang van marktkramen belemmeren niet de bereikbaarheid van de vluchtwegen, uitgangen en nooduitgangen.
- 4.
Brandkranen en overige bluswaterwinplaatsen worden vrijgehouden en zijn altijd bereikbaar. Nabij de ondergrondse brandkraan is gelegenheid voor een opstelplaats voor de brandweer met een breedte van minimaal 4,5 meter en een lengte van 10 meter en met een hoogte van 4,2 meter.
Bakwagens, bakkrameneninstallatiesvoorkookdoeleindenenverwarming
Zieookartikel 4.8, artikel 5.6 lid 3 sub d enartikel 5.13/5.14 BBGBOP
- 1.
Voor de opstelling van bakwagens en bakkramen gelden de volgende opstellingseisen:
- •
Bij koken op gas: minimaal 2 meter afstand tot gevels met ramen.
- •
Bij frituur op gas: minimaal 5 meter afstand tot gevels met ramen.
- •
Bij frituur op elektra: minimaal 2 meter afstand tot gevels met ramen.
- •
Bij barbecue op gas of kolen of visrookvat: minimaal 2 meter afstand tot gevels met ramen.
- •
Een kortere afstand is toegestaan bij een stenen gevel zonder ramen en deuren (60 minuten brandwerend).
- •
Tussen bakwagens en bakkramen onderling: minimaal 2 meter afstand.
- 2.
De totale waterinhoud van de gevulde en lege gasflessen bedraagt niet meer dan 125 liter (= 50 kg) propaangas/butaangas per bakkraam of bakwagen. De ruimte waarin de gasflessen staan is voldoende geventileerd.
- 3.
In de onmiddellijke nabijheid van een bak-, braad- of frituurtoestel zijn goed passende deksels of een blusdeken aanwezig om het toestel in geval van brand te kunnen afdekken.
- 4.
Een bakwagen wordt jaarlijks onderhouden en tweejaarlijks gekeurd door een erkend installateur. Van deze keuring dient een rapport aanwezig te zijn binnen de verkoopinrichting.
Flessengasinstallaties
Zieookartikel 4.8 t/m 4.10, artikel 4.27, artikel 5.6 en 5.7, artikel 5.10 en 5.11 BBGBOP.
Blusmiddelen
Zieookartikel 4.20 BBGBOP
- 1.
Op de standplaats is ten minste 1 sproeischuimblusser aanwezig met een inhoud van ten minste 6 liter sproeischuim of 5 kg koolzuursneeuw (CO2).
- 2.
Een blustoestel is gereed voor direct gebruik en verkeert in goede staat van onderhoud. Een handbrandblusser is verzegeld en voorzien van een geldig Rijkskeurmerk en een label of sticker waarop de laatste controledatum is aangegeven (niet ouder dan 2 jaar).
Afval
- 1.
De ruimte rondom de standplaats wordt weer schoon en opgeruimd achtergelaten. Eventuele kosten van herstel, schoonmaak- of opruimwerkzaamheden aan de straat en riool komen voor rekening van de vergunninghouder.
- 2.
De vergunninghouder heeft een mand, bak of soortgelijk voorwerp in of nabij het verkooppunt op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig, waarin het publiek papier, etensresten, verpakkingsmateriaal en afval kan achterlaten. De vergunninghouder zorgt er voor dat deze afvalbak van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat de (afval)bak steeds tijdig wordt geleegd.
- 3.
Afvalbakken zijn vervaardigd van onbrandbaar materiaal en voorzien van een vanzelf dichtvallend deksel of uitgevoerd als zogenaamd zelfdovend.
- 4.
De vergunninghouder verwijdert na beëindiging van de verkoop de in de nabijheid van de verkoopplaats op de weg achtergebleven stoffen of voorwerpen, voor zover kennelijk uit of van het verkooppunt afkomstig.
- 5.
De vergunninghouder zorgt op een daartoe bestemde wijze voor de afvoer van het afval.
