Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736471
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736471/1
Verordening rechtspositie burgemeester, wethouders, raads- en commissieleden gemeente Veenendaal
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 11-03-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024
Intitulé
Verordening rechtspositie burgemeester, wethouders, raads- en commissieleden gemeente VeenendaalDe raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 januari 2025, nummer 2156415;
gelet op de artikelen 44, 66, 95, 96, eerste en tweede lid en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.3.8, 3.4.1, eerste lid en 3.4.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
Besluit
vast te stellen de Verordening rechtspositie burgemeester, wethouders, raads- en commissieleden gemeente Veenendaal.
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
|
commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet; |
|
lid van een commissie, bedoeld in sub a, dat niet tevens lid van de raad is of ambtenaar, die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd; |
|
een lid van de raad van de gemeente Veenendaal; |
|
een commissielid van een raadscommissie, ingesteld op grond van artikel 82 van de Gemeentewet, niet zijnde een raadslid; |
|
de op grond van artikel 102 van de Gemeentewet door het college benoemde functionaris; |
|
de op grond van artikel 107 van de Gemeentewet door de raad benoemde functionaris; |
|
de op grond van artikel 61 van de Gemeentewet op voordracht van Onze Minister bij Koninklijk Besluit benoemde ambtsdrager; |
|
de op grond van artikel 35 van de Gemeentewet door de raad benoemde politieke ambtsdrager; |
|
het Koninklijk Besluit van 15 oktober 2018, Stb. 2018, 386; |
|
de ministeriële regeling van 23 november 2018, Stcrt. 2018, 66006; |
HOOFDSTUK II VOORZIENINGEN VOOR RAADS- EN COMMISSIELEDEN
Artikel 2 Verhoging vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen in verband met bijzondere deskundigheid of zwaarte taak
Een commissielid, niet zijnde een schaduw-raadslid, wordt een door het college nader te bepalen hogere vergoeding toegekend dan waarop hij overeenkomstig artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers aanspraak maakt als:
- a.
het commissielid op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelneming aan haar werkzaamheden is aangetrokken; of,
- b.
het commissielid een vergoeding ontvangt die niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak of de omvang van de door hem te verrichten arbeid.
Artikel 3 Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie
- 1.
Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente per maand een toelage toegekend van een vierde deel van de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1., eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
- 2.
Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend zoals vermeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Artikel 4 Niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- of schaduwraadsleden
- 1.
Raads- of schaduw-raadsleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of schaduwraadslid als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.
- 2.
De in lid 1 bedoelde aanvraag kan ook voor een gehele fractie aangevraagd worden.
- 3.
Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
- 4.
De griffier beslist op de aanvraag op basis van de overgelegde stukken.
- 5.
In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde fracties op basis van meerderheid van stemmen.
- 6.
De maximale vergoeding van de scholing bedraagt € 650,- per persoon. De vergoeding wordt jaarlijks aangepast op basis van het bij de programmabegroting gehanteerde indexcijfer van de prijsstijging van het CPB.
- 7.
In geval een fractie een aanvraag voor scholing heeft ingediend bedraagt de maximale vergoeding het bedrag per persoon vermenigvuldigd met het aantal zetels van de fractie in de gemeenteraad en het aantal schaduw-raadsleden dat de fractie op dat moment heeft.
Artikel 5 Informatie- en communicatievoorzieningen
- 1.
Een raads- of schaduwraadslid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
- 2.
Een raads- of schaduwraadslid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.
Artikel 6 Collectieve verzekeringen
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders sluit ten behoeve van de raadsleden een collectieve verzekering af, waarbij wordt voorzien in geldelijke voorzieningen bij invaliditeit en overlijden.
- 2.
Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van raadsleden die zijn benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, als bedoeld in artikel X12 van de Kieswet.
Artikel 7 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
- 1.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
- 2.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.
HOOFDSTUK III VOORZIENINGEN VOOR BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Artikel 8 Niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders
- 1.
De burgemeester of de wethouders die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in verband met de vervulling van hun functie dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de gemeentesecretaris.
- 2.
Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
- 3.
De gemeentesecretaris beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.
Artikel 9 Informatie- en communicatievoorzieningen
- 1.
De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
- 2.
De burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.
Artikel 10 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
- 1.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
- 2.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.
HOOFDSTUK IV DE PROCEDURE VAN DECLARATIE
Artikel 11 Betaling vaste vergoedingen
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.
Artikel 12 Betaling en declaratie van onkosten
- 1.
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:
- a.
betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur; of,
- b.
betaling vooruit uit eigen middelen.
- a.
- 2.
Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.
- 3.
Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden in ieder geval voor het einde van het kalenderjaar ingediend door:
- a.
raads- en schaduw-raadsleden ingediend bij de griffier;
- b.
burgemeester, wethouders en commissieleden, niet zijnde schaduw-raadsleden, ingediend bij de gemeentesecretaris.
- a.
HOOFDSTUK V SLOTBEPALINGEN
Artikel 13 Intrekking oude regeling
De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Veenendaal, vastgesteld op 17 oktober 2019, wordt ingetrokken.
Artikel 14 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2024.
Artikel 15 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie burgemeester, wethouders, raads- en commissieleden Veenendaal.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 februari 2025,
Peter van Vugt
griffier
Gert-Jan Kats
voorzitter
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl