Beleidsregels leerlingenvervoer West Betuwe 2025

Geldend van 12-03-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer West Betuwe 2025

Aanleiding

We hebben de wettelijke plicht een regeling vast te stellen voor de bekostiging van het vervoer voor leerlingen die zijn aanwezen op verder weg gelegen onderwijs. Dat kan zijn doordat er geen dichterbij gelegen toegankelijke school is als gevolg van een beperking van de leerling of omdat ouders op basis van geloofsovertuiging kiezen voor ander onderwijs. Er maken zo’n 250 leerlingen uit West Betuwe gebruik van het leerlingenvervoer naar 52 scholen in 30 verschillende plaatsen.

Op 28 januari 2025 is de Verordening Leerlingenvervoer West Betuwe 2025 vastgesteld. Een aantal bepalingen uit deze Verordening werken we uit in beleidsregels, met dien verstande dat we niet iedere mogelijke uitzondering kunnen beschrijven. Hiervoor is een beroep mogelijk op artikel 27 van de Verordening Leerlingenvervoer.

De organisatie van het vervoer / Versis

Bij de organisatie van het leerlingenvervoer werken vijf gemeenten in Regio Rivierenland samen in het vervoerssysteem Versis. Bij het leerlingenvervoer zijn betrokken: de gemeente, beheerbureau Versis, de regiecentrale en verschillende vervoerders.

  • De gemeente bepaalt het beleid, stelt de indicaties, geeft de beschikkingen af en voert de cliëntgegevens, de indicatiestelling en het ritschema in in Smartwheels.

  • Beheerbureau Versis organiseert de aanbestedingen, het contractbeheer, de communicatie, de controles, de klachtenaanname, de financiële administratie, het inlogsysteem voor consulenten en vertegenwoordigt de gemeente in overleggen.

  • De Regiecentrale stuurt de vervoerders aan, verzorgt de planning, verwerkt de mutaties, communiceert met ouders, scholen, gemeenten en vervoerders en berekent de kosten per vervoerder.

  • De vervoerders dragen zorg voor de voertuigen en de chauffeurs.

Vervoersbehoefte en (medisch) onderzoek

  • Met ouders van kinderen die nieuw in het leerlingenvervoer komen, kan voorafgaand aan de beoordeling van de aanvraag in een gesprek de vervoersbehoefte van de leerling worden bepaald.

  • Indien dit voor het bepalen van het recht op vervoer of de vervoersvorm nodig is, kan een medische verklaring gevraagd worden.

  • Bij onduidelijkheid over de beoordeling van de aanvraag, kunnen we een onafhankelijk onderzoek instellen naar welke vorm van vervoer het meest geschikt is voor de leerling.

  • Een onafhankelijk deskundige/adviesbureau voert het onderzoek uit.

Afstandscriterium

  • Bij de beoordeling van de aanvraag berekenen we een aantal afstanden. Dit is nodig om:

    • a)

      vast te stellen of aan het afstandscriterium van zes kilometer wordt voldaan;

    • b)

      te bepalen welke school dichterbij de woning staat en

    • c)

      de hoogte van de vergoeding voor de auto, fiets en het openbaar vervoer vast te stellen.

  • Voor de berekening van de afstand tussen de woning van de leerling en de school maken we gebruik van de ANWB routeplanner met als instelling ‘auto’ en via de ‘kortste route’.

  • Bij het berekenen van de afstand houden we geen rekening met wegwerkzaamheden, omleidingen en dergelijke.

  • Het vaststellen van de reistijd met het openbaar vervoer vindt plaats op basis van de door de Reisinformatiegroep B.V. beschikbaar gestelde informatie (www.9292.nl). Daarbij zijn de adressen van de woning en de school leidend.

Criteria toekenning aangepast vervoer

Voor het verstrekken van een vervoersvoorziening bepalen we achtereenvolgens of vervoer, al dan niet met begeleiding, mogelijk is:

  • a.

    Per fiets;

  • b.

    Per openbaar vervoer;

  • c.

    Met eigen vervoer;

  • d.

    Met aangepast vervoer.

Voor leerlingen van het voortgezet onderwijs zijn alleen c. en d. van toepassing.

De bepaling in de Verordening Leerlingenvervoer laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek inclusief de reis van huis naar school en terug van hun kind.

