Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736645
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736645/1
BELEIDSREGELS WEGSLEEPREGELING GEMEENTE BRUMMEN 2019
Geldend van 01-01-2019 t/m heden
Intitulé
BELEIDSREGELS WEGSLEEPREGELING GEMEENTE BRUMMEN 2019Kenmerk Z028944 / D291575
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE BRUMMEN,
Hebben besloten:
- 1.
De Beleidsregels wegsleepregeling gemeente Brummen 2019 vast te stellen.
Beleidsregels wegsleepregeling gemeente Brummen 2019
De beleidsregels voor de uitvoering van de wegsleepregeling van de gemeente Brummen 2019 heeft de volgende inhoud:
Artikel 1: Algemeen
- 1.1
In de gemeente Brummen
-
Is een wegsleepregeling van kracht, welke haar grondslag vindt in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, lid 2, van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen.
- 1.2
Met de uitvoering van dit besluit zijn de bezoldigde opsporingsambtenaren en buitengewone opsporingsambtenaren alsmede medewerkers van het sleepbedrijf belast. Ook kunnen toezichthouders worden aangesteld voor de uitvoering van deze regeling met inachtneming van de wettelijke toegestane bevoegdheden.
- 1.3.
De criteria voor het wegslepen van voertuigen zijn vervat in de ‘Wegsleepverordening gemeente Brummen 2029’.
Artikel 2: Het constateren van een sleepwaardige overtreding
2.1 Het constateren van wegsleepwaardige voertuigen geschiedt door de politie dan wel een opsporingsambtenaar of toezichthouder.
2.1.1 Indien een opsporingsambtenaar of toezichthouder en sleepwaardige gedraging constateert, hecht deze aan het voertuig een kennisgeving van gedraging, voorzien van de tekst ‘wegsleepwaardig: ja’. Tevens wordt het besluit tot toepassing bestuursdwang ingevuld en ondertekend. Dit besluit wordt vervolgens meegegeven aan de chauffeur van het sleepbedrijf.
2.2 Vervolgens neemt de opsporingsambtenaar of toezichthouder contact op met het sleepbedrijf, geeft locatie en kenteken door en blijft zo mogelijk bij het voertuig aanwezig tot het sleepbedrijf verschijnt.
2.3 Indien de bestuurder of eigenaar van het voertuig ter plaatse komt voordat de takelwagen is verschenen, wordt de takelwagen ten spoedigste afbesteld. De eigenaar blijft de kosten van voorrijden verschuldigd. (zie voor betaling voorrijkosten 2.3.2).
2.3.1 Indien de bestuurder of eigenaar ter plaatse komt wanneer de takelwagen is verschenen dan wordt deze ter plaatse gehoord, waarna proces-verbaal wordt opgemaakt c.q. een administratieve sanctie wordt opgelegd.
2.3.2 De auto wordt slechts meegegeven aan de bestuurder/eigenaar wanneer de voorrijkosten zijn betaald. Deze moeten ter plaatse aan de chauffeur van het sleepbedrijf worden voldaan. Indien de bestuurder niet wil of kan betalen gaat het wegslepen door.
2.3.3 Zodra de chauffeur van het sleepbedrijf begonnen is met het gereed maken van het voertuig voor wegslepen is de bestuurder of eigenaar van het voertuig de kosten die in rekening worden gebracht voor het overbrengen van het voertuig verschuldigd.
2.3.4 Als begonnen is met het gereed maken van het voertuig voor wegslepen dan wordt deze slechts meegegeven aan de bestuurder/eigenaar wanneer de in 2.3.3. genoemde kosten zijn betaald.
Deze moeten ter plaatse aan de chauffeur van het sleepbedrijf worden voldaan. Indien de bestuurder niet wil of kan betalen gaat het wegslepen door.
2.4 Wanneer de overtreder niet ter plaatse komt of indien deze de voorrijkosten niet betaalt, wordt het voertuig gereed gemaakt voor wegslepen.
2.5 Het voertuig wordt weggesleept en niet teruggegeven vanaf het moment dat de sleepwagen met het voertuig in de takels rijdt.
2.6 Wanneer 2.4 van toepassing is, wordt op de sleepbon door middel van een signalement alle zichtbare schade aan het voertuig door de opsporingsambtenaar of toezichthouder en de chauffeur genoteerd. Indien mogelijk kan eventuele schade op foto’s worden vastgelegd. De foto’s worden n dat geval bij de sleepbon gevoegd. Wanneer het voertuig niet blijkt te zijn afgesloten, worden van buitenaf zichtbare kennelijk kostbare voorwerpen in het voertuig op de sleepbon vermeld.
2.6.1 Het sleepbedrijf brengt het voertuig via de kortste weg naar het bewaarterrein.
2.6.2 De chauffeur van het sleepbedrijf meldt de aankomst van het voertuig op het bewaarterrein telefonisch bij het politieservicecentrum 0900 8844.
2.6.3 Zo spoedig mogelijk na aankomst op het bewaarterrein wordt de sleepbon en het ingevulde en ondertekende besluit tot toepassing bestuursdwang afgegeven op het sleepbedrijf.
Artikel 3: De bewaring en teruggave
3.1 De voertuigen worden gestald op het afgesloten bewaarterrein van het sleepbedrijf.
3.2 Het sleepbedrijf houdt bij: merk en kenteken van voertuigen, waarbij hij attendeert op eventueel separaat opgeborgen losse en kennelijk kostbare voorwerpen uit niet afgesloten voertuigen.
3.3 Goederen uit niet afgesloten voertuigen worden veiliggesteld.
3.4 Van de veiliggestelde goederen wordt een lijst samengesteld. De veiliggestelde goederen evenals de lijst van veiliggestelde goederen wordt afgegeven op het sleepbedrijf alwaar voor ontvangst wordt getekend.
3.5 Het moment waarop de goederen als bedoeld in artikel 3.3 worden overgedragen geldt als het begin van de bewaartijd.
3.6 Rechthebbende is de eigenaar of houder of diens gemachtigde.
3.6 De eigenaar toont dit aan met een persoonlijke legitimatie en het te zijner naam staande kentekenbewijs.
3.6.1 De gemachtigde toont dit aan met het kentekenbewijs van de eigenaar, een machtiging van de eigenaar en een persoonlijke legitimatie.
3.7 Voertuigen, die binnen 48 uur na het begin van de bewaartijd (zie 3.5) worden opgehaald.
3.7.1 De rechthebbende dient zich als zodanig te legitimeren op de wijze vermeld onder 3.6.
Wanneer hij dat niet kan of wenst, wordt gehandeld als aangegeven onder 3.8.1.
3.7.2 Het sleepbedrijf bepaalt aan de hand van de sleepbon de gemaakte en af te rekenen kosten en noteert deze op de afrekenstaat.
3.7.3 De af te rekenen kosten worden bepaald door de kosten die verbonden zijn aan het wegslepen van voertuigen enerzijds en de bewaring van voertuigen anderzijds. De hoogte van deze bedragen en op welke wijze deze in rekening worden gebracht staan vermeld de gemeentelijke Tarieventabel voor de legesverordening.
3.7.4 De betrokkene moet contact (met geld of pinpas) betalen. Zonder betaling wordt het voertuig niet afgegeven dan nadat het sleepbedrijf kenbaar heeft gemaakt, dat de wegsleepbon is of zal vervallen. Na de bewaartijd van 14 dagen wordt verder gehandeld als onder 3.9.1.
3.7.5 Na afrekening wordt de rechthebbende verwezen naar de locatie waar zijn voertuig wordt bewaard.
3.7.6 Na inspectie van het voertuig, dient hij de rekenstaat te ondertekenen, waarin de verklaring is opgenomen, dat het voertuig is ontvangen in dezelfde staat als waarin het werd weggesleept.
Vervolgens wordt het voertuig afgegeven. Bij afgifte van het voertuig wordt het besluit tot toepassing bestuursdwang aan de rechthebbende uitgereikt.
3.7.7 Wanneer men het voertuig onder protest in ontvangst wil nemen, wordt hiervan aantekening gemaakt op de sleepbon. De rechthebbende wordt aangeraden een bezwaarschrift aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen te richten. Vervolgens wordt het voertuig afgegeven.
3.8 Voertuigen die niet binnen 48 uur na het begin van de bewaartijd worden opgehaald.
3.8.1 Via het kenteken wordt de eigenaar opgespoord.
3.8.2 Deze wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van de verblijfplaats van zijn voertuig en verzocht dit binnen 14 dagen na dagtekening op te halen. Het besluit tot toepassing bestuursdwang wordt daarbij meegezonden.
3.8.3 Wanneer de rechthebbende zich binnen de gestelde termijn meldt, wordt verder gehandeld volgens 3.7.1.
3.9 Voertuigen die niet na de eerste waarschuwing worden opgehaald.
3.9.1 De eigenaar wordt per aangetekende brief op de hoogte gesteld van de verblijfplaats van zijn voertuig; hij wordt verzocht dit binnen 14 dagen na dagtekening op te halen en meegedeeld, dat bij niet verschijnen tot verkoop zal worden overgegaan.
3.9.2 Wanneer deze ondertekende brief van de PostNL wordt terugontvangen, wordt het adres geverifieerd. Wanneer het adres onjuist blijkt, wordt een onderzoek ingesteld naar het juiste adres.
3.9.3 Wanneer het adres niet kan worden achterhaald, is overleg met de gemeente Brummen noodzakelijk.
3.9.4 Wanneer de rechthebbende zich binnen de gestelde termijn (veertien dagen) meldt, wordt verder gehandeld volgens 3.7.1, echter met dien verstande, dat hij enigerlei weigering, de procedure na de gestelde termijn van 14 dagen verder gaat volgens 3.10.1.
3.10 Voertuigen die na aangetekende aanschrijving niet worden opgehaald.
3.10.1 De waarde van het aangetekende voertuig wordt bepaald door een onafhankelijke taxateur.
3.10.2 Indien de taxatie lager is dan € 680,- wordt gehandeld volgens artikel 5.
3.10.3 Indien de taxatie € 680,- of meer bedraagt, blijft het voertuig zo lang in bewaring totdat de totale kosten op het voertuig de taxatiewaarde benaderen, echter maximaal 3 maanden gerekend vanaf het begin van de bewaring, als vastgesteld vanaf het begin van de bewaring, als vastgesteld in punt 3.5 van dit dienstvoorschrift.
3.10.4 Wanneer de rechthebbende zich gedurende deze periode (3 maanden) meldt wordt gehandeld volgens 3.7.1, echter met dien verstande, dat hij enigerlei weigering de procedure voortgang vindt als omschreven onder 3.10.3.
3.10.5 Na afloop van de procedure volgens 3.10.3 wordt verder gehandeld volgens artikel 5.
Artikel 4: De regeling voor het teruggeven van voertuigen buiten de openingstijden van het sleepbedrijf.
4.1 Het sleepbedrijf is op werkdagen geopend van 8.00 tot 17.30 uur, zaterdags van 9.00 tot 12.00 uur en daarbuiten bij speciale als zodanige aangekondigde acties.
4.2 In gevallen met een bepaalde urgentie kan het sleepbedrijf toestaan, dat er voertuigen buiten de onder 4.1 genoemde tijden worden teruggegeven. Dit kan uitsluitend voertuigen betreffen, die zijn weggesleept in de sluitingsperiode van het sleepbedrijf, of die zijn weggesleept gedurende de openingstijden daarvoor, speciale acties daarbij buiten beschouwing gelaten.
4.3 Wanneer er geen sprake is van een urgent geval, wordt er verwezen naar de onder 4.1 genoemde openingstijden van het sleepbedrijf.
4.4 De rechthebbende dient zich als zodanig te legitimeren op de wijze vermeld onder 3.6. Wanneer hij dat niet kan of wenst, wordt er verwezen naar de onder 4.1 genoemde openingstijden van het sleepbedrijf.
4.5 Wanneer er sprake is van een urgent geval, wordt de belanghebbende erop gewezen dat hij bij eventuele afgifte van het voertuig:
1. het voor het overbrengen en het bewaren van het voertuig verschuldigde bedrag, zoals aangegeven in artikel 4 van de ‘Wegsleepverordening gemeente Brummen 2019’ dient te betalen;
2. na inspectie van zijn voertuig een formulier moet ondertekenen waarin hij verklaart dat hij het voertuig accepteert in de staat waarin het op dat moment verkeert en afziet van eventuele reclames.
4.6 Wanneer de voorwaarden op voorhand niet geaccepteerd worden, wordt het voertuig niet afgegeven. Het voertuig kan vervolgens tijdens de reguliere openingstijden van het sleepbedrijf worden afgehaald.
4.7 Wanneer het sleepbedrijf akkoord gaat met de afgifte, vult de dienstdoende medewerker een kwitantie voor het verschuldigde bedrag en de onder 4.5.2 genoemde ‘no-claim-verklaring’ in, waarna de dienstdoende medewerker overgaat tot inning van het verschuldigde bedrag.
4.8 Na ondertekening van de ‘no-claim-verklaring’ en betaling van het verschuldigde bedrag wordt het voertuig afgegeven. Het besluit tot toepassing bestuursdwang wordt aan de rechthebbende uitgereikt.
4.8.1 Bij niet afgesloten voertuigen wordt erop gewezen, dat mogelijk elders losse en kennelijk kostbare goederen kunnen zijn opgeslagen. Men dient hiertoe op de onder 4.1 genoemde openingstijden contact op te nemen met de dienstdoende medewerker.
4.9 Het sleepbedrijf zorgt voor de verder administratieve afhandeling.
Artikel 5: De verkoop van de voertuigen
5.1 Uitsluitend voertuigen bedoeld onder 3.10.2 en 3.10.3 worden geplaatst op een verkooplijst.
5.2 Deze verkooplijst wordt periodiek aan minimaal drie verkopers gezonden met het verzoek schriftelijk binnen een termijn van zeven dagen een per voertuig gespecificeerd bod te doen op het aangeboden kwantum.
Op de betreffende lijst is vermeld, dat losse, kennelijk niet tot de voertuiguitrusting behorende goederen uit de voertuigen zullen worden verwijderd. De voertuigen zullen zo nodig daartoe worden opengebroken.
5.3 Wanneer niet ten minste twee opkopers inschrijven, is overleg met de gemeente noodzakelijk.
5.4 Aanbesteding geschiedt schriftelijk en in aanwezigheid van een medewerker van de gemeente Brummen. Bij afwezigheid van de medewerker is vóór aanbesteding overleg met de gemeente noodzakelijk.
5.5 Verkoop geschiedt aan degene, die het hoogte bod op de gehele kavel uitbrengt.
5.6 Wanneer het gespecificeerde bod op enig voertuig lager is dan de taxatie, is overleg met de gemeente noodzakelijk.
5.7 Afrekening geschiedt contant en tegen afgifte van een kwitantie.
5.8 Indien een voertuig afgesloten is en de sleutel ervan ontbreekt, wordt het in het belang van de vorige eigenaar opengebroken.
5.9 Losse, kennelijk niet tot de voertuiguitrusting goederen, worden uit het voertuig verwijderd en op naam van de vorige eigenaar van het voertuig geregistreerd.
5.10 Het kentekenbewijs wordt, zo het in het voertuig wordt aangetroffen, opgestuurd naar de Rijksdienst voor Wegverkeer, met het verzoek tot intrekking daarvan.
5.11 Het voertuig wordt overgedragen aan de koper.
5.12 Losse goederen.
5.12.1 Losse goederen worden ten behoeve van de rechthebbende maximaal 3 jaar, gerekend vanaf het begin van de bewaartijd (zie 3.5) opgeslagen.
5.12.2 Wanneer de rechthebbende zich binnen deze termijn meldt, volgt na legitimatie afgifte van de goederen.
5.12.3 Niet afgegeven goederen worden na gestelde termijn door de gemeente verkocht.
Artikel 6: De administratieve procedure.
6.1 De sleepbon wordt bij het aanbrengen van het voertuig op het bewaarterrein volledig ingevuld ‘opgelegd’ in een bij het voertuig behorende aflegmap.
6.2 Hieraan worden de volgende documenten toegevoegd:
- 1.
kopie besluit tot toepassing bestuursdwang;
- 2.
kopie sleepbon;
- 3.
foto’s van de situatie genomen op moment van wegslepen (zie 2.6.1);
- 4.
de afrekenstaat;
- 5.
de tenaamstelling van het kenteken;
- 6.
een afschrift van de eerste aanschrijving (zie 3.8.2);
- 7.
een afschrift van de aangetekende aanschrijving (zie 3.9.1), met het PostNL-reçu daaraan gehecht;
- 8.
de verificatie van het adres;
- 9.
het taxatieformulier;
- 10.
een afschrift van de verkooplijst met daarop aangegeven het betrokken voertuig;
- 11.
een schriftelijk bod van de opkoper van het voertuig;
- 12.
een afschrift van de brief aan de Rijksdienst voor Wegverkeer, waarin wordt verzocht het betrokken kenteken uit het bestand te verwijderen.
- 13.
een afschrift van de kwitantie ten bedrage van de voor het voertuig ontvangen koopsom;
- 14.
de inventarisatie van de uit het voertuig genomen en ter beschikking van de rechthebbende staande goederen;
- 15.
het voortgangscontroleformulier.
6.3 De verantwoordelijkheid voor de procedure en de voortgang daarvan ligt bij het sleepbedrijf.
Artikel 7: De verantwoording
7.1 Wegsleepwaardige parkeerovertredingen worden geconstateerd door bezoldigde opsporingsambtenaren, buitengewone opsporingsambtenaren of bevoegd toezichthouder.
7.2 Vanaf het moment dat 2.5 van toepassing is, is het voertuig in beheer overgedragen aan het sleepbedrijf.
7.2.1 Het slepen is overgedragen aan een particuliere en ter zake deskundige wegsleepdienst.
7.2.2 Op het slepen zijn de Algemene Bergings- en Vervoercondities Gestrande voertuigen (ABVV) van toepassing.
7.2.3 Het bewaren, beheren en afgeven van voertuigen is opgedragen aan het sleepbedrijf. Hierbij wordt gehandeld in overeenstemming met de richtlijnen verwoord in deze beleidsregels.
7.2.4 De financiële controle berust bij de afdeling bedrijfsvoering van de gemeente Brummen.
Artikel 8: De inwerkingtreding van het dienstvoorschrift
8.1 Deze beleidsregels treden gelijktijdig met de Wegsleepverordening gemeente Brummen 2019 inwerking.
Ondertekening
Dit besluit is genomen tijdens de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders van 22 januari 2019.
Het college B&W van de gemeente Brummen,
Burgemeester A.J. van Hedel
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl