Omgevingsvisie

Geldend van 06-03-2025 t/m heden

1 Inleiding

1.1 Voorwoord wethouder

Voor u ligt de omgevingsvisie Waddinxveen. In de omgevingsvisie is samen met inwoners, partners en ondernemers de koers uitgezet voor de toekomst, gericht op de fysieke leefomgeving. De fysieke leefomgeving is datgene wat we zien, voelen en ruiken. Dat zijn bijvoorbeeld gebouwen, wegen, parken, schone lucht, sloten, rivieren en bossen. De manier waarop we hiermee omgaan heeft ook veel effect op het geluk en de gezondheid van Waddinxveners en de duurzaamheid van onze gemeente. 

Voor ons is het dus van groot belang om goed na te denken over hoe Waddinxveen er in de toekomst uit moet zien. Hoe bieden we ook over 20 tot 30 jaar voor iedereen een mooie, gezonde en prettige omgeving om te wonen, werken en onze vrije tijd door te brengen? En hoe gaan we bijvoorbeeld om met gebiedsvisies, de energietransitie, klimaatadaptatie en bescherming en herstel van biodiversiteit? Hoe willen we dat Waddinxveen er in 2050 uitziet? We zetten hiervoor de koers uit in deze omgevingsvisie.

De bestaande kwaliteiten vormen het vertrekpunt bij het uitzetten van de koers. Deze visie is nog maar het begin. We vertalen de omgevingsvisie naar het omgevingsplan, welke alle bestemmingsplannen zal vervangen op termijn. Ook vormt de visie de leidraad voor de uitvoering van onze taken. De omgevingsvisie zal steeds geactualiseerd worden. De wereld verandert continu en daarom moeten we dus ook regelmatig onze instrumenten herijken. Deze visie legt daarvoor de basis en met deze actualisatie is versie 1.1. tot stand gekomen. 

afbeelding binnen de regeling
Albert Kerssies

1.2 Waarom een omgevingsvisie?

Waddinxveen is in de afgelopen jaren flink gegroeid. We wonen nu met meer dan 31.000 mensen in onze gemeente. Tot 2050 wordt er (vanwege de lopende nieuwbouwprojecten) een flinke groei van de bevolking verwacht ten opzichte van 2020. Dit betekent nogal wat. Er zijn voldoende passende, betaalbare en toekomstbestendige woningen nodig. Om niet in de knel te komen met onze maatschappelijke voorzieningen (zoals onderwijs, sport en zorg) of te maken te krijgen met vastlopend verkeer, is het van belang om goed na te denken over hoe Waddinxveen er in de toekomst uit moet zien. Hoe bieden we ook over 20 tot 30 jaar een mooie en prettige omgeving om te wonen, werken en onze vrije tijd door te brengen? 

Tegelijkertijd willen we de natuur en biodiversiteit beschermen en herstellen terwijl we blijven recreëren in het landschap. Ook hebben we een grote klimaatopgave waar we ons hard voor willen maken. Daarnaast veranderen de maatschappelijke verhoudingen en de rol van de overheid. Inwoners en bedrijven nemen steeds vaker zelf het initiatief om maatschappelijke en economische vraagstukken op te pakken.

De vraagstukken zijn groot en kunnen niet los van elkaar gezien worden. Ze vragen samen meer ruimte dan zomaar beschikbaar is. Hoe willen we de groei van Waddinxveen op een evenwichtige wijze vormgeven? Hoe willen we dat Waddinxveen er in 2050 uitziet? We zetten hiervoor de koers uit in deze omgevingsvisie.

1.3 Wat is een omgevingsvisie?

Met de omgevingsvisie hebben we ons voorbereid op de Omgevingswet, die op 1 januari 2024 in werking is getreden. Deze wet bundelt de wetgeving en regels voor onder andere ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. In plaats van 26 losse wetten, is er nu nog maar één. De Omgevingswet vraagt om een andere werk- en denkwijze van de gemeente, maar ook van andere overheden, burgers en bedrijven. Er is meer ruimte voor initiatieven en lokaal maatwerk. Er zijn straks minder regels die bovendien overzichtelijker zijn. Het integraal afwegen van initiatieven en het geven van vertrouwen zijn sleutelbegrippen. Het doel en de maatschappelijke meerwaarde van een initiatief in de fysieke leefomgeving moet centraal staan in plaats van de vraag: ‘mag het wel?’ 

De Omgevingswet bevat een aantal instrumenten waarmee overheden de doelen van de wet in de praktijk kunnen brengen. Eén van de (verplichte) instrumenten voor gemeenten is de omgevingsvisie. 

In de omgevingsvisie wordt - samen met inwoners, partners en ondernemers - de koers uitgezet voor de toekomst, gericht op de fysieke leefomgeving. De bestaande kwaliteiten vormen daarbij het vertrekpunt. Deze visie moet helder aangeven waar we als gemeente naartoe willen. De omgevingsvisie is daarbij de kapstok voor het toekomstig beleid en initiatieven. 

Bij het maken van een omgevingsvisie kan een overheid een nieuwe koers uitzetten of de bestaande koers handhaven. Evaluatie van het huidige beleid maakt helder wat de stand van zaken is. Wat werkte wel? Wat niet? Welke keuzes zijn nodig? Dat is belangrijke basisinformatie voor de omgevingsvisie. Deze basisinformatie is opgenomen in de ‘Bouwstenennotitie'. Vervolgens is dit uitgewerkt tot de visie die nu voor u ligt. In de visie die voor u ligt is de samenhang tussen doelen van verschillende beleidsdocumenten gezocht. Het verbinden van bestaandedoelen helpt om kansen en uitdagingen scherp te krijgen. Om de samenhang te vinden zal veel samengewerkt worden tussen verschillende bestaande beleidsvelden en nieuwe maatschappelijke opgaven.

1.4 Proces & leeswijzer

De gemeente is in 2019 gestart met een beleidsinventarisatie van al het relevante beleid voor de fysieke leefomgeving. Hieruit is naar voren gekomen welk deel van de in het verleden gemaakt beleidskeuzes nog actueel is, welk deel kan vervallen en welk deel herzien moet worden. 

Daarnaast is er een inventarisatie uitgevoerd van gebieden en locaties die in de toekomst een andere functie kunnen of moeten krijgen.

Om een breed draaglak onder raadsleden te krijgen, is de gemeenteraad aan de voorkant betrokken. De gemeenteraad is daarbij goed meegenomen in het meedenken en vaststellen van het proces en de inhoud van de omgevingsvisie.

Tijdens de eerste fase van het maken van deze omgevingsvisie hebben we de belangrijkste kwaliteiten van Waddinxveen in beeld gebracht. Hiervoor is gebruik gemaakt van het bestaande beleid, een burgerpeiling via de app ‘Waddinxveen denkt u mee’ en verschillende werksessies met bewoners, maatschappelijke organisaties, ketenpartners, buurgemeenten, de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders. De onderzoeken van de verschillende partijen over de gemeente zijn meegenomen. 

In fase twee hebben we de belangrijkste opgaven voor de gemeente in beeld gebracht door de bestaande kwaliteiten te spiegelen aan trends en ontwikkelingen die op de gemeente afkomen. Voor welke uitdagingen staan we? Dit hebben we gevraagd aan de regionale partners van de gemeente zoals de Provincie, GGD en de Omgevingsdienst. Ook de lokale partners en inwoners zijn hierbij betrokken door inloopavonden te organiseren en enquêtes uit te zetten. 

In fase 3 is de koers voor de toekomst van Waddinxveen bepaald. Deze koers is het antwoord op de vraag hoe Waddinxveen om moet gaan met de geschetste uitdagingen. Hierbij staat het bewaken van de waarden en kwaliteiten van Waddinxveen centraal. 

1.5 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 beschrijven we het DNA van Waddinxveen. Hier gaan we in op de ontstaansgeschiedenis van onze gemeente, onze identiteit en kernkwaliteiten. In hoofdstuk 3 schetsen we de uitdagingen waar we de komende jaren mee aan de slag moeten. Hoofdstuk 4 bevat onze overkoepelende visie voor de hele gemeente waarin we onze ambities beschrijven. Vervolgens werken we de overkoepelende visie uit naar een koers per deelgebied in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 staat ten slotte hoe we gaan werken met de omgevingsvisie en wat de relatie is met andere Omgevingswetinstrumenten en beleidsontwikkelingen. 

2 Het DNA van Waddinxveen

2.1 Inleiding

Om het huidige karakter van Waddinxveen in beeld te krijgen volgt een beschrijving van:

  • Onze ontstaansgeschiedenis;

  • Onze plek in de regio;

  • De Waddinxveense samenleving;

  • Onze kernkwaliteiten.

2.2 Ontstaansgeschiedenis

Waddinxveen verschijnt voor het eerst in de geschiedenis in 1233 als ‘Waddinxvene’. Graaf Floris IV verkocht toen het recht op belastingheffing hier aan Nicolaas van Gnepwijk en diens metgezellen. Van oorsprong is Waddinxveen een woest gebied langs de rivier de Gouwe. Men begon dit gebied te ontginnen om er landbouw te kunnen bedrijven. Door de daarvoor benodigde ontwatering begint het land echter te zakken (in te klinken) en moesten maatregelen tegen het water worden genomen. In de vijftiende eeuw wordt de grond zo drassig, dat men de akkerbouw opgeeft en zich op veeteelt toe ging leggen.


Het oorspronkelijke veengebied is voor het eerst bewoond geraakt door de ontginning van dit gebied rond de 18e eeuw. Ontginning betekent dat de oorspronkelijke woeste grond door mensen is bewerkt om daarop te kunnen wonen en het op andere manieren te gebruiken. Later werd hierbij ten westen van de Gouwe turf gewonnen uit de bodem, om als brandstof te gebruiken. Daarmee was dat gebied feitelijk een energielandschap. Zo ontstonden grote waterpartijen in het gebied en moesten de boeren zich verplaatsen.


De boerenbevolking vestigt zich vervolgens gedeeltelijk in en om het dorp, aan de westelijke oever van de Gouwe. Alleen de veenarbeiders blijven in het plassengebied over. Ze vervaardigen klompen, houten gereedschap en meubels. Later komt uit deze kleinschalige industrie een grote papier- speelgoed- en meubelindustrie tot bloei. De bedrijvigheid in deze industrieën en de scheepvaart langs en op de Gouwe is een reden dat de oeverwal in de 18e eeuw steeds bevolkter raakt. Hierdoor ontstaat lintbebouwing langs het water. Het maatschappelijke centrum verplaatst zich geleidelijk van het Oude dorp naar de oevers van de Gouwe.


In deze streek ontstaan uiteindelijk drie ambachten (dorpen): Noord-Waddinxveen, Zuid-Waddinxveen en Bloemendaal. Onder de Franse bezetting worden Noord- en Zuid-Waddinxveen samengevoegd. Bloemendaal werd bij Gouda gevoegd. Na de Franse bezetting worden de drie dorpen weer zelfstandig, Bloemendaal heet dan Broek. In 1870 is er opnieuw een fusie en ontstaat Waddinxveen in de huidige vorm. Waddinxveen heeft daardoor geen gebruikelijke opbouw van één oude dorpskern.


In de jaren na de tweede wereldoorlog groeit Waddinxveen aanzienlijk: van ruim 8.500 inwoners in 1950 tot ongeveer 25.000 inwoners in 1990. Dit komt doordat er een aantal woonwijken wordt bijgebouwd. Rond 1993 was de eerste fase van de nieuwbouwwijk Zuidplas gereed, gelegen in het zuidwesten van Waddinxveen, nadat eind jaren 60 al nieuwbouwwijken tot stand waren gekomen in het westelijk en noordelijk deel van de gemeente. Zo ontstaat de kenmerkende langgerekte structuur. Steeds meer bedrijven vestigen zich op de aangelegde bedrijventerreinen.
Waddinxveen heeft geen duidelijk historisch gegroeid centrum waar oorspronkelijk alle winkels en dorpsvoorzieningen zijn geconcentreerd. In 1975 is hierom de Passage gerealiseerd. Dit gebied werd echter te klein en raakte verouderd. Daarom is in 2004 gekozen voor een nieuw centrum aan het Gouweplein. In 2014 was het nieuwe centrum gereed.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 1 Historische ontwikkeling van Waddinxveen 1815-2020

 

afbeelding binnen de regeling
Tussen 2000 en 2020 zijn er veel veranderingen te zien op de kaart van Waddinxveen. Uitbreidingen van de woonwijken aan de zuidkant van de Gemeente met Triangel. Een flinke groei in bedrijventerreinen en glastuinbouw. Het Bentwoud is ontstaan in het noorden van Waddinxveen.

 

2.3 Plek in de regio

2.3.1 Strategisch gelegen

Waddinxveen ligt op de grens van stad en platteland: de zuidelijke Randstad en het Groene Hart liggen beide om de hoek. Waddinxveen ligt precies op de overgang van droogmakerij (landschap dat is drooggemaakt met molens tot polder) naar veenweide. Er zijn goede voorzieningen, de sociale cohesie is sterk, er is werkgelegenheid en er is een rijk verenigingsleven. Waddinxveen is goed bereikbaar. Er zijn drie treinstations en de snelwegen A12 en A20 zijn in de buurt. Dit alles maakt Waddinxveen een aantrekkelijke gemeente om te wonen, te werken en te recreëren. En dat willen we graag zo houden.

Waddinxveen ligt niet op zichzelf, maar is onderdeel van verschillende samenwerkingsverbanden. De ambities van partnerorganisaties uit de regio dienen als context en basis voor het bepalen van de ambities voor Waddinxveen in deze omgevingsvisie.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 3 Waddinxveen in regionaal verband

2.3.2 Provincie Zuid-Holland

We bevinden ons midden in de provincie Zuid-Holland. Zuid-Holland ligt aan de kust en is doorsneden met rivieren. De provincie ligt grotendeels onder zeeniveau, met een dalende bodem en mede daardoor met een uniek gevarieerd landschap. In dit gebied hebben inwoners het landschap gevormd en bewoonbaar gemaakt door het oorspronkelijke landschap droog te leggen en in te polderen. Ook hebben ze het gebied verbonden met de rest van de wereld.
In de loop der eeuwen heeft zich in Zuid-Holland een stedelijk netwerk ontwikkeld met meerdere kernen, met daartussen groen. Dit is een centrum van handel, cultuur en wetenschap, met als kenmerk en kracht de diversiteit aan mensen, landschap en economie. Het is een gebied waar altijd veel heeft gespeeld en waar men dreigingen heeft weten om te zetten in kansen.

1. Samen werken aan Zuid-Holland: inwoners, organisaties en bedrijven in een vroeg stadium betrekken bij besluiten.
2. Bereikbaar Zuid-Holland: efficiënt, veilig en duurzaam over weg, water en spoor.
3. Schone energie voor iedereen: op zoek naar schone energie, haalbaar en betaalbaar voor iedereen.
4. Een concurrerend Zuid-Holland: diversiteit, de economische kracht van Zuid-Holland.
5. Versterken natuur in Zuid-Holland: een aantrekkelijk landelijk gebied draagt bij aan de kwaliteit van de leefomgeving.
6. Sterke steden en dorpen in Zuid-Holland: versnellen van de woningbouw met behoud van ruimtelijke en sociale kwaliteit.
7. Gezond en veilig Zuid-Holland: beschermen en bevorderen van een gezonde, veilige leefomgeving.

2.3.3 Regio Midden-Holland

De regio waartoe Waddinxveen binnen de provincie hoort, is regio Midden-Holland. Regio Midden-Holland is een netwerk van de samenwerkende gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas. De geografische ligging van regio Midden-Holland tussen de vier grootste steden van Nederland, de sterke samenhang tussen landschap, natuur en cultuurhistorie en het hoogwaardige karakter daarvan maken het gebied uniek in Nederland.
In de agenda ‘De kracht van Midden-Holland: de regio van verbinding’, zijn de volgende vier opgaven geformuleerd voor de periode vanaf 2020:
1. Op weg naar 2050: regio Midden-Holland energieneutraal
2. Bereikbare woon- en werklocaties
3. Toekomstbestendige economie door verbinding onderwijs en arbeidsmarkt
4. Voldoende en passende woningen
Het zijn urgente thema’s, die een overstijgende visie en aanpak vereisen en kansen bieden voor nieuwe verbindingen in de regio Midden-Holland.

2.3.4 Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

“Het hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard beheert het zuidelijk deel van Waddinxveen. De organisatie gaat voor droge voeten en schoon water. Dit doen ze door te werken aan een klimaatbestendig en duurzaam waterbeheer. Ze werken hiervoor samen met inwoners, bedrijven en overheden. Ze zorgen voor veilige dijken, voldoende en schoon water en zuiveren het afvalwater. De komende jaren willen ze extra aandacht schenken aan de volgende thema’s:
1. Een veilige en aantrekkelijke leef- en werkomgeving voorbereid op de verandering van het klimaat;
2. Een duurzaam waterschap voor de wereld van morgen;
3. Water en waterschap als onderdeel van de samenleving.”

2.3.5 Hoogheemraadschap van Rijnland

Het noordelijk deel van Waddinxveen valt onder het Hoogheemraadschap van Rijnland. Samen met partners werkt Rijnland elke dag aan droge voeten en schoon water. In alles wat Rijnland doet, wordt rekening gehouden met de klimaatverandering. Die veroorzaakt bijvoorbeeld droogte en wateroverlast. Rijnland bedenkt hier oplossingen voor. De belangrijkste taken van Rijnland zijn: zorgen voor waterveiligheid, voor schoon en gezond water, voor voldoende water en waterzuivering. Alles voor een duurzaam, waterrijk leefgebied, waar we ook in de toekomst nog kunnen wonen, werken en genieten.

2.3.6 Veiligheidsregio Hollands Midden

De afgelopen jaren heeft Veiligheidsregio Hollands Midden (hierna: VRHM) stappen gezet om van regelgericht (nee, tenzij) naar risicogericht (ja, mits) te werken. De doelstelling van de Omgevingswet, het bereiken en in stand houden van een gezonde en veilige leefomgeving en de ambitie van de VRHM liggen daarmee in elkaars verlengde. Bij de werkzaamheden van VRHM wordt op de volle breedte van fysieke veiligheidsthema’s ingezet. Zo wordt meer invulling gegeven aan het uitgangspunt om de veiligheid in de leefomgeving centraal te stellen en worden de ruimtelijke inrichtingsmogelijkheden via lokaal maatwerk beter in beeld gebracht. De VRHM hanteert bij haar advisering vier kernwaarden:
1. De kwaliteit van de leefomgeving wordt mede bepaald door fysieke veiligheid;
2. Samenwerken aan een veilige en gezonde leefomgeving;
3. De leefomgeving wordt mede vormgegeven volgens de ontwerpprincipes voor veiligheid;
4. Iedereen is bekend met de risico’s en weet te handelen als dat nodig is.

2.4 De Waddinxveense samenleving

Begin 2021 staat het inwoneraantal van Waddinxveen op 30.710. De gemiddelde leeftijd van de inwoners is 41 jaar. Het aandeel inwoners jonger dan 14 jaar is relatief groot. Vergrijzing is minder sterk dan in de rest van Nederland. De Waddinxveense samenleving is dus relatief jong.
De gemiddelde huishoudensgrootte is 2,38. Net iets groter dan het Nederlands gemiddelde. Bovendien is het percentage eenpersoonshuishoudens aanzienlijk lager dan gemiddeld. Gezien de nieuwbouwontwikkelingen in onder andere de wijk Triangel, ’T Suyt, Dreef-Oude Dreef en Noordkade wordt er nog een flinke groei van het aantal huishoudens en inwoners verwacht in Waddinxveen. Afhankelijk van het type prognose wordt op dit moment in 2050 een inwoneraantal tussen 34.000 en 45.000 inwoners verwacht. De prognose van het CBS gaat uit
2 De bevolkingsprognose beoogt de meest waarschijnlijke toekomstige ontwikkeling van de bevolking in Nederland te beschrijven. Het CBS gebruikt hiervoor een simulatiemodel, waarbij op onderzoek gebaseerde
van circa 34.000 inwoners in 2050 en de prognose van ABF Primos van circa 45.000 inwoners.2 Daarbij moet worden opgemerkt, dat de prognose van het CBS wat ‘achterloopt’ op de werkelijkheid. In de afgelopen jaren is Waddinxveen namelijk iets sneller gegroeid dan waarvan in de prognose van het CBS is uitgegaan. Ook is niet met zekerheid te bepalen, in welke mate de groei van de gemeente zich zal voordoen. Dat geldt zeker voor de lange termijn. Om die reden dienen de aantallen niet als absolute waarheid te worden gehanteerd. Dat geldt ook voor de Primos-prognose. Het gaat vooral om de trend, die laat zien dat van een toename van het aantal inwoners in alle leeftijdsgroepen wordt uitgegaan.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 4 Bevolking naar leeftijdsklassen in Waddinxveen

2.5 Kernkwaliteiten

2.5.1 Kernkwaliteiten bepalen het DNA

Elke gemeente heeft unieke kwaliteiten die het karakter, het eigene, het DNA van een plek bepalen. Daarbij kan het gaan om landschappelijke en stedenbouwkundige kenmerken, maar ook om kenmerken van een samenleving, zoals de saamhorigheid. Door deze kwaliteiten en het DNA scherp in beeld te krijgen, en te bepalen wat je daarvan wilt behouden, wordt het ook makkelijker te weten waar je als gemeente naartoe wilt. De volgende (bestaande) kernkwaliteiten bepalen het DNA en dus de identiteit van Waddinxveen.

2.5.2 Sociale samenleving

Waddinxveners vormen hechte gemeenschappen van betrokken inwoners. Dit zorgt voor een sterk organiserend vermogen binnen de lokale samenleving. Bijzonder aan Waddinxveen is dat er relatief veel mensen vrijwilligerswerk doen. Uit de GGD-peiling van 2020 bleek dat 33% van de Waddinxveense inwoners (18 jaar en ouder) vrijwilliger is, ten opzichte van het Nederlandse gemiddelde van 25%. In de burgerpeiling van 2017 gaf daarnaast een relatief hoog percentage aan hulp te bieden aan buren (71%), zorg te bieden aan een hulpbehoevende naasten (46%) en aandacht te hebben voor buren in een zorgwekkende situatie (40%).

We hebben een rijk verenigingsleven met onder andere veel sportverenigingen. Waddinxveen telt twee voetbalclubs en drie tennisverenigingen. Verder zijn er verenigingen in verscheidene andere takken van sport, zoals badminton, hockey, tafeltennis, korfbal, atletiek, basketbal, turnen, volleybal, waterpolo en dansen. Ook is er een land-scouting en een water-scouting. Verder heeft Waddinxveen sinds 1 januari 1974 een eigen reddingsbrigade. In totaal beschikt de gemeente over 35 sportaccommodaties en is 65% van alle inwoners lid van een vereniging. 

Waddinxveen heeft daarnaast een sterke religieuze oriëntatie, waarbij 57% van de inwoners kerkelijk gezind is. Er bevinden zich 12 kerken in de gemeente en twee moskeeën. Verschillende kerkelijke gemeenschappen vinden hier hun plaats. 

Ten slotte zijn er actieve burgerinitiatieven, ondernemersverenigingen, een goed functionerend overkoepelend ondernemersplatform (dat nu in doorontwikkeling is) en er zijn een energiecoöperatie en een warmtecoöperatie in de gemeente. Bovendien worden er diverse culturele evenementen georganiseerd. 

afbeelding binnen de regeling
Figuur 5 Gouwepleinfotografie Omar Alsorory

2.5.3 Goed verbonden

Waddinxveen is uitstekend bereikbaar dankzij haar gunstige ligging midden in de Randstad. Wij willen dat dit ook zo blijft. Zowel Den-Haag en Rotterdam als Utrecht en Schiphol zijn in de buurt. In de gemeente komen rijkswegen, provinciale wegen en lokale wegen voor. De ligging naast de A12 en de A20 zorgt voor uitstekende autobereikbaarheid. De Vredenburghlaan en de in de toekomst verwachte Bentwoudlaan, Verlengde Bentwoudlaan en Verlengde Beethovenlaan dragen hier nog extra aan bij. Er is een aantal openbare laadpalen te vinden, met uitbreidingen in de planning.

We mogen ons gelukkig prijzen met maar liefst drie treinstations aan de spoorlijn Gouda – Alphen aan den Rijn: Waddinxveen-Triangel, Waddinxveen en Waddinxveen-Noord. Vanaf station Gouda is er een directe treinverbinding met onder andere Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Vanaf Alphen aan den Rijn ben je zo in Leiden. Waddinxveen zet zich samen met de regio in voor een verbetering van de verbinding richting Amsterdam. Hierdoor is ook bereikbaarheid met de trein optimaal. Waddinxveen wordt daarnaast bediend door twee buslijnen, tussen Gouda en Rotterdam-Alexander en tussen Waddinxveen station en Zoetermeer. 

afbeelding binnen de regeling
Figuur 6 Station Waddinxveen Triangel

In de gemeente Waddinxveen is veel fietsinfrastructuur. Dit zijn vrij liggende fietspaden (één en twee richtingen) en fietsstroken. Een deel van het Wilgenlaantje langs het Gouwebos en een deel van het Kale Jonkerpad in de Goudse Hout zijn geasfalteerd met lignine. Dat is een milieuvriendelijk bindmiddel, afkomstig uit bomen. Dit is een primeur in Zuid-Holland. Binnen een straal van tien kilometer zijn de buurgemeenten goed te bereiken met een fiets, e-bike of (elektrische) scooter. De geplande doorfietsroute Gouda-Alpen aan den Rijn gaat door Waddinxveen heen. 

De rivier de Gouwe stroomt door Waddinxveen. Dit is een belangrijke route voor de recreatieve en logistieke scheepvaart.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 7 Project Coenecoop, Prinses Maximatunnel

2.5.4 Omringd door groen

Een van de kwaliteiten die door bewoners het meest wordt gewaardeerd is het groen in Waddinxveen: het groen in de wijken en de grotere groenstructuren waarmee Waddinxveen direct is omringd. Waddinxveen vormt een toegangspoort tot het Groene Hart, een uniek landschap van weiden en water. Met ‘t Weegje, het Bentwoud, het Gouwebos en de Polder Bloemendaal zijn groene gebieden vanuit iedere wijk vlakbij. Daarnaast wordt ook de aanleg van de Vredenburghzone (tussen de Vredenburghlaan en Waddinxveen) voorbereid. Onlangs is het eerste deel aangelegd. Bijzonder is ook de overgang tussen landschapstypen.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 8 't Weegje

De kenmerkende waterrijke structuur van Polder Bloemendaal, als gevolg van de ontginning, is al negen eeuwen onveranderd. Naast deze cultuurhistorische en landschappelijke waarde kent de polder ook natuurwaarden: Delen van polder Bloemendaal zijn onderdeel van Natuurnetwerk Nederland. In deze polder is ruimte voor weidevogels. Polder Achterof biedt open landschappen en stilte. Er zijn verschillende recreatiemogelijkheden in deze gebieden. Aan de westrand is een ecologische verbinding richting het zuiden gepland, via het Schravenwildertpad, Kleikade en de toekomstige Bentwoudlaan. De Gouwe, de spoorlijn en de ecologische hoofdstructuur vormen belangrijke noord-zuidverbindingen. ’t Weegje en de toekomstige ecologische verbindingszones onder de A12 leggen de verbinding met de zuidelijke polders. 

Ons areaal aan openbaar groen betreft een oppervlakte van meer dan 1,4 miljoen m² en ruim 10.000 bomen. Het begrip openbaar groen omvat alle heesters, hagen, vaste beplanting, gazons, bermen, kruidenrijke grassen, natuurvriendelijke oevers, bosplantsoenen en bomen die door de gemeente beheerd en onderhouden worden.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 9 Het Bentwoud

De groene omgeving maakt van Waddinxveen een aantrekkelijk rustpunt binnen de drukte van de Randstad. In en rondom Waddinxveen kan iedereen genieten van het groen, het water en de natuur.

2.5.5 Ondernemend dorp

Door de centrale ligging en goede bereikbaarheid is Waddinxveen een aantrekkelijke vestigingslocatie voor bedrijven en inwoners. Zo heeft zich een sterk bedrijfsleven gevormd. Waddinxveen heeft een bijzondere economie, met een belangrijk zwaartepunt in de detail– en groothandel: daar zit meer dan een derde van de werkgelegenheid in Waddinxveen. 

afbeelding binnen de regeling
Figuur 10 Detailhandel in het centrum

Op de bedrijventerreinen zijn nationaal en internationaal opererende bedrijven gevestigd. Maakindustrie, innovatieve glastuinbouw, logistiek en distributie zijn belangrijke sectoren. Mede hierdoor beschikt Waddinxveen over veel werkgelegenheid. Waddinxveen is een echte ondernemersgemeente. Dat beeld (en ook zelfbeeld van de gemeente) klopt met de cijfers van het aantal MKB. De economie is breder dan alleen bedrijven(terreinen). Het gaat ook om ZZP’ers, recreatie, de landbouw en de detailhandel.

Waddinxveen is, economisch gezien, eerder kleinstedelijk dan dorps. Er is voortgezet onderwijs en Waddinxveen heeft met de Bouwacademie een eigen kennisinstituut. Een flink deel van de ondernemers is van ‘eigen kweek’. Waddinxveen heeft haar DNA van een ondernemende gemeente weten te behouden en uit te bouwen. 

afbeelding binnen de regeling
Figuur 11 Hoogwaardige logisitek en distributie

 

3 Waddinxveense uitdagingen

3.1 Inleiding

We koesteren de kernkwaliteiten omdat ze Waddinxveen maken tot wat het is. Samen vormen ze de identiteit van de gemeente. Het is echter niet vanzelfsprekend dat die kwaliteiten zo blijven. Er komen namelijk ontwikkelingen op de gemeente af die die kwaliteiten bedreigen of een kans bieden kwaliteiten te versterken. Dit zijn de Waddinxveense uitdagingen. Door deze goed in zicht te krijgen, weten we waar we onze ambities voor de toekomst op in moeten zetten. De uitdagingen zijn ondergebracht in de volgende thema’s.

3.2 Klimaat & Duurzaamheid

3.2.1 Afname biodiversiteit

In heel Nederland is er de afgelopen eeuw al sprake van een achteruitgang van biodiversiteit. Dit is de rijkheid in variatie van en het aantal, aanwezige plant- en diersoorten. Voornamelijk het intensiveren van de landbouw van de afgelopen decennia heeft in Nederland veel negatieve invloed gehad op de biodiversiteit. In Waddinxveen is een relatief lagere soortendiversiteit van bijen te herkennen in polder Achterof. Dit is een indicatie voor de totale biodiversiteit. Kanttekening bij deze kaart is de rol van het Bentwoud. In onderzoek van EIS Kenniscentrum Insecten is het Bentwoud aangewezen als waardevol leefgebied voor 61 soorten wilde bijen. 

Een ander aandachtspunt zijn de verstoringen in het broedseizoen van (weide)vogels in het Gouwebos, ’t Weegje, het Bentwoud en de polders. Ten slotte hebben Waddinxveners tijdens de participatie meegegeven de gemeente niet als een heel groene gemeente ervaren. Inwoners ervaren het binnenstedelijk groen als ‘eenzijdig’

afbeelding binnen de regeling
Figuur 12 Bijendiversiteit Waddinxveenbron: Atlas leefomgeving 2021, RIVM 2017

 

3.2.2 Energietransitie

Om klimaatverandering tegen te gaan is Nederland druk bezig met de energietransitie. We gaan stap voor stap van het gebruik van aardgas naar het gebruik van schone elektriciteit en warmte. Het huidige percentage hernieuwbare elektriciteit in Waddinxveen is 15,7%. Dit percentage is hoger dan gemiddeld in de regio, dankzij de vier 3MW turbines van Windpark Distripark. Deze leveren groene stroom voor 5.940 huishoudens. Van de totale energievraag, dus inclusief warmte, is het huidig bekende percentage hernieuwbare energie 7,2%.

Op weg naar een duurzame energievoorziening elektrificeert onze samenleving. We gebruiken steeds meer elektriciteit in ons dagelijks leven met het aansluiten van warmtepompen en laadpalen voor elektrische auto's. Tegelijkertijd wekken we ook steeds meer elektriciteit op met zonnepanelen en windmolenparken. Dit zorgt voor druk op het energienet. Het betrouwbaar houden van het net, nu én in de toekomst, vraagt om slimme oplossingen.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 13 Windmolens bij Distripark

In Waddinxveen gebruiken veel bedrijven uit de landbouw, bosbouw en visserij het grootste gedeelte van het aardgas. De glastuinbouw is hoofdverbruiker. Een uitdaging is de bevolkingsgroei in Waddinxveen. Dit zorgt ervoor dat de energievraag alleen maar stijgt en dat er dus relatief sneller verduurzaamd moet worden om hetzelfde percentage duurzame energie te bereiken. De warmtevraag in de glastuinbouw stijgt tussen nu en 2025 extra door het uitbreidingsproject ‘Glasparel+’

In het samenwerkingsverband van de Regionale Energie Strategie (RES) worden de kansen voor het opwekken van hernieuwbare energie onderzocht in regio Midden-Holland. De doelstelling in onze regio is het opwekken van 0,435 Terawattuur (TWh) aan schone elektriciteit vanaf 2030. In de RES 1.0 is geconcludeerd dat vooral zonne-energie kansrijk is in de regio en zijn de volgende zoekgebieden opgenomen: zon op grote daken, zon boven parkeerplaatsen, zon op waterbassins bij glastuinbouw, zon op geluidsschermen en zon langs infrastructuur. Als hiermee de opwekdoelstelling niet wordt gehaald, wordt ook naar windenergie langs infrastructuur gekeken. Wind langs infrastructuur (de A12) is reserve zoekgebied. Een RES 2.0 is inmiddels in voorbereiding.

Op termijn zal de energievraag, mede door de verwachte bevolkingsgroei, verder groeien. Om daadwerkelijk energieneutraal te worden is er nog een lange weg te gaan en zal er meer nodig zijn dan zon op daken. 

Binnen de Regionale Energie Strategie Midden-Holland (RES M-H) wordt, ingezet op zonnepanelen op daken. Daarnaast wordt ingezet op het realiseren van een regionale ambitie voor de opwekking van zon op veld. Dit onderdeel is een opgave van ongeveer een derde van de totale opgave van 0,435 Terawattuur (TWh). Om de opgave voor zon op veld voor elkaar te krijgen is inmiddels ook het ‘Programma zon op veld’ opgesteld. In de RES 1.0 is door alle gemeenteraden gekozen voor een regionale aanpak bij het verlenen van vergunningen voor de realisatie van zonnevelden. Alle partijen, de colleges en gemeenteraden binnen de RES M-H in het bijzonder, weten met het vaststellen van het programma op welke wijze die RES-ambitie in de praktijk tot stand zal komen. Het biedt een eenduidig ‘handelingsperspectief’ voor alle partijen. 

In het programma zijn in Waddinxveen zoekgebieden voor zon op veld langs de rijksweg A12  opgenomen (in het eerste segment). 

afbeelding binnen de regeling
Figuur 14 Kansenkaart Zon op Veld Midden-Holland.

Het eerste segment betreft voornamelijk zoekgebieden langs infrastructuur. De verwachting is dat de volledige opgave binnen deze zoekgebieden kan worden voldaan. Mocht dit onverhoopt niet het geval zijn, kan ervoor worden gekozen het tweede segment vrij te geven. Dit tweede segment betreft voornamelijk kansrijke gebieden op agrarische gronden. Enkel voor het eerste segment maken we een planning. Het tweede segment zal alleen worden vrijgegeven als daar aanleiding voor is. Op de verbeelding van de omgevingsvisie zijn de zoekgebieden in het Waddinxveen toegevoegd. Het is echter niet zo dat dat een project op deze gebieden per definitie als wenselijk wordt gezien. Initiatiefnemers dienen de criteria van het afwegingskader in het programma in acht te nemen bij de verdere uitwerking van hun plan.

Daarnaast is het beleidskader Lokaal Eigendom vastgesteld. We vinden maatschappelijke acceptatie van hernieuwbare energieprojecten van groot belang. Om dat te bereiken willen we dat de baten en lasten van hernieuwbare energieprojecten goed verdeeld zijn. Dit kan via lokaal eigendom, waarbij omwonenden mede-eigenaar zijn van een energieproject. Het kan ook via aanvullende financiële participatie of andere vormen van toegevoegde waarde voor de omwonenden.

De kernpunten van lokaal eigendom en aanvullende financiële participatie zijn:

 1. Verdeling van baten en lasten: Er wordt een voor de omgeving acceptabele verdeling van baten en lasten afgesproken en het project draagt bij aan maatschappelijke acceptatie van energieprojecten; 

  • Zeggenschap: De lokale omgeving krijgt medezeggenschap over de ontwikkeling en landschappelijke inpassing van de projecten en de opbrengsten; 

  • Verdeling van opbrengsten; 

  • Collectief eigenaarschap: de inwoner krijgt de kans om mee te doen. 

 

2. De aanpak van energieprojecten: Naast marktbelangen moeten de belangen van de omgeving een rol spelen in de realisatie van en participatie in energieprojecten. 

3. Toegevoegde waarde voor omgeving: Het project moet naast financiële opbrengsten ook waarde toevoegen voor de lokale omgeving (landschappelijk, maatschappelijk). Daarom streven we naar minimaal 50% lokaal eigendom per project.

 

3.2.3 Aanpassen aan klimaatverandering

We worden wereldwijd dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van klimaatverandering. In Nederland hebben we te maken met meer natte periodes die ook langer duren, intensere buien en ook juist met langere periodes van droogte en hitte. Waddinxveen ligt in een polder met een gemiddelde diepte van vijf meter. Waddinxveen wordt bovendien doorkruist door de Gouwe. Sommige plekken in de gemeente zijn kwetsbaarder bij extreme neerslag of hitte. 

afbeelding binnen de regeling
Resultaten van de risicodialoog voor het thema wateroverlastFiguur 16 Risicoanalyse Klimaatstresstest, 2019
afbeelding binnen de regeling
Resultaten van de risicodialoog voor het thema droogte

Het overstromingsscenario vanuit een regionale kering is op grote delen binnen de gemeente reëel. Voor het bebouwde gedeelte kan de waterdiepte in de wijken Vondelwijk en Groenswaard oplopen tot meer dan 1,5 meter. Er is een risico op schade aan wegen, infrastructuur (verzakking, scheuren) en landbouw (verdroging, verzilting).

3.2.4 Milieu

Luchtvervuiling, geluidsoverlast en lichtvervuiling kunnen negatieve effecten hebben voor de gezondheid en het welzijn van mens en dier. Luchtvervuiling komt plaatselijk voornamelijk van de wegen. De invloed van de A12 is duidelijk te herkennen. Vooral de stikstofuitstoot rond de A12 behoeft aandacht. De Nederlandse grenswaarden voor luchtkwaliteit worden in de gemeente Waddinxveen niet overschreden. Wel vindt er overschrijding van de WHO-advieswaarden plaats op verschillende plekken. Het stoken van hout door individuele inwoners, de aanwezigheid van intensieve veehouderij en het wegverkeer leveren een negatieve bijdrage aan de luchtkwaliteit (figuur 16).

Waddinxveen heeft het Schone Lucht Akkoord ondertekend. Daarom staan we aan de lat om overal in de gemeente aan strengere advieswaarden van de WHO te voldoen.  De verwachting is dat het wegverkeer steeds minder zal uitstoten door onder andere de opkomst van elektrisch rijden. Hierdoor zal de luchtkwaliteit op termijn naar alle waarschijnlijkheid verbeteren. Door slijtage van de banden en remmen blijft er echter nog steeds fijnstof uitgestoten worden. Er zijn dus acties nodig om de luchtkwaliteit te verbeteren, om zo gezondheidswinst te halen voor de Waddinxveense inwoners. In het schone luchtakkoord staan verschillende thema’s genoemd waar de ondertekenaars iets mee moeten doen. Voor Waddinxveen zijn dit houtstook, mobiliteit, mobiele werktuigen en participatie.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 17 Onderzoek luchtkwaliteitTauw 2019

Geluidhinder wordt voornamelijk veroorzaakt door de verschillende vormen van mobiliteit. Vooral autowegen leveren een grote bijdragen. De geluidsbelasting rond de A12 is zeer slecht (figuur 18).

afbeelding binnen de regeling
Figuur 18 Geluid alle bronnenAtlas Leefomgeving 2021

Lichtemissies (hoeveelheid licht) zijn (relatief) hoog in de hele gemeente. Dit wordt veroorzaakt door de glastuinbouwclusters in en ten westen van Waddinxveen (figuur 19). Planten, dieren en mensen hebben naast licht ook een dagelijkse periode van donkerte nodig. Dit heeft invloed op de aanmaak van melatonine. Een gebrek aan melatonine wordt in verband gebracht met depressie, endocriene verstoring, oxidatieve stress, metabole verstoring en kanker.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 19 Lichtemissie

Het water in noordelijk deel Zuidplaspolder (grensgebied Waddinxveen/ Zuidplas) heeft een onvoldoende waterkwaliteit. Er zijn diverse normoverschrijdingen voor nutriënten en gewasbeschermings­middelen.

Met de Omgevingswet wordt de gemeente bevoegd gezag voor alle activiteiten die in de bodem plaatsvinden. Dat houdt ook in dat de gemeente voor sommige onderdelen normen kan stellen in het Omgevingsplan. 

3.2.5 Omgevingsveiligheid

Door de gemeente lopen enkele buisleidingen (hogedruk aardgasleidingen). Het bijbehorende scenario ‘fakkelbrand’ is daar van invloed voor een veilige ruimtelijke indeling. De risicocontouren bestrijken een aanzienlijk deel van de bebouwde omgeving. Waaronder de woningbouw nabij het leiding/ spoortraject als ook een beperkt deel van het industriegebied Doelwijk. Ook het lpg-tankstation langs Dreef is van invloed op een veilige ruimtelijke indeling. De Rijksweg A12 maakt binnen de gemeente Waddinxveen deel uit van het basisnet voor het transport van gevaarlijke stoffen. Dit betekent dat er vervoersbewegingen met gevaarlijke stoffen over plaats vinden. Te denken valt aan brandbare, explosieve en giftige stoffen.

In het kader van de energietransitie vinden allerlei nieuwe ontwikkelingen plaats. Deze transitie geeft invulling aan een duurzamere wereld maar kent bij enkele vormen ook bijkomende gevaren. We zien in algemene zin een toename van branden als gevolg van zonnepanelen, ook in Waddinxveen zijn zonnepanelen al in grote getalen toegepast. Daarnaast rijden voertuigen met nieuwe vormen van aandrijving dagelijks door de gemeente en staan ook inpandig geparkeerd. De bestrijding van deze voertuigbranden vraagt om bijzondere aandacht. De toepassing van (aanvullende maar ook brandbare) gevelisolatie is eveneens een ontwikkeling die hoort binnen de energietransitie/ energie neutrale woningen en vraagt om een bijzondere brandbestrijding.

Bij de windturbines nabij de A12/Distripark Doelwijk zijn bladbreuk en gondelbrand de voornaamste risico’s.

3.3 Economie

3.3.1 Transitie naar een circulaire economie

Circulair denken en doen is in opkomst. De filosofie is dat afval niet meer bestaat, maar steeds opnieuw kan worden gebruikt als grondstof. Daardoor hoeven we steeds minder nieuwe grondstoffen in productieketens toe te voegen. Vanuit Rijksbeleid dient ook de landbouw circulair te worden, door steeds meer focus op kringlooplandbouw te leggen. Een circulaire economie begint bij bewuste productie van spullen door producenten, door zo min mogelijk materiaal dat niet herbruikbaar is toe te passen. Daarnaast een bewuste omgang met restmateriaal door winkeliers en consumenten, door bijvoorbeeld zo min mogelijk verpakkingsmateriaal toe te passen en zo goed mogelijk afval te scheiden en spullen te hergebruiken. 

3.3.2 Globalisering

Mondialisering of globalisering gaat over de toenemende vervlechting van gebieden en samenlevingen. Wereldwijde netwerken worden steeds vanzelfsprekender, niet alleen op het gebied van handel maar ook op economisch, cultureel, sociaal en politiek gebied. Voor bedrijven betekent het dat een internationale oriëntatie steeds belangrijker wordt. Voor de maatschappij betekent het dat we steeds meer te maken krijgen met verweving van culturen. Ook in Nederland en Waddinxveen zal de samenstelling van bewoners – en dus de arbeidspopulatie- richting 2050 er heel anders uitzien dan nu, onder meer door immigratie en emigratie. Door de coronacrisis is ook steeds meer het belang van regionale ketens aangetoond.

3.3.3 Digitalisering

De toenemende digitale mogelijkheden zorgen voor nieuwe verdienmodellen en hebben een grote impact op ons dagelijks leven, de arbeidsmarkt en het onderwijs. Inwoners gaan steeds meer zelf informatie leveren en daaraan gekoppelde applicaties gebruiken, zoals mobiliteitsdiensten of informatie over de openbare ruimte. Er is ook een steeds grotere behoefte aan goede digitale verbondenheid en toegankelijkheid om goed te kunnen concurreren in het bedrijfsleven en op de arbeidsmarkt. De coronacrisis heeft dit meer dan ooit aangetoond en een volledig nieuwe situatie gecreëerd. Op afstand werken zal vast onderdeel blijven van de manier waarop wij werken. 

afbeelding binnen de regeling
Figuur 20 Project Coenecoop

 

3.4 Mobiliteit

De manier waarop we ons verplaatsen verandert. De opkomst van de elektrische auto en het gebruik van deelmobiliteit is een feit. Dit is ook nodig om uiteindelijk energieneutraal te kunnen zijn als gemeente. Om elektrisch rijden goed te laten functioneren is een uitgebreid laadpalennetwerk nodig en speciaal aangewezen parkeerplaatsen. Ook heeft dit effect op het elektriciteitsnetwerk. Enerzijds groeit de vraag naar elektriciteit, anderzijds zouden elektrische auto’s ook als mobiele accu’s kunnen worden ingezet. 

Een uitdaging in Waddinxveen is de kwaliteit van het fietsnetwerk. Het grootste deel van de fietsinfrastructuur voldoet niet aan de CROW-richtlijnen of die van de Provincie. Daarnaast wordt het overgrote deel de routes binnen/tussen buurgemeentes momenteel niet als prettig en veilig ervaren, met name in het donker. Een kansrijke ontwikkeling op het gebied van de fiets is de opkomst van de elektrische fiets. Dit zorgt ervoor dat we ook voor langere afstanden de fiets kunnen pakken en dat we ons op oudere leeftijd nog met de fiets kunnen verplaatsen.

Een opkomende trend is de verdere verbetering van ‘Mobiliteitsservices’. Hierdoor is het bezit van een auto op termijn mogelijk minder nodig. Hoewel andere ontwikkelingen, zoals ‘automated driving’, de auto weer aantrekkelijker kunnen maken. Ook het vervoer van goederen verandert onder invloed van technologische ontwikkelingen. In Waddinxveen wordt momenteel echter nog overlast ervaren van (toenemend) autoverkeer, niet optimale voorzieningen (wegen, openbaar vervoer) en beperkte doorstroming op bepaalde locaties.


Waddinxveen neemt ook deel aan de regionale programma’s de N207-Zuid en Beter Bereikbaar Gouwe. Met de N207-zuid wordt de realisatie van de Verlengde Bentwoudlaan, Bentwoudlaan en Verlengde Beethovenlaan voorbereid. Daarnaast is met Beter Bereikbaar Gouwe (dit is inmiddels afgesloten) toegewerkt naar een maatregelenpakket om de bereikbaarheid en leefbaarheid in de Gouwe-regio verder te verbeteren. Voor maatregelen in Waddinxveen is besloten tot een doorfietsroute tussen Alphen aan den Rijn en Gouda. En relatief kleine lokale, deels fysieke, maatregelen om doorstroming en veiligheid op de Gouwe te bevorderen zoals wachtplaatsen voor recreatie vaarverkeer en bij de hefbruggen worden de wegverkeerslichten beter afgestemd op de scheepvaart. Deze zijn inmiddels gerealiseerd. Daarnaast worden verder de mogelijkheden onderzocht voor een betere aansluiting van de N11 op de A12.
Verder gaan de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk en Waddinxveen samen in overleg over de verkeersdrukte op de Brugweg en het sluipverkeer in Reeuwijk-Dorp en omgeving.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 21 Elektrisch laden

3.5 Samenleving

3.5.1 Vergrijzing

Nederland vergrijst. Het aantal ouderen stijgt, terwijl het aantal jongeren niet evenredig toeneemt. Hierdoor ontstaat demografische druk, wat aangeeft hoeveel ‘niet actieven’ er zijn ten opzichte van de potentiële beroepsbevolking. Ook in Waddinxveen groeit de groep ouderen. In 2021 is de demografische druk 75,8% ten opzichte van 70,1% gemiddeld in Nederland. Met de verwachte groei van de Waddinxveense bevolking is het nog moeilijk in te schatten hoe deze demografische druk zich zal ontwikkelen. 

3.5.2 Individualisering en eenzaamheid

Eenzaamheid is een negatieve subjectieve ervaring die ontstaat wanneer bestaande relaties met anderen afwijken van de persoonlijke wensen of verwachtingen daarover. In Waddinxveen voelt 8% van de inwoners van 18 jaar en ouder zich ernstig eenzaam. In Hollands Midden ligt dit percentage op 9%. Eenzaamheid is onder te verdelen in sociale en emotionele eenzaamheid. Bij sociale eenzaamheid is het aantal of de kwaliteit van sociale relaties minder dan gewenst; 25% van de inwoners in Waddinxveen van 19 jaar en ouder voelt zich sociaal eenzaam (Hollands Midden; 26%). Mensen die emotioneel eenzaam zijn missen intimiteit in persoonlijke relaties. Dit geldt voor 28% van de inwoners in Waddinxveen en voor 27% van de inwoners in Hollands Midden.

3.5.3 Gezondheid

In Waddinxveen voldoet 50% van de inwoners aan de beweegrichtlijn. Dit ligt onder het landelijk gemiddelde van 54%. Ook het percentage overgewicht ligt hoger dan gemiddeld; 51% ten opzichte van 46%. Over het algemeen ervaren Waddinxveners hun gezondheid als goed (82%) en in Hollands Midden ligt dit percentage ook hoger dan in de rest van Nederland. Toch heeft een relatieve ongezonde leefstijl, waaronder roken, overgewicht, een gebrek aan beweging en overmatig alcoholgebruik, een belangrijke (negatieve) invloed op de gezondheid en levensverwachting van de Waddinxveners.

3.5.4 Polarisatie arm en rijk

Leven in armoede heeft grote gevolgen voor de gezondheid van inwoners. Mensen in armoede leven gemiddeld vijf jaar korter dan mensen met hogere inkomens. Het verschil in het aantal gezonde levensjaren is nog veel groter. In Waddinxveen heeft 12% van de inwoners tussen 18-65 jaar enige of grote moeite met rondkomen van het huishoudinkomen en 2,2% heeft hier grote moeite mee. Hier is wel een dalende trend in te ontdekken.

3.6 Wonen

3.6.1 Woonzorgvisie Waddinxveen 2035

Het doel van de woonzorgvisie is richting te geven aan het beleid rondom wonen (de woning en de woonomgeving) en de woningmarkt in Waddinxveen. Deze richting bestaat uit een hoofddoelstelling en vier pijlers die hier vorm aan geven.

3.6.2 Beschikbaarheid en betaalbaarheid

De druk op de woningmarkt is hoog in Nederland; we bevinden ons in een wooncrisis. De huizenprijzen zijn de afgelopen periode flink gestegen. Dit geldt ook voor Waddinxveen. Door de aantrekkelijke ligging, veel nieuwbouw en goede bereikbaarheid kent Waddinxveen een sterke stijging in nieuwe huishoudens. Niet iedereen kan een passende woning vinden in Waddinxveen. Ook is het steeds vaker een probleem dat een woning niet past bij de levensfase of woonbehoefte. Mensen worden steeds ouder en moeten langer zelfstandig blijven wonen. Dit vraagt om levensloopbestendige woningen die dit mogelijk maken. Er is een Stimuleringsregeling duurzaam en levensloopbestendig wonen opgesteld. Hiermee kunnen inwoners een lening met een gunstig rentetarief aanvragen. De lening kan worden ingezet om maatregelen op het gebied van levensloopbestendigheid en duurzaamheid te treffen aan de eigen woning.

Ook is er een bestemmingsreserve betaalbare woningen ingesteld. Een bestemmingsreserve is een geldbedrag dat onder bepaalde voorwaarden uitgegeven mag worden. De gemeente heeft voorwaarden vastgesteld waarbinnen partijen een aanvraag kunnen doen voor een financiële bijdrage uit dat bestemde geldbedrag. Zo moet het bijvoorbeeld gaan om de bouw van sociale huurwoningen en middenhuurwoningen. De raad besluit per verzoek uiteindelijk of de financiële bijdrage wordt uitgekeerd. Het doel is zoveel mogelijk betaalbare woningen te kunnen realiseren vanuit het budget.

Door de vertraagde doorstroming blijven ouderen vaak in hun eengezinswoning wonen, waardoor starters hun huurwoning niet kunnen inruilen voor een eengezinswoning wanneer ze daar klaar voor zijn. Starters vinden op deze manier moeilijk hun weg naar een passende woning omdat de verhuisketen niet tot nauwelijks op gang komt. De krapte op de woningmarkt is in elk segment merkbaar. 

Op basis van de Huisvestingswet kan de gemeente met een huisvestingsverordening zorgen dat de schaarse en betaalbare woningen bij de juiste woningzoekenden terecht komen. Door woonruimte aan te wijzen waarvoor een huisvestingsvergunning moet worden aangevraagd, kan de gemeente regelen dat de juiste doelgroep in de woningen terecht komt. Zonder deze vergunning mag de betreffende woning namelijk niet voor bewoning gebruikt worden. In Waddinxveen is de vergunningplicht en de voorrangsregeling vastgelegd in de ‘Huisvestingsverordening gemeente Waddinxveen 2023’.

Het kan lang duren voordat een woningzoekende in aanmerking komt voor een sociale huurwoning. In de middeldure huursector is ook weinig aanbod. De middeninkomens vallen daarom tussen wal en schip; hun inkomen is te hoog voor een sociale huurwoning en te laag om een woning te kopen. 

Met een doelgroepenverordening kan de gemeente vastleggen welke woningbouwcategorieën vertegenwoordigd moeten zijn op een bepaald stuk grond. De woningbouwcategorieën kunnen echter alleen worden aangewezen als is omgeschreven welke doelgroepen met de voorgeschreven woningbouwcategorieën worden bediend. De doelgroepenverordening geldt aanvullend op het omgevingsplan. Zo kan worden gewaarborgd dat bepaalde typen woningen een periode behouden blijft voor de beoogde doelgroep. De gemeente Waddinxveen heeft ook een doelgroepenverordening maar dan alleen voor het middenhuursegment: de ‘Verordening middenhuurwoningen Waddinxveen’.

Er moet variatie zijn in het woningaanbod, zodat ongeacht inkomen, leefstijl en huishoudenssamenstelling iedereen een geschikte woning kan vinden in Waddinxveen. Een aparte aandachtsgroep zijn mensen voor wie het wonen in een woonwagen onderdeel is van hun culturele identiteit. Het woonwagenbeleid richt zich op behoud of versterking van de algehele leefbaarheid en woonkwaliteit op de woonwagenlocaties, waarbij sociaalgeografische aansluiting op een woonwijk van belang is. In de gemeente is een aantal woonwagenstandplaatsen aanwezig. De gemeente Waddinxveen en Woonpartners dragen, met respect voor de culturele eigenheid van de doelgroep, zorg voor kwalitatief goede huisvesting voor woonwagenbewoners.

3.6.3 Wonen, zorg en welzijn

De komende jaren wordt een verdergaande groei van het aantal huishoudens verwacht. Er wordt een toename van alle huishoudenstypen voorzien, maar die van de alleenstaanden is naar verhouding het grootst. Niet alleen het aantal (kleine) huishoudens groeit, ook neemt de gemiddelde leeftijd van de inwoners verder toe waardoor er meer (en relatief kleine) woningen nodig zijn. Het aantal mensen dat zelfstandig woont en een zorgvraag heeft, groeit snel. Er moeten voldoende woningen beschikbaar zijn waarin mensen met een zorgvraag zelfstandig kunnen wonen, zowel in de bestaande voorraad als in nieuwbouw. Deze is idealiter gelijkvloers en goed toegankelijk met rolstoel of rollator. Dit voldoet ook aan de vraag naar woningen die geschikt zijn voor het huisvesten van de groeiende groep ouderen. Langer zelfstandig wonen vraagt daarnaast om aanpassingen van de woon- en leefomgeving. Ook deze moet toegankelijk zijn met rolstoel of rollator. Dagelijkse voorzieningen zijn bij voorkeur op loopafstand aanwezig.

3.6.4 Duurzaamheid

Duurzaamheid is een belangrijk thema. Bij woonbeslissingen wordt duurzaamheid steeds vaker meegenomen door kopers en bewoners. Duurzaamheid speelt zowel een rol in de bestaande woningvoorraad als in de nieuwbouw. Door duurzaam te bouwen, bestaande woningen te verduurzamen en door bewustwording en gedragsverandering van bewoners, wordt bijgedragen aan energiebesparing in woningen. Duurzaamheid is echter meer dan energiebesparing. Het draagt ook bij aan het voorkomen van uitputting van fossiele brandstoffen, een beter woon- en leefklimaat, een gezond binnenmilieu en gezondheid van bewoners.

3.6.5 Leefbaarheid

Prettig wonen hangt voor een belangrijk deel samen met leefbaarheid. Om kamerverhuur in goede banen te leiden, zonder aantasting van de leefbaarheid, heeft de gemeente Waddinxveen de ‘Beleidsregel inzake Persoonsgebonden omgevingsvergunning voor kamerbewoning’ vastgesteld. De vergunning kan verleend worden onder de voorwaarde dat er door de kamerbewoning geen aantasting plaatsvindt van het woonmilieu en de leefbaarheid van de buurt waar de woning in gelegen is. De vergunning kan worden ingetrokken indien de kamerbewoning leidt tot overlast in de directe omgeving van de woning.

Iedereen moet zich prettig en veilig kunnen voelen in de eigen directe woonomgeving. We willen dat de woonomgeving bijdraagt aan de gezondheid van onze inwoners. In Waddinxveen is de leefbaarheid goed. Doel is om dit zo te houden en op wijk- en buurtniveau in te zetten op de punten waar verbetering nodig is en zoveel mogelijk samen en met de bewoners. Leefbaarheid is niet alleen fysiek. We willen dat de sociale cohesie in de buurten en wijken wordt bevorderd, zodat eenzaamheid kan worden voorkomen.

3.7 Duurzame opvang vluchtelingen

In juni 2023 heeft de raad de startnotitie ‘Duurzame Opvang Vluchtelingen’ vastgesteld. Deze startnotitie beschrijft de strategie en het plan van aanpak om te komen tot een (zoveel mogelijk) gedragen locatie voor de huisvesting van vluchtelingen en andere lokale spoedzoekers (zoals bijvoorbeeld Waddinxveense spoedzoekers die niet in aanmerking komen voor urgentie, arbeidsmigranten, jongeren en ouderen).

Het uitgangspunt van de gemeente Waddinxveen in deze aanpak is een ‘veilig thuis’ voor iedereen; voor vluchtelingen en ook voor andere groepen in de samenleving die moeilijk aan (tijdelijke) huisvesting kunnen komen.

4 Waddinxveen in 2050: onze ambities voor de toekomst

4.1 Bruggen bouwen richting de toekomst

Op basis van onze kwaliteiten en de uitdagingen waar we mee aan de slag moeten, richten we ons in dit deel van de visie op de toekomst. We kiezen voor 2050, omdat dit ons uitdaagt om na te denken over de lange termijn opgaven die op ons afkomen en de lange termijn consequenties van onze keuzes. Ook daagt het ons uit om de beperkingen van de dagelijkse praktijk los te laten en te durven dromen. In dit hoofdstuk tonen we onze ambities, waar we met Waddinxveen naar toe willen en hoe we met opgaven om willen gaan. Daarbij laten we ons wel inspireren door het rijke verleden van Waddinxveen. We trekken de lijnen die we daar ontdekt hebben door naar de toekomst. 

De ontwikkeling van Waddinxveen heeft zich altijd gekenmerkt door een krachtdadige houding ten opzichte van de omstandigheden van haar omgeving, zoals beschreven is in de ontstaansgeschiedenis in 2.1. 

Deze historie laat zien dat het landschap van Waddinxveen altijd is veranderd door -en naar de hand is gezet van- haar inwoners, om in te spelen op de ontwikkelingen die op haar afkwamen. Ook nu komen er grote ontwikkelingen op ons af. En ook nu moeten we, net als in het verleden, de moed hebben om ingrijpende keuzes te maken. Zo kan de brug (tegen wil en dank toch medebepalend voor de identiteit van Waddinxveen) worden geslagen tussen verleden en toekomst, tussen stad en land, tussen landschappen (hoog en laag, nat en droog) en tussen mensen onderling. 

Het credo ‘Waddinxveen; bruggen bouwen richting de toekomst’ wordt verder uitgewerkt langs drie pijlers: ‘Veelzijdig polderlandschap’, ‘Goed leven tussen stad en land’ en ‘Innovatieve knoop aan de Gouwe’. 

Perspectief Waddinxveen 2050: visie op groei

Met de huidige gebiedsontwikkelingen zijn naar verwachting de woningbouwlocaties in Waddinxveen rond 2030 volgebouwd. Waddinxveen heeft dan ongeveer 40.000 inwoners. Er is nog niet bepaald of er ambitie is voor verdere groei, bijvoorbeeld in woningbouwlocaties en/of bedrijventerreinen na 2030. Willen we eventueel verder groeien, dan is het noodzakelijk nu een richtinggevende keuze te maken in verband met een voorbereidingstijd van ongeveer tien jaar. Bovendien is de vraag actueel omdat enkele gebieden om een gebiedsontwikkeling vragen.

Dit betekent dat we moeten nadenken over de periode na 2030. Is Waddinxveen volgroeid met 40.000 inwoners of is er een ambitie voor verdere groei? En zo ja, wat is deze groeiambitie, willen we meer woningen, meer bedrijven of meer natuurgebieden? En wat betekent een dergelijke groei voor bereikbaarheid en mobiliteit, duurzaamheid of de belangrijkste maatschappelijke voorzieningen?

Om hierop antwoord te geven, wordt het ‘perspectief Waddinxveen 2050: visie op groei’ opgesteld. De uitkomsten kunnen wel of niet leiden tot een actualisatie van de omgevingsvisie. 

afbeelding binnen de regeling
Iedere pijler beschrijft belangrijke ambities voor de hele gemeente. Die zijn in een tweede ring verder thematisch uitgewerkt. Idealiter zijn de drie pijlers met elkaar in evenwicht. Die balans is niet overal in Waddinxveen hetzelfde. Een eigen koers per deelgebied zorgt ervoor dat de overkoepelende ambitie gebiedsgericht kan landen.
Dit diagram is te beschouwen als het integraal inspiratie- en afwegingskader van de omgevingsvisie, dat richting geeft aan het beleid op onderdelen en helpt keuzes te maken. Het dient ook als kader voor nieuwe initiatieven en als basis voor de monitoring.

4.2 Integrale visiekaart

Bijgaand is de integrale visiekaart Waddinxveen 2050 te zien. Hier zijn de belangrijkste ruimtelijke ingrepen weergegeven die in de komende hoofdstukken beschreven worden. Hier volgt een beknopte toelichting. De arceringen en icoontjes op de kaart zijn indicatief en de locaties liggen nog niet overal vast.

Beginnend bij de woonkern, herkenbaar aan de lichtgele kleur. Hier worden de groenstructuren versterkt. Zowel de hoofdgroenstructuur als de wijkgroenstructuur krijgen een kwaliteit- en kwantiteitsimpuls en gaan meer bijdragen aan biodiversiteit. Daarnaast komt er meer ruimte voor ontmoeting. Dit wordt gestimuleerd op logische plekken, zoals bij buurthuizen of andere voorzieningen die mensen trekken. Ook komt er in de openbare ruimte meer plek voor recreatie en speelmogelijkheden. Gebieden rond scholen en andere plekken waar veel kinderen komen, worden rookvrije omgevingen.

In het centrum is extra aandacht voor het creëren van een toegankelijke openbare ruimte voor eenieder. Ook is dit een mogelijk autoluwe omgeving in de toekomst. In het centrumgebied zetten we in op een versterking van de horeca en een betere verbinding met de horeca aan de kade. 