Voor het aangepast vervoer per (taxi)bus geldt dan ook dat:

  • ouders aantonen dat het begeleiden van hun kind naar en van school door henzelf of anderen onmogelijk is of

  • tot ernstige benadeling van het gezin leidt en

  • een andere oplossing niet mogelijk is.

Van ernstige benadeling van het gezin kan sprake zijn, indien:

  • het een éénoudergezin betreft, waarbij de ouder werkt of een opleiding volgt, die moet leiden tot het vinden van werk en aanpassing van de werk- of lestijden het onmogelijk maken het kind te begeleiden naar schoolbezoek en er zijn geen andere oplossingen binnen het netwerk aanwezig;

  • het een éénoudergezin betreft en de ouder één of meerdere kinderen, jonger dan 9 jaar uit hetzelfde gezin, tegelijkertijd naar een andere school moet brengen en er zijn geen andere oplossingen binnen het netwerk aanwezig;

  • er structurele medische redenen zijn die langer dan zes maanden duren en die beide ouders belemmeren hun kind te begeleiden. Ouders sturen ter onderbouwing een medische verklaring mee van een medisch deskundige, niet zijnde de eigen huisarts.

Het feit dat beide ouders werken is geen reden om aanspraak te maken op aangepast vervoer. Wel bestaat aanspraak op aangepast vervoer als de tijdsduur van de begeleiding door ouders in het openbaar vervoer of op de fiets langer is dan vier uur per dag.

Dichtstbijzijnde toegankelijke school

Een vervoersvoorziening wordt toegekend naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school van de soort die de leerling nodig heeft en de gewenste richting.

In situaties van hoogbegaafdheid, nieuwkomersonderwijs en een internationale schakelklas (ISK) gelden de volgende aanvullende bepalingen:

Onderwijs voor hoogbegaafden

Binnen het regulier onderwijs is in de regel ook voor hoogbegaafde leerlingen een passend onderwijsaanbod. Kan een school dit niet bieden dan is voor de beoordeling van de aanvraag van belang dat:

  • De leerling naar de dichtstbijzijnde toegankelijke specifieke school voor hoogbegaafden gaat;

  • Ouders onderbouwen dat alle dichterbij gelegen scholen niet toegankelijk zijn voor de leerling;

  • Aanvragen naar scholen die werken met plusklassen wijzen we af.

Vervoer naar het nieuwkomersonderwijs primair onderwijs West Betuwe

Het onderwijs aan nieuwkomers op het primair onderwijs bereidt de leerlingen zo optimaal en passend mogelijk voor op het reguliere onderwijs. Nieuwkomers in het primair onderwijs in West Betuwe volgen altijd in eerste instantie les binnen het nieuwkomersonderwijs West Betuwe.

  • Vervoer naar het nieuwkomersonderwijs West Betuwe kennen we toe gedurende het verblijf in de nieuwkomersklas (gemiddeld 40 weken).

  • Het nieuwkomersonderwijs West Betuwe is eveneens toegankelijk voor leerlingen tot 14 jaar die op de wachtlijst staan voor een ISK (internationale schakelklas – voortgezet onderwijs).

  • De afstand tussen de woning van de leerling en het nieuwkomersonderwijs West Betuwe is meer dan 3 kilometer.

  • De aanvraag wordt gedaan door of namens de directeur van het nieuwkomersonderwijs West Betuwe en ondertekend door de ouder(s).

  • Voor het vervoer naar het nieuwkomersonderwijs brengen we geen drempelbedrag in rekening.

  • Pas als de leerling niet geplaatst kan worden in de nieuwkomersklas primair onderwijs West Betuwe omdat deze vol is, is vervoer naar het dichtstbijzijnde nieuwkomersonderwijs in de omliggende gemeenten mogelijk.

  • Zodra mogelijk maakt de leerling gebruik van het vervoer per fiets, hier staat geen vergoeding tegenover.

  • Als de leerling naar een reguliere school gaat, vervalt het recht op vervoer.

Vervoer naar een internationale schakelklas – voortgezet onderwijs

  • Wanneer een leerling (nog) niet is staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken, is de bekostiging van begeleiding voor maximaal drie maanden mogelijk.