- 6.
Bij het gebruik van frituur moet het frituurafval worden opgevangen in een (mobiele) vetvanger of een door de eigenaar aangebrachte (permanente) vetvanger.
Overigebepalingenenvoorschriften
- •
De exacte locatie van de standplaats staat vermeld op de situatietekening bij de huurovereenkomst.
- •
De vergunninghouder zorgt er voor dat tijdens de exploitatie van de standplaats deze vergunning op de standplaats aanwezig is, op papier, of digitaal op een smartphone of tablet.
- •
De vergunning wordt ingetrokken als de voorschriften en bepalingen niet of niet behoorlijk worden nageleefd of bij de aanvraag van de vergunning onjuiste en/of onvolledige gegevens zijn verstrekt.
- •
De vergunning wordt ingetrokken als van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt.
- •
De vergunning vervalt van rechtswege zodra de termijn waarvoor zij werd verleend is verstreken.
BBGBOP
Het Besluitbrandveiliggebruikenbasishulpverleningoverigeplaatsen (BBGBOP) beschrijft de regels over het brandveilig gebruik van voor mensen toegankelijke plaatsen, voor zover dit niet in andere wetgeving is geregeld. Daarnaast bevat het besluit regels over de zogenoemde basishulpverlening op die plaatsen. Als standplaatshouder is het voor u van belang om kennis te hebben van dit besluit en moet u deze regels in acht nemen.
Alle actuele informatie vindt u op de website van de Veiligheidsregio NHN. www.vrnhn.nl > veilig leven > veilig evenement. De volledige wettekst is terug te vinden op https://wetten.overheid.nl/BWBR0040068/2018-08-01.
Verkoop van consumptieartikelen
Bij de verkoop van consumpties is de regelgeving van de Warenwet van kracht. Toezicht op de naleving hiervan is in handen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Meer informatie hierover is te vinden op de site van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit: NVWA/Regels voor ondernemers/Eten en drinken.
Bijlage 3 Selectiecriteria als bedoeld in artikel 4
- 1.
Kwaliteitscriteria
- 2.
Loting
De kwaliteitscriteria, passen we bij elke nieuwe aanvraag toe. Degene met de meeste punten komt in principe in aanmerking voor de vergunning. Bij gelijk aantal punten volgt loting.
- A.
ToegevoegdeWaarde
Het product dat of de dienst die vanaf de standplaats wordt aangeboden, wordt niet aangeboden in het betreffende winkelcentrum |
5 punten |
Non-food producten worden aangeboden |
3 punten |
Er wordt een uitgebreid assortiment aangeboden: meer dan 3 assortimenten |
3 punten |
Er worden lokale streekproducten aangeboden |
2 punten |
Er worden producten die in eigen beheer zijn gemaakt, aangeboden |
2 punten |
BPresentatie
Het verkoopmiddel waarmee de standplaats wordt ingenomen heeft een verzorgd representatief uiterlijk: |
|
-Hoog |
3 punten |
-Middel |
1 punten |
-Laag |
0 punten |
CDienstverlening
Klanten kunnen contant en digitaal betalen |
2 punten |
De onderneming van de aanvrager maakt gebruik van een website of social media |
2 punten |
Klanten kunnen online of telefonisch vragen stellen en informatie over de producten krijgen |
1 punt |
DMaatschappelijkebetrokkenheid
De aanvrager begeleidt stagiaires als erkend leerwerkbedrijf of verkoopt producten van een erkend leerwerkbedrijf |
3 punten |
De aanvrager doet aantoonbaar aan klantenbinding |
2 punten |
EGedrag
De aanvrager heeft gedurende de afgelopen vijf jaar geen schriftelijke sanctie gehad op een standplaats op Texel |
2 punten |
Toelichting
1.Inleiding
Belang standplaatsenbeleid
Standplaatsen hebben (over het algemeen) een positieve meerwaarde voor het voorzieningenniveau. Ze dragen bij aan de dynamiek en levendigheid in de dorpen. Het doel is de economische ontwikkelingen op Texel en de leefbaarheid in de dorpen te versterken, waarbij de centra aantrekkelijk blijven of aantrekkelijker worden.