In het gehele woongebied wordt ingezet op het verbeteren van de fietsinfrastructuur en verbindingen met de fiets. Voor de auto komt er een dekkend laadpalennetwerk.

In de woonwijken wordt sterk ingezet op het stimuleren van zon op dak en op klimaatadaptie. Er is een aantal potentiële woningbouwlocaties aangegeven met een rode arcering. De meest opvallende is de transformatie van het bedrijventerrein Noordkade naar woningen. Met een gele arcering zijn gebieden gemarkeerd waar de planvorming al loopt. 

Aan de rand van het woongebied zoeken we de verbinding met het buitengebied op. Hier creëren we ruimte voor het maken van groene ommetjes.

In het buitengebied zetten we in brede zin in op het bevorderen van de biodiversiteit en natuurontwikkeling. Ook zorgen we dat hier voldoende ruimte is voor waterberging. Op zorgvuldig gekozen plekken verhogen we het waterpeil. Hier kunnen bijvoorbeeld natte teelten worden ontwikkeld. In polder Bloemendaal zien we hier op sommige plekken kansen voor. De grote groene pijlen geven aan waar er groene verbindingen met de regio worden versterkt.

In de recreatiegebieden en in het veenweidegebied breiden we recreatie en spelmogelijkheden verder uit. In de gehele gemeente verbeteren we de fietsverbindingen, ook tussen het woongebied en het buitengebied. 

Voor de bedrijventerreinen zijn de volgende ontwikkelingen te zien. We zetten in op een groene buffer tussen de bedrijvigheid en het woongebied. De Vredenburghzone is de eerste stap hierin. In de A12 driehoek wordt de focus gelegd op bedrijvigheid van de toekomst. In het geval dat dit gebied tot ontwikkeling komt, betekent dit dat naast bedrijfsvormen en productieprocessen ook dat dit natuur inclusieve en energieopwekkende gebouwen zijn in een groene omgeving.

Alle bedrijventerreinen worden ingezet voor de energietransitie, door grootschalig zon op dak aan te leggen en duurzame warmte te gebruiken. Ze worden ook flink vergroend en duurzaam bereikbaar gemaakt. 

afbeelding binnen de regeling
Visiekaart

4.3 Veelzijdig polderlandschap

4.3.1 Inleiding

Het Waddinxveense landschap is veelzijdig. Het bestaat uit strakke polders, maar ook bos, moeras en ongerept veenweidegebied. Dit wordt afgewisseld met een levendige dorpskern en allerlei kenmerken van de drukte en bewoning van de Randstad. Dit veelzijdige polderlandschap omvat dan ook niet alleen het buitengebied, maar eveneens het stedelijke landschap. Het koesteren van dit veelzijdig polderlandschap betekent voor ons het inzetten op ‘robuust groen’, een ‘klimaatadaptieve inrichting’ en een ‘toekomst­bestendige leefomgeving: energieneutraal & circulair’. 

afbeelding binnen de regeling
Figuur 23 De ambities van de pijler 'veelzijdig polderlandschap'

4.3.2 Robuust groen

Groene uitstraling
Openbaar groen is van groot belang voor de beleving en waardering van onze woon, werk- en leefomgeving. Groen herbergt tal van maatschappelijke betekenissen en heeft grote sociale, ecologische en economische waarden. In de hoofdgroenstructuur staat behoud en versterken van het groen voorop, daar is weinig mogelijk. Voor de wijkgroenstructuur geldt een milder beschermingsregime. Voor het overige groen in de directe woon- en werkomgeving is meer mogelijk. In alle gevallen worden ingrepen in het groen gecompenseerd.

We willen de groene uitstraling van Waddinxveen verbeteren en het openbaar groen waar nodig versterken. Door het bestaande groen te verbeteren krijgt het meer belevingswaarde voor bewoners. Ook draagt de aanwezigheid van voldoende openbaar groen direct en significant bij aan een gezonde leefomgeving en daarmee aan de gezondheid van de inwoners van Waddinxveen. In accentgebieden zoals het centrum is een hoogwaardige inrichting op zijn plaats: siergroen van kwalitatief hoogstaand en robuust sortiment. Accentplekken als rotondes worden uitgegeven aan derden met een hoge kwaliteit. In de wijken kiezen we voor groen wat bijdraagt aan een prettig leefklimaat.  Groen met een lange levensduur, waarin gespeeld kan worden en wat bijdraagt aan het opvangen van water en verminderen van hittestress. Elke wijk heeft zijn eigen sfeer en uitstraling van het groen en de openbare ruimte. Groen kan ook een sociale functie hebben in de vorm van een gedeelde eetbare buurttuin. Mensen kunnen elkaar hier ontmoeten, de tuin samen onderhouden en samen het eten plukken en bereiden. We stimuleren dit soort initiatieven. We werken aan meer mogelijkheden om in de directe woonomgeving een ommetje te kunnen maken; met groene wandelroutes in elke buurt/wijk. Zo stimuleren we beweging en een gezonde leefstijl Dit groen draagt ook bij aan meer biodiversiteit in de woonomgeving.

In de robuustere delen van de hoofdgroenstructuur binnen de bebouwde kom gaan we werken aan meer natuurlijk groen. We streven naar een duidelijke en herkenbare hoofdgroenstructuur, met eenduidige en samenhangende samenstelling van het groen. Elke wijk heeft zijn eigen sfeer en uitstraling van het groen en de openbare ruimte. Bij het groenonderhoud maken we geen verschil tussen de verschillende woonwijken, eenzelfde soort beplanting wordt in verschillende woonstraten op gelijke wijze onderhouden. De landelijke richtlijn van 75 m² groen per woning hanteren we als streefwaarde bij nieuwe projecten, waarbij per keer bezien wordt wat praktisch haalbaar is. Waar mogelijk wordt kleinschalig (snipper)groen uitgegeven aan omwonenden of op termijn omgevormd naar groenvakken van meer robuuste omvang en samenstelling. We stimuleren bewoners ook om hun tuinen te vergroenen, door tegels te vervangen voor beplanting. Dit doen we onder andere met campagnes zoals Stichting Steenbreek. 

Natuurlijk en ecologisch 

Het openbaar groen en water in Waddinxveen leveren een belangrijke bijdrage aan de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid in de stedelijke omgeving. Er wordt in de gehele gemeente ingezet op het vergroten van de biodiversiteit. Ons openbaar groen is robuust en draagt bij aan herstel van de biodiversiteit. De openbare ruimte wordt waar mogelijk ecologisch beheerd en oevers worden waar mogelijk natuurvriendelijk ingericht. We kiezen voor een rijke variatie aan locatie specifieke beplanting. Er worden bomen bij geplant om de hoofdgroenstructuur sterker aan te zetten binnen de bebouwde kom. We streven naar ‘een boom voor elk huishouden’ in Waddinxveen en zetten hierop in bij o.a. nieuwe ontwikkelingen. We kiezen voor een groeninrichting met hoge ecologisch toegevoegde waarde:

  • Bloeiende graslandjes, struweel en kleine bosjes. 

  • Poelen of waterpartijen met flauwe oevers en veel waterplanten in plaats van vijvers met beschoeide oevers en troebel water.

 

Daarnaast worden andere biodiversiteit verhogende maatregelen toegepast. Denk hierbij aan nestkasten, bijenlinten, insectenhotels en faunapassages. Zo streven we actief soorten- en habitatrijkdom in het openbare groen en de natuurgebieden na. Het openbaar groen en de natuurgebieden worden waar mogelijk met elkaar verbonden. Zowel qua fysieke groene verbinding als qua ecologie. 

Toekomstbestendige agrarische sector

De landbouw is één van de beeldbepalende aspecten van het Waddinxveense landschap. Het landschap staat echter onder druk en de agrarische gebieden zien verschillende ontwikkelingen op zich afkomen (N207-Zuid, eventuele inpassing RES, de transitie naar kringlooplandbouw). 

Waddinxveen heeft de ambitie om samen met de bestaande agrariërs innovatieve oplossingen te zoeken. We bieden ruimte aan vernieuwing en experimenten op het gebied van natuur inclusieve en kringlooplandbouw. Dit kan ook gaan om hieraan gerelateerde kleinschalige nevenactiviteiten die passen in het landschap en karakter van het gebied, zoals kamperen bij de boer. Ook zijn vernieuwende functies in dit licht welkom wanneer bestaande agrariërs willen stoppen en er gronden vrijkomen.

Een voorbeeld voor een welkom initiatief is de komst van een Herenboerderij in Waddinxveen. Ook verticale landbouw is een optie om te onderzoeken, al zal dit geen plaats krijgen in het buitengebied zelf maar binnen de bebouwde kom. In samenspraak met agrariërs gaan we op zoek naar de beste manier om deze ontwikkelingen te implementeren.

Recreatie
Recreatiemogelijkheden zijn waardevol voor Waddinxveners zelf en voor bezoekers van buitenaf. In de groene gebieden faciliteren we recreatiemogelijkheden voor verschillende doelgroepen: verschillende leeftijden maar ook wandelaars, hardlopers, fietsers, racefietsers en andere soorten recreanten. Verschillende doelgroepen zitten elkaar niet in de weg, door op sommige plekken te kiezen voor aparte routes voor aparte recreantendoelgroepen. De recreatiegebieden en recreatieve routes zijn vanaf het dorp goed te bereiken, zowel qua fysieke verbinding als qua bewegwijzering. Op sommige plekken kiezen we er bewust voor om een gebied rustig te houden en de natuur de vrije loop te laten. Er is ruimte van kleinschalige uitbreiding van (verblijfs)recreatiemogelijkheden in het buitengebied op boerenerven, mits passend bij de maat en schaal en karakter van het gebied. 

Water
Om op het veranderende klimaat en de bijbehorende veranderende weerpatronen in te spelen, is het van belang om slim met water om te gaan. Water moet meerdere functies dienen, zoals voor flora en fauna, voor de energietransitie, voor verkoeling en voor verplaatsing. 

We werken in de gemeente aan beschikbaarheid van voldoende (oppervlakte)water, van goede kwaliteit. Bij ontwikkelingen is water een van de leidende principes bij de inrichting van de openbare ruimte. Er moet voldoende ruimte zijn om water op te vangen, te bufferen en vertraagd af te geven. Water kan ook verkoelend werken in tijden van hitte en gaat zo hittestress tegen.

Voor een goede waterkwaliteit zijn zowel een hoge ecologische als een hoge chemische waterkwaliteit belangrijk. Door voor een hoge ecologische waterkwaliteit te zorgen, creëren we een goede leefomgeving voor planten en dieren (ecosysteem). Dit is een leefomgeving met voldoende voedsel en beschutting. Natuurlijke oevers, natuurlijke zuiverende beplanting en een goede verbondenheid van waterwegen dragen hieraan bij. Een hoge chemische waterkwaliteit betekent dat het water geen afvalstoffen mag bevatten. Hiervoor is het van belang dat er geen illegale lozingen vanuit het bedrijfsleven of de glastuinbouw plaatsvinden op of in ons water. Hiervoor hebben we het Afsprakenkader Emissieloze Kas ondertekend met als doel om de emissies naar bodem en oppervlaktewater in 2027 naar nul te brengen. 

Oppervlaktewater kan ook ingezet worden voor de energietransitie. Aquathermie is het verwarmen en koelen van gebouwen door het gebruik van warmte en koude uit oppervlaktewater, afvalwater of drinkwater. De opties hiervoor in Waddinxveen gaan we onderzoeken. 

afbeelding binnen de regeling
Figuur 24 Zwanen bij polder Bloemendaal

Aanpak bodemdaling

We pakken de bodemdaling aan door goed te kijken naar de oorzaken en verwachte ontwikkeling van een gebied. Vervolgens kiezen we er in gezamenlijkheid met gebiedspartners voor om ingrepen te doen zoals bijvoorbeeld het waterpeil (gedeeltelijk) te verhogen of door innovatieve maatregelen toe te passen. De keuzes worden afgestemd met de omringende gebieden en gebiedspartners zodat de aanpak op elkaar aansluit. Gebiedspartners zien wij als de partijen die actief zijn in het gebied zoals agrariërs, grondeigenaren, ondernemers, bewoners, beheerders en belangenverenigingen De functies in het gebied worden aangepast op de draagkracht van de bodem en het waterpeil. Dit betekent dat de huidige agrarische functie op sommige plekken anders wordt ingericht: andere manieren van veeteelt of het verbouwen van natte teelt. De voorwaarde is dat de verschijningvorm van het landschap zoveel mogelijk hetzelfde blijft. De aanpak wordt altijd in overleg met partners bepaald.   

4.3.3 Klimaatadaptieve inrichting

Waddinxveen bereidt zich voor op de effecten van klimaatverandering en treft maatregelen tegen hittestress, waterstress, droogtestress en overstromingen:

Hittestress
In 2050 heeft Waddinxveen een groen centrum waar mensen graag verblijven en wat zorgt voor koelte op warme dagen. In woonwijken wordt meer verkoelend groen toegepast. Bebouwd gebied en industriegebieden in Waddinxveen zijn door vergroening minder hittegevoelig. De openbare ruimte biedt voldoende schaduw, onder meer door het aanplanten en beschermen van (hoge) bomen. Naast schaduw zorgt ook de aanwezigheid van water voor verkoeling. Inwoners van Waddinxveen moeten in tijden van hitte idealiter binnen loopafstand verkoeling kunnen vinden. De planten en materialen die de gemeente in de openbare ruimte gebruikt, zijn, waar mogelijk, hittebestendig. Bewoners en bedrijven richten hun terrein, waar mogelijk, groen in. Als gemeente werken we samen met onze partners om hier in de juiste voorlichting te voorzien. Zo blijft Waddinxveen koel tijdens warme dagen. Met name rondom kwetsbare doelgroepen komt geen hittestress voor.

Waterstress
De openbare ruimte van Waddinxveen biedt, waar mogelijk, ruimte voor waterberging en groen. Bij herinrichting en nieuwbouw wordt hier bewust rekening mee gehouden bij het inrichten van de openbare ruimte. De gemeente accepteert dat (buurt)wegen en groenstroken vaker kortdurend onder water staan. Belangrijke doorgaande routes in Waddinxveen zijn ook bij hevige neerslag begaanbaar voor hulpdiensten. Er staan in Waddinxveen geen nieuwe kwetsbare objecten, zoals verdeelstations voor gas of elektriciteit, op locaties die bij hevige neerslag onderlopen. 

Particulieren zijn verantwoordelijk voor het hemelwater dat op eigen terrein valt. Bewoners en ondernemers in Waddinxveen weten in de toekomst dat wateroverlast op eigen perceel hun verantwoordelijkheid is. Ook weten ze welke maatregelen ze zouden kunnen treffen om water vast te houden en te infiltreren. De gemeente pakt haar rol in het informeren en aanjagen hiervan.

Droogtestress
Het grondwaterpeil wordt voldoende hooggehouden waardoor bodemdaling zo veel mogelijk wordt tegengaan en houten funderingen tegen droogvallen worden beschermd. De gemeente werkt hierin samen met de hoogheemraadschappen.

Zowel in de kern van Waddinxveen als in het akkerbouwgebied wordt, waar mogelijk, hemelwater gebufferd: dit hemelwater is een bron om verdroging tegen te gaan. De voorkeursvolgorde is het benutten, bergen en als laatste afvoeren van hemelwater. De gemeente gebruikt, waar mogelijk, droogtebestendige planten en materialen. Bewoners verharden zo min mogelijk van hun tuin en zijn bekend met slimme buffer- en infiltratiemethoden.

Omdat er bij een calamiteit voldoende bluswater voorhanden dient te zijn, worden bij ruimtelijke ontwikkelingen in overleg met de brandweer de bluswatervoorzieningen van het plangebied beoordeeld. 

Overstromingen

De gemeente houdt zich niet bezig met het verhogen of verstevigen van de dijken. Bij nieuwe ontwikkelingen en herinrichting wordt rekening gehouden met overstromingsrisico’s, kwetsbare functies en evacuatieroutes. De gemeente werkt hierin samen met de veiligheidsregio.

De bewoners van Waddinxveen zijn zich bewust van het overstromingsrisico. De gemeente informeert, samen met haar partners, bewoners over de mogelijke gevolgen van een overstroming en opties om verticaal te evacueren.

Aanvullend beleid

Er wordt tot 2025 waar nodig (aanvullend) beleid geformuleerd om ervoor te zorgen dat de opgaven voor klimaat- en biodiversiteit worden verwerkt in gewone taken van de gemeente. Bijvoorbeeld op gebied van gebiedsontwikkeling, beheer en inrichting openbare ruimte, maatschappelijk vastgoedontwikkeling en de eigen bedrijfsvoering. We maken een handboek voor gebiedsontwikkeling (en bouwen inclusief maatschappelijk vastgoed), geïnspireerd op verschillende voorbeelden. Zoals over circulaire gronduitgifte (Amsterdam), circulair bouwen (Platform CB’23), convenant klimaatadaptief bouwen (voorbeeld Provincie Zuid Holland), natuur inclusief bouwen (storymap natuur inclusief bouwen, RVO), waarbij we gebieds-specifieke kenmerken zoals bouwen op veengebied meenemen. Ook passen we de leidraad Inrichting Beheer Openbare Ruimte aan, waarin we beschrijven welke inrichtingsmaatregelen we toepassen rondom hitte, droogte, wateroverlast en overstroming in de openbare ruimte.

4.3.4 Toekomstbestendige leefomgeving: energieneutraal & circulair

De Waddinxveense leefomgeving is duurzaam ingericht, met aandacht voor de energietransitie en de circulaire economie. We zetten ons natuurlijke- en stedelijke landschap in voor meerdere functies.

Energietransitie: besparing
Waddinxveen streeft ernaar om in 2050 CO2 neutraal te zijn. Dat betekent dat wij als gemeente in de toekomst een volledig schoon energiesysteem hebben en niet bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen. Daarvoor is het van belang dat we ons energieverbruik minimaliseren. We gaan uit van een besparingspotentie van 22% in de bestaande woningvoorraad in 2050 ten opzichte van het huidige verbruik. Voor bedrijven is dit 30%. We streven dit na door inwoners te stimuleren hun huizen te isoleren en zuinige apparatuur te gebruiken. De rol van de gemeente is informeren over de mogelijkheden en beschikbare subsidies en inspireren door goede voorbeelden te delen. We werken samen met onze partners om inwoners die te maken hebben met energiearmoede verder te helpen. Besparing van de warmtevraag zorgt mogelijk voor een groei in energievraag, aangezien gas verbruik in veel gevallen zal worden vervangen door elektrische warmtepompen. Dit is zeker de komende jaren nog het geval, tot er aantrekkelijke alternatieven op grote schaal beschikbaar komen zoals waterstof en restwarmte. Wat er overblijft qua energievraag, wordt zoveel mogelijk duurzaam lokaal en bovenregionaal opgewekt.

Opwekking van duurzame elektriciteit
We passen de energietransitie in combinatie met andere opgaven in het stedelijke landschap in. We passen zoveel mogelijk dubbel ruimtegebruik toe. Zo zoeken we bijvoorbeeld naar combinaties tussen energieopwekking en natuurontwikkeling, recreatie, akkerbouw of waterberging. De focus ligt ten eerste op het toepassen van zonne-energie op grote daken. Daarnaast staan we open voor ontwikkelingen voor zon en wind op land. We houden de ontwikkelingen binnen de RES in de gaten om te zien of er mogelijkheden ontstaan voor een uitbreiding van onze windenergie. We streven naar 50% lokaal eigendom bij energieopwekkingprojecten. Zo kunnen omwonenden ook profiteren van de ontwikkelingen. Vanuit veiligheidsoverwegingen worden alternatieve energie productie- en opslagbronnen op voldoende afstand gerealiseerd van (beperkt) kwetsbare objecten zoals woningen, scholen, zorginstellingen en kantoren.
We stimuleren energieleverende nieuwbouw in onze aanbestedingsprocedures. De bestaande woningvoorraad wordt ook meegenomen in de energietransitie, door inwoners te stimuleren om hun huizen te isoleren, energie te besparen en zonnepanelen te plaatsen. Op termijn zijn alle gebouwen en bedrijven losgekoppeld van fossiele energie. Ook mobiliteit is uiteindelijk CO2-neutraal.

Warmte
Qua warmte is het doel dat in 2050 alle huishoudens in Waddinxveen gebruik maken van een betaalbare, betrouwbare en duurzame warmtevoorziening. De buurtuitvoeringsplannen van de Transitievisie Warmte worden uitgevoerd zodat alle woningen in 2050 aardgasvrij zijn. We maken werk met werk door het nemen van andere maatregelen aan de warmtetransitie van een buurt te koppelen, zoals vergroening of kwaliteitsverbetering. Per buurt is er maatwerk nodig om de warmtetransitie in te vullen. Er zijn verschillende mogelijkheden in Waddinxveen, die ook nog in ontwikkeling zijn en in de toekomst kunnen uitbreiden.
In een groot deel van Waddinxveen is de inzet van (oppervlakkige) bodemenergie (met bodemwarmtepompen) mogelijk. Ook diepe ofwel ultradiepte aardwarmte is mogelijk te winnen. Deze potentie is aanwezig in het westen van Waddinxveen, waar de bodem het meest geschikt lijkt voor geothermie.22 De ondergrond wordt dan ook slim ingericht voor de optimale toepassing van deze twee (bodem en aardwarmte) bronnen van warmte uit de bodem, op plekken waar dat indicatief is aangegeven in de Transitievisie Warmte. Lokaal bodemonderzoek is nodig op het moment dat je deze manier wilt gebruiken. We gebruiken de bodem zonder dat we deze beschadigen en verbeteren de bodem waar mogelijk. Bij groot onderhoud worden kabels en leidingen geclusterd, zodat er ruimte overblijft voor functies zoals bodemenergie, warmtenetten, waterberging en voor de groei van bomen.