  • De tegemoetkoming is voor de kosten van een begeleider (dus niet van de leerling).

  • Is er een voorliggende voorziening, bijvoorbeeld de mogelijkheid om gebruik te maken van een OV-begeleiderskaart, dan is de verstrekking van de vergoeding niet aan de orde.

  • De ouders of wettelijke vertegenwoordigers regelen de begeleiding.

  • De afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke ISK is meer dan 6 kilometer zijn.

Vervoer naar voortgezet (speciaal) onderwijs

Anders dan bij het primair onderwijs is voor de beoordeling van een vervoersaanvraag naar het voortgezet onderwijs de handicap van de leerling bepalend en niet de schoolsoort.

  • Er is geen recht op leerlingenvervoer naar het voorgezet (speciaal) onderwijs, tenzij de leerling door een lichamelijke, verstandelijk of zintuiglijke handicap niet zelfstandig gebruik kan maken van het openbaar vervoer, de fiets of ander vervoersmiddel;

  • In afwijking van het bovenstaande bestaat er wel aanspraak op leerlingenvervoer als de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar voortgezet speciaal onderwijs of terug, rekening houdend met wachttijden, overstaptijden en de duur van de reis met verschillende vormen van openbaar vervoer, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met eigen vervoer of aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;

  • Het vervoer per eigen auto is altijd voorliggend op het aangepast vervoer;

  • Aan leerlingen die voor het eerst gebruik gaan maken van openbaar vervoer naar het voortgezet (speciaal) onderwijs, kan ter bevordering van de zelfstandigheid van de leerling voor een periode van maximaal drie maanden een tegemoetkoming voor de kosten van een begeleider (dus niet van de leerling) in het openbaar vervoer of met de fiets worden verstrekt.

  • Is er een voorliggende voorziening, bijvoorbeeld de mogelijkheid om gebruik te maken van een OV-begeleiderskaart, dan verstrekt de gemeente geen vergoeding voor begeleiding.

  • Ouders zijn verantwoordelijk voor het regelen van de begeleiding.

  • Indien het inkomen van de ouders/verzorger niet meer bedraagt dan 120% van de van toepasselijke bijstandsnorm is een beroep op de Beleidsregels individuele bijzondere bijstand gemeente West Betuwe 2020 voor de reiskosten naar een school voor voortgezet onderwijs mogelijk.

Vervoer buiten reguliere schooltijden

  • De schooltijden, zoals opgenomen in de schoolgids van de school zijn leidend voor het vervoer naar school en naar huis.

  • Bij afwijkende schooltijden vanwege een examen, een toetsweek, uitval van lesuren, schoolreisjes of ziekte is er geen recht op leerlingenvervoer.

  • Ouders zijn verantwoordelijk voor het vervoer van hun kind van en naar school buiten de reguliere schooltijden en ontvangen daar geen vergoeding voor.

  • Bij extreme weersomstandigheden beslist de vervoerder of het vervoer niet of op een later tijdstip plaats moet vinden. De vervoerder communiceert dit naar ouders en naar de gemeente.

Vervoer naar andere bestemmingen dan de woning van de leerling

  • Leerlingenvervoer is uitsluitend bestemd voor vervoer naar en van school en niet voor vervoer van leerlingen naar bijv. sportvoorzieningen.

  • Vervoer van school naar de buitenschoolse opvang of een door ouders aangewezen ander opvangadres, dat niet is aangemerkt als woning, is mogelijk als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

    • a)

      het opvangadres ligt op de route van het vervoermiddel waarin de leerling vervoerd wordt én;

    • b)

      er geen extra kosten mee gemoeid zijn én;

    • c)

      de overige leerlingen in betreffend vervoermiddel er geen onevenredig veel nadeel van ondervinden én;

    • d)

      de structuur vast is, dus een vaste dag en een vast adres, en niet op incidentele basis.

Er is geen sprake van leerlingenvervoer bij

  • vervoer tussen schoolgebouwen onderling;

  • vervoer tussen school en zwembad of gymnastieklokaal;

  • vervoer voor medische of paramedische behandeling;

  • vervoer voor schoolreisjes en sportdagen;

  • vervoer naar logeerhuizen.

Stagevervoer

  • Stage valt onder het leerlingenvervoer, wanneer dit een onderdeel is van het onderwijsprogramma en staat opgenomen in de schoolgids.

  • Van de leerling, de ouders/verzorgers, maar ook van de school verwachten we dat de maximaal mogelijke zelfstandigheid in het reizen naar het stageadres wordt nagestreefd.

  • Stagevervoer zetten we pas in als er geen andere voorliggende oplossingen zijn.

  • Een verzoek om stagevervoer is vergezeld van een stageovereenkomst.

  • Wanneer het niet lukt een stageplaats zo dicht mogelijk bij de woning of op de route tussen woning en school te vinden, is bekostiging van het stagevervoer slechts mogelijk als de school deze keuze toereikend motiveert.

  • Stagevervoer combineren we zoveel mogelijk met het reguliere leerlingenvervoer.

  • Stagevervoer zetten we niet in tijdens het weekend, schoolvakanties en feestdagen.

Verblijf op twee adressen

Een kind van gescheiden ouders kan op twee adressen wonen, bijvoorbeeld in geval van co-ouderschap.

  • Als er sprake is van regelmaat en structuur in het verblijf op beide adressen, regelen we leerlingenvervoer vanaf beide adressen.

  • Wonen ouders in afzonderlijke gemeenten, dan dienen zij allebei afzonderlijk een aanvraag in de eigen woongemeente.

Stimuleren zelfredzaamheid in het vervoer

  • Om de zelfredzaamheid van de leerling bij het fietsen of het reizen met het openbaar vervoer te vergroten, kan de leerling in sommige gevallen deelnemen aan een speciaal project gericht op het zelfstandig kunnen reizen.

  • Door middel van gesprekken met ouders, scholen en eventueel deskundigen onderzoeken we wat de leerling nodig heeft om zelfstandig te kunnen reizen.

  • We stimuleren en motiveren ouders om met hun kind te oefenen en hun kind te (laten) begeleiden bij het zelfstandig reizen.

Structurele of tijdelijke beperking

Er is onderscheid te maken in een structurele of een tijdelijke beperking.

Structurele beperking

  • Leerlingen die vanwege een structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap in het geheel niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken, komen in aanmerking voor een vervoersvoorziening.

  • Voor deze leerlingen geldt geen kilometergrens, drempelbedrag of inkomensafhankelijke bijdrage.

Tijdelijke beperking

  • Wanneer een leerling vanwege herstel of revalidatie langer dan drie maanden afhankelijk is van een medisch hulpmiddel (bijv. een rolstoel), is een beroep op het leerlingenvervoer mogelijk.

  • Het overleggen van een medische verklaring is noodzakelijk.

  • Toekenning van de vervoersvoorziening is voor de duur van het herstel en/of de revalidatie.

  • Er is geen recht op leerlingenvervoer bij tijdelijke medische redenen korter dan drie maanden.

Ongewenst gedrag / Escalatieladder

  • In alle gevallen zijn ouders verantwoordelijk voor het gedrag van hun kind in het vervoer.

  • Bij ontoelaatbaar gedrag in de bus, is de escalatieladder van toepassing.

  • De escalatieladder bevat processtappen die vervoerders, regiecentrale, beheerbureau en gemeente doorlopen bij de aanpak van gedragsproblemen in het vervoer.

  • De escalatieladder is toegevoegd als bijlage A.

Begeleiding in het aangepast vervoer

  • Indien begeleiding van een leerling in het aangepast vervoer noodzakelijk is, stellen we een zitplaats beschikbaar.

  • Over de noodzaak voor begeleiding kunnen we ons laten adviseren door een deskundige.

  • Ouders zijn verantwoordelijk voor (de organisatie van) de begeleiding.

Berekening en uitbetaling vergoedingen openbaar vervoer en eigen vervoer

  • Vergoedingen voor eigen vervoer per fiets of auto berekenen we op basis van de vergoedingen genoemd in de Verordening leerlingenvervoer gemeente West Betuwe 2025.

  • De vergoeding voor eigen vervoer per auto berekenen we op basis van maximaal tweemaal heen- en tweemaal terugreis, op basis van de kortste route, gedurende maximaal 200 schooldagen per jaar (afhankelijk van het opgegeven schoolbezoek van de leerling).

  • De uitbetaling op basis van het vervoer per eigen auto is in twee termijnen in september en februari.