Op basis van de Retailvisie Texel (2016) (*) is er nog groei in vierkante meters mogelijk in de sectoren detailhandel en horeca (**). Een deel daarvan gebruiken we voor de standplaatsen, waarbij op de Groeneplaats, Nikadel en haven Oudeschild meer standplaatsen worden toegestaan. Deze optie is in januari 2024 met de huidige standplaatshouders besproken en men gaf aan dat dit een meerwaarde kan betekenen, mits de aanvullende standplaatshouders andere goederen aanbieden dan de bestaande. Dit is in de regels opgenomen.
Aanleiding
Het huidige standplaatsenbeleid is in 2013 vastgesteld, met een wijzigingsbesluit in 2015.
Actualisatie van het beleid is wenselijk. Mede ook opdat dan voldaan wordt aan de Europese Dienstenrichtlijn. Op basis hiervan dienen nieuwe aanvragers in aanmerking te komen voor standplaatsen.
Deze beleidsregels zorgen voor een gelijk speelveld van standplaatshouders. Tevens geven de regels duidelijkheid over wat waar is toegestaan. Er moet rekening gehouden worden met de Openbare orde en (verkeers)veiligheid.
Wat is een standplaats
Volgens artikel 5:17 Algemene plaatselijke verordening Texel 2016 (***) is een standplaats het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruik makend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.
Waar gaan deze beleidsregels over:
Voor het innemen van een standplaats is een vergunning van het college van burgemeester en wethouders op grond van de APV en deze beleidsregels nodig.(artikelen 1:8 en 5:17-20 APV). Een vergunning kan worden geweigerd in het belang van de openbare orde, veiligheid, de volksgezondheid, het milieu en de Texelse kernwaarden. Daarnaast kan de vergunning worden geweigerd vanwege strijdigheid met het omgevingsplan, als de standplaats op zich of in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, of bij bijzondere omstandigheden in verband met dwingende reden van algemeen belang.
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing.
(*) In 2024 heeft een quick scan uitgewezen dat de Retialvisie voor beleidsontwikkeling nog actueel is.
(**) Circa 3.000 m² in verkoop dagelijkse goederen, 1.800 m² voor niet dagelijkse goederen zoals kleding en 2.000 m² voor horeca
(***) Anno januari 2025: deze noot geldt voor elke verwijzing naar de APV in deze toelichting op de beleidsregels
Waar gaan deze beleidsregels niet over:
- •
Als een organisatie een evenement organiseert en in de aanvraag ook standplaatsen opneemt, geldt de evenementenvergunning ook voor die standplaatsen (artikel 2:24 APV).
- •
De wekelijkse gemeentelijke warenmarkt conform artikel 160, lid 1g Gemeentewet. Dat wordt in het beleid voor de warenmarkt geregeld.
- •
Stalletjes aan huis.
- •
Bij venten worden ook wel op de openbare weg en in de open lucht goederen en diensten verkocht, maar de venter heeft geen vaste plek. Venten betekent dat de koopwaar steeds op een andere plaats wordt aangeboden. De venter bedient de klant en trekt weer verder na levering en betaling. Behalve op het strand is venten vergunningsvrij.
- •
Een tafel of kraam op een snuffelmarkt (artikel 5:22 APV).
- •
Een standplaats op particulier terrein dat niet direct aan de openbare weg grenst, tenzij het een openbare plaats is die opengesteld is voor publiek en zonder beperkingen toegankelijk is.
2.De standplaatsvergunning
Standplaats
De APV Texel geeft aan wat een standplaats is (zie hiervoor). Het gaat bij een standplaats om:
• In de openlucht
• in de openbare ruimte
• vanaf een vaste plek
• het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten.