Bodem
Maatschappelijke opgaven leggen druk op de ondergrond. Tegelijkertijd is er de noodzaak om bodemdegradatie tegen te gaan. Dat vraagt om maatwerk. De bodem is immers een systeem dat op verschillende plekken ook verschillend kan zijn. Daarnaast heeft de bodem verschillende kwaliteiten die afhankelijk van de specifieke casus meer of minder betrokken kunnen zijn. Tot slot zijn er meerdere opgaven, functies en projecten die een beroep doen op de ondergrond. Hierbij kan gedacht worden aan bodemenergie, archeologie, waterberging en vruchtbaarheid van de bodem. Waddinxveen zoekt een balans tussen benutting, bescherming en beheer van de ondergrond.
Om de ambitie te realiseren zijn de volgende opgaven/afwegingen van belang:
1. Ken de bodem
2. Duurzaam ondergrondgebruik
3. Werken vanuit de driedimensionale benadering
4. Zorgen voor ondergrond coördinatie
5. Extra aandacht voor de prioritaire aandachtspunten


Circulaire economie
Reststof is grondstof. We werken toe naar een circulaire economie in 2050. We streven ernaar dat grondstofcycli in 2030 voor 50% zijn gesloten op een zo laag mogelijk schaalniveau. Met een zo laag mogelijk schaalniveau wordt bedoeld: zoveel mogelijk gebruik maken van lokaal beschikbare grondstoffen en deze ook weer op een zo lokaal mogelijk niveau (zo dicht mogelijk bij de bron) hergebruiken. We zien ‘afval’ als grondstoffen, waardoor er steeds minder nieuwe grondstoffen nodig zijn. Hiervoor hebben we een aantal speerpunten. Een daarvan is het waar mogelijk inzetten op circulaire en modulaire bouw. Het is onze wens om in de gebouwde omgeving zoveel mogelijk gebruik te maken van restmaterialen, maar ook dat gebouwen zo ontworpen zijn dat ze weer makkelijk hergebruik kunnen worden. Het toepassen van een materialenpaspoort helpt hierbij.
Een tweede speerpunt is het stimuleren van het hergebruik van grondstoffen. Dit doen we door mensen hier goed over te informeren en door voldoende scheidingsmogelijkheden aan te bieden, zowel in de wijken als bij het nieuwe Grondstoffenplein. Ten derde wordt ook in de openbare ruimte circulair materiaalgebruik toegepast.

Beheer Openbare Ruimte
We zetten in op kwalitatief goed beheer en onderhoud van onze wegen, groen en riolering. De kwaliteit van onze kapitaalgoederen moet zo goed zijn dat we ze kunnen blijven gebruiken. We beheren en onderhouden de openbare ruimte daarom volgens gedifferentieerde beheerniveaus, zoals vastgesteld in de Visie Beheer Openbare Ruimte. Dit zijn de verschillende niveaus waarop de kapitaalgoederen bijgehouden worden. Dit wil ook zeggen dat niet elk gebied in Waddinxveen op hetzelfde niveau wordt onderhouden.
We spelen in op de wensen van onze partners en voldoen aan onze zorgplichten. Daarnaast richten we de openbare ruimte samen met de betrokkenen in volgens de richtlijnen van onze Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR).

Tabel 1 Beheerniveaus openbare ruimte

Code

Naam

Technische staat (heel)

Verzorging (netheid)

A+

Zeer Hoog

Als nieuw, perfect, heel, niet kapot

Brandschoon

A

Hoog

Weinig op aan te merken

Schoon

B

Basis

Lichte schade, een en ander op aan te merken

Matig schoon, niet storend

C

Laag

Duidelijke schade, veel op aan te merken

Vuil, storend

D

Zeer Laag

Ernstige schade, kapot, onveilig

Zeer vuil, duidelijk storend

 

In hoofdstuk 5 (koers per deelgebied) is aangegeven welk beheerniveau voor welk deelgebied in Waddinxveen van toepassing is.

Afval
In Nederland is afgesproken het restafval in 2030 te verminderen naar maximaal 50 kg per inwoner. Dit is een tussenstap om ervoor te zorgen dat er in 2050 in Nederland geen restafval meer is. We voldoen aan de Wet milieubeheer door grondstoffen en afval op te laten halen en door steeds meer grondstoffen in te zamelen. Ook geven we inwoners de gelegenheid om verspilling van grondstoffen te voorkomen. Zwerfafval is van grote invloed op een prettige leefomgeving. Het opruimen en voorkomen van zwerfafval zien we als een belangrijke taak. Samen met inwoners verminderen we zwerfafval.

In het collegeprogramma 2022-2026 ‘Thuis in Waddinxveen’ hebben we de volgende ambities vastgelegd over het verminderen van zwerf- en restafval en het verlagen van de kosten van afvalinzameling: 

  • Zwerfafval hoort niet thuis in de openbare ruimte. We gaan met Cyclus onderzoeken hoe de hoeveelheid zwerfafval kan worden verminderd.

  • We willen minder vervuiling door restafval. Dat doen we door inwoners in staat te stellen hun afval goed te scheiden. 

  • We streven naar de laagste woonlasten voor huishoudens in de regio Midden-Holland. We beoordelen jaarlijks of we het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid voor afvalstoffenheffing kunnen voortzetten. 

 

Daarbij vinden we het belangrijk dat inwoners zich gehoord en betrokken voelen bij besluiten van de gemeente.

4.4 Goed leven tussen stad en land

4.4.1 Inleiding

We willen dat onze inwoners een goed leven hebben in Waddinxveen: een plek tussen stad en land in met alle voordelen van dien. Een goed leven bestaat uit de volgende elementen: gezonde leefomgeving, wonen en voorzieningen en sociaal en inclusief.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 25 De ambities van de pijler 'goed leven tussen stad en land'

4.4.2 Een gezonde leefomgeving

Risico’s 

Inwoners van Waddinxveen zijn zich bewust van, en worden waar nodig beschermd tegen, gezondheids- en veiligheidsrisico’s in de fysieke leefomgeving. Voorbeelden hiervan zijn blauwalg en eikenprocessierups, maar ook mogelijke bronnen van milieuvervuiling zoals bedrijven, verkeer en landbouw. Het geluidbeleid van de gemeente wordt voorgezet en gehandhaafd. Bewoners zijn ook zoveel mogelijk beschermd voor crisissituaties met betrekking tot externe veiligheid, zoals een brand in de omgeving of het vrijkomen van chemische stoffen. Daarnaast wordt een gezonde levensstijl zoveel mogelijk gestimuleerd. 

Schone lucht

Op 13 januari 2020 heeft gemeente Waddinxveen het Schone Lucht Akkoord getekend samen met 45 andere gemeenten, provincies en het Rijk. Het doel van het Schone Lucht Akkoord is de gezondheidsschade door luchtvervuiling in 2030 met 50% te verminderen. Het schone luchtakkoord gaat een stap verder dan Nederlandse grenswaarden: de Europese normen zijn de ondergrens en het doel is gezondheidswinst door schonere lucht. Waddinxveen houdt zich aan de afspraken in dit akkoord en streeft naar het halen van luchtkwaliteitsnormen zoals voorgeschreven door de WHO, zoals afgesproken in het Schone Lucht Akkoord. In het schone luchtakkoord staan per thema acties benoemd. Waddinxveen voert samen met de regio­gemeen­ten acties uit vanuit diverse thema’s (zoals mobiliteit en houtstook).

Lichthinder

Lichthinder is als belangrijk aandachtspunt benoemd in de omgevingsvisie. Het belang van een gezonde leefomgeving staat vooraan. Bij kassen en belichting spelen lichthinder en effecten op de kwaliteit van de leefomgeving alsook het economische belang een grote rol. Het gaat daarbij om een specifieke belangenafweging per bedrijf. Het streven is lichthinder af te laten nemen in onze woongebieden.

Positieve gezondheid 

De openbare ruimte wordt zo ingericht dat invulling gegeven wordt aan het principe van ‘positieve gezondheid’. In dit concept wordt gezondheid niet meer gezien als de af- of aanwezigheid van ziekte, maar als het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren. De ambitie is dat de inrichting van de openbare ruimte in Waddinxveen hieraan bijdraagt. Deze stimuleert welzijn en bevordert zelfredzaamheid. We zorgen dat de juiste zorg aanwezig is in Waddinxveen en dat dit laagdrempelig is en goed bereikbaar. 

Beweegvriendelijke omgeving

We benutten de inrichting van de openbare ruimte om sporten laagdrempelig te maken en bewegen te stimuleren. Dit betekent dat – naast de autobereikbaarheid - lopen of fietsen een aantrekkelijk alternatief ten opzichte van de auto vormt om lokale voorzieningen te bereiken. 

Hierbij hanteren we bij aanpassingen in de wegenstructuur het STOMP-principe als uitgangspunt en is verkeersveiligheid een prioriteit voor ons. Hierbij geeft de inrichting ten eerste prioriteit aan voetgangers (S: stappen), vervolgens aan fietsers (T:trappen), daarna volgt het openbaar vervoer (O: OV), dan mobility as a service (M: MAAS) met de auto als hekkensluiter (P: persoonswagens). Met ‘mobility as a service’ wordt bedoeld deelmobiliteit. 

We verbeteren de toegankelijkheid per fiets en te voet van onze voorzieningen. We breiden fiets en wandelpaden uit en verbeteren de bestaande waarbij we rekening houden met de verander(en)de fietssnelheden. We zetten in op een snelfietspad van Noord naar zuid als ook een nieuwe route van Oost naar West. Bovendien willen we schoolzones veilig inrichten met voldoende ruimte voor lopen en fietsen. Vanuit het dorp zijn er veel recreatiemogelijkheden in het groen te bereiken.

Verkeersveiligheid

Voor ons is verkeersveiligheid een belangrijke prioriteit. De inrichting van de infrastructuur is daarvoor belangrijk. Wij zetten bijvoorbeeld in op een goed verlichte, veilige en uniforme inrichting van rotondes, kruispunten en oversteekplaatsen. Bij de vormgeving hiervan volgen we in principe de CROW richtlijnen. En alleen onder strikte voorwaarden willen we ‘Shared space zones’ in Waddinxveen. 

Daarnaast willen we de leefbaarheid en verkeersveiligheid in de woonwijken verbeteren door zoveel mogelijk een maximum snelheid van 30 km/uur te hanteren als leidend principe in de bebouwde kom. Op doorgaande wegen kan hiervan worden afgeweken mits het veilig kan. 

Als de Bentwoudlaan aangelegd is, willen we dat alleen vrachtwagens met bestemming de kernen, Waddinxveen in mogen, zodat het doorgaande verkeer buiten de bebouwde kom om wordt geleid. De reeds jaren bestaande knelpunten op de Brugweg worden opgelost en de weg zal niet meer (oneigenlijk) worden gebruikt als toegangsweg / ontsluitingsweg. Afwaardering is de geëigende maatregel op korte termijn.

Gezond wonen

Als onderdeel van een gezonde leefomgeving is ook een gezonde woning onmisbaar. Een gezonde woning heeft een prettig en gezond binnenmilieu en minimaal één aangename zijde (minimaal één zijde die rustig is en waar geen geur of geluid van wegen of horeca overheerst). We streven ernaar dat op termijn elke Waddinxveense woning hieraan voldoet. Daarnaast moet voor elke woning voldoende kwalitatief groen op loopafstand te bereiken zijn. 

4.4.3 Wonen en voorzieningen

Gevarieerd woningaanbod en woonmilieus 

De gemeente Waddinxveen richt zich op grote woningmarktopgaven om het aanbod zoveel mogelijk te vergroten, zoals het (versneld) toevoegen van voldoende woningen, op de juiste plekken en met de juiste kwaliteit. Ook richt de gemeente zich op de opgaven in de bestaande woningvoorraad, met oog voor verduurzaming en levensloopgeschiktheid en voor verschillende doelgroepen. De ‘Woonzorgvisie Waddinxveen 2035’ is hierin het kompas. In de woonzorgvisie staan de ambities van de gemeente voor de lange termijn. Er hoort ook een uitvoeringsprogramma bij de woonzorgvisie. In het uitvoeringsprogramma is aangegeven welke maatregelen op de kortere termijn worden genomen om de ambities uit de woonzorgvisie te realiseren.

Er is straks variatie in het woningaanbod, zodat ongeacht inkomen, leefstijl en huishoudenssamenstelling iedereen een geschikte woning kan vinden in Waddinxveen. Laag- en middeninkomens, starters en eenpersoons­huishoudens (veelal senioren) behoeven hierbij extra aandacht. De woningvoorraad heeft dan ook een evenwichtige verdeling van sociale huur, middenhuur en koopwoningen die op de lokale vraag wordt afgestemd en regionaal wordt afgestemd (RAW). De gemeente streeft ernaar dat met name voor de doelgroepen van starters en van senioren passende, betaalbare en fysiek geschikte woningen worden gerealiseerd en in de bestaande woningvoorraad worden behouden. 

Het toevoegen van woningen vindt niet alleen plaats door nieuwbouw, maar ook door het benutten van leegstaande panden, zoals leegstaande winkels buiten de kernwinkelgebieden. Dit vraagt ook om periodiek toetsen aan actuele cijfers en trendinformatie om bij te kunnen sturen en/of te actualiseren. De gemeente streeft zoveel mogelijk naar versterking van ov-knooppunten, bijvoorbeeld met nieuwe of vernieuwde woningbouwlocaties in de nabijheid van ov-haltes.

Daarnaast heeft de raad in juni 2024 de locatie in de oksel Vredenburghlaan / Plasweg (zuidzijde) aangewezen voor de opvang van 195 vluchtelingen voor een periode van vijf jaar. Dit is in combinatie met 30 plaatsen in flexwoningen voor inwoners die met spoed op zoek zijn naar tijdelijke huisvesting. Besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden op basis van een uitgebreid particatietraject en een vastgesteld wegingskader waarin verschillende locaties beoordeeld zijn.

Passende voorzieningen

We zorgen voor een goede match tussen het voorzieningenaanbod en de bewoners van Waddinxveen.

Om ervoor te zorgen dat het in de toekomst ook nog prettig wonen en leven is in Waddinxveen is het van belang dat er bij een toenemend aantal inwoners ook een goed aanbod en gebruik is van de maatschappelijke voorzieningen. Hierbij is het ook belangrijk te kijken naar maatschappelijke trends die van invloed zijn. De maatschappelijke voorzieningen zijn opgedeeld in vijf clusters: onderwijs, kinderopvang, zorg en welzijn, sport en bewegen, kunst en cultuur (visie maatschappelijke voorzieningen 2024).

Onderwijs

Waddinxveen is een gemeente met veel (jonge) gezinnen. We willen ieder kind in Waddinxveen het liefst een goede passende schoollocatie bieden zowel voor basisonderwijs als voortgezet onderwijs. Onze inwoners vinden het belangrijk vinden dat basisscholen goed bereikbaar zijn in Waddinxveen en dat deze door ouders en kinderen bij voorkeur lopend of op de fiets bereikbaar moeten zijn. Daarnaast wordt aangegeven dat er voldoende aanbod van basisscholen beschikbaar is, maar dat er voor het voortgezet onderwijs geregeld wordt uitgeweken naar buurtgemeenten. 

Kinderopvang

Wij willen in samenwerking met alle betrokken partijen en organisaties goede kinderopvang mogelijk maken voor al haar inwoners. Deze kinderopvang moet toegankelijk zijn, dichtbij zijn en bijdragen aan de optimale ontwikkeling van kinderen.

Zorg en welzijn

Zorg- en Welzijnsvoorzieningen zijn van groot belang voor onze gezondheid en welzijn. Het zijn voorzieningen die noodzakelijk zijn voor het behoud van een goede fysieke en mentale gezondheid, maar die ook een bijdrage leveren onze positieve gezondheid: ons vermogen om ons aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.  Deze voorzieningen in Waddinxveen zijn er dan ook voor bedoeld om inwoners een rustig en gezond leven te kunnen bieden, ieder op zijn eigen plek. Het gaat hierbij niet alleen om huisarts en tandarts, maar ook om voorzieningen ter bevordering van de ontmoeting en hulp en informatie bij het vinden van een oplossing voor een hulpvraag. Voor huisarts, apotheek en fysiotherapeut streven we bij voorkeur naar een loopafstand van maximaal 500 meter. Tegelijkertijd kijken we dan ook naar spreiding en clustering van deze voorzieningen.

Ook hebben we rekening te houden met het gegeven dat inwoners langer zelfstandig thuis blijven wonen. Langer zelfstandig thuis wonen betekent dat het nodig is om onze Zorg- en welzijns-voorzieningen goed en dichtbij huis te organiseren zodat inwoners de regie over het eigen leven zo lang mogelijk kunnen behouden. We hebben oog voor iedereen en in aanbod, bereikbaarheid en gebruik kijken we scherp of de Zorg- en welzijnsvoorzieningen nog voldoende beschikbaar zijn voor iedereen. 

Sport en bewegen

In de eerste plaats streven we ernaar om onze inwoners een goed en gevarieerd sportaanbod te kunnen bieden, zoals afgesproken in het Sportakkoord Waddinxveen (2020). Dit betekent dat we inzetten op breedtesport. Een rijk aanbod van verschillende sporten binnen de gemeentegrens van Waddinxveen. In de tweede plaats wil de gemeente er samen met lokale partners voor zorgen dat er door meer mensen en met meer regelmaat gesport en bewogen wordt. Het uiteindelijk doel is om meer mensen in Waddinxveen te laten voldoen aan de beweegnorm dat volwassenen tenminste vijf dagen per week minimaal 30 minuten per dag matig intensief bewegen.

Hiervoor willen we nieuwe aantrekkelijke (sport)activiteiten mogelijk maken en het bestaande aanbod van sportactiviteiten versterken en verbreden. In samenwerking met de sportclubs willen we inzetten op een betere promotie van de sportactiviteiten. 

Om iedereen in Waddinxveen te kunnen laten sporten willen we als gemeente ook voldoende oog hebben voor het beweegvriendelijk inrichten van de openbare ruimte. Dit noemen we informeel sporten. Sport die niet gebonden is aan een locatie en niet gebonden is aan een vereniging. We zien ook dat in de laatste jaren het aantal inwoners dat op individueel niveau sport aan het toenemen is. Dit is ook een landelijke trend die gedurende de coronaperiode is versterkt. Het is niet duidelijk of die behoefte ook op de lange termijn zal blijven groeien, maar het realiseren van en rekening houden met brede en toegankelijke sportplekken in de buitenruimte komt aan deze behoefte tegemoet. De onlangs geopende QR-fit route, de Hindernisbaan Gouwebos en de aanleg van de mountainbiketrack in Bentwoud zijn mooie voorbeelden van de mogelijkheid tot het stimuleren van informele sport. Op het moment dat er nieuwe gebiedsontwikkeling in Waddinxveen zal plaatsvinden willen we concrete eisen meegeven om de realisatie van informele sport in de buitenruimte te borgen. 

Het is de ambitie van de gemeente om van uitsluitend sport naar combinaties van sport, recreatie, ontmoeting, welzijn, cultuur en zorg te gaan. Kansen in het gebruik van sportvoorzieningen, accommodaties en infrastructuur voor taken binnen het sociale domein willen we optimaal benutten. We zoeken samen met onze sportpartners verbinding op het gebied van dagbesteding, re-integratie en preventie.

Kunst en cultuur

Wij willen een samenleving “waarin iedereen in staat wordt gesteld om talenten te ontplooien. Waar kunst en cultuurvoorzieningen toegankelijk zijn voor alle inwoners. Waar het maken, beleven en delen van cultuur zorgt voor identiteitsvorming en ontmoeting tussen inwoners onderling.” 

Initiatieven voor culturele activiteiten worden daarom zo veel mogelijk ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente door het stimuleren van een maatschappelijk cultureel platform door middel van (beleids-)regie en beheer, financiële middelen, waaronder subsidiegelden, en accommodaties. Er is behoefte aan meer, beter herkenbare en meer laagdrempelige culturele voorzieningen in Waddinxveen. Op dit moment sluit het aanbod niet altijd aan bij de vraag. Ook is er in het algemeen meer behoefte aan culturele voorzieningen, waarbij in het bijzonder wordt aangegeven dat de doelgroepen jeugd en ouderen niet goed bereikt lijken te worden.

Culturele voorzieningen, en zeker de meer laagdrempelige culturele plekken zoals bibliotheken, oefenplekken of atelierruimte, dragen niet alleen bij aan het culturele aanbod, maar vormen ook ontmoetingsplekken die verschillende leeftijdscategorieën bedienen. Denk bijvoorbeeld aan de Waddinxveense Kunst Kring (WKK) en Muziekvereniging Concordia. Daarnaast dragen, met name laagdrempelige, culturele voorzieningen bij aan de talentontwikkeling van kinderen, jongeren en volwassenen. We vinden het belangrijk dat dit soort voorzieningen meer op wijkniveau beschikbaar zijn in Waddinxveen. Dit kan gerealiseerd worden in een voorziening met een eigen gebouw, maar ook door wekelijks activiteiten op vaste dagen en vaste plekken in de verschillende buurten van Waddinxveen te organiseren, bijvoorbeeld bij een buurthuis of in een schoolgebouw. 

Referentiekader

In de visie Maatschappelijke Voorzieningen werken we met een referentiekader. Dit is een hulpmiddel met normeringen om een beeld te krijgen of een gemeente voor haar bevolking voldoende ruimte voor (maatschappelijke) voorzieningen heeft. Het referentiekader geeft richting aan de hoeveelheid/aantal benodigde voorzieningen in een gemeente op basis van de bestaande beleidsdoelstellingen, wens van inwoners en stakeholders en op basis van de wettelijke taken van de gemeente. Voor nu en in de toekomst. Daarnaast hebben we als aanvulling op het referentiekader oog voor demografische ontwikkeling van Waddinxveen, omdat deze van belang is bij het op de juiste plek aanbieden van bepaalde voorzieningen. 