  • Voorafgaand aan de tweede uitbetaling kan worden gecontroleerd of de gevraagde vervoersvergoeding nog actueel is.

  • De vergoeding voor het openbaar vervoer stellen we vast aan de hand van de meest kostenefficiënte oplossing.

  • De uitbetaling voor de vergoeding voor het openbaar vervoer vindt plaats op declaratiebasis achteraf, op basis van het daadwerkelijk aantal keer gereden reisafstanden.

Drempelbedrag

  • De hoogte van het drempelbedrag is gebaseerd op de kosten van openbaar vervoer op grond van de zone-indeling voor een jeugdjaarkaart op basis van twee sterren in 2012. Per 2013 wordt dit bedrag jaarlijks met het CBS indexcijfer verhoogd volgens opgave door VNG.

  • Het drempelbedrag berekenen we op basis van een heel schooljaar (200 schooldagen = 10 maanden = 40 weken).

  • Als slechts een gedeelte van het schooljaar gebruik gemaakt wordt van leerlingenvervoer, berekenen we het drempelbedrag berekend naar rato van het aantal maanden.

  • Beoordeling van het gezamenlijk inkomen gebeurt aan de hand van een door de ouders te overleggen inkomensverklaring van de Belastingdienst of een kopie van hun belastingaanslag.

  • Voor de bepaling van het inkomen beoordelen we de inkomensgegevens van beide ouders. Bij éénoudergezinnen is dat het inkomen van de ouder waarbij het kind verblijft/woont.

  • De peildatum van het inkomen ligt volgens de Verordening twee jaar voor het aanvraagjaar.

  • Bij meer kinderen uit een gezin, die gebruik maken van aangepast vervoer, zal voor maximaal 2 kinderen het drempelbedrag in rekening gebracht.

  • Bij meer kinderen uit een gezin, die gebruik maken van eigen vervoer naar dezelfde locatie, wordt een keer het drempelbedrag in rekening gebracht.

We brengen geen drempelbedrag in rekening:

  • Als het inkomen van ouders beneden een jaarlijks vast te stellen grens ligt.

  • Bij een aantoonbare structurele daling van het inkomen die nog niet zichtbaar is bij de inkomensgegevens op de peildatum.

  • Aan pleegouders, gezien het maatschappelijk belang van de inzet.

  • Als ouders een beschikking overleggen dat zij zijn toegelaten tot de Wsnp (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen).

  • Als er sprake is van een fietsvergoeding, gezien het stimuleren van de zelfstandigheid van de leerling.

Klachtenregeling

  • De procedures, rechten en plichten voor reizigers, vervoerder en beheerbureau Versis staan in de ‘Klachtenregeling Versis 1 januari 2023’.

  • De gemeente neemt geen klachten over de uitvoering van het vervoer in behandeling. Klachten over de uitvoering van het vervoer moeten altijd worden ingediend bij de klachtenlijn. Dit kan via de website : www.versis.nl/suggesties-of-klachten/, telefonisch : 0344 – 63 85 65 of schriftelijk : Antwoordnummer 370, 4000 VB Tiel

  • Afhankelijk van de aard van de klacht wordt de klacht afgehandeld door de regiecentrale of het beheerbureau.

  • De afhandelingstermijn is maximaal 10 dagen.

  • De afhandeling gebeurt door de regiecentrale of beheerbureau Versis.

  • Het beheerbureau ziet toe op de afhandeling door de regiecentrale.

  • Als de klager niet tevreden is met het antwoord wordt de onafhankelijke klachtencommissie ingeschakeld.

Hardheidsclausule

Het is onmogelijk alle mogelijk uitzondering in de beleidsregels vast te leggen. In gevallen waarin noch de Verordening noch deze beleidsregels voorzien, beslist het college.

Citeertitel en inwerkingtreding

  • Deze beleidsregels halen we aan als ‘Beleidsregels leerlingenvervoer West Betuwe 2025’.

  • De beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

  • De beleidsregels leerlingenvervoer gemeente West Betuwe 2022 worden ingetrokken op de dag na de bekendmaking van de Beleidsregels leerlingenvervoer West Betuwe 2025.

    [De zin 'De beleidsregels leerlingenvervoer gemeente West Betuwe 2022 worden ingetrokken op de dag na de bekendmaking van de Beleidsregels leerlingenvervoer West Betuwe 2025' bevat een kennelijke verschrijving. Hier wordt bedoeld: De Beleidsregels leerlingenvervoer West Betuwe 2023 worden ingetrokken op de dag na de bekendmaking van de Beleidsregels leerlingenvervoer West Betuwe 2025.].

Ondertekening

Aldus vastgesteld door ondertekening,

25 februari 2025 te Geldermalsen

Servaas Stoop

Burgemeester

Philip Bosman

Secretaris

Bijlage A: Escalatieladder

Stappen bij gedragsproblemen in het groepsvervoer 

Fase 

Stap 

Regiecentrale 

Vervoerder 

Beheerbureau 

Gemeente 

 

A. Signaleren, aanspreken, dossier openen

  • Openen dossier

  • Vastleggen melding

  • Keuze wel/niet naar Nader onderzoek? Ook vastleggen.

  • Aanspreken reiziger

  • Melding bij regiecentrale incl. of er vervolgstappen wenselijk zijn

 
 

B. Nader onderzoek

  • Nader onderzoek uitvoeren.

  • Bevindingen opnemen in dossier.

  • Keuze vastleggen in dossier: ofwel geen verdere actie nodig ofwel door naar interventie (C)

  • Keuze melden aan beheerbureau (in alle gevallen)

Is betrokken via regiecentrale

  • Kennis nemen van dossier.

  • Eventueel overleg regie/beheer

  • Eventueel besluit direct naar escalatiefase.

 

C. Interventie

  • Interventie uitvoeren:

    • -

      Inzetten ‘pestcoördinator’ en/of

    • -

      Tijdelijk vervoersverbod maximaal drie werkdagen en/of

    • -

      Wijzigen van route zonder (hoge) kosten en/of

  • Waarschuwingsbrief

  • Daarbij alle communicatie met ouders/verzorgers.

  • Vastleggen interventie in dossier

  • Ondernomen acties en status melden aan vervoerder, gemeente en beheerbureau.

Is betrokken via regiecentrale

  • Kennis nemen van dossier.

  • Eventueel overleg beheer/regie over vervolg

Kennis nemen van dossier.

Verzoek en besluit om naar escalatie-fase te gaan 

  • Kan verzoek doen aan beheerbureau

  • Eventueel verlengd vervoersverbod communiceren aan ouders/verzorgers

 
  • Eventueel verlengen tijdelijk vervoersverbod

  • Besluit openen escalatie-fase

  • Informeren gemeente

Kennis nemen van dossier.

Beheerbureau besluit over het openen van de escalatiefase. Vanaf dat moment is beheerbureau verantwoordelijk voor het dossier (i.p.v. regiecentrale). Deze fase heeft tot doel: de situatie (opnieuw) de-escaleren, besluiten nemen over eventuele maatregelen en eventueel opleggen van sancties. Er is geen vaste volgorde in de te doorlopen stappen. De rollen en taken zijn hieronder beschreven.

 

D. Oordeelsvorming en overleg

Invullen formulier escalatie gedrag

Deelname aan overleggen

Invullen formulier

escalatie gedrag

Op verzoek deelname aan overleggen

Indien overleg plaatsvindt zonder ouders/verzorgers:

  • -

    Organiseren gesprek

  • -

    Uitnodigen deelnemers

  • -

    Voorzitten gesprek

  • -

    Vastleggen gemaakte afspraken

    • Formuleren voorwaarden toekomstig vervoer.

    • Communicatie daarover aan vervoerder, regiecentrale en gemeente.

    • Vastleggingen in dossier.

Indien overleg plaatsvindt met ouders/verzorgers:

  • -

    Organiseren gesprek

  • -

    Uitnodigen ouders/verzorgers

  • -

    Voorzitten gesprek

  • -

    Vastleggen gemaakte afspraken

(eventueel in gelijktijdig met stap E).

 

E. Maatregelen en/of sanctie

Uitvoeren

Uitvoeren

Eventueel (definitief of tijdelijk) ervoersverbod opleggen.

  • Eventueel besluit over aanpassing voorziening.

  • Eventueel uitsluiten van vervoer o.b.v. artikel 7.4

  • Eventueel opleggen sancties