Tevens is relevant dat de standplaats persoonlijk wordt ingenomen door de vergunninghouder.
Standplaatshouder
Dit is de houder van de vergunning om een standplaats in te nemen.
Vaste standplaats: Hele jaarrond
De locatie voor het innemen van een standplaats is het gehele jaar beschikbaar.
Seizoenplaats
Standplaats jaarlijks in juli en augustus.
Incidentele standplaats
Dit is een standplaats die kortdurend wordt ingenomen. Bijvoorbeeld om een goed doel te tonen of bij een opening van een winkel. Maar ook de branches ‘gebak en oliebollen’ en ‘kerstbomen’ vallen hieronder; deze incidentele standplaatsen mogen in december een maand achtereen staan (****). Met ‘Ouwe Sunderklaas’ op 12 december en in de nacht van 12 op 13 december (of op een andere datum als dit een zondag is) wordt een vergunning voor incidentele standplaats voor 1 dag verleend. Een ontnuchteringsstandplaats mag ook tot na 22.00 uur worden ingenomen, indien dit in de vergunning is opgenomen. De vergunning wordt per jaar verleend.
(****) Als 1 december en of 31 december in een weekend vallen, mag men het gehele weekend de standplaats innemen.
Termijnen
Op basis van het oude beleid werd vergunning verleend voor 2 jaar, die op verzoek van de vergunninghouder verlengd kon worden. Voor nieuwe locaties was een open inschrijf mogelijkheid voorgeschreven, maar dat vond in de praktijk niet plaats.
Uit onderzoek van het CVAH (Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (2019)) blijkt dat de range van de afschrijvingstermijn van ambulante ondernemers zich uitstrekt tussen de 5 en 15 jaar. In het onderzoek van het SEO-Economisch-Onderzoek voor het Ministerie van Economische Zaken, wordt gerekend met een terugverdientermijn tussen de 9 en 10 jaar. De bovengrens van de terugverdientermijn houdt rekening met een minimum inkomen voor de ambulante handel en een redelijke vergoeding op geïnvesteerd vermogen.
De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) heeft op basis van het rapport van CVAH in 2023 gepleit voor een vergunningstermijn van 15 jaar. De Rli is het strategische adviescollege voor regering en parlement op het brede domein van de fysieke leefomgeving.
De minister van Economische Zaken heeft gemeenten opgeroepen gebruik te maken van de motivatie qua vergunningsduur,
Het onderzoek van de Rli is het meest recent en adviseert een vergunningsduur van 15 jaar. Wij nemen het advies van Rli over en hebben besloten vergunningen voor 15 jaar te verlenen. Dit past ook in de Texelse praktijk waarin een aantal standplaatsvergunninghouders nu al 15 jaar of langer een standplaats innemen. Omdat bij ons de verkoopwagen niet mag blijven staan, zijn er extra kosten voor vervoer en opslag van het verkoopmiddel en producten / diensten. Relevant voor onze Texelse beleidsregels is dat er extra locaties (ook op voorkeurplaatsen) komen voor het innemen van een standplaats, waardoor potentiële standplaatshouders niet worden benadeeld door de vergunningstermijn van 15 jaar.
De vergunningsduur van de tijdelijke standplaatsen is gelijk gebleven. In uitleg ‘incidentele standplaatsen’ hiervoor en in artikel 2 van de beleidsregels is aangegeven wat de vergunningsduur is voor welke incidentele vergunningen.
Bij aanvang van de inwerkingtreding van deze beleidsregels en na afloop van een of meer standplaatsvergunningen volgt een transparante openbare inschrijfronde voor vrije standplaatslocaties.
Als overgangsperiode worden de huidige verleende vergunningen verlengd met 15 jaar. Hierdoor ontstaat er geen ongelijkheid qua vergunningsduur met potentiële nieuwe standplaatshouders. Na afloop van de overgangsperiode (of eerder als de vergunning wordt ingetrokken) volgt ook voor de huidige ingenomen locaties de open inschrijfronde. Aangezien de gemeente meer standplaatsen gaat toestaan, zijn nieuwe vergunningen mogelijk en handelt de gemeente niet in strijd met de Europese Dienstenrichtlijn.
In artikel 6 staat dat men verplicht is een standplaats in te nemen. Bij ziekte of vakantie kan toestemming worden verleend om de plaats tijdelijk niet in te nemen. Er volgt geen restitutie van wat de standplaatshouder voor de vergunning en via het huurcontract verschuldigd is. We stellen geen maximum termijn, maar mocht het een tamelijk lange termijn zijn, dan kan de gemeente voor die termijn aan een ander tijdelijk een standplaatsvergunning verlenen.
3.Standplaatslocaties
In bijlage 1 zijn de locaties genoemd waar standplaatsen wanneer geplaatst mogen worden. Per gebied is aangegeven hoeveel standplaatsvergunningen voor vast of voor een seizoen afgegeven kunnen worden.
Standplaatsen waarbij wordt gefrituurd mogen niet onder bomen en dicht bij gevels worden geplaatst. De standplaatshouder moet ook voldoen aan de geldende eisen met betrekking tot lozing van afval en afvalwater in relatie tot frituurresten of andere resten.
Bij de meeste standplaatsen zijn gemeentelijke stroom- en waterpunten, waarvan de standplaatshouder gebruik kan maken. Het gebruik van fossiele brandstof aangedreven aggregaten is daarom niet nodig en willen we dan ook niet toestaan omdat dat niet passend is op de standplaatslocaties. Dit geldt voor alle in deze beleidsregels genoemde standplaatslocaties. Om toegang te krijgen tot de gemeentelijke elektriciteitskasten krijgt de standplaatshouder de beschikking over een sleutel als vergunning is verleend en de huurovereenkomst is getekend. De sleutel mag alleen worden gebruikt door de vergunninghouder. Het sleutelplan geeft aan wie de stroomkasten mag gebruiken. Tevens wordt een sleutelverklaring door het college opgesteld. Het overdragen van een sleutel is niet toegestaan.
Staatsbosbeheer en het Hoogheemraadschap staan, op bepaalde locaties waar zij eigenaar van zijn, standplaatsen toe. Voorheen was de praktijk dat Staatsbosbeheer kon volstaan met het melden aan de gemeente voor welke locaties zij toestemming gaven, maar dit blijkt in strijd met de APV Texel te zijn omdat er standplaatsvergunning verleend moet zijn.
In de voorliggende beleidsregels regelen we dat de gemeente, op verzoek, vergunningen voor 15 jaar aan Staatsbosbeheer en Hoogheemraadschap verlenen. Staatsbosbeheer en Hoogheemraadschap kunnen vervolgens op basis van huurovereenkomsten de standplaats door een standplaatshouder laten innemen. Deze standplaatshouder mag niet een ander de standplaats laten innemen. Staatsbosbeheer en het Hoogheemraadschap zijn gehouden aan de beleidsregels, waarbij het mogelijk is dat zij in de huurovereenkomsten strengere regels opnemen.
De oppervlakte van een standplaats is maximaal 32 m². De verkoopruimte hierbinnen mag maximaal 24 m² bedragen. Binnen de totale oppervlakte van 32 m² is nog ruimte voor opslag en een beperkt terras met stoelen en tafels.
Eén locatie op Texel betreft een uitzondering op de regel dat de verkoopunit in beginsel dagelijks de standplaats moet verlaten, namelijk in De Cocksdorp op de splitsing Molenlaan-Klimpstraat-Kikkertstraat. Deze verkoopwagen is weliswaar mobiel maar niet gemakkelijk dagelijks te verplaatsen. De standplaatshouder heeft toestemming om te mogen blijven staan. De situatie bestaat minstens 40 jaar. Bij het oude beleid is hierover niets opgemerkt. De vergunning is verstrekt aan de natuurlijke personen van de Vennootschap onder Firma. Voor het op locatie laten staan van de verkoopwagen, hanteert het college artikel 3 waarbij in uitzonderingsgevallen besloten is dat een standplaats niet aan het einde van de dag ontruimd hoeft te worden. In dit geval betreft de uitzondering het 40 jaar toegestaan hebben van deze situatie.
Voor deze situatie komt wel een uitsterfregeling dat deze situatie in stand mag blijven tot de vergunninghouder, of rechtsopvolger stopt.
De uitsterfregeling is dat na het vervallen van de vergunning er geen andere vergunningen voor semi-mobiele situaties worden afgegeven voor deze locatie. Als uit de openbare inschrijvingsprocedure blijkt dat een andere gegadigde in aanmerking komt voor de locatie, vervalt tevens de mogelijkheid van semi-mobiele verkoopunits. Voor alle andere locaties worden sowieso semi-mobiele fysieke middelen niet toegestaan.
4.Kosten standplaats – privaatrechtelijkebevoegdheid – publiekrechtelijkebevoegdheid
De plekken voor seizoenstandplaatsen en vaste standplaatsen die op gemeentegrond staan, worden aan de standplaatshouders verhuurd. Hiervoor wordt een huurovereenkomst gesloten. De gemeente hoeft de vergunninghouder niet toe te laten voordat overeenstemming is bereikt over de gebruiksvoorwaarden en vergoeding.
Het opstellen van een huurovereenkomst voor tijdelijke standplaatsen is vanwege het tijdelijke karakter van de vergunning niet noodzakelijk. Indien geen huurovereenkomst wordt opgesteld, worden de vergoeding en verschuldigde leges vooraf met de vergunninghouder besproken.
Hierin heeft de gemeente een privaatrechtelijke rol.
Met het in bijlage 1 aanwijzen van standplaatslocaties wordt voor deze locaties expliciet aangegeven dat er geen bezwaar bestaat tegen het op die gronden innemen van een standplaats. Uiteraard is wel een standplaatsvergunning nodig voordat een standplaats ingenomen mag worden.
De gemeente mag voorschriften stellen aan het gebruik van de grond. Deze zijn als voorbeeld in bijlage 2 terug te vinden.
De prijs per vierkante meter per dag en een totaalbedrag als jaarprijs is gebaseerd op de tarieven volgens de ‘Verordening Marktgelden’. Op basis van het standplaatsenbeleid 2013 en 2015 krijgt een standplaatshouder korting als er vergunning is voor 2 of meer dagen. De korting voor de 2e dag is 50%. De korting voor de 3e tot en met 7e dag is per dag 75%. De 75% korting vervalt en wordt een korting van 50% waarmee het gelijk komt met de korting voor een 2e dag. Uitgangspunt is dat de huurtarieven voor inname van een locatie op gemeentegrond kostendekkend en marktconform zijn. In het huurtarief is een component voor gebruik van stroom opgenomen. Het restant bedrag is voor de huur van de grond. Hoewel niet alle standplaatshouders gebruik maken van stroom, maken we in het tarief hierop geen uitzondering. Het tarief wordt jaarlijks geindexeerd.
5.Juridischekaders
De aanvraag
Na de inwerkingtreding van de beleidsregels wordt gepubliceerd waar nieuwe standplaatsen die (gedeeltelijk) vrijkomen, uitgegeven kunnen worden. Hiervoor wordt de openbare procedure gevolgd. Aanvragers kunnen gedurende de aangekondigde periode een aanvraag via het formulier op onze website indienen. Elke aanvraag wordt getoetst aan de indieningsvereisten en andere voorwaarden, zoals in de regels is opgenomen. Als er voor één beschikbare locatie meerdere aanvragen voor dezelfde dag worden ingediend, wordt de aanvraag getoetst aan de criteria van bijlage 3. Hierin zijn criteria opgenomen die extra punten kunnen opleveren; het zijn geen selectiecriteria waarop de vergunning al dan niet wordt verleend.