Op basis van het referentiekader kan in iedere groeifase en bij iedere nieuwe gebiedsontwikkeling worden bezien hoe en waar de voorzieningen uitgebreid moeten worden. Dit betekent overigens niet automatisch dat voorzieningen eindeloos meegroeien. Er kan ook een moment komen om opnieuw te bezien of de wijze van invulling nog mogelijk of passend is, en of het referentiekader nog bruikbaar is. Dit komt ook aan bod bij het nog op te stellen uitvoeringsprogramma.  

Hierbij is ook van belang of er per cluster maatschappelijke voorzieningen voldoende aanbod is en of de kwaliteit van de voorzieningen voldoende is.

Mobiliteitshubs

Bij nieuwbouwplannen en herinrichtingsplannen (waar de mogelijkheid er is en er draagvlak onder bewoners) passen we Mobiliteitshubs toe. De loopafstanden naar woningen is maximaal 200 meter. Deze Mobiliteitshubs zetten we waar mogelijk in als centrale locatie voor sociale ontmoeting, pakketpunten, centrale plek voor deelmobiliteit et cetera.

De juiste functie op de juiste plek

De gemeente houdt bij huisvesting van kwetsbare groepen rekening met de invloed van de omgeving. Groepen die vaak als kwetsbaar worden beschouwd, zijn mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking of die te maken hebben met sociale problematiek (o.a. geweld, verslaving). Plekken met hoge geluidsbelasting, luchtvervuiling en/of lichtbelasting (langs A12) zijn sowieso niet bevorderlijk voor de gezondheid, maar zeker minder geschikt voor extra kwetsbare doelgroepen. We houden rekening met eventuele overlast vanuit horeca- en sportvoorzieningen. 

Stedelijke verdichting vindt plaats op plekken waar dat logisch is. Locaties op korte afstand van de stations (binnen een straal van 400 meter) zijn hier een goed voorbeeld van. Ook worden verouderde bedrijventerreinen getransformeerd. In de gebiedsuitwerking volgt een nadere beschrijving van wat wenselijke voorzieningen zijn per gebied. 

Parkeren

Het autogebruik neemt al jaren toe. Dit komt niet ten goede aan de kwaliteit van onze leefomgeving en zorgt voor een toenemende drukte met meer parkeerplaatsen, meer geluidsoverlast en een toenemende verkeersonveiligheid. Bovendien zijn er vele andere ruimtevragers, die een plek moeten krijgen in onze gemeente. Denk hierbij aan meer woningen en meer groen. We moeten daarom anders kijken naar autogebruik en ruimte voor parkeren. De ambitie is om in eerste instantie het autogebruik en autobezit te verminderen daar waar het kan. Dit levert namelijk ruimte op en deze ruimte kan worden benut voor andere opgaven. Deze ruimte kan bijvoorbeeld worden ingezet om de kwaliteit van de leefomgeving te verhogen met meer groen, ruimte voor ontmoeting of voor spelen. 

We streven naar een goede en eerlijke parkeersituatie en maken onderscheid tussen bestaande wijken en nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Dat betekent dat parkeren voor verschillende doelgroepen goed geregeld moet zijn. 

Hierbij hanteren we de volgende uitgangspunten:

  • Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen wordt parkeren zoveel mogelijk inpandig of op eigen terrein opgelost; 

  • We streven naar sociaal veilige parkeerplaatsen om het gebruik van bestaande parkeerplaatsen te stimuleren. 

  • We willen parkeerregulering toepassen waar het nodig is.

  • We combineren Parkeren met een goede laadinfrastructuur voor duurzame mobiliteit; 

  • We hanteren de meeste actuele publicatie van het CROW om de parkeernormen te bepalen; 

  • Voor het berekenen van parkeernormen zijn er drie factoren van belang: stedelijkheid, zones en de bandbreedte. Hieronder wordt aangegeven hoe we omgaan met deze factoren: 

    • Stedelijkheid: de stedelijkheidsgraad van de gemeente als geheel wordt gebaseerd op de meest recente data van het Centraal Bureau Statistiek. In de deelgebieden kan de stedelijkheidgraad afwijken van de gemiddelde stedelijkheidsgraad van Waddinxveen. Denk hierbij aan gebieden rondom de stations;

    • Zones: om de parkeernormen te bepalen moet er gekeken worden naar de zones voor parkeren. Dit zijn: centrum, schil centrum, rest bebouwde kom en buitengebied. Deze zones worden vastgesteld in het omgevingsprogramma Parkeren. 

    • Waddinxveen hanteert het midden van de bandbreedte. Hier kan gemotiveerd van afgeweken worden. De doelgroep voor de functie ‘wonen’ is bijvoorbeeld een grond om van het midden van de bandbreedte af te wijken; 

 

Buiten het bereik van de uitgangspunten ligt de verantwoordelijkheid niet alleen bij de gemeente. Naast de gemeente heeft ook de samenleving (zoals bewoners, bedrijven, winkeliersscholen, verenigingen en automobilisten) verantwoordelijkheid. Voor bijvoorbeeld bestaande woonwijken met een bovengemiddeld autobezit maken we niet meer parkeerplaatsen. We zijn niet onbeperkt vraagvolgend.

De uitgangspunten dragen bij aan ‘een optimaal bereikbaar Waddinxveen’ en ‘verkeersveiligheid voor alle verkeersdeelnemers’.

De visie op thema parkeren werken we uit in een omgevingsprogramma. Hierin geven we met een stappenplan aan met welke maatregelen we ons willen inzetten voor een goede en eerlijke parkeersituatie. Dit biedt ons namelijk de mogelijkheid om bij ruimtelijke ontwikkelingen flexibiliteit en maatwerk toe te passen. Verlaging van de parkeernormen sluit goed aan op onze ambitie om duurzaam vervoer te stimuleren (fietsen, lopen, openbaar vervoer, deelmobiliteit, etc.) en ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. 

4.4.4 Sociaal en inclusief

Ontmoeting centraal

In Waddinxveen wordt ruimte gecreëerd voor de ontmoeting en menging van verschillende groepen in de samenleving. We stimuleren een differentiatie van leeftijds- en inkomensgroepen en andere kenmerken in de wijken en in de openbare ruimte. We streven naar een goede menging van doelgroepen in woonwijken, waarbij we oververtegenwoordiging van een bepaalde doelgroep op een plek voorkomen. In de openbare ruimte kan ontmoeting gestimuleerd worden door speeltoestellen, bankjes en sportfaciliteiten te clusteren in een autovrije ruimte met hoge verblijfskwaliteit. Ook streven we naar voldoende en veilige speelruimte in de openbare ruimte van Waddinxveen. Hierbij willen we alle aspecten van het aanbieden van speelruimte aan kinderen van 0 tot 12 jaar aan bod laten komen met een evenredig verdeeld aanbod van speelvoorzieningen.

Gezond opgroeien

We willen dat jongeren zich op een veilige manier kunnen ontwikkelen tot gezonde, zelfstandige inwoners. We vinden het belangrijk dat er aandacht is voor het voorkomen van problemen. Er zijn laagdrempelige, algemeen toegankelijke en herkenbare vormen van voorzieningen waar de jeugdige en de ouder/opvoeder gebruik van kan maken. Ook verstevigen we de samenwerking tussen onderwijs, zorg en andere relevante partijen om aandachtspunten snel te kunnen signaleren en goede oplossingen te kunnen bieden. 

Toegankelijk voor eenieder

De openbare ruimte is toegankelijk voor groepen die minder goed ter been zijn (zoals ouderen, kinderen en mindervaliden) en mensen met een taalachterstand. Ook voorzieningen zoals het openbaar vervoer en sociale of culture instellingen dienen goed toegankelijk te zijn.  Dit betekent dat stoepen en opgangen geschikt zijn voor rolstoelen en mindervaliden, er veel zitgelegenheid is en dat bordjes en teksten begrijpelijk zijn. Ook dienen mensen die slecht ter been zijn niet onnodig lange afstanden te moeten afleggen om voorzieningen te bereiken. De openbare ruimte is bovendien sociaal veilig en wordt ook als zodanig ervaren. 

Beleefbaar erfgoed en cultuurhistorie 

Er zijn verschillende vormen van erfgoed te vinden in Waddinxveen. Op het gebied van archeologie zijn er restanten van de prehistorie tot de tweede wereldoorlog te vinden en van alles daartussen. Een voorbeeld is een deel van de tankgracht van de Vordere Wasserstellung gebruikt door de Duitsers in de tweede wereldoorlog. Er zijn zones in de bodem aangewezen waar hogere verwachtingen zijn wat betreft vondsten in de bodem. Om ook boven de grond deze verhalen te vertellen kunnen informatievoorzieningen worden toegevoegd. Ook bij tastbaar erfgoed, zoals bijzondere gebouwen of landschappen is dit een wens. Zo worden het Waddinxveense erfgoed en de cultuurhistorie laagdrempelig beleefbaar gemaakt voor de inwoners. Verder willen we Waddinxveens erfgoed behouden en versterken. Hierbij zetten we ook in op het aanwijzen van meer gemeentelijke monumenten en eventueel beschermde dorps- en stadsgezichten. Gemeentelijke en rijksmonumenten zijn opgenomen in het erfgoedregister van Waddinxveen. Ook is per november 2022 een adviescommissie omgevingskwaliteit Waddinxveen ingesteld. Dit is in lijn met de brede en integrale advisering volgens de Omgevingswet. Onder de Omgevingswet moet een brede adviescommissie ingesteld worden die welstand- en erfgoedadvisering voor rekening neemt.

Bebouwingslinten

De bebouwingslinten bepalen het oorspronkelijke karakter van Waddinxveen. Ze blijven belangrijk voor de ruimtelijke structuur en de ervaring van het landschap. De variatie in (monumentale) bebouwing met historische boerderijen, (historische) woonhuizen, bedrijfsgebouwen, tuinders- en arbeiderswoningen, nieuwbouw bepalen de kenmerkende uitstraling van de linten. De panden dateren uit verschillende tijden en zijn in verschillende stijlen gebouwd en de percelen hebben verschillende kavelbreedtes. Het is belangrijk dat deze worden beschermd.

In de woonwijken gaat het bijvoorbeeld om de Dorpstraat, Plasweg, Noordkade en Zuidkade. Daarbuiten langs de Gouwe, het Noordeinde, Brugweg, Zwarteweg, Bloemendaalseweg, Tweede Bloksweg, Bredeweg, G. van Dort Kroonweg en Abraham Kroesweg.

Linten zijn altijd in ontwikkeling, omdat nieuwe initiatieven zich blijven zich aandienen. Zolang die zich voegen in het karakter van het lint hoeft dit geen probleem te zijn. De structuur en opbouw van ieder lint (type bebouwing, percelen, dichtheid, watergang, bruggen en bomen) is leidend voor wat er mogelijk is. Zo zijn in sommige linten de oorspronkelijke structuren nog deels intact, waarbij het van belang is om de gebieden die nog cultuurhistorisch betekenisvol zijn, zoveel mogelijk te behouden. Bij linten die ingrijpend zijn getransformeerd, zijn weer andere uitgangspunten van belang, zoals het verbeteren van ruimtelijke kwaliteit.

4.5 Innovatieve knoop aan de Gouwe

4.5.1 Inleiding

Waddinxveen is goed verbonden en ondernemend. Om zo goed mogelijk gebruik te maken van deze kwaliteiten en onze positie optimaal te benutten, is het van belang dat we blijven innoveren, ook in de toekomst. Daarom zetten we in op emissieloze bereikbaarheid, een innovatieve economie en economisch gezond zijn.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 26 De ambities van de pijler 'Innovatieve knoop aan de Gouwe'

4.5.2 Emissieloos bereikbaar

Doel 

Waddinxveen werkt toe naar een emmissieloos mobiliteitssysteem door duurzaam vervoer te stimuleren en te faciliteren. 

Sterk openbaar vervoer 

Om onze drie treinstations zo goed mogelijk in te zetten vinden we het belangrijk om te werken aan een sterk aansluitend openbaar vervoersysteem: aansluitend op elkaar en op de juiste bestemmingen. We zetten daarvoor in op goede OV-bereikbaarheid binnen de kern, naar de omliggende kernen en naar andere veelgebruikte bestemmingen. Hiervoor is een sluitend busnetwerk essentieel en is het ook van belang dat de frequenties aantrekkelijk zijn en goed aansluiten op de treintijden. Hier hebben we niet direct invloed op, maar wel via lobbywerk en afspraken met vervoerders. Waar binnen de gemeentegrenzen gaten blijken te vallen in het busnetwerk, en er wel behoefte is aan extra verbindingen, gaan we op zoek naar manieren om deze op te vullen. Een belbus kan hier een oplossing zijn, evenals de OV-fiets.

Aangezien de meeste mensen het openbaar vervoer te voet bereiken, zijn ook prettige toelooproutes van belang. Voetgangers moeten zich veilig voelen en kunnen genieten van aantrekkelijke wandelroutes. Aantrekkelijk betekent groen en schaduwrijk, evenals met voldoende voorzieningen zoals prullenbakken, oversteekplaatsen en bankjes. 

Uitgebreid fiets- en wandelnetwerk

Omdat de afstanden binnen Waddinxveen goed te overbruggen zijn, zowel lopend als per fiets, is het van groot belang om een uitgebreid en aantrekkelijk wandelnetwerk en fietsnetwerk te hebben. We verbeteren de toegankelijkheid per fiets en te voet van onze voorzieningen.

Fietsroutes moeten veilig zijn, continuïteit bieden en efficiënt zijn. We breiden fiets en wandelpaden uit en verbeteren de bestaande waarbij we ook rekening houden met veranderende fietssnelheden. We zetten in op een doorfietsroute van Noord naar zuid als ook een nieuwe route van Oost naar West.

Waar er obstakels zijn in verkeersveiligheid of doorstroming, zoeken we naar oplossingen. Hierbij hanteren we bij aanpassingen in de wegenstructuur het STOMP principe als uitgangspunt (zie. 4.4.2).

Bovendien willen we aantrekkelijke groene routes, die mensen uitnodigen om op de fiets te stappen en te wandelen in plaats van de auto te pakken. De doorfietsroute richting Gouda en Alphen aan den Rijn zorgt dat de omliggende kernen aantrekkelijk zijn om met een (elektrische) fiets te bezoeken. Niet alleen goede fietspaden maken het aantrekkelijker om te fietsen. Daarnaast is het goed verlichten van fietsvoorzieningen belangrijk, zowel voor de sociale veiligheid als de verkeersveiligheid. Ook de juiste voorzieningen zoals veilige fietsenstallingen bij het centrum, de stations, schoolzones en andere belangrijke bestemmingen doen dit. 

We willen ruime beveiligde stallingen, met voldoende plek voor zowel normale als elektrische (bak)fietsen. Zo kan men gerust zijn of haar fiets kwijt. Schoolzones richten we veilig in met voldoende ruimte voor fietsen.

Slim omgaan met de auto

De auto zal voorlopig nog een rol spelen in ons verkeerssysteem. Toch zien we nu al hoe de vorm van autobezit en gebruik aan het veranderen is. Er wordt steeds meer elektrisch gereden. Dit faciliteren we met een uitgebreid netwerk van laadpalen voor elektrische voertuigen. Hierbij hanteren we een proactief beleid, wat betekent dat we niet alleen reageren wanneer er een verzoek binnenkomt maar ook zelf bepalen wat tactische plekken zijn voor laadpalen. Door daarnaast te zorgen voor een goede beschikbaarheid van deelvoertuigen, kan de parkeernorm op termijn omlaag voor de gehele gemeente. Zo kan de (tweede) auto gemakkelijk vervangen worden door een deelauto. We streven ernaar meerdere vormen van deelmobiliteit toe te passen.

Tegelijkertijd willen we dat Waddinxveen goed bereikbaar blijft met de auto. We ontmoedigen verkeer dan ook om door Waddinxveen heen te rijden. Verkeer wat geen bestemming heeft in Waddinxveen wordt gestimuleerd gebruik te maken van de randwegen. Bij  bouwprojecten hanteren we het principe ‘Eerst bewegen, dan bouwen’ waarbij we ook kijken naar de OV mogelijkheden.

Waddinxveen blijft goed bereikbaar met de auto

We willen dat Waddinxveen goed bereikbaar blijft met de auto. We ontmoedigen autoverkeer om door Waddinxveen heen te rijden. Verkeer wat geen bestemming heeft in Waddinxveen wordt gestimuleerd gebruik te maken van de randwegen. Het uitgangspunt is dat verkeer van en naar Waddinxveen goed en snel kan doorstromen naar de randwegen. Waar het kan waarderen we wegen af, waar nodig waarderen we wegen op. De binnenring en de ontsluitingswegen worden geoptimaliseerd, waarmee de doorstroming wordt vergroot.

Bij bouwprojecten hanteren we het principe ‘Eerst bewegen, dan bouwen’ waarbij we ook kijken naar de mogelijkheden voor openbaar vervoer. 

Om in de toekomst economisch vitaal te blijven, faciliteren we de goede bereikbaarheid van deze bedrijventerreinen voor vrachtverkeer en zorgen we voor de veilige en snelle bereikbaarheid voor werkend personeel te voet, met de fiets, met het OV en met de auto.

We zetten in op een goede bereikbaarheid en ontsluiting van de woon- en werkgebieden in Waddinxveen met bijzondere aandacht voor Triangel, ’t Suyt, Coenecoop en de nog te realiseren Noordkade.

Ander vervoer 

Niet alleen bewonersverkeer, maar ook bouwverkeer zorgt voor uitstoot en overlast van vervuilende stoffen. Om dit terug te dringen zetten we in op zero-emissie bouwverkeer en mobiele werktuigen. Doel uit het Schone Lucht Akkoord: Het streven is om in 2030 een reductie van de negatieve gezondheidseffecten van mobiele werktuigen van 75% ten opzichte van 2016 te realiseren. Daarnaast maken we afspraken over schone binnenvaart over de Gouwe.

4.5.3 Innovatieve economie

Kennis en talent

We hebben een sterke basis om een vitaal ondernemend dorp tussen steden te blijven. Het midden- en kleinbedrijf (MKB) is de motor van de economie van Waddinxveen. De vraag is hoe Waddinxveen een deel van de kenniseconomie naar zich toe kan trekken. Dit is belangrijk omdat deze vorm van bedrijvigheid relatief veel arbeidsplaatsen per vierkante meter genereert. Een sleutelrol daarbij ligt bij het binden van kennis en talent, voor Waddinxveen met name in de techniek. We gaan in Waddinxveen voor een economisch beleid en ondernemersklimaat dat is gericht op het binden van kennis en talent, innovatie, ondernemerschap, combinaties van wonen en werken, duurzaamheid en samenwerking met ondernemers en onderwijs. 

Leegkomende winkelpanden buiten de kernwinkelgebieden worden zo vaak als mogelijk ingevuld met een andere werkbestemming, al dan niet in combinatie met wonen. Als een werkbestemming niet langer reëel is, kan buiten de kernwinkelgebieden worden gekozen voor een woonbestemming.

Bouwacademie als centrum voor kennis en innovatie in techniek, bouw en infra

We organiseren goed techniekbreed praktijkonderwijs. Dit doen we in samenwerking met het onderwijs en bedrijfsleven, door het Centrum voor Innovatief Vakmanschap van mboRijnland, de Stichting Vrienden van het Coenecoop College, het Waddinxveense bedrijfsleven, Sterk Techniekonderwijs (programma voor versteking van vmbo-techniekonderwijs), het PMT-stagebureau van het Coenecoop College en de Campus Gouda aan elkaar te verbinden. 


Logistiek: naar een hogere toegevoegde waarde en meer innovatie

Veel logistieke bedrijven clusteren zich rondom de snelweg. De uitgeefbare ruimte in Waddinxveen wordt echter schaarser en de banendichtheid van de logistiek is beperkt. Regionaal is de ambitie om van Midden-Holland een ‘best practice’ te maken op gebied van logistiek en distributie. Die regionale visie is één-op- één door te vertalen naar Waddinxveen en is samen te vatten als terughoudend (verdozing tegengaan) en ‘kwaliteit boven kwantiteit’. Die ambitie zou ook leidend moeten worden in de samenwerking rond de logistieke hotspot A12-corridor.

 

Energietransitie en circulaire economie als uitgangspunt

Energietransitie en circulariteit zijn een onlosmakelijk onderdeel geworden van het gesprek over de lokale economie. De gemeente kan stimuleren, maar bedrijven en anderen zijn nodig om echt stappen te zetten. Er liggen duidelijke lijnen met het vergoenen en verduurzamen van bedrijventerreinen en de programma’s met Campus Gouda en de Bouwacademie rond duurzaam en circulair bouwen. Vanuit de RES zijn bedrijfsdaken aangewezen als grootste zoekgebieden voor zon in de regio. Als gemeente stimuleren en ondersteunen we nieuwe initiatieven en nemen we bezwaren weg waar deze onze ambities in de weg staan. 

4.5.4 Economisch gezond

Levendige, onderscheidende en kleinschalige economische locaties 

Op geschikte locaties als het Sleutelkwartier, de Noordkade en in de kleinschalige winkelstrips in de wijken creëren we onderscheidende en levendige woon-werkgebieden. Economische functies blijven behouden. Waar die zich goed verdragen met de woonfunctie voegen we ze toe, zoals creatieve bedrijfsverzamelgebouwen, werkplekken voor ZZP’ers, ateliers en ambachtsruimten. Met het project Sleutelkwartier wordt ingezet op de woonfunctie in het gebied tussen station en Hefbrug. Dat kan gepaard gaan met investeren in kleinschalige werklocaties: werkfuncties die makkelijk inpasbaar zijn in een woongebied, zoals kleine ambachtsruimtes, ateliers en (kantoor)werkplekken voor zelfstandigen.

Verbeteren verblijfs- en ondernemersklimaat bestaande bedrijventerreinen

We investeren in de toekomstbestendigheid van het ondernemers- en verblijfsklimaat op bestaande werkterreinen. Om ook op langere termijn succesvolle terreinen te behouden, moet er werk gemaakt worden van kwaliteit: vergroening, ov-bereikbaarheid, fietsvoorzieningen, verduur­zaming (energiebesparing en opwekking, circulariteit) mogelijkheden voor eventuele andere functies (geen detailhandel). We investeren in meer en beter parkmanagement, circulariteit en energietransitie, uitstraling en gebruiksmogelijkheden van de openbare ruimte. Daarnaast wordt een intensiever ruimtegebruik op de bedrijventerreinen nagestreefd.

Toewerken naar een optimale winkelstructuur 

We willen de detailhandel concentreren in een overzichtelijk aantal gebieden. Een prominente functie is uiteraard voorzien voor het Gouweplein, dat zich verder moet ontwikkelen tot het koopcentrum van Waddinxveen met ondersteunende voorzieningen. Voor de winkelfunctie elders in de gemeente geldt een conserverend beleid, in lijn met het vastgelegde beleid in de Detailhandelsstructuurvisie 2019-2030. We trekken in deze gebieden meer koopkracht aan door het stimuleren van een aantrekkelijke mix in het aanbod. 

5 Koers per deelgebied

5.1 Inleiding

In het vorige hoofdstuk is de algemene koers voor Waddinxveen uiteengezet. Alles wat er beschreven is in hoofdstuk vier geldt voor de gemeente als geheel en is van toepassing op alle deelgebieden. In dit hoofdstuk beschrijven we daarom de koers per specifiek deelgebied. Hierbij benoemen we de gewenste gebiedskwaliteiten en zoveel mogelijk concrete ontwikkelingen. Waar relevant geven we aan of kleinere locaties in dat deelgebied nog een afwijkende opgave hebben. 
Op basis van de eerder beschreven identiteit, kwaliteiten en opgaven onderscheiden we de volgende deelgebieden:

  • Woonwijken (Woonkern);

  • Gouweplein centrum Waddinxveen en Sleutelkwartier (Woonkern);

  • Bedrijventerreinen (Bedrijvigheid);

  • Glastuinbouwgebieden (Bedrijvigheid)

  • Polders Achterof en Zuidplas;

  • Veenweidegebied: Polder Bloemendaal & de Voorofsche polder);

  • Recreatiegebieden Bentwoud, Gouwebos en ’t Weegje (Buitengebied).

5.2 Woonkern

5.2.1 Huidig karakter

Gebied: woonkern

Zowel de wat oudere wijken, zoals de Groenswaard, de Vondelwijk, de Oranjewijk, Noord, Oost en Zuid en de nieuwere wijken zoals de Zuidplas, zijn ruim en groen ingericht. Met veel bomen, kleine parkjes en leuke speelplekken voor de jeugd om buiten te spelen en ravotten. De wijken zijn kindvriendelijk en veilig. Op verschillende plaatsen in Waddinxveen worden nieuwe woningen gebouwd. De Triangel, de nieuwste wijk van Waddinxveen, is in ontwikkeling; veel groen, speelplekken voor kinderen en nieuwe, energiezuinige woningen. Op 't Suyt fase 1 aan de westkant van Waddinxveen tussen het dorp en de Zuidplaspolder zijn kavels verkocht om een eigen huis te laten bouwen. Fase 2 van ’t Suyt is nu in voorbereiding.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 27 Warnaarplantsoen, augustus 2019
afbeelding binnen de regeling
Koers Woonkern

5.2.2 Gebiedskoers/kansen

Gebied: woonkern

  • Klimaatadaptatie, groen (hittestress), energieopwekking, voorlichting/educatie/inspiratie op gebied van duurzaamheid/klimaatadaptatie. Biodiversiteit verhogen, 

  • Verkeersveiligheid als prioriteit;

  • Gezondheidsbescherming en gezondheidsbevordering (nieuwbouw Gouwebad De Sniep, nieuw totaalplan voor sportpark De Sniep, bouw Gouwehal);

  • Sociale cohesie versterken, door ontmoeting te stimuleren;

  • Voldoende betaalbare woningen voor starters en senioren, voldoende doorstroming (met bijvoorbeeld ’t Suyt fase 2, Peter Zuidlaan, uitwerking visie Coenecoopcollege e.o.);

  • Uitvoeren integrale buurtuitvoeringsplannen Transitievisie Warmte;

  • Focus op verduurzaming gebouwde omgeving en huizenvoorraad;

  • Openbare ruimte veilig en gezond inrichten (duurzame keuzes in groen, wel/geen verlichting) en beheren op beheerniveau B (dat wil zeggen het basisniveau);

  • Project behoud identiteit Plasweg.

  • Realisatie doorfietsroute tussen Alphen aan den Rijn en Gouwe (langs het spoor).

afbeelding binnen de regeling
Figuur 28 Afwegingskader met de belangrijkste ambities in het woongebied

5.3 Gouweplein centrum Waddinxveen en Sleutelkwartier

5.3.1 Huidig karakter

Gebied: centrum

Het Gouweplein richt zich op dagelijkse boodschappen en doelgerichte aankoopplaatsen. Het Gouweplein is goed bereikbaar met de auto, maar minder goed voor voetgangers en fietsers. De aanwezige ‘Shared Space’ wordt momenteel door velen als onaangenaam ervaren. Sinds de vestiging is het centrum nog niet volledig ingevuld, maar er is een daling in de leegstand te herkennen. 

afbeelding binnen de regeling
Figuur 29 Uitsnede van integrale visiekaart voor het centrum van Waddinxveen
afbeelding binnen de regeling
Figuur 30 Centrum, augustus 2019

5.3.2 Gebiedskoers/kansen

Gebied: centrum

  • Klimaatadaptie, biodiversiteit;

  • Gouweplein als duidelijk dorpscentrum met ondersteunende wijkwinkelgebieden. Een structuur formuleren, waarin ‘oud’ en ‘nieuw’ winkelaanbod zich goed tot elkaar kunnen verhouden;

  • Gouweplein verder laten uitgroeien naar een bredere, toekomstbestendige, centrale plek;

  • Moderne bereikbaarheid stimuleren door het STOMP-principe toe te passen in de openbare ruimte. We verbeteren de toegankelijkheid per fiets en te voet van het Gouweplein. Voorrang voor voetganger en fietser boven de auto. Benodigde aanpassingen om de Shared Space aantrekkelijk te maken;

  • De verblijf- en ontmoetingsfuncties verder te versterken: van een ‘place to buy’ naar een ‘place to be’;

  • Aanvullend op de winkels meer horeca en dienstverlening huisvesten;

  • Verdere functieverbreding (zoals cultuurcentrum De Kroon);

  • Openbare ruimte veilig en gezond inrichten passend bij een centrumfunctie en beheren op beheerniveau A (dat wil zeggen een hoog niveau);

  • Realisatiefase 2 van het nieuwe centrum;

  • Toevoegen woningbouw, beleving en levendigheid in het Sleutelkwartier.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 31 Afwegingskader met belangrijkste ambities voor het centrum

5.4 Bedrijventerreinen

5.4.1 Huidig karakter

Gebied: bedrijventerrein

Waddinxveen heeft de afgelopen jaren fors uitgebreid, met Logistiekpark A12, Businesspark Vredenbrugh, Coenecoop III en op Distripark. Door deze ontwikkelingen staat Waddinxveen landelijk op de derde plek van meest uitgegeven meters bedrijventerrein tussen 2008 en 2017. Distripark aan de A12 is een hoogwaardig terrein voor logistieke bedrijvigheid. Distripark heeft een hoog energieverbruik, doordat de distributie- en opslagcentra een grote koudevraag hebben. Eveneens aan de A12 zit het logistiek park, wat een locatie is voor grootschalige logistiek. Aan de Bredeweg bevindt zich kleinschalige bedrijvigheid en Coenecoop I, II en III/West is een gemengd terrein met hoge arbeidsdichtheid. Dan zijn er nog drie terreinen met minder voorspoedige ontwikkeling. Noordkade is een gedateerd terrein, waar al een start is gemaakt richting transformatie naar een gemengd woon-werkgebied. In Zuid is vrachtverkeer momenteel problematisch en in Kouwehoek is sprake van verzakking van de N454. 

afbeelding binnen de regeling
Figuur 32 Coenecoop Waddinxveen
afbeelding binnen de regeling
Visiekaart bedrijventerrein

5.4.2 Gebiedskoers/kansen

Gebied: bedrijventerrein

  • Klimaatadaptatie en biodiversiteit;

  • Noordkade transformatie naar gemengd woon-werkgebied;

  • Zuid op termijn transformeren;

  • Faciliteren van goede bereikbaarheid van de bedrijventerreinen;

  • Kouwehoek verbeteren van Ontsluiting;

  • De terreinen moeten schoon, heel en veilig blijven/worden;

  • De daken van bedrijventerreinen worden zoveel mogelijk ingezet voor de opwekking van zonne-energie. Nieuwe bedrijfsdaken moeten de juiste draagkracht hebben om grootschalige zonnesystemen te kunnen dragen. Nieuwe bedrijfsgebouwen worden energieleverend. Bestaande bedrijven worden zoveel mogelijk gestimuleerd om hun daken in te zetten voor zonne-energie;

  • Zoekgebieden Zon op Veld langs Rijksweg A12;

  • Inwoners kunnen financieel participeren in lokale energieprojecten op bedrijfsdaken. De winsten worden lokaal geïnvesteerd in zaken waar de inwoners behoefte aan hebben;

  • Ook de bedrijventerreinen doen mee in de warmtetransitie. Op de terreinen wordt hernieuwbare warmte gebruikt of alternatieve brandstoffen zoals waterstof en groen gas;

  • Bedrijven zijn verplicht om energiebesparende maatregelen in te voeren die binnen 5 jaar zijn terugverdiend. De gemeente stimuleert de toepassing van deze maatregelen;

  • De bedrijventerreinen worden groener. We hanteren een vast percentage groen dat aanwezig moet zijn per bedrijfskavel en in het gehele bedrijfsgebied. Waar mogelijk wordt een zonnedak in combinatie met een groen dak aangelegd. Waar dat niet kan wordt er voor een van de twee gekozen;

  • Goede landschappelijke inpassing van de terreinen;

  • Verkeersmanagement om parkeerproblemen te voorkomen, door te denken aan bijvoorbeeld alternatieve vervoersmiddelen en deelauto’s;

  • Openbare ruimte veilig en gezond inrichten en beheren op beheerniveau B (dat wil zeggen het basisniveau;

  • Realisatie doorfietsroute tussen Alphen aan den Rijn en Gouwe (langs het spoor / Kanaaldijk).

  • Tijdelijke opvang vluchtelingen en flexwonen in de oksel Vredenburghlaan / Plasweg (zuidzijde).

afbeelding binnen de regeling
Figuur 33 Afwegingskaders met belangrijkste ambities voor de bedrijventerreinen

 

5.5 Glastuinbouw

5.5.1 Huidig karakter

Gebied: glastuinbouwgebied

Het glastuinbouw gebied in Waddinxveen bestaat uit de Bredeweg (inclusief Glasparel), Abraham Kroesweg en de Van Dort Kroonweg. Glasparel+ is in ontwikkeling. De glastuinbouw is hoofdverbruiker van het aardgas in Waddinxveen. Met behulp van Warmte Kracht Koppeling (WKK) installaties wordt het aardgas omgezet in warmte voor het verwarmen van de kas, elektriciteit voor de verlichting van de kas en CO2 voor de groei van de planten.

Het deelgebied Bredeweg bestaat uit relatief nieuw glas met middelgrote tot grote bedrijven en relatief veel bloementeelt. Ook de verkaveling is redelijk tot goed. In de Glasparel is nog zo’n 70 hectare beschikbaar voor glastuinbouwontwikkeling (bestemd maar nog niet gerealiseerd glas). Een deel daarvan is in beeld als alternatieve locatie voor te verplaatsen bedrijven vanuit de Noordkade (vanwege de transformatie naar woon-werkgebied).

In het deelgebied Van Dort Kroonweg komen relatief veel kleine bedrijven en kassen van voor 2000 voor. De verkaveling is kleinschalig en de percelen zijn ondiep. Daarnaast zijn er beperkt mogelijkheden voor collectieve voorzieningen. De bedrijven telen overwegend sierteeltproducten. Het gebied ligt dicht bij de woonkern van Waddinxveen, maar wel gescheiden door de Vredenburghlaan en de zone tussen de Vredenburghlaan en het glastuingebied. Dit deelgebied biedt weinig kansen voor modernisering, herstructurering én functieverandering op de korte termijn. Op langere termijn lijkt dit glastuinbouwgebied niet duurzaam. 

afbeelding binnen de regeling
Figuur 34 Glastuinbouw in Waddinxveenbron: archief www.hartvanwaddinxveen.nl
afbeelding binnen de regeling
Visiekaart Glastuinbouw

5.5.2 Gebiedskoers/kansen

Gebied: glastuinbouwgebied

Bredeweg:

  • Klimaatadaptatie en biodiversiteit;

  • Schaalvergroting en daarvoor herstructurering;

  • Verbetering ontsluiting via de Bredeweg die tegen beperkingen aanloopt.

  • Collectieve watervoorzieningen;

  • Restwarmte van WKK-installaties delen met kern. Overschot in bodem opslaan in zomer en gebruiken in winter;

  • Collectief warmtenet dat enerzijds gevoed wordt vanuit de beoogde ‘WarmtelinQ leiding / Warmte Samenwerking Oostland (WSO) en/of anderzijds via verlenging van de B3 Hoek Leiding;

  • Ledverlichting in kassen;

  • Kans: CO2 afvangen of rest CO2 gebruiken;

  • Kans: Zonnefolie op kassen of zonnepanelen boven waterbassins;

  • Kans: Samen op weg naar een emissieloze kas: streven naar nullozing in 2027 van nutrienten en gewasbeschermingsmiddelen in bodem en oppervlaktewater (Afsprakenkader Emissieloze kas);

  • Openbare ruimte veilig en gezond inrichten (duurzame keuzes in groen, verlichting met respect voor biodiversiteit) en beheren op beheerniveau B (dat wil zeggen het basisniveau).

  • Van Dort Kroonweg: Overleg ondernemers over toekomstplannen gebied t.a.v. modernisering en herstructurering (onderzoek alternatieve duurzame bestemming, behoud economische functie).

afbeelding binnen de regeling
Figuur 35 Afwegingskader met de belangrijkste ambities voor de glastuinbouw

5.6 Polders Achterof en Zuidplas

5.6.1 Huidig karakter

Gebied: polder Achterof

Polder Achterof is het meest herkenbare agrarische buitengebied van Waddinxveen. De polder heeft een open landschap met weids uitzicht. De ondergrond en het gebruik van de bodem passen goed bij elkaar in dit gebied. De westzijde van de polder is een stiltegebied en Achterof is een telpost voor trekvogels.


Gezien de veelheid aan activiteiten waarvoor ruimte gevonden moet worden en de schaarse ruimte in de Randstad en ook in Waddinxveen, liggen er meerdere ruimteclaims op dit gebied. Het gaat om de huidige agrarische functie, mogelijke natuurontwikkeling ter versterking van het Bentwoud, de komst van de verlengde Bentwoudlaan en mogelijke uitbreiding van de recreatiemogelijkheden. 

afbeelding binnen de regeling
Figuur 36 Polder AchterofMartin van der Vaart, 22 februari 2022 via https://zoom.nl/foto/portret/3394326/polderzicht
afbeelding binnen de regeling
Visiekaart polders Achterof en Zuidplas

5.6.2 Gebiedskoers/kansen

Gebied: polder Achterof

  • Klimaatadaptatie en biodiversiteit;

  • Duurzame/ natuurinclusieve / kringlooplandbouw (zoals een Herenboerderij);

  • Deels transformeren naar, of sterkere nevenfunctie als, recreatiegebied;

  • Informatiebord voor tankgracht WO2 (kansen voor recreatie);

  • Wateropvang bij piekbuien;

  • Ecologische verbinding via Gouwebos naar Reeuwijk;

  • Plofplek voor explosieven;

  • Realisatie (Verlengde) Bentwoudlaan en Verlengde Beethovenlaan;

  • Betere verbindingen voor wandelaars en fietsers;

  • Gemeentelijke wegen en fietspaden beheren op beheerniveau B. De overige openbare ruimte op beheerniveau C (dat wil zeggen een laag niveau vanwege het vaak meer extensieve karakter in het buitengebied).

afbeelding binnen de regeling
Figuur 37 Afwegingskader met de belangrijkste ambities voor de polder Achterof en Zuidplas

5.7 Veenweidegebied: polder Bloemendaal en Voorofsche polder

5.7.1 Huidig karakter

Gebied: polder Bloemendaal Voorofschepolder

Polder Bloemendaal en de Voorofsche polder hebben een hoge omgevingskwaliteit met bijzondere polders met hoge cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden. Het zijn waardevolle gebieden voor weidevogels en ze bevatten een grote hoeveelheid archeologische sporen. In de polder lopen ook bewoningslinten door en er is bedrijvigheid in verschillende vormen aanwezig: landbouw in afnemende mate en kwekerijen. De polders worden niet overal als even goed bereikbaar en fietsvriendelijk ervaren. Ook moet opgepast worden met het toestaan van nieuwe ontwikkelingen: het huidige karakter ten zuiden van de Brugweg en van de Voorofsche polder dient bewaakt te worden.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 38 Winterdijkje, 18 mei 2020
afbeelding binnen de regeling
Visiekaart polder Bloemendaal en Voorofsche polder

5.7.2 Gebiedskoers/kansen

Gebied: polder Bloemendaal Voorofschepolder

  • Klimaatadaptatie en biodiversiteit;

  • Behoud en herstel natuur en landschap;

  • Onderzoeken oplossing verkeersdrukte op de Brugweg en het sluipverkeer in Reeuwijk-Dorp en omgeving;

  • Wateren zijn particulier beheer (recreatiemogelijkheden);

  • De polder als stedelijk uitloopgebied meer recreatieve betekenis geven;

  • Goede weidevogelstand en waardevolle flora versterken;

  • Waterberging;

  • Reserve zoekgebied windmolens langs A12;

  • Nieuwe bomen aanplanten (noordzijde polder);

  • Passende overgang tussen weidegebied en gebouwen bijvoorbeeld met bomen / hagen rond bebouwing;

  • Uitbreiding wandel en fietspaden;

  • Integrale aanpak bodemdaling;

  • Kans: Duurzame / natuurinclusieve / kringlooplandbouw in combinatie met recreatie als oplossing voor bodemdaling;

  • Sanering van verspreid gelegen kassen en sierteelt buiten de daartoe aangewezen sierteeltgebieden;

  • Duurzaam beheer water en bodem; verbeteren waterkwaliteit en -afvoer door bijvoorbeeld een collectieve aanpak van het achterstallig baggerwerk. Met vrijgekomen bagger kunnen percelen worden opgehoogd om eventuele wateroverlast te verminderen;

  • Gemeentelijke wegen en fietspaden beheren op beheerniveau B. De overige openbare ruimte op beheerniveau C (dat wil zeggen een laag niveau vanwege het vaak meer extensieve karakter in het buitengebied);

  • Beheren van cultureel, historisch waardevol veenweidelandschap;

  • Grondwater actief te beheren om verdere veenafbraak en daardoor uitstoot van broeikasgassen en bodemdaling te minimaliseren;

  • Pilot om de processen van veenafbraak en het beperken daarvan gedurende 5 jaar te volgen en te begrijpen.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 39 Afwegingskader met de belangrijkste ambities in het Veenweidegebied

5.8 Recreatiegebieden Bentwoud, Gouwebos en ’t Weegje (buitengebied)

5.8.1 Huidig karakter

Gebied: recreatiegebieden

Deze drie groene gebieden van Waddinxveen bevinden zich niet allemaal bij elkaar in de buurt, maar delen wel de hoofdfuncties recreatie en natuur. Het Bentwoud bevat interessante cultuurhistorie, met restanten van de tankgracht van de tweede wereldoorlog. Het Gouwebos is extra aantrekkelijk voor kinderen, dankzij het Smulbos en door de twee natuurspeeltuinen die aanwezig zijn. 't Weegje is een half-besloten en waterrijk gebied met hoge ecologische waarden en horecagelegenheid het Praathuis bij de ingang. Gouwebos en ‘t Weegje worden beheerd door Groenalliantie en is ook in eigendom van Groenalliantie. Het Bentwoud is in eigendom van de Provincie Zuid-Holland. Staatsbosbeheer heeft het gebied in beheer.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 40 ’t Weegje
afbeelding binnen de regeling
Visiekaart Recreatiegebieden

5.8.2 Gebiedskoers/kansen

Gebied: recreatiegebieden

  • Klimaatadaptatie;

  • Natuurontwikkeling (verdere ontwikkeling bos in Bentwoud);

  • Ecologische verbindingen naar gebieden in aangrenzende gemeenten;

  • Groen verbinden met woonwijken;

  • Verbeteren ecologische en recreatieve verbinding tussen Bentwoud en Gouwebos;

  • Meer ruimte bieden aan Natuur- en Milieueducatie (NME);

  • Uitbreiden en kwaliteitsverhoging recreatieve infrastructuur (paden, informatievoorziening, bankjes, etc);

  • Gemeentelijke wegen en fietspaden beheren op beheerniveau B. De overige openbare ruimte op beheerniveau C (dat wil zeggen een laag niveau vanwege het vaak meer extensieve karakter in het buitengebied);

  • Aanleg nieuwe Goudse Westergouwe;

  • Vergroten van de recreatieve gebruiks- en belevingswaarde waar nodig en effectief;

  • Herontwikkeling van het entreegebied van t Weegje (verbeteren centrale toegang; landschappelijke inrichting parkeerterrein en omgeving Praathuis en het realiseren van een speelvoorziening nabij het Praathuis);

  • Het verbeteren van enkele routes (kanoroute en wandelroute Wilhelminakades);

  • Herinrichting spoorzone (verbinding tussen ’t Weegje en de Oostpolder);

  • Vernieuwing informatievoorzieningen;

  • Realisatie doorfietsroute tussen Alphen aan den Rijn en Gouwe (langs het spoor / Wilgenlaantje).

afbeelding binnen de regeling
Figuur 41 Afwegingskader met de belangrijkste ambities in de recreatiegebieden

6 Uitvoeringsparagraaf: werken met de omgevingsvisie

6.1 Inleiding

In dit hoofdstuk beschrijven we hoe we de visie denken uit te voeren. Hierbij dragen we een aantal concrete projecten aan die we als gemeente graag gerealiseerd willen zien. Omdat we daarbij ook afhan­kelijk zijn van andere initiatiefnemers, beschrijven we in sommige gevallen ook wat er moet gebeuren om een project of ontwikkeling van de grond te krijgen, zodat dit betrokken kan worden in gesprekken over initiatieven.

We beschrijven hier verder de diverse (kern)instrumenten die we aanvullend op de visie gaan opstellen en geven we aan hoe we omgaan met het actualiseren van de visie. 

6.2 Sturingsfilosofie

Het uitgangspunt van de Omgevingswet is zoals gezegd ontwikkelingen mogelijk maken en tegelijkertijd de kwaliteit van de leefomgeving waarborgen. Met de omgevingsvisie laten we inhoudelijk in hoofdlijnen zien hoe we in Waddinxveen initiatieven kunnen ondersteunen en er tegelijkertijd een bijdrage wordt geleverd aan de kwaliteit van de leefomgeving. Met deze visie als onderlegger gaan we daar de komende tijd concreet mee aan de slag. 

De sturingsstijl van de gemeente bestaat uit de rol van de overheid (reguleren, samenwerken of ondersteunen) plus de mix van instrumenten die we kiezen. De basis voor de keuzes, en de uitwerking van de concrete sturingsstijl, hoort te staan in de omgevingsvisie. Dit noemen we ook wel sturingsfilosofie.

Het gaat niet alleen over de rolneming van de gemeente ten opzichte van de samenleving maar ook de rolneming van de raad ten opzichte van het college. Het is denkbaar overwegend een bepaalde sturingsstijl aan te nemen, maar te allen tijde moet het hele palet aan stijlen gebruikt kunnen worden. Waddinxveen kijkt per vraagstuk wat de meest passende houding is. 

6.3 De omgevingsvisie en de andere Omgevingswet-instrumenten

6.3.1 Instrumentenmix

Met de komst van de Omgevingswet verandert de manier waarop we als gemeente omgaan met onze leefomgeving. Enerzijds is dit omdat de wet ons nieuwe instrumenten biedt die we kunnen inzetten. Anderzijds omdat we de komende tijd aan de slag moeten om alle ontwikkelingen die op ons afkomen en ambities die we hebben goed te stroomlijnen en uit te voeren. In deze paragraaf beschrijven we hoe we de verschillende instrumenten van de Omgevingswet inzetten in Waddinxveen. 

6.3.2 Beleidscyclus

De Omgevingswet gaat uit van beleidsontwikkeling op basis van de beleidscyclus. De verschillende instrumenten worden in samenhang ontwikkeld en actief gemonitord en aangescherpt. Dat betekent dat de omgevingsvisie een ‘dynamisch’ document is dat we in samenhang met de andere instrumenten en samen met betrokkenen blijven aanscherpen.

De Omgevingswet bevat verschillende instrumenten, elk met hun eigen toepassing.

  • a.

    De omgevingsvisie

  • b.

    De programma’s

  • c.

    Het omgevingsplan

  • d.

    De omgevingsvergunning

  • e.

    Het projectbesluit.

afbeelding binnen de regeling
Figuur 42 Grote en kleine beleidscyclusbron: KuiperCompagnons

6.3.3 Doorwerking in het omgevingsplan

Een belangrijke bepaling in de Omgevingswet is dat een gemeente één gebiedsdekkend omgevingsplan heeft. Het omgevingsplan bevat alle regels over de fysieke leefomgeving voor het hele gemeentelijk grondgebied. Het plan vervangt straks alle bestemmingsplannen en een groot deel van de verordeningen. Het omgevingsplan wordt, net als de omgevingsvisie, vastgesteld door de gemeenteraad. Het omgevingsplan is voor iedereen bindend. De gemeente hoeft niet al bij inwerkingtreding van de Omgevingswet te beschikken over een actueel omgevingsplan dat voldoet aan de eisen van de wet. Vooralsnog is 2029 het moment dat een gemeente volledig moet voldoen aan de wet. Tijdens die periode vormen de huidige bestemmingsplannen, andere ruimtelijke besluiten en een aantal verordeningen van rechtswege het omgevingsplan. De regels vanuit het Rijk krijgen hier ook tijdelijk een plek in, de zogenaamde ‘bruidsschat’. 

De omgevingsvisie biedt de beleidsmatige basis voor het omgevingsplan. Toch kan het omgevingsplan aanleiding zijn om de omgevingsvisie bij de actualisering op onderdelen aan te passen, bijvoorbeeld omdat een ambitie voor de korte termijn te hoog blijkt te zijn en niet in regels te vatten is of andersom omdat de visie scherpere keuzes moet maken om regels te kunnen stellen. 

Wij kiezen ervoor om het omgevingsplan in stappen op te bouwen richting 2029. Dat doen we in een eerste omgevingsplan dat we ‘omgevingsplan 1.0’ noemen. Op basis van de ervaring uit het omgevingsplan 1.0 werken we toe naar een gemeentedekkend plan. In het omgevingsplan werken we onze ambities concreet uit in regels die bindend zijn voor iedereen. Hierbij kan gedacht worden aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties en bijvoorbeeld regels over bepaalde activiteiten. Ook wordt in het omgevingsplan vastgelegd voor welke activiteiten in de toekomst een vergunning moet worden aangevraagd. 

6.3.4 Doorwerking in programma’s

Gemeenten kunnen strategisch beleid uit de omgevingsvisie verder uitwerken of operationaliseren via programma’s. Binnen de Omgevingswet zijn er vier verschillende soorten programma’s, elk met eigen kenmerken. Het gaat hier om het vrijwillige programma, dat dient voor de uitwerking van de omgevingsvisie. Dit soort programma’s kunnen gebiedsgericht en thematisch ingezet worden en gericht zijn op verschillende schaalniveaus. Hierin kunnen daadwerkelijke projecten worden opgenomen en kan worden aangegeven hoe bepaald gedrag kan worden gestimuleerd door subsidies en educatie (soms in aanvulling op en soms in plaats van verboden in regels). In tegenstelling tot de omgevingsvisie en het omgevingsplan is het programma een bevoegdheid van het college, wat overigens niet betekent dat de gemeenteraad nooit betrokken wordt. Het programma is, net zoals de omgevingsvisie, zelfbindend voor het gemeentebestuur maar niet voor andere partijen en inwoners.   

Het programma geluid is het enige verplichte programma voor een aantal gemeenten (artikel 3.6. van de Omgevingswet). Waddinxveen behoort tot die gemeenten. Daarnaast wordt in navolging op de uitvoeringsparagraaf onderzocht of de gemeente nog andere programma’s gaat opstellen. Om te voorkomen dat er een oerwoud aan nieuw los beleid ontstaat, zijn we echter voorzichtig met het maken van programma’s. We willen op termijn zoveel mogelijk sectoraal beleid opnemen in de omgevingsvisie, zodat er uiteindelijk één omgevingsvisie, één omgevingsplan en een beperkt aantal programma’s resteert. Het is goed om zo vroeg mogelijk te bedenken welke programma’s logisch zijn. Bijvoorbeeld programma’s passend bij drie pijlers of deelgebieden in de omgevingsvisie. 

6.4 Toezicht en handhaving

De Omgevingswet is gebaseerd op vertrouwen. Niettemin is handhaving een onderdeel van het werken in de beleidscyclus, omdat illegale activiteiten moeten worden aangepakt. De omgevingsvisie is echter alleen bindend voor het bestuur. In het omgevingsplan zijn de regels opgenomen die wel bindend zijn voor burgers. Die regels bieden de basis voor handhaving als dat nodig is. Het is op visieniveau wel goed om na te denken over de gevolgen van de sturingsfilosofie (paragraaf 1.2.) en de inrichting van het omgevingsplan die daaruit volgt. Dit heeft namelijk gevolgen voor de inzet op handhaving. Zo betekent het werken met voorwaardelijke verplichtingen (het mag mits aan een aantal voorwaarden voldaan is), dat handhaving naar een later moment in het traject verschuift.

6.5 Lokale en regionale samenwerking

Ontwikkelingen in Waddinxveen staan natuurlijk niet op zichzelf. Ook in de regio vinden allerlei ontwikkelingen plaats die van invloed kunnen zijn op onze gemeente. Daarom hebben we actief contact met buurgemeenten, de provincie Zuid-Holland en ketenpartners en nemen we deel aan verschillende regionale samenwerkings­verbanden. Samen met die partners blijven we werk maken van belangrijke regionale opgaven.  Per opgave/ thema bekijken we met welke partner(s) we het gaan oppakken.

6.6 Uitvoering

De gemeente wil actief werk maken van de ambities die neergelegd zijn in de omgevingsvisie. Dat kan in de vorm van een programma zijn, het ontwikkelen van nieuw beleid, de juridische vertaling in het omgevingsplan, het stimuleren van gedrag door subsidies en educatie of daadwerkelijke projecten. 

6.7 Financiële uitvoerbaarheid en kostenverhaal

6.7.1 Kostenverhaal en verevening

De gemeente Waddinxveen heeft in de omgevingsvisie tal van ambities en opgaven opgenomen waarvoor investeringen nodig zijn. De gemeente zal als trekker van deze maatschappelijke opgaven een groot deel hiervan bekostigen. Ontwikkelaars van bouwlocaties hebben echter ook profijt van die investeringen. Daarom is de gemeente op grond van de Wet ruimtelijke ordening verplicht om de kosten die zij als gemeente maakt voor een bouwinitiatief, te verhalen op de initiatiefnemers. Dit gebeurt onder meer naar redelijkheid en mate van profijt. Daarnaast kunnen vrijwillige bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen worden afgesproken in een anterieure overeenkomst of (posterieur) via een fonds. In grote lijnen wordt deze systematiek voortgezet onder de Omgevingswet, maar er zijn ook wijzigingen.

Wetgeving rondom kostenverhaal en verevening staat in de Aanvullingswet grondeigendom die is opgenomen in de Omgevingswet. Met de Aanvullingswet grondeigendom wil de wetgever het instrumentarium voor faciliterend grondbeleid verbeteren en meer rekening houden met de diverse ontwikkelopgaves waarin het eindbeeld onzeker is, waaronder organische gebiedsontwikkeling. Het instrumentarium bestaat twee hoofdgroepen, elk verdeeld naar twee subgroepen:

  • Regulier kostenverhaal (wettelijke plicht om dit toe te passen):

    • bij integrale ontwikkeling

    • bij organische ontwikkeling

  • Kostenverhaal van financiële bijdragen (wettelijke bevoegdheid om dit toe te passen):

    • bij integrale ontwikkeling

    • bij organische ontwikkeling

Voor de beide hoofdgroepen geldt ook nog dat het zowel privaat-als publiekrechtelijk toegepast kan worden.

Indien de gemeente straks wenst te beschikken over de publiekrechtelijke mogelijkheid voor kostenverhaal voor financiële bijdragen, dan is de reikwijdte beperkt tot de limitatieve categorieënlijst uit de ontwerp-amvb ‘Financiële bijdragen’ (8 januari 2021). De wetgeving rondom het verhalen van financiële bijdragen en de limitatieve lijst is dus nog niet definitief. De financiële bijdragen kunnen gevraagd worden voor ontwikkelingen als kwalitatieve verbeteringen van landschap, natuur, water of de stikstofbalans, de aanleg of aanpassingen van infrastructuur en daartoe benodigde voorzieningen. Anterieur kunnen ook andere bijdragen worden gevraagd. In beide gevallen moet de functionele samenhang van de projecten waarvan een bijdrage wordt gevraagd en de projecten waarvoor een bijdrage wordt gevraagd onderbouwd worden in de omgevingsvisie of in een programma.

Bij de volgende categorieën kunnen financiële bijdragen worden gevraagd:

  • a.

    wijziging inrichting landelijk gebied ter verbetering van landschappelijke waarden;

  • b.

    aanleg of wijziging van Natura 2000-gebieden of gebieden die zijn aangewezen in een omgevingsplan met onder meer maatregelen ter vermindering van stikstofdepositie;

  • c.

    aanleg van infrastructuur voor verkeers-en vervoersnetwerken van gemeentelijk of regionaal belang;

  • d.

    aanleg van recreatievoorzieningen die behoren tot de gemeentelijke of regionale groenstructuur;

  • e.

    compensatieregeling bouw sociale huur-en koopwoningen indien in een ontwikkellocatie onvoldoende van deze woningen worden gerealiseerd;

  • f.

    stedelijke herstructurering ter verbetering van woon-en leefklimaat in verouderde wijken of gebieden met leegstandsproblemen met maatregelen in de fysieke leefomgeving.

De wetgeving rondom het verhalen van financiële bijdragen en de limitatieve lijst is nog niet definitief. De categorieën en voorwaarden kunnen dus nog aangepast worden. Daarom zullen we het beleid over de financiële bijdragen bij de eerstvolgende actualisatie van de omgevingsvisie nader uitwerken.

6.7.2 Voorkeursrecht

Door voorkeursrecht te vestigen kunnen bestuursorganen in een vroeg stadium van planvorming voorkomen dat open beleidsontwikkeling wordt bemoeilijkt doordat marktpartijen al in die fase grondposities innemen die de aanpak van maatschappelijke opgaven belemmeren. De omgevingsvisie, maar ook het omgevingsplan of een programma, kan dienen als grondslag voor het vestigen van een voorkeursrecht. Voor de grondslagen is gekozen voor deze drie, omdat dit de kerninstrumenten zijn die het dichtst blijven bij de huidige beleidsdocumenten en normstellende documenten uit de Wet ruimtelijke ordening die de grondslagen vormen voor vestiging van een voorkeursrecht in de Wet voorkeursrecht gemeenten.

Is de betreffende functie aan een locatie toegedacht in de omgevingsvisie, dan is dat de te gebruiken grondslag voor vestiging van het voorkeursrecht. Als het voorkeursrecht (nog) niet in een omgevingsvisie, programma of omgevingsplan staat en het bestuursorgaan stelt vóór afloop van de geldingsduur een omgevingsvisie, programma of omgevingsplan vast, voorkomt dat het verval van het voorkeursrecht. Het voorkeursrecht vervalt van rechtswege drie jaar na het ingaan ervan. Met andere woorden, de gemeente kan op basis van een omgevingsvisie voorkeursrecht vestigen of vooruitlopend daarop (met een voorkeursrecht-beschikking). In het laatstgenoemde geval moet de gemeente binnen drie jaar een omgevingsvisie vaststellen om het te bestendigen.

De vraag of het zinvol is gebruik te maken van de vestiging van voorkeursrecht, hangt onder meer van de volgende zaken af:

  • Is de grond niet al in eigendom van speculanten en/of ontwikkelaars?

  • Wil de gemeente een grondpositie (is actieve grondpolitiek mogelijk) of is het ook acceptabel als een andere eigenaar ontwikkelt?

  • Is realisatie van woningbouw binnen afzienbare tijd het geval? Het publiek belang moet worden aangetoond. Bovendien draagt de gemeente anders lang de rentelasten.

6.7.3 Nadeelcompensatie

De basis voor nadeelcompensatie wordt gevonden in het omgevingsplan. Wel kunnen ontwikkelingen voorzienbaar worden gemaakt in de omgevingsvisie. De wijze van vergoeding van planschade wordt onder de Omgevingswet omgezet in een systeem voor nadeelcompensatie. Hiervoor zullen we in Waddinxveen in het kader van de implementatie van de Omgevingswet een voorstel uitwerken op basis van de VNG Modelverordening nadeelcompensatie.

6.8 Monitoring, aanvulling en herziening

6.8.1 Levend document

Wij beschouwen de omgevingsvisie, en in het verlengende daarvan alle Omgevingswetinstrumenten, als levende documenten. De wereld verandert continu en daarom moeten we dus ook regelmatig onze instrumenten herijken. Liggen we nog op koers, zijn er nieuwe ontwikkelingen waar we rekening mee moeten houden, halen we onze ambities wel met onze huidige aanpak? Ook willen we daar waar gewenst een gebiedsvisie maken zodat deze vervolgens kan landen in de omgevingsvisie. Het afwegingskader wordt naar verwachting een belangrijk element bij de monitoring en evaluatie. Het gebruik maken van meetbare indicatoren is een logische stap bij de verdere aanscherping van de omgevingsvisie. Een milieueffectrapportage (m.e.r.), bij de 2.0-versie van de omgevingsvisie, kan hier een bijdrage aan leveren. We zijn voornemens op de omgevingsvisie jaarlijks te controleren op uitvoerbaarheid en nieuwe ontwikkelingen en vierjaarlijks op lange termijnperspectieven. 

6.8.2 Stap richting omgevingsvisie 2.0

Deze geactualiseerde omgevingsvisie 1.1 zet een stap richting volledige strategische beleidsintegratie. Het uiteindelijke doel is dat de omgevingsvisie de centrale plek wordt voor al het strategisch ruimtelijk beleid. Dat betekent dat er op termijn geen andere thematische visies als losstaand beleid worden gemaakt. Om die beleidsintegratie te realiseren beschouwen we de omgevingsvisie als een ‘levend’ document dat continue aangescherpt wordt.

Vanzelfsprekend gaan we wel verder met het uitwerken van bepaalde thema’s parallel aan de omgevingsvisie. Maar dat wordt uiteindelijk niet opgenomen in losstaande beleidsstukken. De strategische uitspraken van zo een verdiepingsslag moeten uiteindelijk weer landen in de omgevingsvisie en eventuele juridische consequenties in het omgevingsplan. Via programma’s werken we bijvoorbeeld aan de uitvoering, een specifieke gebiedsuitwerking of aan ‘zachte’ maatregelen zoals het opzetten van subsidietrajecten en samenwerkingsverbanden. 

In deze 1.1 versie hebben we alle ruimtelijke thema’s en de verschillende beleidstrajecten en ontwikkelingen met elkaar verbonden. In 2021 en 2022 worden verschillende thematische visies uitgewerkt en vastgesteld door de gemeenteraad. We hebben er bewust voor gekozen om die trajecten in samenspraak met de omgevingsvisie op te stellen en de processen niet te vertragen door ze allemaal in een keer samen te voegen. In de omgevingsvisie 2.0 zetten we een volgende stap in het integreren van strategisch ruimtelijk beleid. Door dan ook een MER uit te voeren én hieraan een periodiek monitoring programma te koppelen) kan gemeten worden of de doelstellingen van de visie behaald worden.

De volgende thema’s werken we de komende periode verder uit in verschillende trajecten:

  • Water en groen, actualisatie waterplan, groenbeleid en uitvoeringsplan groen

  • Openbare ruimte, actualisatie visie beheer openbare ruimte en integraal beheerplan, aanpassing LIOR (leidraad inrichting openbare ruimte), actualisatie speelruimteplan 2016-2025 (de gemeenteraad heeft hiervoor in april 2023 kaders vastgesteld) en uitvoeringsplan spelen

  • Bodem, actualiseren nota bodembeheer en bodemkwaliteitskaarten, bodemdaling en funderingsproblematiek. Overzicht ondergronds ruimtebeslag.

  • Duurzaamheid, actualisatie duurzaamheidsvisie, Gebiedspaspoorten Klimaatadaptatie en Biodiversiteit, Uitvoeringsagenda Koersdocument Duurzaam Waddinxveen en Circulair Waddinxveen, omgevingsprogramma Duurzame Leefomgeving.

  • Transitievisie Warmte, actualisatie, opstellen buurtuitvoeringsplannen (startnotitie eerste aardgasvrije wijk is in april 2023 vastgesteld), uitvoeringsplannen bedrijventerreinen, Warmtesamenwerking Oostland, Verlenging B3 Hoekleiding

  • Mobiliteit, mobiliteitsvisie en actualiseren parkeerbeleid.  Startnotitie integraal afwegingskader parkeernormen is in juni 2023 vastgesteld, Visie op thema parkeren staat gepland voor 2024.

  • Grondbeleid, actualiseren nota grondbeleid en nota kostenverhaal

  • Erfgoed: opstellen kerkenvisie

  • Handboek gebiedsontwikkeling nieuwbouw en maatschappelijk vastgoed

  • Biodiversiteit: Ontwikkelen beleid (op basis van en in samenhang met provinciaal beleid) m.b.t. invasieve uitheemse soorten en Icoonsoorten

  • Duurzaamheidskompas als afwegingsinstrument bij college en raadsbesluiten.

  • Opstellen gebiedsvisie(s)

  • Startnotitie Perspectief Waddinxveen 2050: visie op groei is in oktober 2023 vastgesteld.

Bijlage I Overzicht Informatieobjecten

Bijlage II Bijlage

[Gereserveerd]