Na het verzamelen van alle relevante adviezen wordt binnen 8 weken een besluit door het college van burgemeester en wethouders genomen.
Als de standplaatsvergunning verleend is, kan de vergunninghouder de standplaats innemen. Innemen betekent dat de verkoopruimte op de dagen waarop de vergunning is verleend, open is voor verkoop van de goederen of het tonen van diensten. Door de gemeente wordt gecontroleerd of de voorschriften in acht worden genomen.
Tegen het besluit op de vergunningaanvraag kan bezwaar worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.
Gemeentewet
In de Gemeentewet zijn de bevoegdheden van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester opgenomen. Relevant is dat op basis van de Gemeentewet de Algemene plaatselijke verordening Texel is opgesteld.
Algemene wet bestuursrecht
Hoe de gemeente hoort te handelen is opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht. Ook is daarin de rechtsbescherming van burgers beschreven. Termijnen waarin een besluit genomen moet zijn en welke bezwaar en beroepsmogelijk er zijn, staan hier ook.
Algemene plaatselijk verordening Texel 2016 (APV)
De basis voor de vergunningverlening is de APV. Hierin is opgenomen dat het verboden is zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders een standplaats in te nemen. Het toetsen van een aanvraag en het verlenen of weigeren van een vergunning gebeurt op basis van de APV.
Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Volgens de APV kan de vergunning worden geweigerd:
- •
wegens strijd met het omgevingsplan; of
- •
als de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand; of
- •
als een kwantitatieve of territoriale beperking als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente noodzakelijk is in verband met een dwingende reden van algemeen belang.
Onder ‘wegens strijd met het omgevingsplan’ vatten we ook de situatie van gebiedsontwikkeling waarbij verplaatsing van een standplaats of het geheel intrekken van een vergunning in het belang van die gebiedsontwikkeling is.
In de beleidsregels is aangegeven hoe in de praktijk toepassing wordt gegeven aan de in de APV genoemde redenen om vergunningen of ontheffingen in te trekken. Eén van de redenen is die van zwaarwegende algemene distributieplanologische belang. Hiermee bedoelen we de situatie als er structureel leegstand in de panden in de centra is, waardoor het noodzakelijk is die eerst weer ingevuld te krijgen. Dat kan door het stimuleren van verplaatsing van standplaatshouders naar deze leegstaande panden.
Europese Dienstenrichtlijn en Dienstenwet
De Europese Dienstenrichtlijn, die verwerkt is in de Dienstenwet, is van toepassing. Omdat we een maximum aantal standplaatsen hebben opgenomen, is sprake van schaarse vergunningen. Op basis van deze Dienstenrichtlijn en Dienstenwet is de openbare inschrijfprocedure verplicht, zodat nieuwe aanbieders ook kansen krijgen.
Voedsel- en Warenwet
Hygiëne en degelijkheid van producten is hierin beschreven. De regels hebben een rechtstreekse werking en gelden naast de voorschriften die het college van burgemeester en wethouders kan stellen op basis van een standplaatsvergunning. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit controleert op naleving van deze wet.
Winkeltijdenwet
De standplaatshouder is aan de winkeltijdenwet gebonden. Dat betekent dat een standplaats ingenomen kan worden vanaf 6.00 uur tot 22.00 uur. Indien de verordening Winkeltijden wordt verruimd, geldt dat ook voor standplaatsen.
Uitzondering wordt gemaakt voor ontnuchteringsstandplaatshouders die ook na 22.00 de standplaats mogen innemen, indien dat in de vergunning is opgenomen.
Andere vergunningen
Het kan zijn dat voor het innemen van een standplaats ook andere vergunningen van de gemeente of andere overheden/instanties nodig zijn. Zo is het zeer waarschijnlijk dat op locaties van het Hoogheemraadschap een vergunning wateractiviteit van het Hoogheemraadschap nodig is.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl